In Unitate Fidei
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
In Unitate Fidei
Over 1700 verjaardag van het Concilie van Nicea
Paus Leo XIV
23 november 2025
Pauselijke geschriften - Apostolische Brieven
Voorlopige werkvert. uit het Italiaans
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
23 november 2025
Vincent Kemme
24 november 2025
9721
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
1
In de eenheid van het geloof, die sinds het begin van de Kerk wordt verkondigd, zijn christenen geroepen om in harmonie te leven en de gave die zij hebben ontvangen met liefde en vreugde te bewaren en door te geven. Dit komt tot uiting in de woorden van de geloofsbelijdenis: "Ik geloof in één Heer, Jezus Christus, eniggeboren Zoon van God, ... omwille van ons heil uit de hemel neergedaald", die 1700 jaar geleden werden geformuleerd door het Concilie van Nicea, de eerste oecumenische bijeenkomst in de geschiedenis van het christendom.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaTerwijl ik me voorbereid op mijn apostolische reis naar Turkije, wil ik met deze brief de hele Kerk aanmoedigen om haar enthousiasme voor de geloofsbelijdenis te vernieuwen. Eeuwenlang is deze blijvende geloofsbelijdenis het gemeenschappelijke erfgoed van christenen geweest, en zij verdient het om op steeds nieuwe en relevante manieren te worden beleden en begrepen. Daartoe is een belangrijk document van de Internationale Theologische Commissie goedgekeurd: Jezus Christus, Zoon van God, Verlosser. 1700ste verjaardag van het Oecumenisch Concilie van Nicea. Ik noem dit document omdat het waardevolle inzichten biedt voor het bestuderen van het belang en de relevantie van het Concilie van Nicea, niet alleen in zijn theologische en kerkelijke dimensies, maar ook in zijn culturele en sociale aspecten.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
"Begin van de Blijde Boodschap van Jezus Christus, de Zoon van God": met deze woorden begint Marcus zijn evangelie, waarin hij de hele boodschap samenvat in de bevestiging van het goddelijke zoonschap van Jezus Christus. Evenzo weet de apostel Paulus dat hij geroepen is om het goede nieuws van God te verkondigen over zijn Zoon, die voor ons gestorven en opgestaan is. (Rom. 1, 9)[[b:Rom. 1, 9]] Jezus is inderdaad Gods definitieve "ja" op de beloften van de profeten. (2 Kor. 1, 19-20)[[b:2 Kor. 1, 19-20]] In Jezus Christus, het Woord, dat vóór alle tijden God was, door wie alle dingen zijn gemaakt – zoals de proloog van het evangelie van Johannes zegt – "is vlees geworden en heeft onder ons gewoond" (Joh. 1, 14)[b:Joh. 1, 14]. In Hem is God onze naaste geworden, in die mate dat wat wij ook doen aan een van onze broeders en zusters, wij aan hem doen. (Mt. 25, 40)[[b:Mt. 25, 40]]
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn dit Heilig Jaar, gewijd aan het thema 'Christus onze hoop', is het een voorzienige samenloop van omstandigheden dat we ook de 1700ste verjaardag vieren van het Eerste Oecumenische Concilie van Nicea, dat in 325 de geloofsbelijdenis in Jezus Christus, Zoon van God, afkondigde. Dit is de kern van het christelijk geloof. Ook vandaag nog reciteren we tijdens elke zondagse eucharistieviering de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel, de geloofsbelijdenis die alle christenen verenigt. In deze moeilijke tijden waarin we leven, temidden van zoveel zorgen en angsten, dreigingen van oorlog en geweld, natuurrampen, ernstige onrechtvaardigheden en onevenwichtigheden, en de honger en ellende waaronder miljoenen van onze broeders en zusters lijden, geeft deze geloofsbelijdenis ons hoop.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De tijden van het Concilie van Nicea waren niet minder turbulent. Toen het in 325 begon, waren de wonden die waren toegebracht door de vervolging van christenen nog vers. Het Edict van Milaan (313), uitgevaardigd door de keizers Constantijn en Licinius, leek het begin van een nieuw tijdperk van vrede in te luiden. Als gevolg van externe bedreigingen ontstonden er echter al snel geschillen en conflicten binnen de Kerk.