Laetitiae Sanctae
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Laetitiae Sanctae
Aanmoediging van de devotie voor de Rozenkrans
Paus Leo XIII
8 september 1893
Pauselijke geschriften - Encyclieken
1948, Ecclesia Docens nr 0162, uitg. Gooi & & Sticht, Hilversum
Vert. uit het Latijn
De oorsponkelijke spelling van de vertaling is gehandhaafd
Bron: Desclée: Sanctissimi Domini Nostri Léonis Papae XIII allocutiones vol. V, p. 186 seqq
Alienaverdeling en -nummering en tussentitels: redactie Ecclesia Docens
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
De oorsponkelijke spelling van de vertaling is gehandhaafd
Bron: Desclée: Sanctissimi Domini Nostri Léonis Papae XIII allocutiones vol. V, p. 186 seqq
Alienaverdeling en -nummering en tussentitels: redactie Ecclesia Docens
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
1948
F.A.J. van Nimwegen C.ss.R.
18 mei 2025
2632
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- INLEIDING
1
1 - Blijdschap van den paus om de viering van zijn gouden bisschopsjubilé; zijn dankbaarheid jegens God en jegens Maria
De heilige blijdschap, die de gelukkige voleinding van het 50e jaar na onze bisschopswijding ons gebracht heeft, is ongetwijfeld op heerlijke wijze vermeerderd door de omstandigheid, dat wij daarbij als een vader al onze kinderen uit alle katholieke volkeren der wereld met ons vereenigd zagen in een prachtige manifestatie van geloof en liefde.
De heilige blijdschap, die de gelukkige voleinding van het 50e jaar na onze bisschopswijding ons gebracht heeft, is ongetwijfeld op heerlijke wijze vermeerderd door de omstandigheid, dat wij daarbij als een vader al onze kinderen uit alle katholieke volkeren der wereld met ons vereenigd zagen in een prachtige manifestatie van geloof en liefde.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Daarin aanschouwen wij met telkens nieuwe dankbaarheid en erkennen wij openlijk een plan van Gods voorzienigheid, dat tegelijk een bewijs is van Zijn overgroote goedgunstigheid jegens ons, en tegelijk een bron zal zijn van grooten zegen voor Zijn Kerk. Maar even vurig verlangt ons hart, onze voortreffelijke middelaresse bij God, wier voorspraak ons deze gunst verworven heeft, Gods hoogverheven Moeder, met onze lofprijzingen te begroeten en te verheerlijken. Haar bovenmatige liefde immers, die wij in den langen, telkens wisselenden loop van ons leven op vele wijzen ons nabij voelden, straalt ons met den dag van meer nabij toe, vervult ons hart met zoete vreugde, en met de kracht van meer dan menschelijk vertrouwen.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
2 - Op Maria's aansporing heeft de paus reeds veel voor haar vereering gedaan vooral voor de rozenskransdevotie
Het lijkt ons, of wij de stem der hemelkoningin zelve vernemen, die ons liefdevol bemoedigt in den droeven tijd, welken de Kerk doormaakt; die ons met haar milden raad bijstaat tot het nemen van maatregelen voor het welzijn aller gelovigen, en ons tegelijkertijd aanspoort om onder het christenvolk de godsvrucht en de beoefening van alle deugden te doen herleven. Reeds menigmaal in het verleden was het voor ons een vreugde en een heilige plicht, aan die verlangens van Maria te beantwoorden. Onder de vruchten, die onze aansporingen onder haar bescherming hebben opgeleverd, verdient vermelding: de buitengewone ontwikkeling der devotie van haar rozenkrans, met den groei van bestaande rozenkransbroederschappen of de oprichting van nieuwe, de publicatie van wetenschappelijke en actueele geschriften over dat onderwerp, ja zelfs de schepping van heerlijke meesterwerken der schoon kunsten.
