Inhoudsopgave
- Inhoud
Grote droefheid over wat mij werd aangedaan heeft zich van u meester gemaakt. Dat blijkt duidelijk uit uw brief. Trouwens ik wist dat wel. Nooit zal ik de vloed van tranen, vergeten die gij vanaf het begin der ellende hebt gestort. Niet minder dan dat weeklagen heeft die brief mij de grootheid van de droefheid, die uw hart vervult, doen beseffen. Verwacht hiervoor de beloning van de menslievende God. Groot en veelvuldig is net loon voor droefheid. Toen de Joden zich aan de zonde overgaven, waren er sommigen die niet in staat verbetering te bewerken, zich enkel overgaven aan droefheid. Zij verwierven daarvoor een dusdanige beloning, dat zij aan Gods toorn zijn ontkomen, terwijl alle anderen te gronde gingen en aan de algehele verdelging werden prijsgegeven. De Schrift zegt: “Teken de voorhoofden van hen, die zuchten en treuren” . Toch hadden zij niet kunnen beletten wat er geschiedde. Omdat zij evenwel deden wat in hun vermogen lag, hebben zij de grootst mogelijke beloning ontvangen. Daarom broeder, laat ook gij niet af deze dingen te betreuren en de menslievende God te smeken, dat Hij een einde maken aan het algemeen bederf van de wereld. Gij weet immers zeer goed, dat de gehele wereld vol onrust en verwarring is.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Het is niet alleen nodig te bidden voor Constantinopel, naar ook voor de gehele wereld, Het kwaad, dat in Constantinopel zijn oorsprong heeft gevonden, bezoedelt als een verpeste rivier, de Kerk die zich over de gehele wereld heeft vertakt. Wat gij mij gevraagd hebt, dat vraag ook ik. Zolang wij van elkaar Gescheiden blijven, blijf ik geestelijk met u edele en met uw huis verbonden. Wil niet nalaten mij regelmatig brieven te zenden en mij te berichten over uw welvaren. Gij weet hoe groot genoegen gij mij daarmee doet. Sedert gij mij in uw huis hebt laten verblijven, was er, zoals ik na mijn vertrek ben te weten gekomen, geen sprake neer van dat ik naar Sebaste zou worden weggevoerd, maar naar een andere zeer eenzame streek in Armenië, zeer gevaarlijk vanwege de invallen der Isauriërs. Ik ben u dankbaar, hoogedele, en ik betuig u mijn eerbied, omdat gij, zelfs toen ik uit Constantinopel reeds weg was, zoveel zorg voor mij hebt gehad, dat gij voor mij een plaats in gereedheid hebt gebracht, waar ik mijn intrek kon nemen en dat gij ten beste hebt gesproken, dat ik in uw huis kon verblijven. Als gij vrienden hebt in de omgeving van Cucusa, dan vraag ik u uw brieven aan hen toe te zenden. Vaarwel.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.be/toondocument/9340-aan-arabius-voor-zijn-aankomst-in-cucusa-nl