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArius, een priester uit Alexandrië in Egypte, leerde dat Jezus niet echt de Zoon van God was. Hoewel hij meer was dan een gewoon schepsel, werd Hij beschouwd als een tussenwezen tussen de ontoegankelijke God en de mensheid. Bovendien zou er een tijd zijn geweest waarin de Zoon "niet bestond". Deze opvatting sloot aan bij de heersende denkwijze van die tijd en leek daarom aannemelijk.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGod laat zijn Kerk echter niet in de steek. Hij roept altijd moedige mannen en vrouwen op die getuigen van het geloof, evenals herders die zijn volk leiden en hen de weg van het evangelie wijzen. Bisschop Alexander van Alexandrië besefte dat de leer van Arius helemaal niet in overeenstemming was met de Heilige Schrift. Aangezien Arius niet tot een verzoening bereid was, riep Alexander de bisschoppen van Egypte en Libië bijeen voor een synode, die de leer van Arius veroordeelde. Vervolgens stuurde hij een brief naar de andere bisschoppen van het Oosten met een gedetailleerd verslag. In het Westen was het bisschop Hosius van Cordoba, Spanje, die actie ondernam. Hij had zich tijdens de vervolging door keizer Maximianus al bewezen als een vurig belijder van het geloof en genoot het vertrouwen van de bisschop van Rome, paus Sylvester.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe volgelingen van Arius kwamen echter ook in opstand. Dit leidde tot een van de grootste crises in het eerste millennium van de Kerk. De reden voor het geschil was geen onbelangrijk detail. Het betrof de essentie van het christelijk geloof, namelijk het antwoord op de beslissende vraag die Jezus aan zijn leerlingen had gesteld in Caesarea Filippi: "Wie zeggen jullie dat ik ben?" (Mt. 16, 15)[b:Mt. 16, 15].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Terwijl de controverse voortduurde, besefte keizer Constantijn dat de eenheid van de Kerk, en zelfs het rijk zelf, in gevaar was. Daarom riep hij alle bisschoppen bijeen voor een oecumenisch, of universeel, concilie in Nicea om de eenheid te herstellen. De synode, bekend als de "Synode van de 318 Vaders", werd voorgezeten door de keizer en het aantal bisschoppen dat bijeen was gekomen was ongekend. Sommigen van hen droegen nog steeds de sporen van de martelingen die zij tijdens de vervolging hadden ondergaan. De overgrote meerderheid van hen kwam uit het Oosten, terwijl er slechts vijf uit het Westen afkomstig leken te zijn. Paus Sylvester vertrouwde de taak toe aan de theologisch gezaghebbende figuur van bisschop Hosius van Cordoba en stuurde twee Romeinse presbyters.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De concilievaders getuigden van hun trouw aan de Heilige Schrift en de apostolische traditie, zoals beleden bij de doop in overeenstemming met Jezus' gebod: "Ga daarom heen en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest" (Mt. 28, 19)[b:Mt. 28, 19]. In het Westen bestonden al verschillende formules, waaronder die welke bekend staat als de Apostolische Geloofsbelijdenis. Symbolum Apostolorum[[562]] Ook in het Oosten waren er veel doopbelijdenissen die qua structuur vergelijkbaar waren. De gebruikte taal was niet geleerd of ingewikkeld, maar – zoals later werd bevestigd – eenvoudig en begrijpelijk voor de vissers van het Meer van Galilea.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn het licht hiervan begint de geloofsbelijdenis van Nicea met de volgende geloofsbelijdenis: "Ik geloof in één God, de almachtige Vader, Schepper... van al wat zichtbaar en onzichtbaar is." DH 125[[957|(1)]] Op deze manier drukten de concilievaders hun geloof in de ene en enige God uit. Dit punt was tijdens het concilie onomstreden. Een tweede artikel was echter het onderwerp van discussie. Ook dit was gebaseerd op Bijbelse taal en beleed het geloof in één Heer, Jezus Christus, de Zoon van God. Het debat ontstond uit de noodzaak om de door Arius opgeworpen vraag te behandelen over hoe "Zoon van God" moest worden begrepen en hoe dit kon worden verzoend met het Bijbelse monotheïsme. Het Concilie streefde er daarom naar om de juiste betekenis van het geloof in Jezus als "de Zoon van God" te definiëren.