Toespraak tot de tweede groep van Duitse bisschoppen tijdens hun ad-limina bezoek
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Toespraak tot de tweede groep van Duitse bisschoppen tijdens hun ad-limina bezoek
Sala del Consistoro
Paus Benedictus XVI
18 november 2006
Pauselijke geschriften - Toespraken
18 november 2006
Dr. W.J.G.A. Veth pr.
8 september 2025
9639
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
1
Eminenties!Met bijzondere vreugde heet ik u welkom, dierbare medebroeders uit ons gemeenschappelijke Duitse en Beierse vaderland, hier in het huis van de Paus. Uw bezoek ad limina Apostolorum[d:39] brengt u naar de graven van de apostelen, die echter niet enkel over het verleden spreken, maar ons vooral verwijzen naar de verrezen Heer, die altijd in zijn Kerk aanwezig is en haar steeds “vooruit gaat” (Mc. 16,7)[b:Mc. 16,7]. De graven spreken ons ervan dat de Kerk altijd verbonden blijft met het getuigenis van het begin, maar tegelijk in het sacrament van de apostolische opvolging altijd levend blijft; dat de Heer door de apostolische dienst steeds in het heden tot ons spreekt. Daarmee wordt onze taak als opvolgers van de apostelen geraakt: wij leven in de verbondenheid met Hem die Alfa en Omega is (Apok. 1,8; Apok. 21,6; Apok. 22,13)[b:Apok. 1,8; Apok. 21,6; Apok. 22,13] – met Hem die is, die was en die komt (Apok. 1,4)[b:Apok. 1,4]. Wij verkondigen de Heer in de levende gemeenschap van zijn Lichaam, dat door zijn Geest bezield wordt – in de levende gemeenschap met de opvolger van Petrus en het bisschoppencollege. Het ad-limina-bezoek wil ons in deze gemeenschap versterken; het wil ons helpen, dat wij steeds meer als trouwe en verstandige rentmeesters van de goederen die de Heer ons heeft toevertrouwd, bevonden kunnen worden (Lc. 12,42)[[b:Lc. 12,42]].
Beste broeders in het bisschopsambt!
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Opdat de Kerk trouw blijft aan de Heer en daarmee ook aan zichzelf, moet zij voortdurend vernieuwd worden. Maar hoe gebeurt dat? Om deze vraag te beantwoorden, moeten wij allereerst de wil van de Heer, het Hoofd van de Kerk, onderzoeken en duidelijk inzien dat elke kerkelijke hervorming voortkomt uit de ernstige inspanning tot een diepere kennis van de waarheden van het katholieke geloof en uit het volhardende streven naar morele zuivering en deugd. Dit is een oproep die zich allereerst tot ieder afzonderlijk richt en vervolgens tot het gehele Volk van God.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Het zoeken naar hervorming kan gemakkelijk ontaarden in een louter uiterlijke bedrijvigheid, wanneer degenen die handelen niet een echt geestelijk leven leiden en de drijfveren van hun doen niet voortdurend in het licht van het geloof toetsen. Dit geldt voor alle leden van de Kerk: voor bisschoppen, priesters, diakens, religieuzen en alle gelovigen. De heilige paus Gregorius de Grote houdt in zijn Regula pastoralis[1065] als het ware een spiegel voor aan de bisschop: “Te midden van de uiterlijke bezigheden mag de bisschop het innerlijk leven niet verwaarlozen. (...) Vaak meent hij, vanwege zijn hoge positie, boven allen verheven te zijn. (...) Van buiten ontvangt hij onterecht lof, maar in zijn binnenste gaat de waarheid voor hem verloren” Regula pastoralis 2,1[[1065]]. Het gaat erom – en dit is zeker ook een dagelijkse opdracht voor iedere christen – af te zien van het eigen ik en zichzelf bloot te stellen aan de liefdevolle en vragende blik van Jezus. In het middelpunt van onze dienst staat altijd de ontmoeting met de levende Christus, die aan ons leven de beslissende richting geeft. In Hem ziet ons de liefde van God aan, die zich door onze priesterlijke en bisschoppelijke dienst meedeelt aan de mens in de meest uiteenlopende omstandigheden: aan de gezonde en de zieke, aan de lijdende en de mens die schuldig is geworden. God schenkt ons zijn vergevende, genezende en heiligende liefde. Telkens opnieuw komt Hij ons tegemoet, “door mensen in wie Hij zichtbaar wordt; door zijn Woord, in de sacramenten, vooral in de Eucharistie. In de liturgie van de Kerk, in haar gebed, in de levende gemeenschap van de gelovigen ervaren wij de liefde van God, nemen wij Hem waar en leren wij ook zijn gemeenschap in ons dagelijks leven te herkennen” Deus Caritas Est, 17[[715|17]].