Het lijkt ons, of wij de stem der hemelkoningin zelve vernemen, die ons liefdevol bemoedigt in den droeven tijd, welken de Kerk doormaakt; die ons met haar milden raad bijstaat tot het nemen van maatregelen voor het welzijn aller gelovigen, en ons tegelijkertijd aanspoort om onder het christenvolk de godsvrucht en de beoefening van alle deugden te doen herleven. Reeds menigmaal in het verleden was het voor ons een vreugde en een heilige plicht, aan die verlangens van Maria te beantwoorden. Onder de vruchten, die onze aansporingen onder haar bescherming hebben opgeleverd, verdient vermelding: de buitengewone ontwikkeling der devotie van haar rozenkrans, met den groei van bestaande rozenkransbroederschappen of de oprichting van nieuwe, de publicatie van wetenschappelijke en actueele geschriften over dat onderwerp, ja zelfs de schepping van heerlijke meesterwerken der schoon kunsten.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
3 - Op Maria's aansporing wil hij wederom over den rozenkrans spreken nl. over het nut ervan
Op het oogenblik echter is het ons, alsof wij wederom de stem van die zorgzaamste Moeder hooren, die ons dringend toeroept: "Verhef uw stem, houd niet op." (Jes. 58, 1)[b:Jes. 58, 1] En daarom, eerbiedwaardige broeders, willen wij u opnieuw over den rozenkrans spreken. Want de maand October nadert, de maand, die wij haar hebben toegewijd door het voorschrijven van het haar zoo welgevallige rozenkransgebed, waaraan wij rijke aflaten hebben verleend. Toch zal ons woord niet tot onmiddellijk doel hebben een nieuwe lofspraak op dit in zich zoo voortreffelijk gebed, of een nieuwe aansporing tot de geloovigen om het met grooter godsvrucht te beoefenen. Wij willen spreken over eenige zeer kostbare voordeelen, die de vrucht dezer devotie kunnen zijn, en die bijzonder aangepast zijn aan de behoeften van onzen tijd en onze tegenwoordige menschen. Het is nl, onze diepe overtuiging: als de devotie van den rozenkrans zoo beoefend wordt, dat de kracht, die er in gelegen is, ten volle tot haar recht komt: dan zal zij de kostbaarste voordeelen meebrengen niet alleen voor ieder mensch afzonderlijk maar ook voor heel de maatschappij.
Op het oogenblik echter is het ons, alsof wij wederom de stem van die zorgzaamste Moeder hooren, die ons dringend toeroept: "Verhef uw stem, houd niet op." (Jes. 58, 1)[b:Jes. 58, 1] En daarom, eerbiedwaardige broeders, willen wij u opnieuw over den rozenkrans spreken. Want de maand October nadert, de maand, die wij haar hebben toegewijd door het voorschrijven van het haar zoo welgevallige rozenkransgebed, waaraan wij rijke aflaten hebben verleend. Toch zal ons woord niet tot onmiddellijk doel hebben een nieuwe lofspraak op dit in zich zoo voortreffelijk gebed, of een nieuwe aansporing tot de geloovigen om het met grooter godsvrucht te beoefenen. Wij willen spreken over eenige zeer kostbare voordeelen, die de vrucht dezer devotie kunnen zijn, en die bijzonder aangepast zijn aan de behoeften van onzen tijd en onze tegenwoordige menschen. Het is nl, onze diepe overtuiging: als de devotie van den rozenkrans zoo beoefend wordt, dat de kracht, die er in gelegen is, ten volle tot haar recht komt: dan zal zij de kostbaarste voordeelen meebrengen niet alleen voor ieder mensch afzonderlijk maar ook voor heel de maatschappij.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HET THEMA DER ENCYCLIEK - De rozenkrans als geneesmiddel tegen de drie grote kwalen der maatschappij
5
Het is aan iedereen bekend, hoezeer wij overeenkomstig den plicht onzer opperste apostolische bediening ons best gedaan hebben, en hoe wij bereid zijn met Gods hulp ons best te blijven doen voor het welzijn der burgerlijke maatschappij. Zoo hebben wij de dragers van het gezag dikwijls vermaand, slechts vetten uit te vaardigen en door te voeren, die in overeenstemming zijn met de volmaakte norm van alle billijkheid, het goddelijk verstand. Zoo hebben wij de onderdanen, die in aanleg, in verdiensten, in afkomst of in fortuin boven hun medeburgers uitstaan, menigmaal aangespoord, met gezamenlijk overleg en vereende krachten zich te wijden aan de handhaving en de bevordering der hoogste algemeene belangen.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Maar in de burgerlijke gemeenschap, zooals die tegenwoordig is ingericht, bestaan er maar al te veel oorzaken, die de banden van tucht in de maatschappij verzwakken en de volken afbrengen van den weg der ware zedelijkheid. Welnu, voornamelijk drie daaronder schijnen ons van zeer noodlottigen invloed voor het welzijn der gemeenschap: de afkeer van een bescheiden en arbeidzaam leven, de schrik voor al wat lijden is, en het vergeten der toekomstige goederen die wij verhopen.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 1 - De afkeer van een bescheiden en arbeidzaam leven