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe kerkvaders beleden dat Jezus de Zoon van God is in zoverre Hij van dezelfde substantie (ousia) is als de Vader... "geboren, niet geschapen, van dezelfde substantie (homooúsios) als de Vader." Deze definitie was een radicale verwerping van de stelling van Arius. Sint Athanasius van...Sint Athanasius van Alexandrië, Contra Arianos, I, 9, 2 (ed. Metzler, Athanasius Werke, I/1,2, Berlijn - New York 1998, 117-118) Uit de uitspraken van Sint Athanasius in Contra Arianos I, 9, blijkt duidelijk dat homooúsios niet 'van gelijke substantie' betekent, maar 'van dezelfde substantie' als de Vader; het gaat dus niet om een gelijkenis in substantie, maar om een identiteit in substantie tussen Vader en Zoon. De Latijnse vertaling van homooúsios spreekt dan ook terecht van unius substantiae cum Patre.3 Om de waarheid van het geloof uit te drukken, nam het concilie twee woorden aan – 'substantie' (ousia) en 'van dezelfde substantie' (homooúsios) – die niet in de Schrift voorkomen. Het was niet de bedoeling van het Concilie om Bijbelse uitspraken te vervangen door Griekse filosofie. Integendeel, het Concilie gebruikte deze termen juist om het Bijbelse geloof duidelijk te bevestigen en het te onderscheiden van de dwaling van Arius, die sterk beïnvloed was door het hellenisme. Om deze reden moet de beschuldiging van hellenisering gericht zijn op de valse leer van Arius en zijn volgelingen, en niet op de Vaders van Nicea.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Vaders van Nicea waren vastbesloten om trouw te blijven aan het Bijbelse monotheïsme en de authenticiteit van de incarnatie. Zij wilden opnieuw bevestigen dat de ene ware God niet onbereikbaar ver van ons verwijderd is, maar juist dichtbij is gekomen en ons is tegemoet getreden in Jezus Christus.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Om zijn boodschap over te brengen in de eenvoudige taal van de Bijbel en de liturgie die het hele volk van God vertrouwd is, nam het Concilie enkele uitdrukkingen uit de doopbelijdenis over: "God uit God, Licht uit Licht, ware God uit ware God". Het Concilie nam hiermee de Bijbelse metafoor van het licht over: "God is licht" (1 Joh. 1, 3)[b:1 Joh. 1, 3]. (Joh. 1, 4-5)[[b:Joh. 1, 4-5]] Net zoals licht straalt en zichzelf doorgeeft zonder te verminderen, zo is de Zoon de weerspiegeling (apaugasma) van Gods glorie en de afdruk (karakter) van zijn wezen (hypostasis). (Heb. 1, 3; 2 Kor. 4, 4)[[b:Heb. 1, 3; 2 Kor. 4, 4]] De vleesgeworden Zoon, Jezus, is daarom het licht van de wereld en het licht van het leven. (Joh. 8, 12)[[b:Joh. 8, 12]] Door de doop worden de ogen van ons hart verlicht (Ef. 1, 18)[[b:Ef. 1, 18]], zodat ook wij een licht in de wereld kunnen zijn. (Mt. 5, 14)[[b:Mt. 5, 14]]
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaBovendien bevestigt de geloofsbelijdenis dat de Zoon "ware God uit ware God" is. Op veel plaatsen maakt de Bijbel onderscheid tussen levenloze afgoden en de ware en levende God. De ware God is de God die spreekt en handelt in de heilsgeschiedenis: de God van Abraham, Isaak en Jakob; de God die zich aan Mozes openbaarde in de brandende braamstruik (Ex. 3, 14)[[b:Ex. 3, 14]]; de God die het leed van het volk ziet, hun roep hoort en hen door de woestijn leidt en begeleidt in de vuurkolom (Ex. 13, 21)[[b:Ex. 13, 21]]; de God die tot hen spreekt met een donderende stem (Deut. 5, 26)[[b:Deut. 5, 26]] en medelijden met hen heeft. (Hos. 11, 8-9)[[b:Hos. 11, 8-9]] Christenen worden daarom opgeroepen zich af te keren van levenloze afgoden en zich te wenden tot de levende en ware God. (Hand. 12, 25; 1 Thess. 1, 9)[[b:Hand. 12, 25; 1 Thess. 