Il Divisamento
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Il Divisamento
Over wettelijk huwelijk in Italië
Paus Leo XIII
8 februari 1893
Pauselijke geschriften - Brieven
1948, Ecclesia Docens nr. 0162, uitg. Gooi & Sticht, Hilversum
Vert. uit het Italiaans
De oorsponkelijke spelling van de vertaling is gehandhaafd
Bron: Desclée: Sanctissimi Domini Nostri Léonis Papae XIII allocutiones vol. V, p. 165 seqq
Alienaverdeling en -nummering en tussentitels: redactie Ecclesia Docens
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
De oorsponkelijke spelling van de vertaling is gehandhaafd
Bron: Desclée: Sanctissimi Domini Nostri Léonis Papae XIII allocutiones vol. V, p. 165 seqq
Alienaverdeling en -nummering en tussentitels: redactie Ecclesia Docens
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
1948
F.A.J. van Nimwegen C.ss.R.
19 mei 2025
9497
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
1
1 - Het nieuwe wetsontwerp aangaande het burgerlijk huwelijk. Leo XIII heeft omtrent het huwelijk reeds veel lessen gegeven maar voor de vijanden der Kerk tevergeefs
Het plan' van een nieuwe wet, die de verplichting oplegt, de burgerlijke formaliteit aan de sluiting van het christelijk huwelijk te laten voorafgaan, heeft terecht uw herderlijke waakzaamheid gaande gemaakt, en met prijzenswaardig inzicht hebt gij, alvorens eventueel eenige bepaling te moeten maken, u tot dezen Apostolischen Stoel gewend, waarmee "om zijn bijzonderen voorrang iedere kerk moet overeenstemmen." III, cap. 3, n. 8.: PG 7, 849[[848]]
Het plan' van een nieuwe wet, die de verplichting oplegt, de burgerlijke formaliteit aan de sluiting van het christelijk huwelijk te laten voorafgaan, heeft terecht uw herderlijke waakzaamheid gaande gemaakt, en met prijzenswaardig inzicht hebt gij, alvorens eventueel eenige bepaling te moeten maken, u tot dezen Apostolischen Stoel gewend, waarmee "om zijn bijzonderen voorrang iedere kerk moet overeenstemmen." III, cap. 3, n. 8.: PG 7, 849[[848]]
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Wat ons betreft, krachtens de verplichting van ons opperste ambt altijd bedacht op het ongeschonden behoud der christelijke kudde, hebben wij, te midden onzer zware en onafgebroken zorgen, niet opgehouden. herhaaldelijk en met kracht te wijzen op de noodzakelijkheid om het christelijk huwelijk het gewijd karakter te doen bewaren, dat de goddelijke Insteller er ingedrukt heeft. Dit deden wij des te meer, omdat daarvan ook de heiligheid der gezinnen, de rust der gewetens, de goede opvoeding der kinderen en het welzijn der burgerlijke gemeenschap afhangen. Speciaal in onze encycliek Arcanum Divinae Sapientiae[820] hebben wij met de meest mogelijke zorg en volledigheid de katholieke leer omtrent dit punt opzettelijk uiteengezet. Wij hebben daarbij tegelijk ons best gedaan in herinnering te brengen zoowel het vele, dat de Kerk met verloop van tijd gedaan heeft om het christelijk ideaal der echtvereeniging te verwezenlijken en te handhaven, alsook de rechten, die met betrekking tot het huwelijk wettig aan het burgerlijk gezag mogen worden toegekend.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Als allen, die ons woord vernomen hebben, menschen van goeden wil waren geweest, of althans menschen die te goeder trouw dwaalden, dan hadden wij terecht mogen hopen, dat de waarheid, eenmaal gekend, door haar licht de geesten zou gebracht hebben zoo al niet tot onmiddellijk herstel van al de vergrijpen, die door onrechtvaardige inmenging in het huwelijk harer kinderen reeds tegen de Kerk gepleegd waren, dan toch ten minste tot het opgeven van ernstiger aanslagen. Maar zóó hardnekkig is bij sommigen de booze wil tot bestrijding van al wat christelijk is en tot voortzetting van het eenmaal begonnen treurige werk der verleeking van de maatschappij - d.w.z. van het streven om haar onafhankelijk te maken van Jesus Christus en haar te berooven van de onberekenbare zegeningen der verlossing - dat zij, wel verre van de reeds aangerichte schade door het wetsvoorstel erger dreigen te maken.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
2 - Korte samenvatting der katholieke leer; het huwelijk van christenen valt onder de rechtsmacht der Kerk; scheiding tusschen contract en sacrament is onmogelijk; de conclusie hieruit
Het is hier niet noodig de reeds gegeven lessen in bijzonderheden te herhalen, want gij en uw geloovigen hebt ze onder het {{..}}. Maar het zal niet onnuttig zijn nog eens te verklaren, dat het burgerlijk gezag wel beschikkingen kan treffen over de burgerlijke gevolgen van het huwelijk, maar al wat het huwelijk in zich betreft aan de Kerk moet overlaten; dat het het feit van het ware en wettige huwelijk, zooals het door Jesus Christus is ingesteld en door de Kerk gepraktiseerd is, heeft te aanvaarden, en daarvan moet uitgaan om de effecten, die er in de burgerlijke gemeenschap uit volgen, er aan toe te kennen of te ontzeggen.
