De term "Reparatrix" wordt theologisch gelijkgesteld met "Redemptrix". Daarbij wordt Maria veelal niet "co-Reparatrix" genoemd maar slechts "Reparatrix".
Paus Pius IX zegt in de Bul Ineffabilis Deus, 16[254|16] (1854): de "roemrijke Maagd de herstelster was van de eerste ouders" (fuisse parentum reparatricem)
Paus Leo XIII verwijst naar Maria als 'reparatrix van de gehele wereld' (reparatricvem totius orbis) in de encycliek Adiutricem populi christiani[1137] (1895)
De H. Paus Pius X citeert Eadmerus van Canterbury in zijn Encycliek Ad Diem Illum[935] uit 1904 dat Maria de "Reparatrix (herstelster) van een verloren wereld is (reparatrice perdiit orbis)" Ad Diem Illum, 14[[935|14]]
In 1928 stelt Paus Pius XI in zijn encycliek Miserentissimus Redemptor[643] dat Maria, door de mystieke verbintenis tussen Maria en Christus zij "reparatrix is en wordt als zodanig aangeroepen" (Reparatrix item exstitit pieque appellatur)
(verder lijst volgt nog)
Maria: Middelares van alle genaden. - Mediatricis omnium gratiarum
De beoordeling in Mater Populi Fidelis[9695] dat de titel "Maria, middelares van alle genaden" niet opportuun is, houdt echter geen rekening met de consistente pauselijke leer over Maria's universele bemiddeling van genade, die teruggaat tot de 18e eeuw en tot en met het pontificaat van paus Franciscus, waarvan een aantal gezaghebbende encyclieken en instructies van het pauselijk leergezag vormt.
Enkele voorbeelden:
Paus Benedictus XIV beschrijft in zijn bul Gloriosae Dominae uit 1748 de Heilige Maagd als "een hemelse stroom waardoor alle genade en gaven de ziel van alle ellendige stervelingen bereiken? Gloriosae Dominae[[1737]]
Paus Pius VII verwijst in zijn apostolische constitutie Quod Divino aflata Spiritu uit 1806 naar Maria als de “Dispensatrix van alle genaden”.
De zalige paus Pius IX schrijft in zijn encycliek Ubi Primum[4803] uit 1849: “Want God heeft aan Maria de schat van alle goede dingen toevertrouwd, opdat iedereen moge weten dat door haar alle hoop, alle genade en alle verlossing worden verkregen.”
Paus Leo XIII schrijft in zijn encycliek Octobri mense uit 1891: “Bijgevolg mag men met niet minder juistheid en in de volle zin van het woord verzekeren, dat absoluut niets van die overrijke schat van alle genaden, dien de Heer ons gebracht heeft immers: "de genade en waarheid zijn door Jezus Christus gekomen;" (Joh. 1, 17)[b:Joh. 1, 17] - dat niets daarvan ons verleend wordt dan door bemiddeling van Maria (nisi per Mariam).”
De heilige Pius X spreekt in zijn encycliek Ad diem illum uit 1904 over Maria als “hoogste dienares bij de uitdeling der genade." Denz.-H, 3370[[935|15]]
In een decreet uit 1919, voorafgaand aan de heiligverklaring van de heilige Johannes van Are, verwijst Benedictus XV naar Maria als “de Middelares van alle genaden” (Mediatrix omnium gratiarum).
In 1921 keurt paus Benedictus XV de Mis en het Officie van het feest van de Heilige Maagd Maria, Middelares van alle genaden, goed.
Pius XI wijst in zijn encycliek Caritate Christi Compulsi[1685] uit 1932 op de krachtige bescherming van de Maagd Moeder van God, “de Middelares van alle genaden” (Virginis Deiparae, omnium gratiarum Mediatricis). Caritate Christi Compulsi, 31[[1685|31]]
Pius XII spreekt in zijn apostolische constitutie Sedes Sapientiae[2658] van 31 mei 1956 over Maria als “degene die is aangesteld als Middelares van alle genaden met betrekking tot heiliging (” ... quae gratiarum omnium ad sanctficationem spectatium Mediatrix constituta est ... ").
Johannes XXIII verleent in zijn apostolische brief Beatissimum Virginem Mariam van 26 mei 1961 de titel van kleine basiliek aan de Oegandese kerk gewijd aan de Heilige Maagd Maria, Middelares van alle genaden, Sultana van Afrika. In deze brief verwijst hij naar “de Maagd Maria, Middelares van alle genaden (Virginem Mariam, Omnium Gratiarum Sequestram)”.
De heilige Paulus VI zegt in zijn encycliek Mense Maio uit 1965 dat mogen wij ook niet vergeten, dat Hij, "de Vader vol ontferming en de God van alle vertroosting" (2 Kor. 1, 3) is, en dat Hij Maria heeft aangesteld tot de vrijgevige uitdeelster (generosam administram) van de gaven van zijn barmhartigheid. Mense Maio, 12[[187|12]]
Johannes Paulus II verwees minstens negen keer naar Maria als de Middelares van alle genaden (of een equivalent daarvan).21 In zijn Angelus-toespraak van 17 januari 1988 verwijst hij bijvoorbeeld naar de Egyptische kerk van Onze-Lieve-Vrouw in Medai als een heiligdom waar veel pelgrims naartoe komen om hun intenties toe te vertrouwen aan “de Middelares van alle genaden” (Mediatrice di tutte le grazie ).
Paus Benedictus XVI prijst in zijn brief van 10 januari 2013 aan aartsbisschop Sigismundo Zimowski (die de Heilige Stoel vertegenwoordigde bij de viering van de 21e Werelddag van de Zieken) diens missie “door de gebeden en voorspraak van de gezegende Onbevlekte Maagd Maria, de Middelares van alle genaden” in te roepen (implenda precibus comitamur atque intercessioni Beatae Virginis Mariae Immaculatae, Mediatricis omnium gratiarum, commendamus ).
Paus Franciscus merkt in zijn boodschap van 13 mei 2023 aan aartsbisschop Gian Franco Saba van Sassari, Sardinië, Italië, op dat “een van de oudste titels waarmee christenen de Maagd Maria aanroepen, juist ‘de Middelares van alle genaden’ is.”
Voorts ook een bijdrage: Op welke grond en in welke zin noemen wij Maria 'Middelares aller genaden'?[9735].
Notities bij deze alinea
Maria in het leven van de Kerk - diverse aspecten van en over Maria[d:32]
Om RK Documenten te kunnen verbeteren is uw reactie zeer waardevol. Heeft u aanmerkingen of suggesties voor verbeteringen of bent u een fout tegen gekomen? Laat het ons weten.