De kunst van het goed zijn...
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
De kunst van het goed zijn...
Aula Paulus VI
Paus Johannes Paulus I
6 september 1978
Pauselijke geschriften - Audiënties
1978, Priorij Nazaret, Tegelen
Alineaverdeling en tussentitels: Priorij Nazaret
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
1978
Priorij Nazaret, Tegelen
6 februari 2023
233
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
Wat is een paus. En wat is een audiëntie?
Naast mij, aan mijn rechter- en aan mijn linkerhand, zitten de kardinalen en bisschoppen, mijn broeders in het bisschopsambt. Ik van mijn kant ben enkel maar 'hun grote broer'. Mijn hartelijke groet gaat naar hen uit, en naar de mensen in hun bisdommen.
Het is nu precies een maand geleden dat in Castel Gandolfo Paulus VI stierf. Hij was een groot Paus. In de vijftien jaar van zijn dienst heeft hij voor de Kerk buitengewone dingen tot stand gebracht. Nu al beginnen wij daar de uitwerking van te ondervinden. Maar ik geloof dat het toch pas vooral in de toekomst tot zijn recht zal komen.
Iedere woensdag kwam hij hierheen, om met de pelgrims te spreken. Op de synode van 1977 (over het godsdienstonderricht of de 'catechese') [d:281] hebben enkele bisschoppen gezegd: 'De toespraken tijdens de woensdag-audiënties van Paus Paulus vormen een echte catechese voor de huidige tijd.'
Ik zal proberen hem daarin na te volgen, en ik doe dat in de hoop dat ook ik de mensen op de een of andere manier kan helpen om beter te worden.
Naast mij, aan mijn rechter- en aan mijn linkerhand, zitten de kardinalen en bisschoppen, mijn broeders in het bisschopsambt. Ik van mijn kant ben enkel maar 'hun grote broer'. Mijn hartelijke groet gaat naar hen uit, en naar de mensen in hun bisdommen.
Het is nu precies een maand geleden dat in Castel Gandolfo Paulus VI stierf. Hij was een groot Paus. In de vijftien jaar van zijn dienst heeft hij voor de Kerk buitengewone dingen tot stand gebracht. Nu al beginnen wij daar de uitwerking van te ondervinden. Maar ik geloof dat het toch pas vooral in de toekomst tot zijn recht zal komen.
Iedere woensdag kwam hij hierheen, om met de pelgrims te spreken. Op de synode van 1977 (over het godsdienstonderricht of de 'catechese') [d:281] hebben enkele bisschoppen gezegd: 'De toespraken tijdens de woensdag-audiënties van Paus Paulus vormen een echte catechese voor de huidige tijd.'
Ik zal proberen hem daarin na te volgen, en ik doe dat in de hoop dat ook ik de mensen op de een of andere manier kan helpen om beter te worden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Goed staan met God
Ten overstaan van God is Abrahams houding de juiste. Die zei immers: 'Voor U, o Heer, ben ik maar stof en as' (Gen. 18, 27) [b:Gen. 18, 27]. Ten overstaan van God moeten wij onszelf heel klein voorkomen. Als ik zeg: 'Heer, ik geloof', dan schaam ik mij daarbij niet me als een kind te voelen dat voor zijn moeder staat. In je moeder geloof je toch?
Zo geloof ik in de Heer, die Zich aan mij heeft geopenbaard. Zodra het echter over geboden gaat, wordt het al een beetje moeilijker. Soms is het heel moeilijk om de geboden te onderhouden. Maar God heeft ze ons niet zomaar gegeven, uit een of andere gril, niet voor zijn eigen plezier, maar enkel en alleen voor onze bestwil!