Het is hier niet noodig de reeds gegeven lessen in bijzonderheden te herhalen, want gij en uw geloovigen hebt ze onder het {{..}}. Maar het zal niet onnuttig zijn nog eens te verklaren, dat het burgerlijk gezag wel beschikkingen kan treffen over de burgerlijke gevolgen van het huwelijk, maar al wat het huwelijk in zich betreft aan de Kerk moet overlaten; dat het het feit van het ware en wettige huwelijk, zooals het door Jesus Christus is ingesteld en door de Kerk gepraktiseerd is, heeft te aanvaarden, en daarvan moet uitgaan om de effecten, die er in de burgerlijke gemeenschap uit volgen, er aan toe te kennen of te ontzeggen.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Immers, het is een dogma van het geloof, dat het huwelijk van christenen door onzen Heer Jesus Christus tot de waardigheid van sacrament verheven is, en die waardigheid kan volgens de katholieke leer met gehouden worden voor een bijkomstige eigenschap, die aan het huwelijks-contract is toegevoegd, maar raakt het innerlijke wezen van het huwelijk, omdat juist het contract zelf krachtens goddelijke instelling sacrament geworden is. Nutteloos zou dus zijn een onderscheid tusschen contract en huwelijk, om er dan uit te willen afleiden, dat er onder christenen een geldig huwelijkscontract kan bestaan zonder dat dit een sacrament is. Hieruit volgt, dat, wijl de toediening der saeramenten uitsluitend aan de Kerk behoort, iedere inmenging van het politiek gezag in het huwelijkscontract, en niet louter en alleen in zijn gevolgen, een wederrechtelijke en heiligschennende inmenging is.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
3 - Het bedoelde wetsvoorstel raakt het huwelijk zelf en is dus een aanslag op de goddelijke rechten der Kerk
Welnu, een wet, die het voldoen aan de burgerlijke formaliteit zou voorschrijven vóór het ware huwelijk, dat ten overstaan der Kerk gesloten wordt, zou in werkelijkheid het huwelijkscontract zelf tot voorwerp hebben, en niet alleen zijn burgerlijke gevolgen. Bijgevolg: de staat zou door die wet overgaan tot het treffen van beschikkingen over de toediening van een sacrament.
Welnu, een wet, die het voldoen aan de burgerlijke formaliteit zou voorschrijven vóór het ware huwelijk, dat ten overstaan der Kerk gesloten wordt, zou in werkelijkheid het huwelijkscontract zelf tot voorwerp hebben, en niet alleen zijn burgerlijke gevolgen. Bijgevolg: de staat zou door die wet overgaan tot het treffen van beschikkingen over de toediening van een sacrament.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Geen enkele macht dan die, waaraan die toediening behoort; kan of mag oordeelen over de voorwaarden, die voor de sluiting van het huwelijk vereischt worden, over de geschiktheid en de bevoegdheid der contracteerende partijen, en over de andere omstandigheden, waarvan afhangt of de huwelijkssluiting geoorloofd en geldig is.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Ook gaat de bewering niet op, dat het burgerlijk gezag met de wet omtrent het voorafgaan der burgerlijke ceremonie het door de Kerk bediende sacrament niet raakt; dat het dat sacrament noch erkent noch ontkent, en het aan de contracteerende partijen, overlaat om na de burgerlijke ceremonie ook het godsdienstig huwelijk te sluiten. In werkelijkheid zou die wet het godsdienstige, dat is het waarachtige. huwelijk straffen, door het impliciet voor ongeoorloofd te verklaren ingeval de burgerlijke ceremonie niet zou zijn voorafgegaan; want men zal toch niet beweren een geoorloofde daad te straffen! Door de straffen, waarmee de bedoelde wet bedreigt, en die zij, eenmaal aangenomen, in geval van overtreding ook zou toepassen, zou zij er weliswaar niet in slagen een volgens de wetten der Kerk gesloten huwelijkscontract nietig te maken; immers, het gaat hier over natuurrecht en goddelijk recht, waartegen geen macht ter wereld iets vermag. Maar toch zou die wet alle middelen in het werk stellen om het voor nietig te doen doorgaan, om de verplichtingen er van te verhinderen en de effecten, die er wettig uit volgen, te verijdelen.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
