Over: 'De eniggeboren Zoon van God, die geboren is uit de Vader, waarlijk God voor alle eeuwen, door Wie alles is gemaakt'
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Over: 'De eniggeboren Zoon van God, die geboren is uit de Vader, waarlijk God voor alle eeuwen, door Wie alles is gemaakt'
Catechese XI voor de illuminandi - Uitgesproken te Jeruzalem
Cyrillus van Jeruzalem
350
Kerkelijke schrijvers - Catecheses
1974, Catechesen van onze heilige vader Cyrillus van Jerusalem I - getypte versie: Benedictusberg, Lemiers
Vert. uit het Grieks
Alineaverdeling en -nummering en Bijbelreferenties naar CCEL
Datering onzeker
Bijbelcitaten slechts ten dele toegevoegd
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Alineaverdeling en -nummering en Bijbelreferenties naar CCEL
Datering onzeker
Bijbelcitaten slechts ten dele toegevoegd
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
1974
Mgr. J.J.M. van Susante
10 december 2024
9303
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
Lezing uit de brief aan de Hebreeën: 1,1.
'Nadat God eertijds en vele malen op velerlei wijze gesproken heeft door de Profeten, heeft Hij aan het einde van de dagen gesproken door Zijn Zoon'. (Hebr. 1, 1)[b:Hebr. 1, 1]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media1
Gisteren[9287] hebben wij naar best vermogen uiteengezet, dat al onze hoop op Jezus Christus gesteld moet worden. Hopelijk is het u duidelijk geworden dat men niet oppervlakkig in Hem moet geloven, noch aannemen dat Hij een van de velen is die ten onrechte de naam van Christus dragen. Velen waren voorafbeeldingen van Hem, maar deze is de ene en ware Christus. Hij is niet uit de mensen tot de waardigheid van het priesterschap opgeklommen, maar is altijd in het bezit geweest van wat Hem door de Vader was geschonken. Dat is de reden het Symbolum bij voorbaat voorhoudt te geloven in één Heer Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God.
Gisteren[9287] hebben wij naar best vermogen uiteengezet, dat al onze hoop op Jezus Christus gesteld moet worden. Hopelijk is het u duidelijk geworden dat men niet oppervlakkig in Hem moet geloven, noch aannemen dat Hij een van de velen is die ten onrechte de naam van Christus dragen. Velen waren voorafbeeldingen van Hem, maar deze is de ene en ware Christus. Hij is niet uit de mensen tot de waardigheid van het priesterschap opgeklommen, maar is altijd in het bezit geweest van wat Hem door de Vader was geschonken. Dat is de reden het Symbolum bij voorbaat voorhoudt te geloven in één Heer Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media2
Wanneer er dus in het vervolg sprake is van de Zoon, dan weet gij dat het niet gaat over een aangenomen zoon, maar dat Hij een natuurlijke Zoon is, een eniggeboren Zoon, die dus geen broer heeft. Anders had het geen zin Hem eniggeboren te noemen. In de goddelijke waardigheid en in de geboorte bezat Hij geen broeder. Niet uit ons zelf noemen wij Hem 'Zoon Gods' , maar de vader heeft Hem Zijn Zoon genoemd. Dit is de echte naam die de Vader aan zijn Kind toekent.
Wanneer er dus in het vervolg sprake is van de Zoon, dan weet gij dat het niet gaat over een aangenomen zoon, maar dat Hij een natuurlijke Zoon is, een eniggeboren Zoon, die dus geen broer heeft. Anders had het geen zin Hem eniggeboren te noemen. In de goddelijke waardigheid en in de geboorte bezat Hij geen broeder. Niet uit ons zelf noemen wij Hem 'Zoon Gods' , maar de vader heeft Hem Zijn Zoon genoemd. Dit is de echte naam die de Vader aan zijn Kind toekent.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media3
Nadien is onze Heer Jezus Christus mens geworden, maar werd door de meeste mensen niet erkend. Op tijden dat Hij iets bijzonders wilde zeggen, verzamelde Hij zijn leerlingen om zich heen en vroeg b.v.: 'Wie zeggen de mensen dat de mensenzoon is?' (Mt. 13, 16)[b:Mt. 13, 16] Dit was geen vorm van ijdelheid, maar een manier om hen heel precies de waarheid te tonen, zodat zij niet, met Gods eniggeboren Zoon samenwonend, Hem als een gewoon mens zouden aanzien. Toen de Apostelen Hem zeiden: Jeremias of Elias, zei Hij tot hen: 'Het is hen niet kwalijk te nemen, omdat zij het niet kunnen weten. Maar voor u, mijn Apostelen, die in mijn Naam duivels uitdrijft, melaatsen reinigt en doden opwekt, voor u mag niet langer Degene die in u de wonderen werkt, onbekend zijn. Toen daarop allen zwegen, omdat die lering de mens te boven gaat, toen zei Petrus, de vorst van de Apostelen en de voornaamste heraut van de Kerk, zonder enige vleierij, noch bevooroordeeld door enige menselijke redenering, maar verlicht door de Vader: 'Gij zijt de Christus, - erbij voegend -, de Zoon van de levende God'. Op dit woord volgt onmiddellijk een zaligspreking, en de bevestiging, dat deze uitspraak afkomstig is van de Vader. De woorden van de Zaligmaker luiden: 'Zalig zijt gij, Simon zoon van Jona, want niet vlees en bloed hebben u dit geopenbaard, maar mijn Vader in de hemel' (Mt. 21, 16)[b:Mt. 21, 16]. Degene die dus erkent dat Jezus de Zoon van God is, heeft deel aan deze zaligspreking. Maar wie de Zoon van God loochent, is een ongelukkig, ellendig mens.
