Mysterium Fidei

x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:

Informatie over dit document

Mysterium Fidei
Over de leer en de verering van de Heilige Eucharistie
Paus Paulus VI
3 september 1965
Pauselijke geschriften - Encyclieken
1965, Ecclesia Docens 0719, Uitg. Gooi & Sticht, Hilversum
Vert. uit het Latijn
Tussentitels, alineaverdeling en -nummering: redactie Ecclesia Docens
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
3 september 1965
Dr. M.H. Mulders C.ss.R.,
Dr. J. Kahmann C.s.R.
5 april 2025
392
nl
Toon meer

Referenties naar dit document: 15

Open uitgebreid overzicht

Referenties naar dit document van thema's en berichten

Open uitgebreid overzicht

Extra opties voor dit document

Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social media

Referenties naar alinea 46: 1

Opmerkingen van de Congregatie voor de geloofsleer over het eindrapport van de Anglicaans / Rooms-Katholieke Internationale Commissie (ARCIC) ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
- HOOFDSTUK 5 Christus de Heer is in het Sacrament van de Eucharistie tegenwoordig door de transsubstantiatie
46
1. De betekenis van de term "Transsubstantiatie"
Willen wij deze wijze van tegenwoordigheid, die de wetten van de natuur te boven gaat en in haar soort het grootste van alle wonderen is 1[[[1746|17]]], niet verkeerd verstaan, dan moeten wij volgzaam luisteren naar de stem van de Kerk in haar leer en gebed. Welnu, deze stem, die de voortdurende echo is van de stem van Christus, verzekert ons, dat Christus in dit Sacrament niet anders tegenwoordig komt dan door de verandering van heel de substantie van het brood in het Lichaam van Christus, en van heel de substantie van de wijn in zijn Bloed, een wonderbare verandering van unieke aard, die door de katholieke Kerk met een juiste en geëigende term "transsubstantiatie" wordt genoemd. 2[[[694|8.15]]] Door de transsubstantiatie krijgen de gedaanten van brood en wijn ongetwijfeld een nieuwe betekenis en een nieuw doel, omdat ze geen gewoon brood en geen gewone drank meer zijn, doch het teken van iets heiligs, het teken van een geestelijk voedsel; maar ze krijgen slechts in zoverre een nieuwe betekenis en een nieuw doel, in zoverre ze een nieuwe "werkelijkheid" bevatten, die wij terecht ontologisch noemen. Immers, onder de genoemde gedaanten is niet meer dat wat er eerst was, maar iets geheel anders; en dit niet alleen op grond van het geloofsoordeel van de Kerk, maar in de objectieve werkelijkheid. Want wanneer de substantie of natuur van het brood en de wijn veranderd is in het Lichaam en Bloed van Christus, blijven er van het brood en de wijn alleen de gedaanten, waaronder Christus geheel en volledig tegenwoordig is in zijn fysieke "werkelijkheid", ook lichamelijk, hoewel niet op dezelfde wijze als waarop de lichamen plaatselijk ergens zijn.

Referenties naar alinea 46: 1

Opmerkingen van de Congregatie voor de geloofsleer over het eindrapport van de Anglicaans / Rooms-Katholieke Internationale Commissie (ARCIC) ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
2. De uitwerking van Christus' kracht in dit Sacrament
Daarom was het de grote zorg van de Vaders, de gelovigen erop te wijzen, dat zij bij het beschouwen van dit verheven Sacrament niet mochten afgaan op de zintuigen, die de eigenschappen van brood en wijn waarnemen, maar dat zij moesten steunen op de woorden van Christus, die de kracht bezitten om brood en wijn te veranderen, om te vormen, te "transelementeren" in zijn Lichaam en Bloed. Inderdaad, de kracht, die dit uitwerkt, is, zoals de Vaders dikwijls verklaren, dezelfde kracht van de almachtige God, die bij het begin van de tijd het heelal uit het niets heeft geschapen.

Referenties naar alinea 47: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
3. De getuigenissen van de Kerkvaders
De H. Cyrillus van Jeruzalem besluit zijn preek over de geloofsgeheimen met de volgende woorden:
"Nu gij dit alles weet en bezield zijt met het vaste geloof, dat wat brood schijnt, geen brood is, al heeft het de smaak ervan, maar het Lichaam van Christus; en dat wat wijn schijnt, geen wijn is, al heeft het de smaak ervan, maar het Bloed van Christus, ... sterk nu uzelf innerlijk door dit brood te nuttigen als een geestelijke spijs, en verbond u met innerlijke vreugde." 3[[885]]

Referenties naar alinea 48: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
49
De H. Johannes Chrysostomus onderstreept dit nog:
"Het is niet de mens, die bewerkt, dat de offergaven Christus' Lichaam en Bloed worden, maar Christus zelf, die voor ons gekruisigd is. De priester staat daar als vertegenwoordiger van Christus en spreekt de woorden uit, maar de kracht en de genade ervan komen van God. Dit is mijn Lichaam, zegt hij. Door dit woord worden de offergaven omgevormd." 4[[3420]] 5[[[9179]]]