En als dit uit zich niet voldoende duidelijk zou zijn, dan zou het ten volle evident worden, als men slechts een oogenblik zijn aandacht zou schenken aan een nog versche onrechtvaardige en heiligschennende maatregel, die men reeds getroffen heeft met betrekking tot de huwelijken van militairen. Aan dezen heeft men nl, na de wettig gesloten huwelijksvereeniging de scheiding van hun echtgenoten opgelegd; zoo zou hun ook vóór het aangaan van een huwelijk het verlof daartoe geweigerd worden.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Aldus zou men in een tijd, waarin men zooveel ophef maakt van burgerlijken vooruitgang, weer terugkeeren tot een oude tyrannieke barbaarschheid, die het waagde de menschen te berooven van een recht, dat hun van nature toekomt, een tyrannie, voor welker verdwijnen de Kerk zooveel moeite gedaan heeft. Het eenige verschil zou hierin bestaan: tóén verbood men aan de slaven een wettig huwelijk aan te gaan; nu zou men het verbieden aan de militairen en aan andere klassen van personen en hen aldus van hun vrijheid berooven en tot slaven maken.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
4 - Nog een andere aanslag op de rechten der Kerk: de staat mengt zich in haar recht tot handhaving der zedenwet
Maar dit is niet het eenige, onrecht, dat de Kerk door de voorgestelde wet wordt aangedaan. Daar is nog een ander, eveneens zeer zwaar. Iedereen weet, dat onze goddelijke Verlosser aan 'Lijn Kerk het oordeel en het bestuur heeft toevertrouwd niet alleen over alles wat het geloof aangaat, maar ook over alles wat de moraal betreft. De Kerk is door Hem ingesteld om voor allen een zekere en onfeilbare gids te zijn op den weg naar de eeuwige zaligheld. Nu is het om zalig te worden niet genoeg het ware geloof te bezitten; men moet ook overeenkomstig het geloof leven. Bijgevolg komt aan de Kerk het oordeel over de zedenwet en over de zeden even goed toe als het oordeel over den geloofsschat. Welnu, het toezien, of het in gegeven gevallen betaamt zich door huwelijksbanden te binden dan wel er zich van te onthouden, is juist een vraag van, moraal en zeden. De maagdelijke staat is op zich volmaakter dan de huwelijksstaat, en degenen die op ingeving der genade den maagdelijken staat omhelzen, verdienen hoogen lof. Maar die gave van. volkomen onthouding is niet aan allen gegeven, en dan is het volgens den apostel beter te huwen dan te branden. (1 Kor. 7, 9)[[b:1 Kor. 7, 9]] Zoo kan het ook ten gevolge van de boosheid of de zwakheid der bedorven natuur gebeuren, dat tusschen twee personen zondige praktijken reeds te zeer tot een verouderde gewoonte zijn geworden, zoodat zonder zwaar onrecht of nadeel voor een der twee partijen of zonder gevaar voor de eeuwige zaligheid van beide het huwelijk niet zou kunnen nagelaten worden. Daarbij zal het, ter vermijding van het uit de huwelijkssluiting volgende verlies van goeden naam en ter vermijding van on- enigheden in families somtijds noodig zijn alles in orde te brengen met de grootste omzichtigheid en geheimhouding, en op zijn hoogst de openbaarmaking van het gesloten huwelijk uit te stellen tot een beteren tijd waarop ze mogelijk wordt.