1, 9]] Daartoe verkondigt Simon Petrus in Caesarea Filippi: "U bent de Christus, de Zoon van de levende God" (Mt. 16, 16)[b:Mt. 16, 16].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De geloofsbelijdenis van Nicea formuleert geen filosofische theorie. Zij belijdt het geloof in de God die ons door Jezus Christus heeft verlost. Het gaat om de levende God die wil dat wij leven hebben en dat in overvloed. (Joh. 10, 10)[[b:Joh. 10, 10]] Om deze reden gaat de geloofsbelijdenis verder met de woorden van de doopbelijdenis: de Zoon van God die "voor ons mensen en voor ons heil ... uit de hemel is neergedaald, en ... mens is geworden ... de dood heeft ondergaan ... en op de derde dag is opgestaan ... in de hemel is opgevaren ... en zal wederkomen ... om de levenden en de doden te oordelen". Het is dus duidelijk dat de uitspraken van het Concilie over het geloof in Christus geworteld zijn in de heilsgeschiedenis tussen God en zijn schepselen.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe heilige Athanasius, die als diaken van bisschop Alexander aan het Concilie had deelgenomen en later zijn opvolger werd als bisschop van Alexandrië in Egypte, benadrukte herhaaldelijk en doeltreffend de soteriologische dimensie van de geloofsbelijdenis van Nicea. Hij schreef dat de Zoon, die uit de hemel neerdaalde, "ons tot kinderen van de Vader heeft gemaakt en de mensheid heeft vergoddelijkt door zelf mens te worden. Daarom was Hij niet eerst mens en werd Hij daarna God, maar was Hij eerst God en werd Hij daarna mens, en dat om ons te vergoddelijken." I, 38, 7- 39, 1.[[1100]] Dit is alleen mogelijk als de Zoon werkelijk God is: geen sterfelijk wezen kan immers de dood overwinnen en ons redden; alleen God kan dat. Hij heeft ons bevrijd door zijn Zoon die mens is geworden, opdat wij vrij zouden zijn. (Gal. 5, 1)[[b:Gal. 5, 1]]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet is de moeite waard om het werkwoord descendit in de geloofsbelijdenis van Nicea te benadrukken: "Hij daalde neer." De heilige Paulus beschrijft deze beweging in krachtige bewoordingen: "(Christus) heeft zich van zichzelf ontdaan en het bestaan van een slaaf aangenomen. Hij is aan de mensen gelijk geworden." (Fil. 2, 7)[b:Fil. 2, 7]. De proloog van het evangelie van Johannes stelt eveneens dat "het Woord vlees geworden is en onder ons heeft gewoond" (Joh. 1, 14)[b:Joh. 1, 14]. De brief aan de Hebreeën leert ons ook dat "wij geen hogepriester hebben die niet kan meevoelen met onze zwakheden, maar een die in alle opzichten op dezelfde wijze als wij is beproefd, maar zonder te zondigen" (Heb. 4, 15)[b:Heb. 4, 15]. Aan de vooravond van zijn dood vernederde Hij zich als een slaaf om de voeten van zijn leerlingen te wassen. (Joh. 13, 1-17)[[b:Joh. 13, 1-17]] Pas toen hij zijn vingers in de wond aan de zijde van de verrezen Heer kon steken, bekende de apostel Thomas: "Mijn Heer en mijn God!" (Joh. 20, 28)[b:Joh. 20, 28].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaJuist dankzij zijn incarnatie ontmoeten we nu de Heer in onze broeders en zusters in nood: "Wat jullie voor een van deze minste broeders van mij hebben gedaan, hebben jullie voor mij gedaan" (Mt. 25, 40)[b:Mt. 25, 40]. De geloofsbelijdenis van Nicea beschrijft geen verre, ontoegankelijke en onbeweeglijke God die in zichzelf rust, maar een God die dicht bij ons staat en ons begeleidt op onze reis in de wereld, zelfs op de donkerste plaatsen op aarde. Zijn onmetelijkheid wordt onthuld wanneer Hij zich klein maakt, zijn oneindige majesteit terzijde schuift om onze naaste te worden in de kleinen en de armen. Dit brengt een revolutie teweeg in de heidense en filosofische opvattingen over God.