Pastoraal bezoek aan de Romeinse parochie Heilige Maria Ster van de Evangelisatie
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Pastoraal bezoek aan de Romeinse parochie Heilige Maria Ster van de Evangelisatie
Parochie Maria Ster van de Evangelisatie, Rome
Tweede zondag van de advent, Jaar C
Paus Benedictus XVI
10 december 2006
Pauselijke geschriften - Homilieën
10 december 2006
Dr. W.J.G.A. Veth pr.
23 augustus 2025
7865
nl
Referenties naar dit document: 2
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
Beminde broeders en zusters van de parochie Heilige Maria Ster van de Evangelisatie:
Ik ben blij onder u te zijn voor de wijding van deze nieuwe mooie parochiekerk, de eerste die ik sinds ik het ambt van Bisschop van Rome heb aanvaard, aan de Heer opdraag. De plechtige liturgie van de kerkwijding is een moment van intense en gemeenschappelijke geestelijke vreugde voor het hele volk van God dat op dit grondgebied leeft: bij uw vreugde voeg ik mij van harte. Met genegenheid groet ik de Kardinaal-Vicaris van Rome, Camillo Ruini, de hulpbisschop van het zuidelijke sector, monseigneur Paolino Schiavon, en de hulpbisschop monseigneur Ernesto Mandara, secretaris van de Opera Romana tot behoud van het geloof en voor de bouw van nieuwe kerken in Rome. Aan hen, en aan allen die op welke wijze dan ook hebben bijgedragen aan de totstandkoming van dit nieuwe parochiecentrum, gaat mijn oprechte dank. Deze parochie wordt ingebruikgenomen in de Adventstijd, die sinds zestien jaar door het bisdom Rome wordt besteed aan bewustwording en inzameling van fondsen voor de bouw van nieuwe kerken in de buitenwijken van de stad. Zij voegt zich bij de meer dan vijftig parochiecomplexen die in deze jaren reeds zijn gerealiseerd dankzij de financiële inspanning van het vicariaat, de bijdragen van vele gelovigen en de aandacht van de burgerlijke autoriteiten. Ik vraag alle gelovigen en burgers van goede wil om dit engagement met edelmoedigheid voort te zetten, opdat de wijken die er nog geen hebben zo spoedig mogelijk de zetel van hun parochie mogen krijgen. Vooral in onze sterk geseculariseerde maatschappelijke context is de parochie een baken dat het licht van het geloof uitstraalt en zo tegemoetkomt aan de diepste en waarachtigste verlangens van het menselijk hart. Zij geeft betekenis en hoop aan het leven van personen en gezinnen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIk groet uw pastoor, de priesters die hem bijstaan, de leden van de parochieraad en de andere leken die zich inzetten in de verschillende pastorale activiteiten. Ik groet ieder van u met genegenheid. Uw gemeenschap is levendig en jong! Jong vanwege haar oprichting in 1989, en nog meer door de feitelijke start van haar activiteiten. Jong ook omdat in deze wijk van Torrino Nord het overgrote deel van de gezinnen jong is, en er daarom veel kinderen en jongeren zijn. Aan uw gemeenschap komt daarom de moeilijke maar boeiende taak toe om de eigen kinderen op te voeden tot het leven en tot de vreugde van het geloof. Ik vertrouw erop dat u zich samen, in een geest van oprechte gemeenschap, zult inzetten voor de voorbereiding op de sacramenten van christelijke initiatie en dat u de jongeren zult helpen – die vanaf nu hier gastvrije lokalen en passende voorzieningen kunnen vinden – te groeien in liefde en trouw aan de Heer.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDierbare broeders en zusters, wij wijden een kerk – een gebouw waar God en de mens elkaar willen ontmoeten; een huis dat ons samenbrengt, waar wij naar God worden getrokken, en waar het samenzijn met God ons ook onderling verenigt. De drie lezingen van deze plechtige liturgie willen ons vanuit zeer verschillende invalshoeken tonen wat de betekenis is van een heilig gebouw als huis van God en als huis van de mensen. In de drie lezingen die wij zojuist hebben gehoord, staan ons drie grote thema’s voor ogen: het Woord van God dat de mensen bijeenbrengt in de eerste lezing (Neh. 8, 2-4a. 5-6. 8-10)[b:Neh. 8, 2-4a. 5-6. 8-10]; de stad van God die tegelijk verschijnt als bruid in de tweede; en tenslotte de belijdenis dat Jezus Christus de mensgeworden Zoon van God is, die voor het eerst door Petrus werd uitgesproken en zo het begin heeft gelegd van die levende Kerk die zichtbaar wordt in het materiële gebouw van iedere kerk. Laten wij nu wat nader luisteren naar wat de drie lezingen ons te zeggen hebben.