Informatie over dit document

Wij moeten leren ons door de waarheid te laten dragen
Homilie tijdens de Mis ter afsluiting van de ontmoeting met de "Ratzinger Schülerkreis"
Centro Mariapoli, Castel Gandolfo
22e zondag door het jaar, Jaar B
Pauselijke geschriften - Homilieën
2012, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk / Nederlandse Bisschoppenconferentie
2012
Dr. W.J.G.A. Veth pr.
Toon meerReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzicht
Extra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord
Reageer op dit document
Deel op social media
Inhoudsopgave
- Inhoud
Beminde broeders en zusters:
De woorden waarmee kardinaal Schönborn ons drie jaar geleden een exegese gaf van dit Evangelie blijven diep in mij doorklinken: het mysterieuze verband tussen het innerlijke en het uiterlijke, en wat de mens onrein maakt, wat hem bezoedelt, en wat zuiver is. Daarom wil ik vandaag niet opnieuw een exegese van ditzelfde Evangelie geven, of hooguit zijdelings. In plaats daarvan zal ik kort de twee lezingen toelichten.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
In het boek Deuteronomium zien we de “vreugde van de wet”: wet niet als een keten, als iets dat ons de vrijheid ontneemt, maar als een geschenk en een gave. Wanneer de andere volken naar dit grote volk kijken – zo zegt de lezing, zo zegt Mozes – zullen zij zeggen: Wat een wijs volk! Zij zullen de wijsheid van dit volk bewonderen, de rechtvaardigheid van de wet en de nabijheid van de God die aan hun zijde staat en hen antwoordt wanneer zij Hem aanroepen. Dit is de nederige vreugde van Israël: een gave van God te hebben ontvangen. Dit is heel anders dan triomfalisme of de trots op wat uit henzelf voortkomt: Israël is niet trots op zijn eigen wet zoals Rome dat misschien was op het Romeinse recht als een geschenk aan de mensheid; of zoals Frankrijk wellicht trots was op de “Code Napoléon”; of zoals Pruisen trots was op het “Preußisches Landrecht” – werken van het recht die wij erkennen. Israël weet heel goed dat zijn wet niet door hemzelf is gemaakt; zij is niet het resultaat van zijn genialiteit, maar een gave. God heeft hem getoond wat recht is. God heeft hem wijsheid geschonken. De wet is wijsheid. Wijsheid is de kunst om mens te zijn, de kunst om goed te kunnen leven en goed te kunnen sterven. En men kan alleen goed leven en sterven wanneer men de waarheid heeft ontvangen en wanneer de waarheid de weg wijst. Dankbaar zijn voor de gave die wij niet zelf hebben uitgevonden, maar die ons geschonken is, en leven in wijsheid; door de gave van God leren om op juiste wijze mens te zijn.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Het Evangelie laat ons echter zien dat er ook een gevaar bestaat, zoals ook al direct aan het begin van het vandaag gelezen gedeelte uit het Deuteronomium wordt gezegd: “Voeg er niets aan toe en doe er niets van af.” Het leert ons dat in de loop van de tijd aan de gave van God toepassingen, werken en menselijke gewoonten werden toegevoegd, die, naarmate zij groeiden, het eigenlijke van de door God geschonken wijsheid gingen verhullen, tot zij zelfs een ware keten werden die gebroken moest worden, of aanleiding gaven tot hoogmoed: wij hebben dit zelf bedacht.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Laten wij nu overgaan naar onszelf, naar de Kerk. Volgens ons geloof is de Kerk immers het Israël dat universeel is geworden, waarin allen, door de Heer, kinderen van Abraham worden; het Israël dat universeel is geworden, waarin de wezenlijke kern van de wet blijft bestaan, zonder de toevalligheden van tijd en volk. Deze kern is eenvoudigweg Christus zelf: Gods liefde voor ons, en onze liefde voor Hem en voor de mensen. Hij is de levende Tora, de gave van God voor ons, in wie wij nu allen de wijsheid van God ontvangen. In verbondenheid met Christus, gaande met Hem, levend met Hem, leren wij hoe wij op rechte wijze mensen kunnen zijn, ontvangen wij de wijsheid die waarheid is, weten wij te leven en te sterven, omdat Hij zelf het leven en de waarheid is.