7
Wij moeten het met droefheid constateeren - en zelfs degenen, die alles slechts beoordeelen volgens het licht der rede en van het standpunt van natuurlijk belang, erkennen het spontaan en betreuren het met ons dat het lichaam der maatschappij een wonde; en wel een zware wonde wordt toegebracht door de verwaarloozing van de plichten en de deugden, die het sieraad uitmaken van een bescheiden en eenvoudig leven. Inderdaad, vandaar in het gezinsleven bij de kinderen dat brutale weigeren van gehoorzaamheid, die toch een plicht der natuurwet is, en die weerzin tegen iedere opvoeding, die de zucht naar pleizier en gemak niet in het gevlij komt. Vandaar bij de arbeiders het verlangen om hun handwerk op te geven, dat ontvluchten van iedere inspanning, die ontevredenheid, dat uitzien naar een hoogere positie en die onverstandige eisch van gelijke verdeeling der goederen. Bij velen zien wij dergelijke strevingen, die tengevolge hebben, dat zij het leven op het platteland in den steek laten om zich in de drukte en den stroom van verleidingen der groote steden te storten.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Vandaar geen evenwichtige verhouding meer tusschen de maatschappelijke klassen, omvorming van alle waarden, verbitterde haat en afgunst, openlijke aanranding van het recht, en ten slotte, van den kant der in hun verwachting bedrogenen, pogingen tot verstoring der openbare orde door oproer en onlusten, en verzet tegen degenen, wier taak het is de orde te handhaven.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Het geneesmiddel daartegen:de beschouwing der blijde geheimen
Voor al die kwalen moet men genezing zoeken door middel van Maria's rozenkrans, die tegelijk uit een bepaalde reeks van gebeden bestaat en uit de godvruchtige overweging der geheimen uit het leven van onzen verlosser Christus en van Zijn Moeder. Late men nl. op degelijke en populaire wijze de blijde geheimen verklaren, en de menschen als het ware een schildering en uitbeelding der deugden, die zij bevatten, voor oogen stellen, en ieder zal begrijpen, welk een overvloedige en praktische gelegenheid zich daarbij aanbiedt tot het geven van lessen, die door haar zachte welsprekendheid wonderbaar geschikt zijn om het verlangen naar een ordelijk, eerbaar leven op te wekken.
Voor al die kwalen moet men genezing zoeken door middel van Maria's rozenkrans, die tegelijk uit een bepaalde reeks van gebeden bestaat en uit de godvruchtige overweging der geheimen uit het leven van onzen verlosser Christus en van Zijn Moeder. Late men nl. op degelijke en populaire wijze de blijde geheimen verklaren, en de menschen als het ware een schildering en uitbeelding der deugden, die zij bevatten, voor oogen stellen, en ieder zal begrijpen, welk een overvloedige en praktische gelegenheid zich daarbij aanbiedt tot het geven van lessen, die door haar zachte welsprekendheid wonderbaar geschikt zijn om het verlangen naar een ordelijk, eerbaar leven op te wekken.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Daar komt voor onze oogen te staan het huisje van Nazareth; dat goddelijk verblijf van heiligheid op aarde. Welk een heerlijk voorbeeld van den dagelijkschen omgang met elkander! Wat een absoluut volmaakt model van een huisgezin! Daar wonen eenvoud en onschuld, nooit verbroken eendracht" ongestoorde orde, eerbied voor elkander, en ten slotte een liefde, die niet geveinsd en leugenachtig is, maar die door trouwe plichtsvervulling haar echtheid en daadwerkelijkheid toont, en zelfs de oogen van buitenstaanders tot zich trekt. Daar zorgt men wel voor het levensonderhoud, maar "en het zweet des aanschijns" (Gen. 8, 19)[[b:Gen. 8, 19]], en op zulk een wijze dat men, met weinig tevreden, niet zoozeer streeft naar vermeerdering van inkomsten alswel naar vermindering van behoeften. Als bekroning van dat alles: de hoogste gemoedsrust en even groote zielevreugde, twee gaven, die onafscheidelijk zijn van het bewustzijn, goed te hebben gehandeld.