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaAllereerst is er het relaas van de wederopbouw van het volk van Israël, van de heilige stad Jeruzalem en van de tempel na de terugkeer uit de ballingschap. Na het grote optimisme van de terugkeer ziet het volk, eenmaal aangekomen, zich geplaatst voor een verlaten land. Hoe dit weer op te bouwen? De uiterlijke wederopbouw, hoe noodzakelijk ook, kan niet vooruitgaan als niet eerst het volk zelf opnieuw wordt gevormd als volk – als er geen gemeenschappelijk criterium van gerechtigheid werkzaam wordt dat allen verenigt en het leven en handelen van ieder regelt. Het teruggekeerde volk heeft, om zo te zeggen, een “grondwet” nodig, een fundamentele wet voor zijn leven. En het weet dat deze grondwet, wil zij rechtvaardig en blijvend zijn, wil zij uiteindelijk tot gerechtigheid leiden, niet het product kan zijn van eigen autonome vinding. De ware gerechtigheid kan niet door de mens worden uitgevonden: zij moet veeleer worden ontdekt. Met andere woorden: zij moet van God komen, want Hij is de gerechtigheid. Het Woord van God bouwt dus de stad nieuw op. Wat de lezing ons vertelt, is een herinnering aan de gebeurtenis van de Sinaï. Het maakt de gebeurtenis van de Sinaï tegenwoordig: het heilige Woord van God dat de mensen de weg van de gerechtigheid wijst, wordt plechtig voorgelezen en uitgelegd. Zo verschijnt het als een kracht die van binnenuit het land opnieuw opbouwt. Dit gebeurt op nieuwjaarsdag. Het Woord van God luidt een nieuw jaar in, begint een nieuw uur van de geschiedenis. Steeds is Gods Woord een kracht van vernieuwing die betekenis en orde geeft aan onze tijd. Aan het einde van de lezing staat de vreugde: de mensen worden uitgenodigd tot het plechtige feestmaal; zij worden aangespoord om te delen met hen die niets hebben en zo allen te verenigen in de gemeenschap van vreugde, die gegrond is in het Woord van God. Het laatste woord van deze lezing is die mooie uitdrukking: de vreugde van de Heer is onze kracht. Ik denk dat het niet moeilijk is te zien hoe deze woorden uit het Oude Testament nu voor ons werkelijkheid zijn. Het kerkgebouw bestaat opdat het Woord van God onder ons kan worden gehoord, uitgelegd en begrepen; het bestaat opdat het Woord van God onder ons werkzaam kan zijn als een kracht die gerechtigheid en liefde schept. Het bestaat in het bijzonder opdat daarin het feest kan beginnen waaraan God de mensheid wil laten deelnemen, niet alleen aan het einde der tijden, maar reeds nu. Het bestaat opdat in ons de kennis van het goede en het juiste wordt gewekt, en er is geen andere bron om deze kennis te ontvangen en te versterken dan het Woord van God. Het bestaat opdat wij leren de vreugde van de Heer te beleven, die onze kracht is. Laten wij de Heer bidden dat Hij ons verblijdt met zijn Woord, dat Hij ons verblijdt met het geloof, opdat deze vreugde onszelf en de wereld vernieuwt!
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe lezing van het Woord van God, de vernieuwing van de openbaring van de Sinaï na de ballingschap, diende toen dus tot de gemeenschap met God en tussen de mensen. Deze gemeenschap kwam tot uitdrukking in de heropbouw van de tempel, van de stad en van haar muren. Woord van God en opbouw van de stad zijn in het boek Nehemia nauw met elkaar verbonden: enerzijds, zonder het Woord van God is er geen stad en geen gemeenschap; anderzijds blijft het Woord van God niet slechts een rede, maar leidt het tot bouwen – het is een Woord dat opbouwt. De volgende teksten in het boek Nehemia over de bouw van de stadsmuren lijken bij een eerste lezing in hun bijzonderheden heel concreet en zelfs prozaïsch. Toch vormen zij een werkelijk spiritueel en theologisch thema. Een profetisch woord uit die tijd zegt dat God zelf een vurige muur rondom Jeruzalem is (Zach. 2,8v)[[b:Zach. 2,8v]]. God zelf is de levende verdediging van de stad – niet alleen toen, maar altijd. Zo voert het oudtestamentische verhaal ons binnen in het visioen van de Apocalyps, die wij als tweede lezing (Apok. 21, 1-5a)[b:Apok. 21, 1-5a] hebben gehoord. Ik wil slechts twee aspecten van dit visioen belichten. De stad is bruid. Zij is niet eenvoudigweg een stenen bouwwerk. Alles wat