Maar dit is niet het eenige, onrecht, dat de Kerk door de voorgestelde wet wordt aangedaan. Daar is nog een ander, eveneens zeer zwaar. Iedereen weet, dat onze goddelijke Verlosser aan 'Lijn Kerk het oordeel en het bestuur heeft toevertrouwd niet alleen over alles wat het geloof aangaat, maar ook over alles wat de moraal betreft. De Kerk is door Hem ingesteld om voor allen een zekere en onfeilbare gids te zijn op den weg naar de eeuwige zaligheld. Nu is het om zalig te worden niet genoeg het ware geloof te bezitten; men moet ook overeenkomstig het geloof leven. Bijgevolg komt aan de Kerk het oordeel over de zedenwet en over de zeden even goed toe als het oordeel over den geloofsschat. Welnu, het toezien, of het in gegeven gevallen betaamt zich door huwelijksbanden te binden dan wel er zich van te onthouden, is juist een vraag van, moraal en zeden. De maagdelijke staat is op zich volmaakter dan de huwelijksstaat, en degenen die op ingeving der genade den maagdelijken staat omhelzen, verdienen hoogen lof. Maar die gave van. volkomen onthouding is niet aan allen gegeven, en dan is het volgens den apostel beter te huwen dan te branden. (1 Kor. 7, 9)[[b:1 Kor. 7, 9]] Zoo kan het ook ten gevolge van de boosheid of de zwakheid der bedorven natuur gebeuren, dat tusschen twee personen zondige praktijken reeds te zeer tot een verouderde gewoonte zijn geworden, zoodat zonder zwaar onrecht of nadeel voor een der twee partijen of zonder gevaar voor de eeuwige zaligheid van beide het huwelijk niet zou kunnen nagelaten worden. Daarbij zal het, ter vermijding van het uit de huwelijkssluiting volgende verlies van goeden naam en ter vermijding van on- enigheden in families somtijds noodig zijn alles in orde te brengen met de grootste omzichtigheid en geheimhouding, en op zijn hoogst de openbaarmaking van het gesloten huwelijk uit te stellen tot een beteren tijd waarop ze mogelijk wordt.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
5 - Daarbij bekommert de staat zich niet om de goddelijke zedenwet en de zaligheid der zielen
Deze en dergelijke volkomen rechtmatige beschouwingen ontgaan een staat, die met zijn aanmatiging om alle rechten van gezinnen en individuen aan zich te trekken niet aarzelt op alles de hand te leggen, onder voorwendsel voor zichzelf te zorgen. Maar in werkelijkheid, zoo zou hij op onberaden wijze voor zichzelf zorgen! Een staat, die zich van iedere goddelijke en christelijke wet wil ontslaan, trekt er zich niets van aan of de zonden zich vermenigvuldigen, hetzij door het aanknoopen van onwettige samenlevingen, hetzij door het voortleven daarin. En toch, de rede, het geloof en de geschiedenis bewijzen evident, dat het zedenbederf een staat van zijn kracht berooft, hem bederft en ten gronde richt.
Deze en dergelijke volkomen rechtmatige beschouwingen ontgaan een staat, die met zijn aanmatiging om alle rechten van gezinnen en individuen aan zich te trekken niet aarzelt op alles de hand te leggen, onder voorwendsel voor zichzelf te zorgen. Maar in werkelijkheid, zoo zou hij op onberaden wijze voor zichzelf zorgen! Een staat, die zich van iedere goddelijke en christelijke wet wil ontslaan, trekt er zich niets van aan of de zonden zich vermenigvuldigen, hetzij door het aanknoopen van onwettige samenlevingen, hetzij door het voortleven daarin. En toch, de rede, het geloof en de geschiedenis bewijzen evident, dat het zedenbederf een staat van zijn kracht berooft, hem bederft en ten gronde richt.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Zoo groot is de verblinding en de haat dier nieuwe wetgevers, dat zij, zelfs op het oogenblik van den dood, als een ziel op het punt staat te moeten verschijnen voor het schrikkelijk oordeel Gods, de handen van Gods bedienaar gebonden zouden willen zien, door niet toe te staan, dat 'hij zijn bediening van verzoening, van vrede en van zaligheid uitoefent dan alleen onder harde voorwaarden, die dikwijls, als men ze letterlijk moest nakomen, zulk een ziel aan den eeuwigen ondergang zouden prijsgeven.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
6 - De Kerk zal nooit aan haar zending verzaken; de staat heeft van de vrijheid der Kerk niets te vreezen
Wat een aardsch gezag ook moge bepalen, de Kerk zal nooit te kort komen aan haar goddelijke zending en zal er zich nooit bij kunnen neerleggen, dat zielen, die door het Bloed van Jesus Christus verlost zijn en waarvoor zij eens strenge rekenschap zal moeten afleggen, verloren gaan. Trouwens, om de waarheid te zeggen, de staat heeft absoluut niets te vreezen, als hij haar haar gang laat gaan met de vrijheid, die het eigen recht van haar heilszending is. Als de Kerk, met grooten tegenzin, somtijds het sluiten van een geheim huwelijk, een zg. gewetenshuwelijk toestaat, dan geschiedt dit alleen in gevallen van de uiterste dringende noodzakelijkheid, als de hoogste wet, het zielenheil, dat vordert. Maar de Kerk zelf heeft de voorwaarden daarvoor vastgesteld, opdat zulke gevallen een groote zeldzaamheid zouden blijven. Zij heeft de middelen voorgeschreven om te maken dat noch de contracteerende partijen noch de kinderen er nadeelige gevolgen van zouden ondervinden, en zij heeft alles tot in de kleinste bijzonderheden geregeld om andere ongelegenheden te voorkomen. Overigens, zoowel in haar wetgeving als in haar praktijk betreurt zij het, dat zulke gevallen voorkomen en zij wendt alle voorzorgen aan om te bereiken, dat het huwelijk in het openbaar en in den vereischten vorm gesloten wordt.