Er was eens iemand die een auto wilde kopen. De autohandelaar zei hem: 'U hebt nu gezien wat deze wagen voor een prestatie kan leveren! Maar u moet hem wel goed behandelen: super in de tank en goede olie voor de versnellingsbak.' De ander zei daarop: 'Het is maar dat u het weet, maar ik kan geen benzine- of olielucht verdragen! Ik denk dat ik daarom in de tank wijn zal gieten, want daar houd ik heel veel van, en de versnelling zal ik met jam laten smeren.' Toen zei de autohandelaar: 'Wat u doet, moet u zelf weten, maar dan moet u straks niet bij mij aankomen met uw klachten als u met uw wagen in de sloot terecht bent gekomen.'
Zo ongeveer heeft God ook met ons gedaan. Hij heeft ons dit lichaam gegeven dat tot leven komt door de geestelijke ziel en door een goede wil. Maar Hij heeft er bij gezegd: 'De motor is goed. Je moet hem echter wel goed behandelen.' Daarvoor zijn nu precies de geboden, bijvoorbeeld:
Ten overstaan van God is Abrahams houding de juiste. Die zei immers: 'Voor U, o Heer, ben ik maar stof en as' (Gen. 18, 27) [b:Gen. 18, 27]. Ten overstaan van God moeten wij onszelf heel klein voorkomen. Als ik zeg: 'Heer, ik geloof', dan schaam ik mij daarbij niet me als een kind te voelen dat voor zijn moeder staat. In je moeder geloof je toch?
Zo geloof ik in de Heer, die Zich aan mij heeft geopenbaard. Zodra het echter over geboden gaat, wordt het al een beetje moeilijker. Soms is het heel moeilijk om de geboden te onderhouden. Maar God heeft ze ons niet zomaar gegeven, uit een of andere gril, niet voor zijn eigen plezier, maar enkel en alleen voor onze bestwil!
Er was eens iemand die een auto wilde kopen. De autohandelaar zei hem: 'U hebt nu gezien wat deze wagen voor een prestatie kan leveren! Maar u moet hem wel goed behandelen: super in de tank en goede olie voor de versnellingsbak.' De ander zei daarop: 'Het is maar dat u het weet, maar ik kan geen benzine- of olielucht verdragen! Ik denk dat ik daarom in de tank wijn zal gieten, want daar houd ik heel veel van, en de versnelling zal ik met jam laten smeren.' Toen zei de autohandelaar: 'Wat u doet, moet u zelf weten, maar dan moet u straks niet bij mij aankomen met uw klachten als u met uw wagen in de sloot terecht bent gekomen.'
Zo ongeveer heeft God ook met ons gedaan. Hij heeft ons dit lichaam gegeven dat tot leven komt door de geestelijke ziel en door een goede wil. Maar Hij heeft er bij gezegd: 'De motor is goed. Je moet hem echter wel goed behandelen.' Daarvoor zijn nu precies de geboden, bijvoorbeeld:
- dat je je vader en moeder moet eren,
- dat je niet moet doden,
- dat je niet toornig moet worden maar fijngevoelig moet blijven,
- dat je niet moet liegen,
- dat je niet moet stelen, enzovoort ...
Referenties naar alinea 1: 1
Diepe nederigheid en oneindige liefde van Jezus ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Goed staan met je naaste
Dan is er vervolgens de naaste. Eigenlijk zijn er drie soorten 'naasten'. Er zijn naasten die boven ons staan. Er zijn er met wie wij op gelijke voet verkeren. En tenslotte zijn er naasten die onder ons staan. Eerbied en gehoorzaamheid
Een voorbeeld van naasten die boven ons staan, zijn onze ouders. In de catechismus heet het dat wij ze moeten 'eren, liefhebben en gehoorzamen'. Een Paus heeft de mensen de eerbied en de gehoorzaamheid jegens hun ouders op het hart te drukken.
Nu heb ik gehoord dat er onder de hier aanwezigen ook enkele misdienaars uit Malta zijn: laat er eens even een hierheen komen ... Deze misdienaars uit Malta hebben hier in de Sint Pieter een maand lang de dienst aan het altaar verricht ... (intussen is de jongen bij hem gekomen)
'Zo! Hoe heet jij?'
- 'James!'
James, vertel eens, ben jij al eens ooit ziek geweest?'