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Als men deze heilige voorbeelden van deugd: van levenseenvoud, van nederigheid, van geduld bij harden arbeid, van welwillendheid jegens den naaste, van ijverige vervulling der kleine plichten van het dagelijksch levén, en van alle overige deugden langzamerhand in zich opneemt en diep in den geest prent, dan zal dat langzamerhand de gewenschte hervorming in de levensopvattingen en levensgewoonten brengen. Dan zal iedereen zijn verplichtingen beschouwen, niet meer als een voorwerp van afkeer en als een zwaren last, maar veeleer als een aangename taak en een genot, en dan zal plichtsbesef, verzoet door een gevoel van blijheid, een krachtige prikkel zijn tot deugdzaam leven. Als gevolg daarvan zal het gedrag in alle opzichten fijner worden; het gezinsleven zal gewaardeerd, als een genot beschouwd worden; de betrekkingen met anderen veel meer bezield zijn met oprechtheid, eerbied en liefde. En als deze hervorming van het individu algemeen overgaat op de gezinnen, de gemeenten, ja op heel een volk, zoodat het leven naar deze beginselen geregeld wordt: dan ziet men duidelijk, welk een gunstige gevolgen dit zal hebben voor heel de maatschappij.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 2 - De schrik voor alles wat lijden is
12
Een tweede, zeker hoogst verderfelijke kwaal, die wij nooit te sterk kunnen betreuren, omdat zij in dagelijks wijder kring en in steeds ernstiger mate de zielen aantast, is de onwil tegenover het lijden, en de verbetenheid, waarmede men alles wat lastig en hard is wil afweren. Immers, het meerendeel der menschen beschouwt niet meer, zooals het hoort, de innerlijke rust en vrijheid als een belooning voor deugd en plichtsvervulling, gepaard met het overwinnen van beproevingen en moeilijkheden. Neen, zij vormen zich het droombeeld van een ideaalstaat. waar niets van wat onaangenaam is meer bestaat, en waar men in het bezit zou zijn van volstrekt alle genoegens van dit leven. Welnu, zulk een hevige, door niets beteugelde zucht naar levensgenot moet noodzakelijk een geestelijke inzinking ten gevolge hebben. Als zulke menschen hun geesteskrachten niet geheel verliezen, het worden toch zwakkelingen, en, komen de ongelukken van het leven, dan wijken zij neerslachtig daarvoor terug en bezwijken zij jammerlijk.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Het geneesmiddel daartegen: de beschouwing der droevige geheimen
Ook tegenover dit gevaar mag men - zoo groot is de kracht van het voorbeeld - van den rozenkrans een zeer krachtigen invloed verwachten om nieuwe zielesterkte te verleenen, als men, van de vroegste kinderjaren af en verder voortdurend, in stille, zacht-bemoedigende overweging de zg. droevige geheimen voor oogen houdt. Daar zien wij, hoe Christus, "de grondlegger en voltooier van ons geloof" (Hebr. 12, 2)[[b:Hebr. 12, 2]], "begon te doen en te leeren" (Hand. 1, 1)[[b:Hand. 1, 1]], opdat wij van de lessen over het geduldig dragen van lasten en lijden, die Hij het menschdom gaf, het prat- tische voorbeeld zouden vinden in Zijn eigen persoon; en Hij ging daarbij zoo ver dat Hij juist het zwaarste lijden met groote bereidwilligheid op Zich genomen heeft. Wij zien Hem ten prooi aan droefheid, zoozeer dat het bloed als zweetdruppelen langs al Zijn ledematen stroomde. Wij zien Hem ais een misdadiger in boeien geslagen, veroordeeld als de grootste der booswichten, op gruwelijke wijze belasterd, valschelijk beschuldigd. Wij zien Hem gegeeseld, met doornen gekroond, aan het kruis geklonken; als een mensch, niet waard om nog langer te leven, die verdiende onder bijvalsgeschreeuw van het volk te sterven. Daarbij overwegen wij ook de droefheid Zijner allerheiligste Moeder, wie "een zwaard van smarte het harte" trof, ja geheel "doorboorde" (Lc. 2, 35)[[b:Lc. 2, 35]], opdat zij de Moeder van smarten zou genoemd worden en ook waarlijk zou zijn.