Nadien is onze Heer Jezus Christus mens geworden, maar werd door de meeste mensen niet erkend. Op tijden dat Hij iets bijzonders wilde zeggen, verzamelde Hij zijn leerlingen om zich heen en vroeg b.v.: 'Wie zeggen de mensen dat de mensenzoon is?' (Mt. 13, 16)[b:Mt. 13, 16] Dit was geen vorm van ijdelheid, maar een manier om hen heel precies de waarheid te tonen, zodat zij niet, met Gods eniggeboren Zoon samenwonend, Hem als een gewoon mens zouden aanzien. Toen de Apostelen Hem zeiden: Jeremias of Elias, zei Hij tot hen: 'Het is hen niet kwalijk te nemen, omdat zij het niet kunnen weten. Maar voor u, mijn Apostelen, die in mijn Naam duivels uitdrijft, melaatsen reinigt en doden opwekt, voor u mag niet langer Degene die in u de wonderen werkt, onbekend zijn. Toen daarop allen zwegen, omdat die lering de mens te boven gaat, toen zei Petrus, de vorst van de Apostelen en de voornaamste heraut van de Kerk, zonder enige vleierij, noch bevooroordeeld door enige menselijke redenering, maar verlicht door de Vader: 'Gij zijt de Christus, - erbij voegend -, de Zoon van de levende God'. Op dit woord volgt onmiddellijk een zaligspreking, en de bevestiging, dat deze uitspraak afkomstig is van de Vader. De woorden van de Zaligmaker luiden: 'Zalig zijt gij, Simon zoon van Jona, want niet vlees en bloed hebben u dit geopenbaard, maar mijn Vader in de hemel' (Mt. 21, 16)[b:Mt. 21, 16]. Degene die dus erkent dat Jezus de Zoon van God is, heeft deel aan deze zaligspreking. Maar wie de Zoon van God loochent, is een ongelukkig, ellendig mens.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media4
Dus nogmaals: Hoort gij het woord Zoon, versta het dan niet in overdrachtelijke zin. Een Zoon van nature zonder begin. Niet een die het van slaaf tot aangenomen zoon gebracht heeft, maar een Zoon, van eeuwigheid geboren in een volstrekte unieke en onvatbare geboorte. Hetzelfde geldt bij het horen van 'eerstgeborene'. Zet dan alles wat menselijk is uit uw hoofd. Want de eerstgeborenen bij de mensen hebben broers. In de H. Schrift staat ergens: 'Mijn eerstgeborene Israël' (Ex. 4, 22)[b:Ex. 4, 22]. Maar net als Ruben had Israël zijn eerstgeboorterecht verloren. Weet u waarom? Omdat Ruben de legerstede van zijn vader beklom, en Israël de Zoon van de Vader buiten de wijngaard wierp en hem kruisigde.