- 'Neen.'
'Was jij nog nooit ziek?'
- 'Neen.'
'Heb jij zelfs nooit eens een beetje koorts gehad?'
- 'Neen.'
'Wat ben jij een geluksvogel! Maar wanneer een kind nu eens wel ziek is, wie brengt het dan zijn eten en zijn medicijnen? Doet dat niet zijn moeder?'
- (Knikt van ja)
'Ja, natuurlijk! Maar nu word jij volwassen, en je moeder wordt oud. Wanneer jij groot bent en wanneer dan je arme moeder ziek te bed komt te liggen, wie brengt haar dan wat melk en haar medicijnen?'
-'Ik! En mijn broers en zussen!'
'Bravo!'
Hebt u het gehoord? Hij, en zijn broers en zussen, heeft hij gezegd. Dat vind ik fijn. Maar toch is het niet altijd en overal zo! In Venetië ging ik als Bisschop regelmatig op bezoek in de bejaardenhuizen. Op een keer trof ik daar een zieke oude vrouw, en ik vroeg haar:
'Hoe gaat het met u?'
- 'Och, te eten krijg ik in ieder geval genoeg!'
'En is uw kamer ook voldoende verwarmd?'
- 'Dat is wel in orde.'
'U bent dus eigenlijk wel tevreden?'
- 'Nee', zei ze, terwijl de tranen haar in de ogen kwamen.
'Waarover hebt u dan zo'n verdriet?'
'Mijn schoondochter en mijn zoon komen me nooit opzoeken! En ik zou zo graag mijn kleinkinderen willen zien!'
Een verwarmde kamer en voedsel zijn blijkbaar niet voldoende! Het hart wil ook wat! En dat is het waar wij aan behoren te denken: aan het hart van onze bejaarde ouders. Want de Heer heeft ons opgedragen onze ouders te eren en lief te hebben, ook wanneer zij oud zijn!
Overigens zijn onze ouders niet het enige voorbeeld van naasten die 'boven' ons staan. Daar is bijvoorbeeld ook nog de staat, de overheid. Kan een Paus de gehoorzaamheid aanbevelen? De grote bisschop Bossuet heeft ooit eens geschreven: 'Waar niemand beveelt, daar begint iedereen bevelen uit te delen. En waar ze allemaal commanderen, daar heeft uiteindelijk niemand meer het bevel. Daar regeert de chaos!' Vandaag de dag gebeurt het nogal eens dat wij dat met eigen ogen kunnen zien!
Vandaar dat wij van onze kant diegenen die boven ons staan, willen eerbiedigen.
Rechtvaardigheid en liefde
Dan zijn er ook naasten met wie wij op gelijke voet verkeren. Ten aanzien van hen moeten wij ons gewoonlijk toeleggen op deze twee deugden: de rechtvaardigheid en de liefde. Daarbij moet het de liefde zijn die de rechtvaardigheid bezielt: wij moeten onze naaste liefhebben. Dat heeft de Heer ons heel nadrukkelijk geboden. Ik druk daarbij de mensen steeds op het hart, dat het niet alleen om de grote daden van naastenliefde gaat, maar vooral ook om de kleine.
In een boek van de Amerikaan Carnegie, dat de titel draagt: 'Hoe men vrienden maakt', heb ik eens het volgende korte verhaal gelezen:
En dan zijn er nog de naasten die zwakker zijn dan wij, de kinderen, maar ook de zieken ... En tenslotte al degenen die op de een of andere manier schuld op zich geladen hebben. Als Bisschop heb ik heel nauw contact gehad met degenen die niet geloven. Ik had de indruk dat ze dikwijls eigenlijk niet zozeer God bestrijden, maar eerder een valse voorstelling die zij van God hebben. Hoeveel mededogen moet men niet met hen hebben!
En ook met hen die fouten begaan ...