Ook tegenover dit gevaar mag men - zoo groot is de kracht van het voorbeeld - van den rozenkrans een zeer krachtigen invloed verwachten om nieuwe zielesterkte te verleenen, als men, van de vroegste kinderjaren af en verder voortdurend, in stille, zacht-bemoedigende overweging de zg. droevige geheimen voor oogen houdt. Daar zien wij, hoe Christus, "de grondlegger en voltooier van ons geloof" (Hebr. 12, 2)[[b:Hebr. 12, 2]], "begon te doen en te leeren" (Hand. 1, 1)[[b:Hand. 1, 1]], opdat wij van de lessen over het geduldig dragen van lasten en lijden, die Hij het menschdom gaf, het prat- tische voorbeeld zouden vinden in Zijn eigen persoon; en Hij ging daarbij zoo ver dat Hij juist het zwaarste lijden met groote bereidwilligheid op Zich genomen heeft. Wij zien Hem ten prooi aan droefheid, zoozeer dat het bloed als zweetdruppelen langs al Zijn ledematen stroomde. Wij zien Hem ais een misdadiger in boeien geslagen, veroordeeld als de grootste der booswichten, op gruwelijke wijze belasterd, valschelijk beschuldigd. Wij zien Hem gegeeseld, met doornen gekroond, aan het kruis geklonken; als een mensch, niet waard om nog langer te leven, die verdiende onder bijvalsgeschreeuw van het volk te sterven. Daarbij overwegen wij ook de droefheid Zijner allerheiligste Moeder, wie "een zwaard van smarte het harte" trof, ja geheel "doorboorde" (Lc. 2, 35)[[b:Lc. 2, 35]], opdat zij de Moeder van smarten zou genoemd worden en ook waarlijk zou zijn.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Als iemand die toonbeelden van heldenkracht niet slechts met de oogen maar met de gedachte dikwijls beschouwt, hoe zal zijn hart dan branden van verlangen om ze na te volgen! Laat de aarde voor hem "gevloekt zijn en distels en doornen voortbrengen" (Gen. 3, 18)[[b:Gen. 3, 18]]; laat zijn ziel door zorgen bedrukt, zijn lichaam door ziekten gekweld worden: geen kwaad zal hem worden aangedaan door den haat der menschen of de boosheid der duivelen, geen ongeluk hem treffen bij persoonlijke of openbare rampen, of hij zal er over zegevieren door zijn geduld. Vandaar dat mooie gezegde: Dapper strijden en dapper lijden, dat is christen zijn. Een christen immers, die zijn naam wil verdienen, moet noodzakelijk de voetstappen drukken van den lijdenden Christus. Wanneer wij spreken van geduld in lijden, dan bedoelen wij niet dat ijdel vertoon van harde onbewogenheid tegenover de smart, zooals sommige oude wijsgeeren dat gehad hebben, maar dan bedoelen wij het geduld dat een voorbeeld neemt aan Hem, "die in plaats 'van de vreugde die Hem toekwam, een kruis op Zich genomen heeft en de schande niet heeft geacht" (Hebr. 12, 2)[b:Hebr. 12, 2]; het geduld, dat aan God den noodigen bijstand Zijner genade vraagt, en dan geen enkel lijden weigert, ja er naar verlangt, en het doorstaan van lijden, hoe zwaar dan ook, als winst beschouwt.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Het katholicisme had altijd, en heeft zeker ook thans, op alle plaatsen glorievolle volgelingen dezer leer, talrijke mannen en vrouwen van iederen rang en stand, die ter wille van deugd en godsdienst alle mogelijke onrecht en bitterheden verdroegen, en meer door -de daad dan met den mond het woord van den Apostel Thomas herhaalden: "Laten ook wij gaan om met Hem te sterven." (Joh. 11, 16)[b:Joh. 11, 16]
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Mogen die voorbeelden van heerlijke standvastigheid meer en meer in aantal en luister toenemen, tot steun voor de maatschappij, tot versterking en roem voor de Kerk!