Referenties naar alinea 49: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
En bij Johannes, de bisschop van Constantinopel, sluit zich volkomen aan Cyrillus, de bisschop van Alexandrië, die in zijn commentaar op het Evangelie van Mattheus schrijft:
"Hij zei zeer positief: Dit is mijn Lichaam en dit is mijn Bloed, opdat gij niet zoudt menen, dat hetgeen men ziet slechts een symbool is, maar integendeel zoudt geloven, dat de offergaven op een mysterieuze wijze door de almachtige God werkelijk veranderd worden in het Lichaam en Bloed van Christus; en als wij daaraan deelnemen, ontvangen wij de levenwekkende en de heiligende kracht van Christus." 6[[3421]]

Referenties naar alinea 50: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
51
En Ambrosius, de bisschop van Milaan, spreekt op duidelijke wijze over de eucharistische verandering als volgt:
"Laten wij ervan overtuigd zijn, dat dit niet iets is, wat de natuur gevormd heeft, maar iets wat de zegening heeft geconsacreerd, en dat de kracht van de zegening sterker is dan de kracht van de natuur, want door de zegening wordt ook de natuur veranderd."
En ter bevestiging van de waarheid van het geheim noemt hij talrijke wonderen, die in de Schrift vermeld staan, o.a. de geboorte van Christus uit de Maagd Maria, beschouwt dan het werk van de schepping en besluit:
"Kan dan het woord van Christus, dat uit het niet kon voortbrengen iets wat niet bestond, de bestaande dingen niet veranderen in wat ze niet waren? Het is immers niet iets geringers, aan de dingen hun eigen natuur te geven dan hun natuur te veranderen." 7[[2092|+94-96]]

Referenties naar alinea 51: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
52
4. Het optreden van de Kerk tegen Berengarius
Maar het is niet nodig, veel getuigenissen aan te halen. Wij willen liever wijzen op de geloofszekerheid, waarmee de Kerk eensgezind in verzet kwam tegen Berengarius, toen deze, bezwijkend voor de bezwaren van het menselijk verstand, als eerste de eucharistische verandering durfde loochenen, en op het feit, dat de Kerk hem meermalen veroordeelde, toen hij niet wilde herroepen. Daarom heeft onze voorganger Gregorius VII van hem een eed geëist van de volgende inhoud:
"Innerlijk geloof ik en met de mond belijd ik, dat het brood en de wijn op het altaar, door het mysterie van het heilig gebed en de woorden van onze Verlosser, wezenlijk veranderd worden in het waarachtige, echte en levenwekkende Vlees en Bloed van onze Heer Jezus Christus, en dat er na de consecratie het waarachtige Lichaam van Christus is, dat geboren is uit de Maagd, geslachtofferd en gekruisigd werd voor het heil van de wereld en dat zetelt aan de rechterhand van de Vader; en dat er het waarachtige Bloed is van Christus, dat uit zijn zijde vloeide; en zulks niet alleen als het teken en de kracht van het Sacrament, maar in de eigenheid van de natuur en in de werkelijkheid van de substantie." 8[[1077]]

Referenties naar alinea 52: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
53
5. De leer van de Concilies
Met deze woorden komt ook overeen prachtig voorbeeld van de onwrikbaarheid van het katholiek geloof de constante leer van de Oecumenische Concilies[d:59] van het Lateraan[d:77], van Constanz, Florence en tenslotte van Trente[d:21] omtrent het mysterie van de eucharistische verandering, hetzij in het uiteenzetten van de kerkelijke leer hetzij in het veroordelen van dwalingen.

Referenties naar alinea 53: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
54
6. Het getuigenis van de pausen
Na het Concilie van Trente[d:21] heeft onze voorganger Pius VI, zich richtend tegen de dwalingen van de synode van Pistoia, de pastoors ernstig aangespoord om bij hun geloofsonderricht niet na te laten, te spreken over de transsubstantiatie, die behoort tot de geloofspunten. 9[[808]] Evenzo heeft onze voorganger Pius XII, z.g., erop gewezen, dat men, bij de discussies over het Geheim van de transsubstantiatie, bepaalde grenzen niet mag overschrijden. 10[[2786]] En wijzelf hebben onlangs bij de viering van het Italiaans Nationaal Eucharistisch Congres te Pisa, overeenkomstig ons apostolisch ambt, openlijk en plechtig getuigenis afgelegd van het geloof van de Kerk. 11[[3422]]

Referenties naar alinea 54: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
55
7. Het getuigenis van de eredienst van de Kerk
Overigens heeft de katholieke Kerk het geloof in de tegenwoordigheid van het Lichaam en Bloed van Christus in de Eucharistie niet alleen onderwezen, maar ook beleefd door aan dit verheven Sacrament altijd de eredienst van aanbidding te schenken, die alleen aan God toekomt. Van deze eredienst zegt de H. Augustinus:
"In dit Vlees heeft (de Heer) hier op aarde geleefd, en ditzelfde Vlees heeft Hij ons gegeven als spijs voor ons heil. Niemand eet dit Vlees zonder het eerst te aanbidden ... en niet alleen begaan wij geen zonde door het te aanbidden, maar wij zondigen juist als wij het niet aanbidden." 12[[838]]

Referenties naar alinea 55: 2

In het Phoenix Park te Dublin ->=geentekst=
Eucharisticum Mysterium ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media