Quatertemperdagen in de herfst

In 2004 heeft de Nederlandse Bisschoppenconferentie de nieuwe regeling voor de kruisdagen en de quatertemperdagen, als uitvoering van de algemene regeling van de Wereldkerk, voor de Nederlandse Bisdommen ingevoerd.

In de Gewone Vorm van de Romeinse Ritus voor de liturgie zijn bepaalde woensdagen (in de Buitengewone Vorm ook vrijdagen en zaterdagen) als dagen van gebed (en boete) met betrekking tot de oogst aangewezen. Ze werden al vroegtijdig verbonden met het begin van elk van de vier jaargetijden. Omwille van deze vier tijden (“quatuor tempora”) kregen deze dagen de benaming “quatertemperdagen”. De tijden vallen dan in de Vasten, ná Pinksteren, in september en in de Advent.

In september staat de dankbaarheid jegens God voor de oogst centraal.

– Volgens de kalender van de “Gewone Vorm” van de Romeinse Ritus, dat vanaf 1970 in gebruik is, is de quatertemperdag ‘in de herfst’ op de woensdag ná de derde zondag in september, dat is dit jaar 18 september.

– De kalender van de “Traditionele Latijnse Mis” van de Romeinse Ritus, de viering van de H. Mis zoals deze in de basis door paus Gregorius de Grote in 6e eeuw is vastgelegd, geeft sinds 1962 aan dat de quatertemperdagen de woensdag, vrijdag en zaterdag ná de 3e zondag van de maand september vallen, maar tenminste ná het feest van Kruisverheffing op 14 september, dit jaar dus 18, 19 en 21 september.
(Soms is er een verschil door een wijzigingen de methode van berekening voor de Traditionele Latijnse Mis volgens de kalender geldig tot 1960 en zoals deze in 1960 werd vastgesteld).
In de liturgie worden op woensdag 3 en op zaterdag 6 extra lezingen en gebeden toegevoegd.
Voorts zijn de woensdag en de zaterdag ‘halve’ onthoudingsdagen, dat wil zeggen dat het gebruik van vlees uitsluitend is toegestaan tijdens de hoofdmaaltijd. De vrijdag is een volledige onthoudingsdag, zoals alle vrijdagen in het jaar, met uitzondering van kerkelijke feestdagen.

Zie ook: Quatertemperdagen: dagen bij de vier seizoenen.