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 3 - Het vergeten der toekomstige goederen
17
De derde hoofdkwaal, waar een geneesmiddel voor gezocht moet worden, vertoont zich wel bijzonder bij de menschen van onzen tijd. De menschen immers van vroeger tijden, al waren zij zelfs al te hartstochtelijk verzot op de aardsche goederen, kwamen toch over het algemeen ,niet tot totale verachting voor de hemelsche goederen. Zelfs de meer verstandigen onder de heidenen hebben geleerd, dat dit leven ons gegeven is als een gastverblijf, niet als een woning, als een plaats van voorbijgaand oponthoud, niet van blijvende vestiging.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
De tegenwoordige menschen daarentegen, hoewel zij de lessen van het christendom genoten hebben, jagen voor het meerendeel de tijdelijke goederen zoo. na, als wilden zij het bestaan van een beter vaderland in de eeuwige zaligheid niet alleen vergeten, maar zelfs in uiterste verwording de gedachte er aan geheel verdrijven en vernietigen, zoodat het woord van Paulus: "wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij reikhalzen naar de toekomstige" (Hebr. 13, 14)[b:Hebr. 13, 14], een vruchtelooze waarschuwing wordt.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Zoekt men nu naar de oorzaken van dit verschijnsel, dan doet zich als eerste voor: de bij velen heerschende overtuiging, dat de gedachte aan het hiernamaals de liefde voor het aardsche vaderland wegneemt, en schadelijk is voor de openbare welvaart: de meest hatelijke en dwaze bewering die er bestaat. Immers, de goederen, die wij verhopen, zijn niet van dien aard, dat zij 's menschen gedachten zoo totaal voor zich opeischen. dat zij die geheel aftrekken van de zorg voor het tegenwoordige. Want Jesus Christus zelf heeft wel gezegd, dat men eerst het rijk Gods moet zoeken, maar niet, dat wij de rest moeten verwaarloozen. Immers, het gebruik der tegenwoordige goederen en het eerzaam genoegen, dat men daarvan. hebben kan, zijn volstrekt niet in strijd met de waardigheid der menschelijke rede en volstrekt niet in, tegenspraak met Gods plannen, als zij dienen tot beter beoefening of tot belooning van de deugd, en evenmin is dit het geval, als de schittering en het hooge levenspeil van den aardschen staat - een prachtig getuigenis van hetgeen de menschheid door -samenwerking bereikt - een beeld vormt van den luister en het heerlijke leven van den hemelschen staat. God toch is de oorsprong zoowel van de natuur als van de genade. Zijn bedoeling is niet, dat deze elkander hinderen en met elkander in strijd zijn, maar dat zij broederlijk samengaan, om onder beider leiding ons stervelingen de onsterfelijke zaligheid, waarvoor wij geboren zijn, als het ware langs een gemakkelijker weg eenmaal te doen bereiken.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Maar daarentegen, de echte genotsmenschen, de egoïsten, die hun zinnen zoo uitsluitend op het lagere, op de vergankelijke goederen zetten, dat zij voor het hoogere onvatbaar worden wel verre van door het gebruik der zichtbare goederen het verlangen naar de eeuwige goederen in zich te voelen opkomen verliezen juist de eeuwigheid geheel uit het oog, en zakken af tot een totaal menschonwaardig leven. God zou den mensch geen verschrikkelijker straf kunnen overzenden, dan door toe te laten, dat hij de eeuwige goederen vergeet en heel zijn leven slechts laat bestaan in het najagen van de streeling der zinnelijke genietingen.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Het geneesmiddel daartegen: de beschouwing der glorievolle geheimen