Dan is er vervolgens de naaste. Eigenlijk zijn er drie soorten 'naasten'. Er zijn naasten die boven ons staan. Er zijn er met wie wij op gelijke voet verkeren. En tenslotte zijn er naasten die onder ons staan. Eerbied en gehoorzaamheid
Een voorbeeld van naasten die boven ons staan, zijn onze ouders. In de catechismus heet het dat wij ze moeten 'eren, liefhebben en gehoorzamen'. Een Paus heeft de mensen de eerbied en de gehoorzaamheid jegens hun ouders op het hart te drukken.
Nu heb ik gehoord dat er onder de hier aanwezigen ook enkele misdienaars uit Malta zijn: laat er eens even een hierheen komen ... Deze misdienaars uit Malta hebben hier in de Sint Pieter een maand lang de dienst aan het altaar verricht ... (intussen is de jongen bij hem gekomen)
'Zo! Hoe heet jij?'
- 'James!'
James, vertel eens, ben jij al eens ooit ziek geweest?'
- 'Neen.'
'Was jij nog nooit ziek?'
- 'Neen.'
'Heb jij zelfs nooit eens een beetje koorts gehad?'
- 'Neen.'
'Wat ben jij een geluksvogel! Maar wanneer een kind nu eens wel ziek is, wie brengt het dan zijn eten en zijn medicijnen? Doet dat niet zijn moeder?'
- (Knikt van ja)
'Ja, natuurlijk! Maar nu word jij volwassen, en je moeder wordt oud. Wanneer jij groot bent en wanneer dan je arme moeder ziek te bed komt te liggen, wie brengt haar dan wat melk en haar medicijnen?'
-'Ik! En mijn broers en zussen!'
'Bravo!'
Hebt u het gehoord? Hij, en zijn broers en zussen, heeft hij gezegd. Dat vind ik fijn. Maar toch is het niet altijd en overal zo! In Venetië ging ik als Bisschop regelmatig op bezoek in de bejaardenhuizen. Op een keer trof ik daar een zieke oude vrouw, en ik vroeg haar:
'Hoe gaat het met u?'
- 'Och, te eten krijg ik in ieder geval genoeg!'
'En is uw kamer ook voldoende verwarmd?'
- 'Dat is wel in orde.'
'U bent dus eigenlijk wel tevreden?'
- 'Nee', zei ze, terwijl de tranen haar in de ogen kwamen.
'Waarover hebt u dan zo'n verdriet?'
'Mijn schoondochter en mijn zoon komen me nooit opzoeken! En ik zou zo graag mijn kleinkinderen willen zien!'
Een verwarmde kamer en voedsel zijn blijkbaar niet voldoende! Het hart wil ook wat! En dat is het waar wij aan behoren te denken: aan het hart van onze bejaarde ouders. Want de Heer heeft ons opgedragen onze ouders te eren en lief te hebben, ook wanneer zij oud zijn!
Overigens zijn onze ouders niet het enige voorbeeld van naasten die 'boven' ons staan. Daar is bijvoorbeeld ook nog de staat, de overheid. Kan een Paus de gehoorzaamheid aanbevelen? De grote bisschop Bossuet heeft ooit eens geschreven: 'Waar niemand beveelt, daar begint iedereen bevelen uit te delen. En waar ze allemaal commanderen, daar heeft uiteindelijk niemand meer het bevel. Daar regeert de chaos!' Vandaag de dag gebeurt het nogal eens dat wij dat met eigen ogen kunnen zien!
Vandaar dat wij van onze kant diegenen die boven ons staan, willen eerbiedigen.
Rechtvaardigheid en liefde
Dan zijn er ook naasten met wie wij op gelijke voet verkeren. Ten aanzien van hen moeten wij ons gewoonlijk toeleggen op deze twee deugden: de rechtvaardigheid en de liefde. Daarbij moet het de liefde zijn die de rechtvaardigheid bezielt: wij moeten onze naaste liefhebben. Dat heeft de Heer ons heel nadrukkelijk geboden. Ik druk daarbij de mensen steeds op het hart, dat het niet alleen om de grote daden van naastenliefde gaat, maar vooral ook om de kleine.