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Natuurlijk moet er in de Kerk ook institutioneel en structureel worden gepland. Kerkelijke instellingen, pastorale plannen en andere juridische structuren zijn tot op zekere hoogte eenvoudigweg noodzakelijk. Maar soms worden ze voorgesteld als het wezenlijke en verduisteren ze daardoor het zicht op wat werkelijk wezenlijk is. Zij doen echter alleen dan recht aan hun eigenlijke betekenis, wanneer zij worden getoetst aan de maatstaf van de geloofswaarheid en daaraan worden aangepast. Uiteindelijk moet en zal het geloof zelf, in heel zijn grootheid, helderheid en schoonheid, het ritme bepalen van de hervorming die wezenlijk is en die wij nodig hebben. Daarbij mag men echter nooit vergeten dat het altijd mensen zijn van wier bekwaamheden en goede wil de verwezenlijking van hervormingsmaatregelen afhangt. Hoe moeilijk dat in een concreet geval ook kan zijn, toch moeten er op dit punt steeds opnieuw duidelijke persoonlijke beslissingen worden genomen.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Dierbare broeders in het bisschopsambt! Ik weet dat velen van u zich terecht zorgen maken over de verdere ontwikkeling die recht doet aan de situatie van de pastorale structuren. Gezien het momenteel afnemende aantal priesters, evenals helaas het aantal (zondagse) kerkgangers, worden in verschillende Duitstalige bisdommen modellen van her- en nieuwe schikking van de zielzorg toegepast, waarbij het beeld van de pastoor – dat wil zeggen van de priester die als man van God en van de Kerk een parochiegemeenschap leidt – dreigt te vervagen. Ik ben er echter van overtuigd, eerbiedwaardige broeders, dat u het opstellen van deze concepten niet overlaat aan kille planners, maar uitsluitend toevertrouwt aan priesters en medewerkers die niet alleen beschikken over de noodzakelijke, door het geloof verlichte inzichten, en over een passende theologische, canonieke, kerkgeschiedkundige en praktische vorming alsook pastorale ervaring, maar die werkelijk het heil van de mens ter harte gaat, die zich dus – zoals wij vroeger zouden zeggen – onderscheiden door ijver voor de zielen, en voor wie in denken en handelen het alomvattende en daarmee het eeuwig heil van de mens de suprema lex is. Bovenal zult u slechts instemmen met die structurele hervormingen die volledig in overeenstemming zijn met de leer van de Kerk over het priesterschap en met de juridische normen, en waarvan de uitvoering de aantrekkingskracht van het priesterlijk ambt niet vermindert.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Wanneer soms wordt gezegd dat de leken zich in de Kerk niet voldoende kunnen inzetten, ligt daaraan vaak een eenzijdige fixatie ten grondslag op deelname aan kerkelijke bestuursorganen, op betaalde functies binnen kerkelijk gefinancierde structuren of op het vervullen van bepaalde liturgische taken. Ook deze terreinen hebben vanzelfsprekend hun betekenis. Maar men mag daarbij niet vergeten dat er een wijd en open veld van het dringend noodzakelijke lekenapostolaat is, met zijn veelsoortige opdrachten: de verkondiging van de Blijde Boodschap aan miljoenen van onze medemensen die Christus en zijn Kerk nog niet kennen; de catechese voor kinderen en volwassenen in onze parochies; de caritatieve diensten; het werk in de media; en het maatschappelijk engagement voor een alomvattende bescherming van het menselijk leven, voor sociale gerechtigheid en in christelijke cultuurinitiatieven. Het ontbreekt waarlijk niet aan taken voor geëngageerde katholieke leken, maar misschien ontbreekt het ons vandaag soms aan missionaire geest, aan creativiteit en aan moed om ook nieuwe wegen in te slaan.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
In de toespraak tot de eerste groep Duitse bisschoppen heb ik reeds kort de veelsoortige liturgische diensten van de leken ter sprake gebracht die vandaag in de Kerk mogelijk zijn: die van buitengewoon bedienaar van de Communie, en die van lector evenals die van voorganger bij woorddiensten. Daar wil ik nu niet opnieuw op ingaan. Belangrijk is dat deze taken niet worden uitgeoefend vanuit een mentaliteit van aanspraak maken, maar uit de geest van dienstbaarheid. De eredienst roept ons allen tot de dienst voor God, voor God en voor de mensen, waarin wij niet onszelf presenteren, maar in nederigheid voor God staan en ons doorlaatbaar willen maken voor zijn licht. In deze toespraak wil ik nog vier andere punten kort aanstippen, die mij ter harte gaan.