Doch dit gevaar zal zeker niet bestaan voor hem, die bij de beoefening der godsvrucht van den rozenkrans de glorievolle geheimen daarvan dikwijls aandachtig overweegt. Dat zijn immers de geheimen, waaruit den geest van den christen een helder licht tegenstraalt om op te zien naar de goederen, die weliswaar voor de natuurlijke oogen onzichtbaar blijven, maar waarvan het geloof ons met zekerheid zegt, dat God ze bereid heeft voor degenen die Hem liefhebben. (1 Kor. 2, 9)[b:1 Kor. 2, 9] Wij leeren er, dat de dood niet een volkomen ondergang is, die alles ontrooft en verwoest, maar een verandering van leven, een overgang van dit naar een ander leven. Wij leeren er, dat de weg naar den hemel voor allen open staat, en wanneer wij Christus daarheen zien terugkeeren, dan herinneren wij ons Zijn heerlijke belofte: "Ik ga u een plaats bereiden." (Joh. 14, 2)[[b:Joh. 14, 2]] Wij leeren er, dat er een tijd zal komen, waarop "God elke traan uit onze oogen zal wegwisschen, en waarop er geen rouw, geen geween en geen smart meer zal zijn" (12*), waarop "wij altijd bij den Heer blijven" (1 Tess. 4, 17)[[b:1 Tess. 4, 17]], gelijk aan God, omdat wij Hem zullen zien zooals Hij is (1 Joh. 3, 2)[[b:1 Joh. 3, 2]], bedwelmd door den overvloed Zijner geneugten (Ps. 36, 9)[[b:Ps. 36, 9]], medeburgers der heiligen (Ef. 2, 19)[[b:Ef. 2, 19]] in zalige vereeniging met onze groote koningin en Moeder.
Doch dit gevaar zal zeker niet bestaan voor hem, die bij de beoefening der godsvrucht van den rozenkrans de glorievolle geheimen daarvan dikwijls aandachtig overweegt. Dat zijn immers de geheimen, waaruit den geest van den christen een helder licht tegenstraalt om op te zien naar de goederen, die weliswaar voor de natuurlijke oogen onzichtbaar blijven, maar waarvan het geloof ons met zekerheid zegt, dat God ze bereid heeft voor degenen die Hem liefhebben. (1 Kor. 2, 9)[b:1 Kor. 2, 9] Wij leeren er, dat de dood niet een volkomen ondergang is, die alles ontrooft en verwoest, maar een verandering van leven, een overgang van dit naar een ander leven. Wij leeren er, dat de weg naar den hemel voor allen open staat, en wanneer wij Christus daarheen zien terugkeeren, dan herinneren wij ons Zijn heerlijke belofte: "Ik ga u een plaats bereiden." (Joh. 14, 2)[[b:Joh. 14, 2]] Wij leeren er, dat er een tijd zal komen, waarop "God elke traan uit onze oogen zal wegwisschen, en waarop er geen rouw, geen geween en geen smart meer zal zijn" (12*), waarop "wij altijd bij den Heer blijven" (1 Tess. 4, 17)[[b:1 Tess. 4, 17]], gelijk aan God, omdat wij Hem zullen zien zooals Hij is (1 Joh. 3, 2)[[b:1 Joh. 3, 2]], bedwelmd door den overvloed Zijner geneugten (Ps. 36, 9)[[b:Ps. 36, 9]], medeburgers der heiligen (Ef. 2, 19)[[b:Ef. 2, 19]] in zalige vereeniging met onze groote koningin en Moeder.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Een ziel, die deze geheimen beschouwt, moet wel in heilig vuur ontvlammen, en zal het woord van een groot heilige herhalen: "Wat lijkt de aarde mij nietig als ik den hemel aanschouw!' Zij zal zich troosten met de gedachte, dat "een tijdelijke lichte verdrukking ons een onovertroffen eeuwig gewicht van heerlijkheid bewerkt!' (2 Kor. 4, 17)[[b:2 Kor. 4, 17]] Waarlijk, dat is de eenige manier om tijd en eeuwigheid, het aardsche vaderland met het hemelsche vaderland te vereenigen zooals het behoort; dat is de wijze om sterke karakters en groote zielen te vormen. Als het getal hiervan groot is, dan is de waardigheid en de grootheid van het vaderland verzekerd; dan zal al wat waar, wat goed, wat schoon is tot bloei komen naar gelijkenis met Hem, die het hoogste beginsel, de eeuwige bron is van alle waarheid, goedheid en schoonheid.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- SLOT
- 1 - Conclusie met bijzondere aanbeveling der rozenkransbroederschap
23
