Johannes Chrysostomos (of: Chrysostomus) werd geboren te Antiochië, Syrië, in het jaar 347. Hij verloor als klein kind al zijn vader. Zijn moeder, Anthusa geheten, was christin; ze bracht hem de eerste beginselen van het geloof bij, maar liet hem niet dopen. Daar zou hij als volwassene zelf voor moeten kiezen.
Hij trok zich als monnik terug in de eenzaamheid om God te zoeken en beter te leren kennen. Van daaruit werd hij in 398 tegen zijn zin door patriarch Theofilus van Alexandrië geroepen om Sint Nectarius op te volgen als patriarch van Constantinopel, destijds de hoofdstad van het Oost-Romeinse Rijk. In die hoedanigheid herzag hij de Griekse liturgie en besteedde hij veel aandacht aan Bijbeluitleg.
Johannes met de gulden mond (= Chrysostomos), een persoon met een hoog aanzien bij mensen vanwege zijn preekvaardigheid. Ook slachtoffer van afgunst en haat. Wegens roddel en leugens verbannen en afgezet. Hij verzette zich nl. tegen de de keizerin Eudoxia die een te grote dunk had van zichzelf en een zilveren standbeeld van zich zelf voor de ingang van de kathedraal had laten opstellen. Chrysostomus wordt samen met Athanasius, Gregorius van Nazianze en Basilius tot de grote kerkleraren van de Oosterse Kerk gerekend.
Hij stierf in 407.
Het uitgebreide Thema “H. Johannes Chrysostomos” geeft een overzicht van een aantal vertaalde teksten van deze heilige die op deze site ontsloten zijn.
Feest: 13 september (Missaal 1970) en 27 januari (Missaal 1962).