In een boek van de Amerikaan Carnegie, dat de titel draagt: 'Hoe men vrienden maakt', heb ik eens het volgende korte verhaal gelezen:
Er was eens een vrouw die vier mannen in huis had, haar man, haar broer en haar twee volwassen zonen. In haar eentje moest ze al de boodschappen doen, voor de was zorgen, strijken ... Ze kookte en deed alles alleen. Op zekere zondag kwamen de vier thuis. De tafel stond voor het middageten gedekt, maar op de vier borden lag voor ieder een handjevol hooi! De mannen begonnen te protesteren en riepen:Iemand werkt immers met veel meer plezier als zijn werk ook gewaardeerd wordt. En juist in zulk soort dingen bestaan nu die kleine gebaren van liefde. Vast en zeker hebben wij allemaal wel iemand in huis die op een beetje waardering van onze kant wacht. Barmhartigheid
'Hè, wat? Hooi!'
Maar daarop zei de vrouw:
'Nee, wees maar niet bang. Alles staat klaar. Maar laat mij jullie nu eens een keer wat zeggen: ik doe voor jullie alle mogelijke moeite. Ik zorg voor de nodige afwisseling bij het eten, ik houd het huis schoon, alles doe ik. Maar nog nooit hebben jullie, al was het maar één keertje, tegen mij gezegd: 'Wat heb je een lekker eten klaargemaakt!' Zeg toch eens een keer wat! Ik ben per slot van rekening ook niet van steen!'
En dan zijn er nog de naasten die zwakker zijn dan wij, de kinderen, maar ook de zieken ... En tenslotte al degenen die op de een of andere manier schuld op zich geladen hebben. Als Bisschop heb ik heel nauw contact gehad met degenen die niet geloven. Ik had de indruk dat ze dikwijls eigenlijk niet zozeer God bestrijden, maar eerder een valse voorstelling die zij van God hebben. Hoeveel mededogen moet men niet met hen hebben!
En ook met hen die fouten begaan ...
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Goed staan met jezelf
En dan moeten wij tenslotte ook met onszelf in het reine zien te komen! Wat dat betreft, zou ik hier eigenlijk maar één deugd willen aanbevelen. Een deugd die de Heer heel erg hoog had. Hij heeft het immers zelf gezegd: 'Leert van Mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart'.
Nu loop ik het gevaar dat ik iets ongebruikelijks ga zeggen. Toch wil ik het doen: de Heer houdt zoveel van de nederigheid, dat Hij soms zelfs zware zonden toelaat. Waarom? Omdat dan degenen die deze zonden begaan hebben, nadien berouw zullen krijgen en nederig zullen worden van hart. Niemand immers die weet dat hij zwaar misdaan heeft, zal zich nog voor een halve heilige of een halve engel houden!
Met hoeveel nadruk heeft de Heer er ons niet toe aangespoord: 'Weest nederig!' Ook wanneer je heel wat gepresteerd hebt, blijf dan toch zeggen: 'Wij zijn maar onnutte knechten.' Maar bij ons allemaal gaat de spontane neiging precies in de tegenovergestelde richting. Wij willen immers graag op de voorgrond treden.
Laten we liever bescheiden blijven. Dat is de christelijke deugd die bij ons past.
En dan moeten wij tenslotte ook met onszelf in het reine zien te komen! Wat dat betreft, zou ik hier eigenlijk maar één deugd willen aanbevelen. Een deugd die de Heer heel erg hoog had. Hij heeft het immers zelf gezegd: 'Leert van Mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart'.
Nu loop ik het gevaar dat ik iets ongebruikelijks ga zeggen. Toch wil ik het doen: de Heer houdt zoveel van de nederigheid, dat Hij soms zelfs zware zonden toelaat. Waarom? Omdat dan degenen die deze zonden begaan hebben, nadien berouw zullen krijgen en nederig zullen worden van hart. Niemand immers die weet dat hij zwaar misdaan heeft, zal zich nog voor een halve heilige of een halve engel houden!