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Zo moet ook de Kerk, zoals Israël, vervuld zijn van dankbaarheid en vreugde. “Welk volk kan zeggen dat God zo dicht bij hen staat? Welk volk heeft zo’n gave ontvangen?” Wij hebben dit niet zelf gedaan, het is ons gegeven. Vreugde en dankbaarheid om het feit dat wij Hem mogen kennen, dat wij de wijsheid hebben ontvangen om goed te leven – dat is wat de christen zou moeten kenmerken. Zo was het inderdaad in het christendom van de eerste tijden: bevrijd zijn uit de duisternis, uit het tasten in het duister, uit de onwetendheid – wat ben ik? waarom besta ik? hoe moet ik leven? –; vrij zijn, in het licht staan, in de ruimte van de waarheid. Dat was de fundamentele overtuiging: een dankbaarheid die uitstraalde naar de omgeving en zo de mensen verenigde in de Kerk van Jezus Christus.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Toch doet zich ook in de Kerk hetzelfde verschijnsel voor: menselijke elementen worden toegevoegd, wat leidt tot hoogmoed —het zogenoemde triomfalisme, dat zich in zichzelf verheugt in plaats van God te prijzen— of tot een beklemming die moet worden weggenomen, gebroken en vernietigd. Wat moeten wij doen? Wat moeten wij zeggen? Ik denk dat wij ons precies in zo’n fase bevinden, waarin wij in de Kerk alleen nog zien wat wij zelf hebben gedaan en de vreugde van het geloof verliezen; een fase waarin wij niet meer geloven en het ook niet meer durven zeggen: Hij heeft ons getoond wie de waarheid is, wat de waarheid is; Hij heeft ons laten zien wat de mens is; Hij heeft ons de gerechtigheid van het rechte leven geschonken. Wij houden ons alleen nog bezig met onszelf te prijzen en zijn bang om ons gebonden te weten aan voorschriften die een belemmering vormen voor de vrijheid en de nieuwheid van het leven.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Wanneer wij vandaag bijvoorbeeld lezen in de brief van Jakobus : “Door een woord van waarheid zijn jullie herschapen”, wie van ons zou het nog wagen zich te verheugen over de waarheid die ons is gegeven? Onmiddellijk rijst de vraag: hoe kan iemand de waarheid bezitten? Dat is toch intolerantie! In onze tijd zijn de begrippen ‘waarheid’ en ‘intolerantie’ bijna volledig met elkaar versmolten; daarom durven wij niet meer te geloven in de waarheid of over de waarheid te spreken. Zij lijkt ver weg, iets waar men beter niet naar verwijst. Niemand kan zeggen: “Ik héb de waarheid” —zo luidt de tegenwerping— en inderdaad, niemand kan de waarheid bezitten. Het is de waarheid die ons in bezit neemt; zij is iets levends. Wij bezitten haar niet, maar wij worden door haar gegrepen. Wij blijven alleen in haar als wij ons door haar laten leiden en bewegen; zij is alleen in ons en voor ons als wij, met haar en in haar, pelgrims van de waarheid zijn.