Wat een aardsch gezag ook moge bepalen, de Kerk zal nooit te kort komen aan haar goddelijke zending en zal er zich nooit bij kunnen neerleggen, dat zielen, die door het Bloed van Jesus Christus verlost zijn en waarvoor zij eens strenge rekenschap zal moeten afleggen, verloren gaan. Trouwens, om de waarheid te zeggen, de staat heeft absoluut niets te vreezen, als hij haar haar gang laat gaan met de vrijheid, die het eigen recht van haar heilszending is. Als de Kerk, met grooten tegenzin, somtijds het sluiten van een geheim huwelijk, een zg. gewetenshuwelijk toestaat, dan geschiedt dit alleen in gevallen van de uiterste dringende noodzakelijkheid, als de hoogste wet, het zielenheil, dat vordert. Maar de Kerk zelf heeft de voorwaarden daarvoor vastgesteld, opdat zulke gevallen een groote zeldzaamheid zouden blijven. Zij heeft de middelen voorgeschreven om te maken dat noch de contracteerende partijen noch de kinderen er nadeelige gevolgen van zouden ondervinden, en zij heeft alles tot in de kleinste bijzonderheden geregeld om andere ongelegenheden te voorkomen. Overigens, zoowel in haar wetgeving als in haar praktijk betreurt zij het, dat zulke gevallen voorkomen en zij wendt alle voorzorgen aan om te bereiken, dat het huwelijk in het openbaar en in den vereischten vorm gesloten wordt.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Een voldoende bewijs hiervoor is alleen reeds de constitutie Satis vobis van onzen doorluchtigen voorganger Benedictus XIV. Na de wijze maatregelen, uiteengezet te hebben, die door de kerkvergaderingen en de pausen in het belang der publieke, officieele huwelijkssluiting genomen zijn, en de kwade geyolgen van de verwaarloozing daarvan te hebben opgesomd, aanvaardt hij wel een of andere zeer zeldzame noodzakelijke uitzondering, maar richt hij aan het adres der bisschoppen de volgende aansporing: "Even groote, ja, misschien nog grootere waakzaamheid moet gij aanwenden om te voorkomen dat met nalating der huwelijksafkondigingen het huwelijk slechts voor den pastoor of voor een ander, die door den pastoor of door uzelf gedelegeerd is, in tegenwoordigheid van twee of drie vertrouwde getuigen gesloten wordt, opdat er geen bekendheid of geen gerucht omtrent de sluiting van het huwelijk ontsta. Immers, om dit volgens het voorschrift der heilige canones geoorloofd te maken, is voor u niet iedere voor de hand liggende en gewone reden voldoende, maar wordt een ernstige, dringende en zeer dringende reden gevorderd.... Uw taak van herders bestaat in nauwkeurig na te gaan, of er een wettige en dringende reden tot dispenseeren is, om te voorkomen, dat in het geheim gesloten huwelijken de betreurenswaardige gevolgen hebben, die wij met innige droefheid hebben opgesomd."
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
7 - De staat heeft geen enkele aannemelijke reden voor zijn inmenging; de ware strekking dier wet
Bij dezen stand van zaken kan men zich met recht afvragen, welke reden de staat kan hebben om de voltrekking der burgerlijke ceremonie vóór het kerkelijk huwelijk voor te schrijven. Immers, het voor de Kerk gesloten huwelijk moet in den regel publiek zijn en kan zich dus niet onttrekken aan de oogen van den staat, en deze heeft door de bestaande wetten reeds gezorgd, en zelfs meer dan noodig, voor de burgerlijke gevolgen, die uitsluitend onder zijn competentie vallen. Waarom zou hij dus, niet tevreden met het zg. burgerlijk huwelijk, nu ook nog het voorafgaan daarvan willen opleggen? Is dat misschien ter verhindering van de zeer zeldzame gewetenshuwelijken, die de Kerk niet toestaat dan alleen gedwongen door de meest dringende redenen? Maar de wet, die krachtens haar natuur alleen het algemeen welzijn op het oog moet hebben, zou toch kwalijk kunnen voorzien in zulke uitzonderlijke en zeer zeldzame gevallen, die niet. de minste aanleiding geven tot verstoring van den openbaren vrede en rust, waarin het eigen doel van het politiek gezag gelegen is. Verder, de wet is een verordening volgens de rede. Daarom moest zij nooit zoover gaan te verhinderen, dat men in die uiterst zeldzame gevallen alles doet wat de ware moraal en het heil der zielen vereischen.