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEen andere zin uit de geloofsbelijdenis van Nicea is ook bijzonder veelzeggend voor ons vandaag. De Bijbelse uitspraak "vlees geworden" wordt verduidelijkt door het woord 'mens' toe te voegen na "mensgeworden". Nicea distantieert zich daarmee van de valse leer dat de Logos alleen een lichaam als uiterlijke bedekking aannam en niet de menselijke ziel, die begiftigd is met verstand en vrije wil. In plaats daarvan bevestigt het wat het Concilie van Chalcedon (451) later expliciet zou verklaren: in Christus heeft God de hele mens, lichaam en ziel, aangenomen en verlost. De heilige Athanasius legt uit dat de Zoon van God mens is geworden opdat de mens vergoddelijkt zou worden. vgl: 54[[[948]]] vgl: I, 39; 42; 45; II, 59ss.[[[1100]]] Dit verhelderende begrip van de goddelijke openbaring werd voorbereid door de heilige Irenaeus van Lyon en Origenes, en vervolgens op rijke wijze verder ontwikkeld in de oosterse spiritualiteit.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVergoddelijking houdt geenszins de zelfvergoddelijking van de mens in. Integendeel, vergoddelijking beschermt ons tegen de oeroude verleiding om als God te willen zijn. (Gen. 3, 5)[[b:Gen. 3, 5]] Wat Christus van nature is, worden wij door genade. Door het verlossingswerk heeft God niet alleen onze menselijke waardigheid als zijn beeld hersteld, maar heeft Hij, die ons op wonderbaarlijke wijze heeft geschapen, ons nu op een nog wonderbaarlijkere wijze deelgenoot gemaakt van zijn goddelijke natuur. (2 Pt. 1, 4)[[b:2 Pt. 1, 4]]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVergoddelijking is dus ware humanisering (volledig mens worden). Daarom wijst het menselijk bestaan verder dan zichzelf, zoekt het verder dan zichzelf, verlangt het verder dan zichzelf en is het rusteloos totdat het rust vindt in God. 1[[850]] "Deus enim solus satiat, alleen God bevredigt de mens!" a. 12[[1987]] Alleen God, in zijn oneindigheid, kan het oneindige verlangen van het menselijk hart bevredigen, en om deze reden koos de Zoon van God ervoor om onze broeder en verlosser te worden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Zoals we al hebben gezegd, verwierp Nicea duidelijk de leer van Arius. Arius en zijn volgelingen gaven echter niet op. Keizer Constantijn zelf en zijn opvolgers kozen steeds meer de kant van de Arianen. De term homooúsios werd een twistpunt tussen de Niceense en anti-Niceense facties, wat leidde tot andere ernstige conflicten. Sint Basilius van Caesarea beschreef de daaropvolgende verwarring op welsprekende wijze door deze te vergelijken met een nachtelijke zeeslag in een hevige storm. 30[[881]] Sint Hilarius daarentegen getuigde van de orthodoxie van de leken in tegenstelling tot het Arianisme van veel bisschoppen, en erkende dat "de oren van het volk heiliger zijn dan de harten van de priesters". Sint Hilarius, Contra...Sint Hilarius, Contra Arianos, vel Auxentium, 6. Zich bewust van de stemmen van de kerkvaders, onderzocht de geleerde theoloog, later kardinaal en nu heilige en kerkleraar, John Henry Newman (1801-1890), dit geschil en kwam tot de conclusie dat het Credo van Nicea vooral bewaard is gebleven door de sensus fidei van het volk van God. vgl: On Consulting the Faithful in Matters of Doctrine[[[5534]]]
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaSint Athanasius werd de stevige basis van het Niceense Credo door zijn onverzettelijke en standvastige geloof. Hoewel hij vijf keer werd afgezet en uit de bisschoppelijke zetel van Alexandrië werd verdreven, keerde hij telkens terug als bisschop. Zelfs in ballingschap bleef hij het volk van God leiden door middel van zijn geschriften en brieven. Net als Mozes kon Athanasius het beloofde land van kerkelijke vrede niet binnengaan. Deze genade was voorbehouden aan een nieuwe generatie, die op sommige plaatsen bekend stond als de "Niceense jeugd". In het Oosten omvatte deze generatie de drie Cappadocische Vaders: Sint Basilius van Caesarea (ca. 330-379), die de titel "de Grote" kreeg; zijn broer Sint Gregorius van Nyssa (335-394); en Basilius' grootste vriend, Sint Gregorius van Nazianze (329/30-390). In het Westen waren belangrijke figuren onder meer Sint Hilarius van Poitiers (ca. 315-367), zijn leerling Sint Martinus van Tours (ca. 316-397) en vooral Sint Ambrosius van Milaan (333-397) en Sint Augustinus van Hippo (354-430).