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Het eerste punt is de verkondiging van het geloof aan de jongeren van onze tijd. De jeugd van vandaag leeft in een geseculariseerde, geheel op het materiële gerichte cultuur. Zij ervaart in het dagelijks leven – in de media, in het beroep, in de vrije tijd – meestal een cultuur waarin God niet voorkomt. En toch wacht zij op God. De Wereldjongerendagen tonen ons hoeveel bereidheid om te wachten op God en op het Evangelie er bij de jongeren van onze tijd aanwezig is. Ons antwoord op deze verwachting moet veelzijdig zijn. De Wereldjongerendagen veronderstellen dat jonge mensen in hun leefomgevingen, vooral in de parochie, de ontmoeting met het geloof kunnen ontvangen. Zo is bijvoorbeeld de taak van de misdienaars belangrijk, die kinderen en jongeren in aanraking brengen met het altaar, met het Woord van God, met het innerlijk leven van de Kerk. Het was mooi bij de misdienaar-bedevaart zoveel jonge mensen uit Duitsland blij in het geloof bijeen te zien. Zet deze inspanning voort en zorgt ervoor dat de misdienaars in de Kerk werkelijk God, zijn Woord, het sacrament van zijn aanwezigheid kunnen ontmoeten en leren van daaruit hun leven te vormen. Een belangrijke weg is ook het werk met de koren, waarin jongeren worden opgevoed tot het schone, tot samenleven, tot vreugde om samen te zijn in de eredienst, en zo ook tot de vorming in het geloof. Na het Concilie heeft de Heilige Geest ons de “Bewegingen” geschonken. Zij kunnen de pastoor of de bisschop soms wat eigenzinnig voorkomen, maar het zijn plaatsen van geloof, waarin jonge en volwassen mensen het levensmodel van het geloof als een kans voor vandaag ervaren. Daarom vraag ik u met veel liefde naar de bewegingen toe te gaan. Hier en daar moeten zij worden gecorrigeerd, in het geheel van de parochie of het bisdom worden ingepast. Maar de eigen aard van hun charisma moeten wij respecteren en blij zijn dat er gemeenschapsvormen van geloof ontstaan waarin het Woord van God leven wordt.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Het tweede thema, dat ik tenminste kort wil aansnijden, is de kerkelijke caritas. In mijn encycliek Deus caritas est heb ik geschreven over de dienst van de liefde als wezenlijke en onmisbare uitdrukking van het geloof in de Kerk en daarbij ook het innerlijke principe van de caritas aangestipt. “De liefde van Christus laat ons geen rust”, zegt de heilige Paulus (2 Kor. 5,14)[b:2 Kor. 5,14]. Diezelfde “dwang” van de liefde (1 Kor. 9,16)[b:1 Kor. 9,16], die de heilige Paulus ertoe bracht de hele wereld rond te trekken om het Evangelie te verkondigen – diezelfde “dwang” van de liefde van Christus heeft de Duitse katholieken ertoe bewogen de hulpwerken op te richten, om de in armoede levende mensen te helpen hun recht op de goederen van de aarde te verkrijgen. Nu is het belangrijk erop te letten dat de caritas in hun programma’s en acties werkelijk beantwoorden aan deze innerlijke impuls van de door het geloof gedreven liefde. Het is belangrijk erop toe te zien dat zij niet in politieke afhankelijkheden terechtkomen, maar uitsluitend hun taak van gerechtigheid en liefde dienen. Daarvoor is ook een nauwe samenwerking nodig met de respectieve bisschoppen en bisschoppenconferenties, die werkelijk de situatie ter plaatse kennen en ervoor kunnen zorgen dat de gave van de gelovigen wordt vrijgehouden van het kluwen van politieke en andere belangen en ten goede van de mensen wordt besteed. De Pauselijke Raad Cor Unum[d:95] beschikt op dit gebied over ruime ervaring en zal ook graag bij al deze vragen met raad en daad terzijde staan.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Vervolgens ligt het onderwerp huwelijk en gezin mij bijzonder na aan het hart. De scheppingsorde van het huwelijk, waarover de Bijbel ons aan het einde van het scheppingsverhaal zo indringend spreekt (Gen. 2,24)[b:Gen. 2,24], raakt vandaag de dag steeds meer vervaagd. Zoals de mens probeert de wereld in haar geheel opnieuw samen te stellen en daarbij steeds duidelijker haar fundamenten in gevaar brengt, zo verliest hij ook steeds meer het zicht op de scheppingsorde van zijn eigen bestaan. Hij denkt zichzelf in een lege vrijheid naar believen te kunnen definiëren. Zo komen de fundamenten aan het wankelen waarop zowel zijn eigen bestaan als dat van de samenleving rust. Voor jonge mensen wordt het