Laten allen dus begrijpen wat wij in den aanvang zeiden, hoe voordeelig en vruchtbaar de kracht van Maria's rozenkrans is, welk een wonderbare uitwerking er van uitgaat om de kwalen van onzen tijd te genezen en de ernstige nadeelen voor de gemeenschap af te weren. Maar, zooals men gemakkelijk zal inzien, deze uitwerkselen zullen op de eerste plaats en in rijker mate ondervonden worden door degenen, die als leden der broederschappen van den heiligen rozenkrans zijn aangenomen en, dank zij den bijzonderen band van broederliefde en hun bijzondere vereering der allerheiligste Maagd, er meer dan anderen aanspraak op mogen maken. Immers, deze broederschappen, door het gezag der pausen goedgekeurd en door hen met voorrechten en aflaten verrijkt, hebben hun eigen officieels organisatie en leiding, houden op bepaalde dagen hun bijeenkomsten, en bezitten uitstekende middelen om een heilig leven te leiden en zelfs de heele maatschappij tot nut te strekken. Zij zijn als het ware de in slagorde opgestelde legerscharen, die den strijd van Christus voeren door de kracht die van Zijn hoogheilige mysteriën uitgaat, onder bescherming en aanvoering der hemelkoningin. En met welk een genadige goedheid deze koningin hun gebeden, hun plechtigheden, hun processiën aanvaardt is ten allen tijde op heerlijke wijze aan het licht getreden, maar vooral op schitterende wijze bij Lepanto.
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Het is dus billijk met grooten ijver alle krachten in te spannen voor de oprichting, de ontwikkeling en de leiding van zulke broederschappen. Dat zeggen wij niet alleen voor de zonen van vader Dominicus al is het voor dezen een bijzondere plicht van staat maar ook voor alle andere zielzorgers zonder uitzondering, vooral voor hen die verbonden zijn aan kerken, waar de broederschap reeds canoniek is opgericht. Ook is het onze vurige wensch, dat de missionarissen, zoowel die welke arbeiden aan de invoering van Christus' leer bij de onbeschaafde volken, als die, welke werken aan het behoud dier leer bij de beschaafde volken, eveneens hun krachten daaraan wijden. Hun aller aansporingen zullen, wij twijfelen er niet aan, succes hebben. Vele christenen zullen zich met geestdrift in de broederschap laten inschrijven en dan met meer dan gewonen ijver hun best doen om de geestelijke voordeelen, welke wij uiteengezet hebben, te verwerven; de voordeelen nl. die het wezen en als het ware den inhoud van den rozenkrans uitmaken. Het voorbeeld van de leden der broeaerschappen zal ook bij de overige geloovigen een vermeerdering van eerbied en godsvrucht voor de oefening van den rozenkrans tot gevolg hebben; en dat zal hen opwekken er meer zorg aan te besteden om, zooals ons vurig verlangen is, eveneens te deelen in den rijken overvloed van heilzame vruchten.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 2 - Uiting van vertrouwen; zegen
25
Ziedaar dus de hoop wier licht ons tegenstraalt: die hoop is onze leidster en onze groote troost bij de vele kwalen in de maatschappij. Moge die hoop ten volle verwezenlijkt worden. Dat geve zij zelve op ons gebed, zij, die voor ons den rozenkrans heeft uitgedacht en hem ons geleerd heeft, de Moeder van God en van de menschen: Maria. Wij vertrouwen, eerbiedwaardige broeders, dat door uw aller medewerking onze lessen en wenschen mogen strekken tot zegen voor de huisgezinnen, tot vrede onder de volken en tot welzijn van heel de maatschappij.
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Intusschen verleenen wij als onderpand der goddelijke gaven en als bewijs van onze welwillendheid aan ieder uwer, aan uw geestelijkheid en uw volk met groote liefde in den Heer den apostolische zegen.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGegeven te Rome bij St. Pieter, den 8en September 1893, in het 16e jaar van ons pausschap.
PAUS LEO XIII
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.be/toondocument/2632-laetitiae-sanctae-nl