Bij dezen stand van zaken kan men zich met recht afvragen, welke reden de staat kan hebben om de voltrekking der burgerlijke ceremonie vóór het kerkelijk huwelijk voor te schrijven. Immers, het voor de Kerk gesloten huwelijk moet in den regel publiek zijn en kan zich dus niet onttrekken aan de oogen van den staat, en deze heeft door de bestaande wetten reeds gezorgd, en zelfs meer dan noodig, voor de burgerlijke gevolgen, die uitsluitend onder zijn competentie vallen. Waarom zou hij dus, niet tevreden met het zg. burgerlijk huwelijk, nu ook nog het voorafgaan daarvan willen opleggen? Is dat misschien ter verhindering van de zeer zeldzame gewetenshuwelijken, die de Kerk niet toestaat dan alleen gedwongen door de meest dringende redenen? Maar de wet, die krachtens haar natuur alleen het algemeen welzijn op het oog moet hebben, zou toch kwalijk kunnen voorzien in zulke uitzonderlijke en zeer zeldzame gevallen, die niet. de minste aanleiding geven tot verstoring van den openbaren vrede en rust, waarin het eigen doel van het politiek gezag gelegen is. Verder, de wet is een verordening volgens de rede. Daarom moest zij nooit zoover gaan te verhinderen, dat men in die uiterst zeldzame gevallen alles doet wat de ware moraal en het heil der zielen vereischen.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Als de eigenlijke aard der wet, waarmede wij bedreigd worden, al niet vanzelf bewees wat haar uiteindelijke strekking is, dan zou het voldoende zijn ,er op te wijzen, door wie zij is ingegeven en bevorderd. Immers, het is geen geheim maar een publiek feit, dat de vrijmetselarij reeds sedert lang gezonnen heeft op dezen nieuwen smaad voor de Kerk en nu, om het begonnen werk te voltooien, haar volgelingen oplegt de Kerk dien smaad aan te doen. De bedoelingen van die rampzalige sekte zijn altijd en overal dezelfde, d.w.z. rechtstreeks gekant tegen God en de Kerk. Het maakt haar weinig of niets uit, wij zeggen niet: dat de zielen verloren gaan, maar dat de maatschappij al meer en meer zich in den afgrond der decadentie stort, en dat de zoo hoog geroemde vrijheid zelf onderdrukt wordt, als de Kerk maar tegelijkertijd geketend en onderdrukt wordt, en als het christelijk bewustzijn onder de massa's maar stap voor stap verzwakt en verstikt wordt.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
8 - De staat pleegt met deze wet een aanslag op de ware vrijheid dergenen die willen huwen
Waarlijk, het woord vrijheid blijft voortaan slechts een bittere ironie in den mond dergenen, die zich aanmatigen naar willekeur een recht te regelen, dat ieder mensch van nature bezit en welks uitoefening het tot stand komen van dé burgerlijke maatschappij voorafgaat. Deze heeft nu eenmaal als onmiddellijk samenstellende elementen de gezinnen, en deze worden door den huwelijksband gevormd en tot stand gebracht.
Waarlijk, het woord vrijheid blijft voortaan slechts een bittere ironie in den mond dergenen, die zich aanmatigen naar willekeur een recht te regelen, dat ieder mensch van nature bezit en welks uitoefening het tot stand komen van dé burgerlijke maatschappij voorafgaat. Deze heeft nu eenmaal als onmiddellijk samenstellende elementen de gezinnen, en deze worden door den huwelijksband gevormd en tot stand gebracht.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Maar het geweld dat men de gewetens aandoet is klaarblijkelijk nog veel erger, als men zulk een wet wil opleggen aan een katholieke natie, die, trouw aan de tradities van het voorgeslacht, door een bijzonder voorrecht dichter bij het middelpunt der eenheid staat; die levendiger beseft, hoe door die wet haar heiligste overtuigingen en haar geloof worden aangerand.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Het dient tot niets, te herhalen, dat de staat daarna toch de vrijheid laat om het huwelijk ook voor de Kerk te sluiten. Want daarmee zou men evenzeer de vrijheid laten om zich niet voor de Kerk te presenteeren. Zoo zou men langs den weg der feiten de valsche meening ingang doen vinden, dat men alleen reeds door de burgerlijke ceremonie een wettig huwelijk heeft, terwijl er in werkelijkheid niets anders bestaat dan een verfoeilijk concubinaat. Nog meer, als de Kerk vervolgens om rechtvaardige redenen degenen, die reeds burgerlijk verbonden zijn, niet in het huwelijk zou kunnen verbinden, dan zou= den deze menschen gedwongen zijn tot een celibaat, waartoe zij noch den wil noch de roeping hebben, of anders hun leven moeten doorbrengen in een ongeoorloofde en ergerlijke verbintenis.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
9 - Zij is ook een aanslag op de vrijheid van getuigen en priesters; de uitzonderlijk zware straffen
Maar daar is nog meer. Men doet niet alleen de vrijheid der contracteerende partijen geweld aan, maar ook de vrijheid der getuigen. En dat geweld is des te hatelijker, omdat men op die wijze vertrouwden én vrienden, zooals zij in gevallen van noodzakelijkheid gekozen worden, zou willen maken tot laaghartige aanbrengers en zou willen brengen tot verraad aan hun vriendschap.