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe bijzondere verdienste van de drie Cappadociërs was dat zij de formulering van de geloofsbelijdenis van Nicea voltooiden door aan te tonen dat eenheid en drie-eenheid in God op geen enkele wijze tegenstrijdig zijn. Deze ontwikkeling leidde tot de formulering van het geloofsartikel betreffende de Heilige Geest tijdens het Eerste Concilie van Constantinopel in 381. Bijgevolg kreeg het Credo de naam "Niceens-Constantinopolitana Credo" en luidt het nu: "Ik geloof in de heilige Geest, die Heer is en het leven geeft, die voortkomt uit de Vader en de Zoon; die met de Vader en de Zoon tezamen wordt aanbeden en verheerlijkt; die gesproken heeft door de profeten." De uitspraak "en gaat voort uit de Vader en de Zoon (Filioque)" komt niet voor in de tekst van Constantinopel; deze werd in 1014 door paus Benedictus VIII in de Latijnse geloofsbelijdenis opgenomen en is een onderwerp van dialoog tussen orthodoxen en katholieken.[[66]]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaTijdens het Concilie van Chalcedon in 451 werd het Concilie van Constantinopel erkend als oecumenisch en werd het Niceens-Constantinopolitana Credo universeel bindend verklaard. Sessio V - Definitio de duabus naturis Christi, 1[[774|1]] Het vormde daarmee een band van eenheid tussen het Oosten en het Westen. In de 16e eeuw werd het ook onderschreven door de kerkelijke gemeenschappen die voortkwamen uit de Reformatie. De geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel is dus de gemeenschappelijke belijdenis van alle christelijke tradities.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
De weg die begon met de Heilige Schrift en leidde tot de geloofsbelijdenis in Nicea, vervolgens aanvaard in Constantinopel en Chalcedon, en opnieuw in de 16e en 21e eeuw, is een lange en consistente weg geweest. Wij allen, als volgelingen van Jezus Christus, zijn gedoopt "in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest". Wij maken het kruisteken op onszelf en worden gezegend. Wij sluiten elk psalmgebed in de getijdenliturgie af met "Glorie aan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest". Zowel de liturgie als het christelijk leven zijn dus stevig verankerd in de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel: wat we met onze mond belijden, moet uit ons hart komen, zodat we er met ons leven van kunnen getuigen. We moeten ons daarom afvragen: hoe staat het vandaag met onze innerlijke ontvangst van de geloofsbelijdenis? Ervaren we dat deze ook van invloed is op onze huidige situatie? Begrijpen we wat we elke zondag zeggen en leven we dat ook na? Wat betekenen deze woorden voor ons leven?
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
De geloofsbelijdenis van Nicea begint met het belijden van het geloof in God, de Almachtige, de schepper van hemel en aarde. Voor veel mensen vandaag de dag hebben God en de vraag naar God echter bijna geen betekenis meer in hun leven. Het Tweede Vaticaans Concilie wees erop dat christenen ten minste gedeeltelijk verantwoordelijk zijn voor deze situatie, omdat zij geen getuigenis afleggen van het ware geloof; zij verbergen het ware gezicht van God met een levensstijl en handelingen die afwijken van het evangelie. Gaudium et Spes, 19[[575|19]] Er zijn oorlogen gevoerd en mensen zijn gedood, vervolgd en gediscrimineerd in de naam van God. In plaats van een barmhartige God te verkondigen, is een wraakzuchtige God voorgesteld die angst zaait en straft.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn die zin nodigt de geloofsbelijdenis van Nicea ons uit om ons geweten te onderzoeken. Wat betekent God voor mij en hoe getuig ik van mijn geloof in Hem? Is de enige echte God werkelijk de Heer van mijn leven, of heb ik afgoden die ik boven God en zijn geboden plaats? Is God voor mij de levende God, die mij in elke situatie nabij is, de Vader tot wie ik mij met kinderlijk vertrouwen wend? Is hij de Schepper aan wie ik alles wat ik ben en heb te danken heb, wiens sporen ik in elk schepsel kan vinden? Ben ik bereid om de goederen van de aarde, die aan iedereen toebehoren, op een rechtvaardige en billijke manier te delen? Hoe ga ik om met de schepping, het werk van zijn handen? Benut en vernietig ik haar, of gebruik ik haar met eerbied en dankbaarheid, zorg ik voor haar en cultiveer ik haar als het gemeenschappelijke huis van de mensheid? vgl: Laudato Si', 67,78,124[[[5000|67.78.124]]]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