steeds moeilijker om tot definitieve bindingen te komen. Zij hebben angst voor het definitieve, dat voor hen niet te realiseren en tegengesteld aan de vrijheid lijkt. Daardoor wordt het ook steeds moeilijker om kinderen te aanvaarden en hun die blijvende ruimte van groeien en rijpen te schenken, die alleen het gezin, gegrondvest op het huwelijk, kan zijn. In deze situatie, die ik hier slechts kort heb aangeduid, is het van groot belang jonge mensen te helpen het definitieve ‘ja’ tot elkaar uit te spreken – een ‘ja’ dat de vrijheid niet beperkt maar haar grootste mogelijkheid vormt. In het geduld van het levenslange samenleven komt de liefde tot haar ware rijpheid. In deze ruimte van levenslange liefde leren ook de kinderen leven en liefhebben. Daarom mag ik u vragen er alles aan te doen, opdat huwelijk en gezin gevormd, bevorderd en bemoedigd worden.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Tot slot nog een heel kort woord over oecumene. Al die lovenswaardige initiatieven op weg naar de volle eenheid van alle christenen vinden in het gezamenlijke gebed en in de overweging van de Heilige Schrift de vruchtbare grond waarop de gemeenschap kan groeien en rijpen. In Duitsland moeten onze inspanningen zich vooral richten op de christenen van luthers en gereformeerd belijdenis. Tegelijkertijd houden we daarbij ook de broeders en zusters in de orthodoxe kerken in het oog, ook al zijn zij relatief minder talrijk aanwezig. De wereld mag van alle christenen een verenigd getuigenis van Jezus Christus, de Verlosser van de mensheid, verwachten. Oecumenische inzet mag zich daarom niet beperken tot gezamenlijke documenten. Zij wordt zichtbaar en effectief daar waar christenen van verschillende kerken en kerkelijke gemeenschappen zich, te midden van een sociale omgeving die steeds meer religieus vervreemd raakt, gezamenlijk en overtuigend verbinden aan de waarden die door het christelijk geloof worden doorgegeven, en deze krachtig tot uitdrukking brengen in politiek en maatschappelijk handelen.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Beste broeders in het bisschopsambt! Aangezien ik zelf uit uw mij zo dierbare land kom, voel ik mij bijzonder betrokken bij zowel de prestaties als de uitdagingen van de Kerk in Duitsland. Al het goede van de Kerk in ons vaderland ken ik niet alleen uit eigen waarneming en ervaring, maar ook omdat mij steeds weer bisschoppen, priesters en andere bezoekers uit Europa en vele delen van de wereld spreken over de actieve weldaden dat zij hebben ervaren door kerkelijke instellingen en personen. De Kerk in Duitsland beschikt werkelijk over rijke geestelijke en intellectuele middelen. Vooral ook de vaak te weinig erkende trouwe dienst van zoveel priesters, diakens, religieuzen en voltijds kerkelijk medewerkers in niet altijd eenvoudige pastorale omstandigheden verdient respect en waardering. Evenzo ben ik oprecht dankbaar dat nog steeds talloze gelovigen bereid zijn zich in parochies en bisdommen, verenigingen en bewegingen in te zetten en als gelovige katholieken ook verantwoordelijkheid in de samenleving op zich te nemen. Voor deze achtergrond deel ik met u de vaste hoop dat de Kerk in Duitsland nog meer missionair wordt en wegen vindt om de komende generaties het geloof door te geven.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Ik weet heel goed, beste broeders in het bisschopsambt, van uw toegewijde werk en van dat van zoveel priesters, diakens, religieuzen en leken in uw bisdommen. Daarom wil ik u vandaag opnieuw mijn genegenheid betuigen en u aanmoedigen uw herdersdienst eensgezind en vol vertrouwen te vervullen. Ik ben ervan overtuigd dat de Heer uw trouw en uw ijver zal begeleiden en belonen met Zijn zegen. De Allerheiligste Maagd en Moeder Gods Maria, de Moeder van de Kerk en Hulp van de Christenen, kan u, het kloosterleven en priesterschap en de gelovigen in ons vaderland kracht, vreugde en volharding schenken, zodat u de noodzakelijke taak van een echte vernieuwing van het geloofsleven moedig en in vast vertrouwen op de bijstand van de Heilige Geest kunt aangaan. Op haar moederlijke voorspraak en op de voorspraak van alle heilige mannen en vrouwen die in ons land vereerd worden, geef ik u, evenals alle gelovigen in Duitsland, van harte de Apostolische zegen.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.be/toondocument/9639-toespraak-tweede-groep-van-duitse-bisschoppen-tijdens-ad-limina-nl