Inhoudsopgave
- Inhoud
Beste Duitse landgenoten!
Allereerst moet ik mij veelvuldig verontschuldigen voor mijn vertraging. De Duitsers staan bekend om hun stiptheid. Het lijkt erop dat ik al behoorlijk geïtalianiseerd ben. Maar wij hadden een met de vertegenwoordigers van de oecumene uit de hele wereld, uit alle kerken en kerkelijke gemeenschappen, met de vertegenwoordigers van de andere religies. Het was een zeer hartelijke bijeenkomst, zodat het langer heeft geduurd.
Maar nu dan eindelijk: van harte welkom!
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Van harte dank ik u voor de gelukwensen, voor de woorden en tekenen van genegenheid en vriendschap die ik vanuit alle delen van Duitsland op overweldigende wijze heb ontvangen. Aan het begin van mijn weg in een ambt, waaraan ik nooit had gedacht en waarvoor ik mijzelf niet geschikt achtte, is dit alles voor mij een grote steun en hulp. Vergelt’s Gott! Toen de gang van de stemmingen mij langzaam duidelijk maakte dat als het ware de bijl op mij zou neervallen, werd ik helemaal duizelig. Ik had gedacht mijn levenswerk voltooid te hebben en mocht hopen op een rustige afsluiting van mijn dagen. Met diepe overtuiging heb ik toen tot de Heer gezegd: Doe mij dit niet aan! U hebt jongeren en beteren, die met heel andere energie en kracht deze grote taak kunnen aanvaarden. Toen heeft een kleine brief mij diep geraakt, geschreven door een medebroeder uit het kardinalencollege. Hij herinnerde mij eraan dat ik bij de van Johannes Paulus II het Evangelie had genomen en onder het woord had geplaatst dat de Heer aan de oever van het Meer van Galilea tot Petrus sprak: Volg Mij! Ik had toen uiteengezet hoe Karol Wojtyła steeds opnieuw van de Heer deze roepstem ontving en telkens weer veel moest opgeven en eenvoudig moest zeggen: Ja, ik volg U, ook al leidt U mij waarheen ik niet wilde. De medebroeder schreef mij: Wanneer de Heer nu tot u zou zeggen: “Volg Mij”, herinner u dan wat u zelf hebt gepreekt. Weiger niet! Wees gehoorzaam, zoals u het zelf van de grote heengegane Paus hebt gezegd. Dat ging mij recht naar het hart. De wegen van de Heer zijn niet gemakkelijk, maar wij zijn ook niet voor de gemakzucht geschapen, maar voor het grote, voor het goede.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Dus bleef mij uiteindelijk niets anders over dan ja te zeggen. Ik vertrouw op de Heer, en ik vertrouw op u, beste vrienden. Een christen is nooit alleen, heb ik gisteren in de gezegd. Daarmee heb ik de wonderlijke ervaring uitgedrukt die wij allen in deze buitengewone vier weken, die achter ons liggen, hebben mogen beleven. Bij de dood van de Paus is, te midden van alle rouw, de levende Kerk verschenen. En het is zichtbaar geworden dat de Kerk een kracht van eenheid is, een teken voor de mensheid. Toen de grote nieuwszenders vierentwintig uur per dag verslag uitbrachten over het heengaan van de Paus, over de rouw van de mensen, over het werk van de grote overledene, gaven zij daarmee antwoord op een deelname die alle verwachting overtrof. In de Paus was hun een vader zichtbaar geworden die vertrouwen en zekerheid gaf. Die allen op de een of andere manier met elkaar verbond. Het werd zichtbaar dat de Kerk niet in zichzelf opgesloten is en alleen voor zichzelf bestaat, maar dat zij een lichtpunt is voor de mensen. Het werd zichtbaar: de Kerk is helemaal niet oud en onbeweeglijk. Nee, zij is jong. En als wij kijken naar die jeugd die zich verzamelde rond de overleden Paus en uiteindelijk rond Christus, voor