De geloofsbelijdenis in Jezus Christus, onze Heer en God, staat centraal in de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel. Dit is de kern van ons christelijk leven. Daarom verbinden wij ons ertoe Jezus te volgen als onze meester, metgezel, broeder en vriend. Maar de geloofsbelijdenis van Nicea vraagt meer: zij herinnert ons eraan dat Jezus Christus de Heer (Kyrios) is, de Zoon van de levende God, die "voor onze redding uit de hemel is neergedaald" en "voor ons" aan het kruis is gestorven, waardoor hij ons door zijn verrijzenis en hemelvaart de weg naar een nieuw leven heeft geopend.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaNatuurlijk is het volgen van Jezus Christus geen brede en comfortabele weg. Maar deze vaak veeleisende of zelfs pijnlijke weg leidt altijd naar leven en redding. (Mt. 7, 13-14)[[b:Mt. 7, 13-14]] Het boek Handelingen van de Apostelen vertelt over de nieuwe weg (Hand. 19, 9.23; Hand. 22, 4.14-15.22)[[b:Hand. 19, 9.23; Hand. 22, 4.14-15.22]] die Jezus Christus is. (Joh. 14, 6)[[b:Joh. 14, 6]] De Heer volgen houdt noodzakelijkerwijs in dat we de weg van het kruis volgen, die ons door bekering leidt tot heiliging en vergoddelijking. vgl: Gaudete et Exsultate, 92[[[6894|92]]]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaAls God ons met heel zijn wezen liefheeft, dan moeten ook wij elkaar liefhebben. We kunnen God, die we niet zien, niet liefhebben zonder onze broeders en zusters lief te hebben, die we wel zien. (1 Joh. 4, 20)[[b:1 Joh. 4, 20]] Liefde voor God zonder liefde voor de naaste is hypocrisie; radicale liefde voor onze naaste, vooral liefde voor onze vijanden, zonder liefde voor God, vereist een "heldhaftigheid" die ons zou overweldigen en onderdrukken. In het volgen van Jezus verloopt de opgang naar God via de afdaling en toewijding aan onze broeders en zusters, vooral de minsten, de armsten, de verlatenen en de gemarginaliseerden. Wat we voor de minsten onder hen hebben gedaan, hebben we voor Christus gedaan. (Mt. 25, 31-46)[[b:Mt. 25, 31-46]] In het licht van rampen, oorlogen en ellende getuigen we van Gods barmhartigheid aan degenen die aan Hem twijfelen, alleen wanneer zij Zijn barmhartigheid door ons ervaren. vgl: Fratelli tutti, 67,254[[[7800|67.254]]]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Ten slotte is het Concilie van Nicea vandaag de dag nog steeds relevant vanwege zijn grote oecumenische waarde. Het bereiken van eenheid onder alle christenen was immers een van de belangrijkste doelstellingen van het laatste concilie, het Tweede Vaticaans Concilie. vgl: Unitatis Redintegratio, 1[[[618|1]]] Precies dertig jaar geleden heeft Johannes Paulus II deze conciliaire boodschap verder uitgedragen in zijn encycliek Ut Unum Sint[73] (25 mei 1995). Zo vieren we samen met de grote verjaardag van het Eerste Concilie van Nicea ook de verjaardag van de eerste oecumenische encycliek. Deze kan worden beschouwd als een manifest dat de oecumenische grondslagen van het Concilie van Nicea heeft geactualiseerd.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGod zij dank heeft de oecumenische beweging de afgelopen zestig jaar veel bereikt. Het is waar dat volledige zichtbare eenheid met de orthodoxe en oosters-orthodoxe kerken en met de kerkelijke gemeenschappen die uit de Reformatie zijn voortgekomen, nog niet is bereikt. Niettemin heeft de oecumenische dialoog, gebaseerd op één doopsel en de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel, ons ertoe gebracht de leden van andere kerken en kerkelijke gemeenschappen te erkennen als onze broeders en zusters in Jezus Christus, en de ene universele gemeenschap van Christus' discipelen over de hele wereld te herontdekken. Wij delen hetzelfde geloof in de ene en enige God, de Vader van alle mensen; wij belijden samen de ene Heer en ware Zoon van God, Jezus Christus, en de ene Heilige Geest, die ons inspireert en aanspoort tot volledige eenheid en het gemeenschappelijke getuigenis van het Evangelie. Wat ons verenigt, is werkelijk veel groter dan wat ons verdeelt! vgl: Ut Unum Sint, 20[[[73|20]]] In een wereld die verdeeld en verscheurd is door vele conflicten, kan de ene universele christelijke gemeenschap een teken van vrede en een instrument van verzoening zijn, en een beslissende rol spelen in het wereldwijde streven naar vrede. De heilige Johannes Paulus II herinnerde ons in het bijzonder aan het getuigenis van de vele christelijke martelaren uit alle kerken en kerkelijke gemeenschappen: hun nagedachtenis verenigt ons en spoort ons aan om getuigen en vredestichters in de wereld te zijn.