Quartertemperdagen ná Pinksteren

In 2004 heeft de Nederlandse Bisschoppenconferentie de nieuwe regeling voor de kruisdagen en de quatertemperdagen, als uitvoering van de algemene regeling van de Wereldkerk, voor de Nederlandse Bisdommen ingevoerd.

In de Romeinse Ritus voor de liturgie zijn bepaalde woensdagen (in de Traditionele Latijnse Ritus ook vrijdagen en zaterdagen) als dagen van gebed (en boete) met betrekking tot de oogst aangewezen. Op woensdag, omdat Christus op die dag is verraden; op vrijdag, omdat Hij op die dag is gekruisigd. In Rome kwam daar de zaterdag bij, de dag waarop Christus in het graf verbleef. Ze werden al vroegtijdig verbonden met het begin van elk van de vier jaargetijden. Omwille van deze vier tijden (“quattuor tempora”) kregen deze dagen de benaming “quatertemperdagen”. De tijden vallen dan in de Vasten, ná Pinksteren, in september en in de Advent.

– Volgens de kalender van de nieuwe Romeinse Ritus, dat vanaf 1970 in gebruik is, is de quatertemperdag ‘ná Pinksteren’ op de woensdag ná Pinksteren, dat is dit jaar 31 mei.

– De kalender van de Traditionele Romeinse Ritus, (de aloude Romeinse Ritus die vanaf 14 september 2007 weer ruimer mogelijk is door Paus Benedictus XVI) geeft sinds 1962 aan dat de quatertemperdagen de woensdag, vrijdag en zaterdag tijdens het Pinksteroctaaf (de 8 dagen ná Pinksteren) vallen, dit jaar dus 31 mei, 2 juni en 3 juni.
Daarbij zijn de woensdag en de zaterdag halve onthoudingsdagen, dat wil zeggen dat het gebruik van vlees uitsluitend is toegestaan tijdens de hoofdmaaltijd. De vrijdag is een volledige onthoudingsdag, zoals alle vrijdagen in het jaar, met uitzondering van kerkelijke feestdagen.

Zie ook: Quatertemperdagen: dagen bij de vier seizoenen.