wie hij stond, dan werd er nog iets niet minder troostvol zichtbaar: het is helemaal niet waar dat de jeugd vooral aan consumptie en genot denkt. Het is niet waar dat zij materialistisch en egoïstisch is. Het tegendeel is waar: de jeugd wil het Grote. Zij wil dat aan het onrecht een einde wordt gemaakt. Zij wil dat de ongelijkheid overwonnen wordt en dat allen hun aandeel in de goederen van de wereld ontvangen. Zij wil dat de onderdrukten hun vrijheid krijgen. Zij wil het Grote. Zij wil het Goede. En daarom staat de jeugd – staat u – ook opnieuw wijd open voor Christus. Christus heeft ons niet het gemakkelijke leven beloofd. Wie gemak zoekt, is bij Hem inderdaad aan het verkeerde adres. Maar Hij wijst ons de weg naar het Grote, naar het Goede, naar het ware menselijke leven. Wanneer Hij spreekt over het kruis dat wij op ons moeten nemen, gaat het niet om een lust in kwelling of om bekrompen moralisme. Het is de drang van de liefde, die uitbreekt uit zichzelf, die niet terugkijkt naar zichzelf, maar de mens opent voor de dienst aan de waarheid, aan de gerechtigheid, aan het goede. Christus toont ons God en daarmee de ware grootheid van de mens.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Met dankbare vreugde zie ik de delegaties en pelgrims uit mijn Beierse vaderland. Reeds bij andere gelegenheden heb ik u mogen zeggen hoeveel mij uw trouwe verbondenheid betekent, die voortduurt sinds die dagen waarop ik mijn geliefde aartsbisdom München en Freising verliet richting het Vaticaan, om gehoor te geven aan de roep van mijn vereerde voorganger, paus Johannes Paulus II, die mij meer dan drieëntwintig jaar geleden tot prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer benoemde. In al die jaren die sindsdien verstreken zijn, was ik mij er altijd van bewust dat Beieren en Rome niet alleen in geografische zin dicht bij elkaar liggen: Beieren en Rome, dat waren van oudsher twee polen die in een vruchtbare relatie tot elkaar stonden. Vanuit Rome kwam het Evangelie met kooplieden, ambtenaren en soldaten tot aan de Donau en de Lech. Ik sla nu veel over. In de zestiende en zeventiende eeuw gaf Beieren vervolgens een van de mooiste getuigenissen van trouw aan de katholieke Kerk. Dat blijkt uit de zeer vruchtbare uitwisseling van cultuur en vroomheid tussen het barokke Beieren en de zetel van de opvolger van Petrus. In de nieuwe tijd was het Beieren dat aan de gehele Kerk een zo beminnelijke heilige schonk als de kapucijner portier broeder Konrad van Parzam.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Beste vrienden, laten wij ons niet laten afbrengen van deze grootmoedigheid, van deze weg naar Christus. Ik verheug mij op Keulen, waar de – of beter gezegd: waar de jeugd van de wereld haar ontmoeting met Christus zal hebben. Laten wij samen gaan, laten wij elkaar vasthouden. Ik vertrouw op uw hulp. Ik vraag u om vergevingsgezindheid wanneer ik fouten maak zoals ieder mens, of wanneer iets onbegrijpelijk blijft van wat de paus vanuit zijn geweten en vanuit het geweten van de Kerk moet zeggen en doen. Ik vraag u om uw vertrouwen. Laten wij samen optrekken, dan zullen wij de juiste weg vinden. En laten wij Maria, de Moeder van de Heer, bidden dat zij ons haar vrouwelijke en moederlijke goedheid laat ervaren, waarin voor ons de volle diepte van het mysterie van Christus kan opengaan. Moge de Heer u allen zegenen!
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.be/toondocument/9613-toespraak-van-benedictus-xvi-tot-de-pelgrims-uit-duitsland-nl