Maar daar is nog meer. Men doet niet alleen de vrijheid der contracteerende partijen geweld aan, maar ook de vrijheid der getuigen. En dat geweld is des te hatelijker, omdat men op die wijze vertrouwden én vrienden, zooals zij in gevallen van noodzakelijkheid gekozen worden, zou willen maken tot laaghartige aanbrengers en zou willen brengen tot verraad aan hun vriendschap.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Ten slotte, men zou de grootst denkbare tyrannie uitoefenen tegen de bedienaars van het heiligdom, die vervolgd en gestraft zouden worden om geen ander motief dan omdat zij hun medewerking verleend hebben tot een daad, die volstrekt tot de competentie van het kerkelijk gezag behoort, en dat om een hoogheilige reden van moraliteit en van het eeuwig heil der zielen, m.a.w. omdat zij volgens geweten en plicht gehandeld hebben.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
En alsof de aanslag tegen de algemeene vrijheid, die uit bepaalde voorschriften der wet volgt, nog niet genoeg was, wil men hem nog verzwaren door de ongehoorde zwaarte der straffen waarmee gedreigd wordt, een strengheid, die een bewijs is van partijdigheid en vijandschap, waar zij wordt toegepast door een staat, die voor de rest van zijn wetgeving er groot op gaat het stempel van de moderne zachtheid van zeden te vertoonen. Terwijl de staat de straf voor de zwaarste misdaden afschaft of verzacht, overweegt hij intusschen scherpere. maatregelen alleen ter verdrukking van geloovigen en priesters, die door de stem van hun eigen geweten te volgen aan Jesus Christus en aan Zijn Kerk gehoorzamen.
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Wat de pastoors betreft, moet ieder de voorgewende onwetendheid of de tegenspraak der wetgevers wel zien. Immers, deze stellen zich aan of zij medelijden hebben met hun armoede en stellen maatregelen in het vooruitzicht om hun toestand te verbeteren; en dan daarna beraadslagen zij er over hen te onderwerpen aan buitensporige boeten, die zij nooit zullen kunnen betalen.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
10 - Het eindoordeel van den paus over het wetsvoorstel
Ziehier dus in het kort het oordeel, dat men moet vellen over het wetsontwerp, waarover wij het hebben. Het usurpeert de rechten der Kerk, legt haar heilzame werkzaamheid aan banden en wringt haar-ketenen altijd straffer aan tot groot nadeel voor Bezielen. Het schendt de rechtvaardige vrijheid van burgers en geloovigen, bevordert en sanctionneert onwettige samenlevingen en baant den weg tot: nieuwe ergernissen en zedelijke wanordelijkheden.. Het verstoort de rust der gewetens, verscherpt het: conflict tusschen Kerk en staat, een conflict, dat. onder alle opzichten in strijd is met de orde door den Schepper vastgesteld, een conflict, terecht. gelaakt en betreurd door alle eerlijke geesten, en Waarvan de Kerk zeker nooit de ware oorzaak is geweest.
Ziehier dus in het kort het oordeel, dat men moet vellen over het wetsontwerp, waarover wij het hebben. Het usurpeert de rechten der Kerk, legt haar heilzame werkzaamheid aan banden en wringt haar-ketenen altijd straffer aan tot groot nadeel voor Bezielen. Het schendt de rechtvaardige vrijheid van burgers en geloovigen, bevordert en sanctionneert onwettige samenlevingen en baant den weg tot: nieuwe ergernissen en zedelijke wanordelijkheden.. Het verstoort de rust der gewetens, verscherpt het: conflict tusschen Kerk en staat, een conflict, dat. onder alle opzichten in strijd is met de orde door den Schepper vastgesteld, een conflict, terecht. gelaakt en betreurd door alle eerlijke geesten, en Waarvan de Kerk zeker nooit de ware oorzaak is geweest.