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOm deze bediening op geloofwaardige wijze te kunnen uitoefenen, moeten we samen op weg gaan om eenheid en verzoening tussen alle christenen te bereiken. De geloofsbelijdenis van Nicea kan de basis en het referentiepunt voor deze weg zijn. Zij biedt ons een model van ware eenheid in legitieme verscheidenheid. Eenheid in de Drie-eenheid, Drie-eenheid in eenheid, want eenheid zonder verscheidenheid is tirannie, verscheidenheid zonder eenheid is versnippering. De trinitaire dynamiek is geen dualistisch en exclusief "of/of", maar eerder een beslissende band, "zowel/als". De Heilige Geest is de band van eenheid die wij samen met de Vader en de Zoon aanbidden. Wij moeten daarom theologische controverses achter ons laten die hun raison d'être hebben verloren, om een gemeenschappelijk begrip en zelfs meer, een gemeenschappelijk gebed tot de Heilige Geest te ontwikkelen, opdat Hij ons allen kan verenigen in één geloof en één liefde.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDit impliceert geen oecumene die tracht terug te keren naar de toestand van vóór de scheuringen, noch is het een wederzijdse erkenning van de huidige status quo van de diversiteit van kerken en kerkelijke gemeenschappen. Het is veeleer een oecumene die naar de toekomst kijkt, die verzoening zoekt door middel van dialoog terwijl we onze gaven en ons spiritueel erfgoed delen. Het herstel van de eenheid onder christenen maakt ons niet armer, integendeel, het verrijkt ons. Net als in Nicea zal dit doel alleen mogelijk zijn door een geduldig, lang en soms moeilijk traject van wederzijds luisteren en aanvaarden. Het is een theologische uitdaging en, meer nog, een spirituele uitdaging, die van iedereen berouw en bekering vereist. Daarom hebben we de spirituele oecumene van gebed, lofprijzing en aanbidding nodig, zoals verwoord in de geloofsbelijdenis van Nicea en Constantinopel.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaLaten we daarom de Heilige Geest aanroepen om ons bij dit werk te begeleiden en te leiden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHeilige Geest van God, U leidt de gelovigen op het pad van de geschiedenis.
Wij danken U voor het inspireren van de geloofssymbolen en voor het opwekken in ons hart van de vreugde om onze redding te belijden in Jezus Christus, de Zoon van God, van dezelfde substantie als de Vader. Zonder Hem kunnen wij niets doen.
Eeuwige Geest van God, vernieuw het geloof van de Kerk van generatie op generatie. Help ons het te verdiepen en altijd terug te keren naar de essentie om het te verkondigen.
Opdat ons getuigenis in de wereld niet tevergeefs moge zijn, kom, Heilige Geest, met uw vuur van genade, om ons geloof nieuw leven in te blazen, ons met hoop te vervullen, ons met naastenliefde te doen ontvlammen.
Kom, goddelijke Trooster, bron van harmonie, verenig de harten en geesten van de gelovigen. Kom en schenk ons de schoonheid van de gemeenschap.
Kom, Liefde van de Vader en de Zoon, verzamel ons in de ene kudde van Christus.
Toon ons de wegen die we moeten volgen, opdat we met uw wijsheid opnieuw worden wat we in Christus zijn: één, opdat de wereld moge geloven. Amen.
Wij danken U voor het inspireren van de geloofssymbolen en voor het opwekken in ons hart van de vreugde om onze redding te belijden in Jezus Christus, de Zoon van God, van dezelfde substantie als de Vader. Zonder Hem kunnen wij niets doen.
Eeuwige Geest van God, vernieuw het geloof van de Kerk van generatie op generatie. Help ons het te verdiepen en altijd terug te keren naar de essentie om het te verkondigen.
Opdat ons getuigenis in de wereld niet tevergeefs moge zijn, kom, Heilige Geest, met uw vuur van genade, om ons geloof nieuw leven in te blazen, ons met hoop te vervullen, ons met naastenliefde te doen ontvlammen.
Kom, goddelijke Trooster, bron van harmonie, verenig de harten en geesten van de gelovigen. Kom en schenk ons de schoonheid van de gemeenschap.
Kom, Liefde van de Vader en de Zoon, verzamel ons in de ene kudde van Christus.
Toon ons de wegen die we moeten volgen, opdat we met uw wijsheid opnieuw worden wat we in Christus zijn: één, opdat de wereld moge geloven. Amen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVanuit het Vaticaan, 23 november 2025, Hoogfeest van Onze-Lieve-Heer Jezus Christus, Koning van het Universum
LEO PP. XIV
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.be/toondocument/9721-in-unitate-fidei-nl