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Ik denk dat wij opnieuw moeten leren dat wij de waarheid niet “hebben”. Net zoals niemand kan zeggen: “Ik heb kinderen” in de zin van eigendom —want zij zijn geen bezit van ons, maar een gave, door God gegeven voor een opdracht— zo kunnen wij ook niet zeggen: “Ik heb de waarheid”, maar: de waarheid is naar ons toegekomen en zij drijft ons voort. Wij moeten leren ons door haar te laten dragen, ons door haar te laten leiden. Dan zal zij opnieuw stralen: wanneer zijzelf ons leidt en doordringt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Beste vrienden, laten wij de Heer vragen ons deze gave te schenken. Jakobus zegt ons vandaag in de lezing dat wij ons niet mogen beperken tot het luisteren naar het Woord, maar dat wij het ook in praktijk moeten brengen. Dit is een waarschuwing tegen de intellectualisering van het geloof en van de theologie. In deze tijd, wanneer ik zoveel verstandige dingen lees, ben ik bang dat het verwordt tot een spel van het intellect, waarin wij elkaar de bal toespelen, waarin alles slechts een intellectuele wereld is die ons leven niet doordringt en vormt, en die ons daarom ook niet binnenleidt in de waarheid. Ik denk dat deze woorden van Jakobus zich juist tot ons als theologen richten: niet alleen luisteren, niet alleen intellect, maar ook doen, zich laten vormen door de waarheid, zich door haar laten leiden. Laten wij de Heer vragen dat dit met ons gebeurt, zodat de waarheid kracht over ons krijgt en, door ons heen, kracht wint in de wereld.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
De Kerk heeft de woorden uit Deuteronomium —“Is er soms een andere grote natie, aan wie hun goden zo nabij zijn als Jahwe onze God ons nabij is, zo vaak wij Hem aanroepen?” — in het midden geplaatst van het goddelijk Officie van Sacramentsdag, en haar zo een nieuwe betekenis gegeven: waar is er een volk dat zijn God zo nabij heeft als onze God ons nabij is? In de Eucharistie is dit ten volle werkelijkheid geworden. Natuurlijk gaat het niet alleen om een uiterlijk aspect: iemand kan dicht bij het tabernakel zijn en toch ver verwijderd van de levende God. Wat telt is de innerlijke nabijheid. God is ons zo nabij gekomen dat Hij zelf mens is geworden: dit moet ons altijd opnieuw onthutsen en verrassen. Hij is zo nabij dat Hij één van ons is. Hij kent de mens, Hij kent de ‘smaak’ van het mens-zijn, Hij kent het van binnenuit, Hij heeft het ervaren met zijn vreugden en zijn lijden. Als mens is Hij mij nabij, Hij is ‘binnen het bereik van mijn stem’; Hij is zo dichtbij dat Hij mij hoort; en ik mag weten dat Hij mij hoort en verhoort, ook al misschien niet op de wijze die ik mij voorstel.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Laten wij ons opnieuw vullen met deze vreugde: waar is er een volk dat zijn God zo nabij heeft als onze God ons nabij is? Zo nabij dat Hij één van ons is, dat Hij mij van binnenuit raakt. Ja, tot het punt dat Hij in mijn innerlijk binnentreedt in de heilige Eucharistie. Een gedachte die zelfs ontregelend kan zijn. Over dit proces gebruikte de heilige Bonaventura eens in zijn gebeden na de Communie een formulering die verrast, bijna beangstigt. Hij zegt: “Mijn Heer, hoe is het in U opgekomen om de vuile latrine van mijn lichaam binnen te gaan?” Ja, Hij treedt binnen in onze ellende, en Hij doet dat volledig bewust. Hij doet het om Zich met ons te vereenzelvigen, om ons te reinigen en te vernieuwen, opdat door ons, in ons, de waarheid zich in de wereld verspreidt en het heil werkelijkheid wordt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Laten wij de Heer om vergeving vragen voor onze onverschilligheid, voor onze ellende die ons alleen aan onszelf doet denken, voor ons egoïsme dat de waarheid niet zoekt, maar zijn eigen gewoonte volgt, en dat er vaak toe leidt dat het christendom slechts als een stelsel van gewoonten lijkt. Laten wij Hem vragen met kracht in onze ziel binnen te komen, dat Hij in ons tegenwoordig zij en door ons heen, zodat ook in ons de vreugde geboren wordt: God is hier en Hij bemint mij; Hij is ons heil. Amen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.be/toondocument/9599-wij-moeten-leren-ons-door-de-waarheid-te-laten-dragen-nl