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
11 - Aansporing tot de bisschoppen
Gij dus, eerbiedwaardige broeders, die het gevaar reeds bemerkt hebt, vereenigt, nu gij door ons woord nog versterkt zijt, uw stem met de onze, om de, kudde, die aan uw herderlijke zorgen is toevertrouwd, te onderrichten over het karakter van de wet die men van plan is uit te vaardigen, over het ware. doel waar de voorstanders dier wet naar streven, over de ernstige nadeelen, die zij zou meebrengen. als zij bekrachtigd werd, opdat de geloovigen zich niet laten misleiden door het valsche licht, waarin men ze hun op huichelachtige wijze voorstelt, en zich niet laten bedriegen door de valsche sofismen, waarmede men haar tracht te verdedigen. Spreekt hun moed in, opdat zij met alle middelen, die hun nog zijn toegestaan, luide de protesten doen hooren, die hun zijn voorgeschreven door hun plicht om de rust en de eer van hun gezinnen te bevorderen; door alles wat edel en eerbaar is in hun natuur, en door alles wat er aan waarheid en kracht is in hun voorvaderlijk geloof. Zij moeten laten zien, dat, als zij bereid zijn om aan den keizer te geven wat den keizer toekomt, zij toch nooit zullen dulden, dat men aan God ontneemt wat God toekomt, en dat, als zij zich als goede burgers van hun aardsch vaderland willen gedragen, zij nog veel meer verlangen naar het hemelsch vaderland, waar zij geroepen zijn medeburgers der heiligen te worden.
Gij dus, eerbiedwaardige broeders, die het gevaar reeds bemerkt hebt, vereenigt, nu gij door ons woord nog versterkt zijt, uw stem met de onze, om de, kudde, die aan uw herderlijke zorgen is toevertrouwd, te onderrichten over het karakter van de wet die men van plan is uit te vaardigen, over het ware. doel waar de voorstanders dier wet naar streven, over de ernstige nadeelen, die zij zou meebrengen. als zij bekrachtigd werd, opdat de geloovigen zich niet laten misleiden door het valsche licht, waarin men ze hun op huichelachtige wijze voorstelt, en zich niet laten bedriegen door de valsche sofismen, waarmede men haar tracht te verdedigen. Spreekt hun moed in, opdat zij met alle middelen, die hun nog zijn toegestaan, luide de protesten doen hooren, die hun zijn voorgeschreven door hun plicht om de rust en de eer van hun gezinnen te bevorderen; door alles wat edel en eerbaar is in hun natuur, en door alles wat er aan waarheid en kracht is in hun voorvaderlijk geloof. Zij moeten laten zien, dat, als zij bereid zijn om aan den keizer te geven wat den keizer toekomt, zij toch nooit zullen dulden, dat men aan God ontneemt wat God toekomt, en dat, als zij zich als goede burgers van hun aardsch vaderland willen gedragen, zij nog veel meer verlangen naar het hemelsch vaderland, waar zij geroepen zijn medeburgers der heiligen te worden.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Hebt verder voor uw geestelijkheid, die zulke heerlijke en voortdurende bewijzen van ijver en zelfverloochening geeft, woorden van bemoediging en liefde, opdat zij zich in den strijd van tegenwoordig Zijner waardig mogen toonen, die door Zichzelf voor het heil der wereld op te offeren hen heeft uitgekozen tot de verheven bediening van medewerkers aan dat groote werk. Laten zij zeker de voorzichtigheid bezitten om noodelooze conflicten te vermijden, maar laten zij tegelijk den moed toonen om de belangen van Jesus Christus, van Zijn Kerk en van de zielen boven alle andere belangen te stellen. Wanneer de storm toeneemt, dan moet de stuurman in waakzaamheid en activiteit verdubbelen om een schipbreuk te voorkomen. En het is tegenwoordig een tijd, waarin ieder, die eenig aandeel in het heilig ministerie heeft, met den apostel moet zeggen: "Zeer gaarne zal ik de kosten doen, en daarenboven mijzelf te koste leggen voor uwe zielen." (2 Kor. 12, 15)[[b:2 Kor. 12, 15]]
Referenties naar alinea 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Terwijl wij hiertoe over u allen, beminde zoon en eerbiedwaardige broeders, de volheid der hemelsche gunsten afsmeeken, verleenen wij u van ganscher harte den apostolischen zegen.
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVan het Vaticaan, den 8en Februari 1893.
PAUS LEO XIII
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.be/toondocument/9497-il-divisamento-nl