Met hoeveel nadruk heeft de Heer er ons niet toe aangespoord: 'Weest nederig!' Ook wanneer je heel wat gepresteerd hebt, blijf dan toch zeggen: 'Wij zijn maar onnutte knechten.' Maar bij ons allemaal gaat de spontane neiging precies in de tegenovergestelde richting. Wij willen immers graag op de voorgrond treden.
Laten we liever bescheiden blijven. Dat is de christelijke deugd die bij ons past.
Referenties naar alinea 3: 1
Diepe nederigheid en oneindige liefde van Jezus ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Vrede in het Midden-Oosten
Als u het mij toestaat, zou ik u willen uitnodigen u met mij te verenigen in mijn gebeden voor een intentie die mij bijzonder aan het hart gaat. Uit de pers en via de televisie hebt u gehoord, dat, vandaag, in Camp David, in de Verenigde Staten, een belangrijke ontmoeting begint tussen de leiders van Egypte, Israël en de Verenigde Staten om een oplossing te vinden voor het conflict in het Midden-Oosten. Dat conflict, waarover al meer dan 30 jaar gevochten wordt in het land van Jezus, heeft al zoveel slachtoffers gemaakt, zoveel leed gebracht, zowel onder de Arabieren als onder de Israëlieten, en als een kwaadaardige ziekte heeft het ook de nabuurlanden aangetast. Denk aan de Libanon, een gemarteld Libanon, door die crisis in verwarring gebracht. Daarvoor dus zou ik willen bidden, tesamen, voor het welslagen van de bijeenkomst in Camp David: dat deze besprekingen de weg mogen banen naar een rechtvaardige en volledige vrede. Een rechtvaardige, dat wil zeggen een die voldoening geeft aan alle partijen in dit conflict. Een volledige, die geen enkele kwestie onopgelost laat: het probleem van de Palestijnse bevolking, de veiligheid van Israël, de heilige stad Jeruzalem. Laat ons de Heer bidden Zijn licht te geven aan de verantwoordelijke personen van alle belanghebbende staten, dat zij een vooruitziende blik mogen hebben en moedig mogen zijn om de beslissingen te nemen, die rust en vrede moeten brengen in het Heilig Land en in de hele wereld van het Oosten.
Als u het mij toestaat, zou ik u willen uitnodigen u met mij te verenigen in mijn gebeden voor een intentie die mij bijzonder aan het hart gaat. Uit de pers en via de televisie hebt u gehoord, dat, vandaag, in Camp David, in de Verenigde Staten, een belangrijke ontmoeting begint tussen de leiders van Egypte, Israël en de Verenigde Staten om een oplossing te vinden voor het conflict in het Midden-Oosten. Dat conflict, waarover al meer dan 30 jaar gevochten wordt in het land van Jezus, heeft al zoveel slachtoffers gemaakt, zoveel leed gebracht, zowel onder de Arabieren als onder de Israëlieten, en als een kwaadaardige ziekte heeft het ook de nabuurlanden aangetast. Denk aan de Libanon, een gemarteld Libanon, door die crisis in verwarring gebracht. Daarvoor dus zou ik willen bidden, tesamen, voor het welslagen van de bijeenkomst in Camp David: dat deze besprekingen de weg mogen banen naar een rechtvaardige en volledige vrede. Een rechtvaardige, dat wil zeggen een die voldoening geeft aan alle partijen in dit conflict. Een volledige, die geen enkele kwestie onopgelost laat: het probleem van de Palestijnse bevolking, de veiligheid van Israël, de heilige stad Jeruzalem. Laat ons de Heer bidden Zijn licht te geven aan de verantwoordelijke personen van alle belanghebbende staten, dat zij een vooruitziende blik mogen hebben en moedig mogen zijn om de beslissingen te nemen, die rust en vrede moeten brengen in het Heilig Land en in de hele wereld van het Oosten.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.be/toondocument/233-de-kunst-van-het-goed-zijn-nl