in grootse beelden over de stad wordt gezegd, verwijst naar iets levends: naar de Kerk van levende stenen, waarin reeds nu de toekomstige stad wordt gevormd. Het verwijst naar het nieuwe volk dat in het breken van het brood één lichaam wordt met Christus (1 Kor. 10,16v)[[b:1 Kor. 10,16v]]. Zoals man en vrouw in hun liefde “één vlees” worden, zo worden Christus en de mensheid, verzameld in de Kerk, door de liefde van Christus “één geest” (1 Kor. 6,17; Ef. 5,29vv)[[b:1 Kor. 6,17; Ef. 5,29vv]]. Paulus noemt Christus de nieuwe, de laatste Adam: de definitieve mens. En hij noemt Hem “levendmakende Geest” (1 Kor. 15,45)[b:1 Kor. 15,45]. Met Hem worden wij één; samen met Hem wordt de Kerk een levendmakende Geest. De heilige Stad, waarin geen tempel meer bestaat omdat zij door God zelf wordt bewoond, is het beeld van deze gemeenschap die uit Christus ontstaat. Het tweede aspect dat ik wil noemen zijn de twaalf fundamenten van de stad, waarop de namen van de twaalf Apostelen staan. De fundamenten van de stad zijn geen materiële stenen, maar mensen – het zijn de Apostelen met het getuigenis van hun geloof. De Apostelen blijven de dragende fundamenten van de nieuwe stad, van de Kerk, door het ambt van de apostolische successie: door de Bisschoppen. De kaarsjes die wij aansteken aan de muren van de kerk, op de plaatsen waar de zalvingen zullen gebeuren, verwijzen juist naar de Apostelen: hun geloof is het ware licht dat de Kerk verlicht. En tegelijk is het het fundament waarop zij rust. Het geloof van de Apostelen is geen verouderde zaak. Omdat ze waarheid is, is ze het fundament waarop wij staan, het licht waardoor wij zien.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaLaten wij nu naar het Evangelie gaan. Hoe vaak hebben wij dit al gehoord! De geloofsbelijdenis van Petrus is het onwankelbare fundament van de Kerk. Met Petrus zeggen wij tot Jezus: “Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God.” (Mt. 16,16)[b:Mt. 16,16] Het Woord van God is niet slechts een woord. In Jezus Christus is te midden van ons aanwezig als Persoon. Dit is het diepste doel van het bestaan van dit heilig gebouw: de kerk bestaat opdat wij in haar Christus ontmoeten, de Zoon van de levende God. God heeft een gelaat. God heeft een naam. In Christus is God vlees geworden en schenkt Hij zich aan ons in het mysterie van de allerheiligste Eucharistie. Het Woord is vlees. Het schenkt zich aan ons onder de gedaanten van brood en wordt zo werkelijk het Brood waarvan wij leven. Wij mensen leven van de Waarheid. Deze Waarheid is een Persoon: zij spreekt tot ons en wij spreken tot haar. De kerk is de plaats van de ontmoeting met de Zoon van de levende God en zo ook de plaats van de ontmoeting met elkaar. Dit is de vreugde die God ons geeft: dat Hij één van ons is geworden, dat wij Hem bijna kunnen aanraken en dat Hij met ons leeft. De vreugde van God is werkelijk onze kracht.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZo voert het Evangelie ons tenslotte binnen in het uur dat wij vandaag beleven. Het leidt ons naar Maria, die wij hier vereren als Ster van de Evangelisatie. In het beslissende uur van de menselijke geschiedenis heeft Maria zichzelf, haar lichaam en haar ziel, aan God aangeboden als woonplaats. In haar en uit haar heeft de Zoon van God het vlees aangenomen. Door haar is het Woord vlees geworden (Joh. 1,14)[[b:Joh. 1,14]]. Zo laat Maria ons zien wat de Advent is: de Heer tegemoetgaan die ons tegemoetkomt. Hem verwachten, naar Hem luisteren, naar Hem zien. Maria toont ons waarvoor de kerkgebouwen bestaan: zij bestaan opdat er in ons innerlijk ruimte wordt gemaakt voor het Gods Woord; opdat door ons en in ons het Woord ook vandaag vlees kan worden. Zo begroeten wij haar als Ster van de Evangelisatie: Heilige Maria, Moeder van God, bid voor ons, opdat wij het Evangelie leven. Help ons het licht van het Evangelie niet te verbergen onder de korenmaat van ons geringe geloof. Help ons, krachtens het Evangelie, licht te zijn voor de wereld, zodat de mensen het goede mogen zien en de Vader die in de hemel is, verheerlijken (Mt. 5,14vv)[[b:Mt. 5,14vv]]. Amen!
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 2
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.be/toondocument/7865-aan-de-parochie-heilige-maria-ster-evangelisatie-nl