Divinum Illud Munus

x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:

Informatie over dit document

Divinum Illud Munus
Over de Heilige Geest
Paus Leo XIII
9 mei 1897
Pauselijke geschriften - Encyclieken
1957, Ecclesia Docens 0776, NV Gooi & Sticht, Hilversum
1957
Dr. M.H. Mulders C.ss.R.
Dr. Chr. Oomen C.ss.R.
7 juni 2022
622
nl
Toon meer

Referenties naar dit document: 2

Open uitgebreid overzicht

Referenties naar dit document van thema's en berichten

Open uitgebreid overzicht

Extra opties voor dit document

Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social media
- De toe-eigening aan de afzonderlijke goddelijke personen
16
Daarom nam de Kerk dan ook zeer juist de gewoonte aan om die werken van God, waarin de macht uitkomt, toe te schrijven aan de Vader; die, waarin de wijsheid uitkomt, aan de Zoon en die, waarin de liefde uitkomt, aan de Heilige Geest.

Referenties naar alinea 16: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Niet dat alle volmaaktheden en de werken naar buiten niet gemeenschappelijk zouden zijn aan de goddelijke personen; want "de werken van de Drie-eenheid zijn niet verdeeld evenmin als het wezen van de Drie-eenheid verdeeld is" 1[[905]], omdat gelijk de drie goddelijke personen "niet gescheiden kunnen worden, zij ook niet afzonderlijk werken". 2[[905]] Wel echter worden zij op grond van een zekere overeenkomst en als het ware verwantschap, die er bestaat tussen de werken zelf en het eigene van de personen, bij voorkeur aan de ene persoon en niet aan de andere personen toegeschreven of, zoals men zegt, toegeëigend: .,Gelijk wij de gelijkenis van het spoor of van het beeld in de schepselen benutten om de goddelijke personen aan te geven, zo benutten wij ook de wezenseigenschappen. En dit typeren van de personen door de wezenseigenschappen wordt toe-eigening genoemd." 3[[t:ia q. 39 a. 7]]

Referenties naar alinea 17: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Zo is de Vader, die "het princiep is van heel de godheid" 4[[905]], ook de bewerker van het heelal, van de menswording van het Woord en van de heiligmaking van de zielen, “uit Hem is alles"; uit Hem, d.i. uit de Vader. De Zoon nu, “het Woord" (Joh. 1, 14)[b:Joh. 1, 14], “het Beeld van God" (Kol. 1, 15)[b:Kol. 1, 15], is ook de voorbeeldelijke oorzaak, waarvan alles vorm heeft en schoonheid, orde en samenhang. Hij is voor ons de weg, de waarheid, het leven, de verzoener van de mens met God, “door Hem is alles"; door Hem, d.i. door de Zoon. De Heilige Geest echter is ook het einddoel van alles, want gelijk de wil en in het algemeen alles rust vindt in het doel, zo ook voltooit en vervolmaakt Hij, die Gods goedheid is en de liefde zelf van de Vader en de Zoon tot elkander, door Zijn krachtige en zachte stuwing de verheven werken voor het eeuwig heil van de mensen, “in Hem is alles"; in Hem, d.i. in de Heilige Geest.

Referenties naar alinea 18: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media