Dus nogmaals: Hoort gij het woord Zoon, versta het dan niet in overdrachtelijke zin. Een Zoon van nature zonder begin. Niet een die het van slaaf tot aangenomen zoon gebracht heeft, maar een Zoon, van eeuwigheid geboren in een volstrekte unieke en onvatbare geboorte. Hetzelfde geldt bij het horen van 'eerstgeborene'. Zet dan alles wat menselijk is uit uw hoofd. Want de eerstgeborenen bij de mensen hebben broers. In de H. Schrift staat ergens: 'Mijn eerstgeborene Israël' (Ex. 4, 22)[b:Ex. 4, 22]. Maar net als Ruben had Israël zijn eerstgeboorterecht verloren. Weet u waarom? Omdat Ruben de legerstede van zijn vader beklom, en Israël de Zoon van de Vader buiten de wijngaard wierp en hem kruisigde.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaTen aanzien van anderen zegt de H. Schrift: 'Zonen zijt gij van de Heer uw God' (Deut. 14, 1)[b:Deut. 14, 1], en elders: 'Ik zei: zonen zijt gij allen van de Allerhoogste God' (Ps. 87, 6)[b:Ps. 87, 6] Zij ontvingen het zoonschap erbij, dat zij nog niet hadden. Christus was voor zijn geboorte niet anders dan na zijn geboorte. Als Zoon van de Vader werd Hij van de beginne geboren, terwijl Hij vóór ieder begin was en vóór alle eeuwen. Als Zoon van de Vader in alles gelijk aan Hem die voortbracht. Eeuwig uit de Vader, Leven van Leven, Licht van Licht, Waarheid van Waarheid, Wijsheid van Wijsheid, Koning van de Koning, God van God en Macht van Macht.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media5
Wanneer gij uit het Evangelie hoort voorlezen: 'Boek van de afstamming van Jezus Christus, Zoon van Abraham' (Mt. 1, 1)[b:Mt. 1, 1], dan moet gij dit verstaan van de afstamming naar het vlees. Toen de volheid van de tijd gekomen (Hebr. 9, 26)[b:Hebr. 9, 26] was, werd Hij Zoon van David. Zoon Gods was Hij voor alle eeuwen, zonder begin. Het Zoonschap van David, dat Hij niet bezat, nam Hij erbij. Het Zoonschap van God dat Hij bezit, bezit Hij eeuwig, geboren uit de Vader. Hij heeft twee Vaders; naar het vlees David, als God de hemelse Vader. Het zoonschap van David is onderworpen aan de tijd, kan dus onderzocht worden aan de hand van een stamboom. Maar God is Geest (Joh. 4, 24)[b:Joh. 4, 24]: 'Wie zal zijn afstamming verhalen?' (Jes. 53, 8)[b:Jes. 53, 8] Wie geest is, verwekt op onstoffelijke wijze, omdat hij onstoffelijk is. Het is een ondoorgrondelijk, onbegrijpelijk voortbrengen. Over de Vader sprekend, getuigt de Zoon: 'De Heer zeide tot Mij: Mijn Zoon zijt Gij, heden heb Ik U verwekt'. Dit heden is niet wat er op dit ogenblik gebeurd, maar het eeuwig heden; het heden dat geen tijd kent en voor alle eeuwigheid is. 'Uit mijn schoot heb Ik U voor de morgenster verwekt'.
Wanneer gij uit het Evangelie hoort voorlezen: 'Boek van de afstamming van Jezus Christus, Zoon van Abraham' (Mt. 1, 1)[b:Mt. 1, 1], dan moet gij dit verstaan van de afstamming naar het vlees. Toen de volheid van de tijd gekomen (Hebr. 9, 26)[b:Hebr. 9, 26] was, werd Hij Zoon van David. Zoon Gods was Hij voor alle eeuwen, zonder begin. Het Zoonschap van David, dat Hij niet bezat, nam Hij erbij. Het Zoonschap van God dat Hij bezit, bezit Hij eeuwig, geboren uit de Vader. Hij heeft twee Vaders; naar het vlees David, als God de hemelse Vader. Het zoonschap van David is onderworpen aan de tijd, kan dus onderzocht worden aan de hand van een stamboom. Maar God is Geest (Joh. 4, 24)[b:Joh. 4, 24]: 'Wie zal zijn afstamming verhalen?' (Jes. 53, 8)[b:Jes. 53, 8] Wie geest is, verwekt op onstoffelijke wijze, omdat hij onstoffelijk is. Het is een ondoorgrondelijk, onbegrijpelijk voortbrengen. Over de Vader sprekend, getuigt de Zoon: 'De Heer zeide tot Mij: Mijn Zoon zijt Gij, heden heb Ik U verwekt'. Dit heden is niet wat er op dit ogenblik gebeurd, maar het eeuwig heden; het heden dat geen tijd kent en voor alle eeuwigheid is. 'Uit mijn schoot heb Ik U voor de morgenster verwekt'.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media6
Gij moet dus geloven in Jezus Christus, de Zoon van de levende God. Deze Zoon is volgens het Evangelie de Eerstgeborene. 'Zozeer heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat die in Hem gelooft, niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben'. En elders: 'Wie gelooft: in de Zoon wordt niet veroordeeld, maar is van de dood tot het leven overgegaan'. 'Wie de Zoon niet gelooft, zal het leven niet zien, maar Gods toorn blijft op hem, omdat hij niet geloofd heeft in de eniggeboren Zoon van God'. En Johannes gaf over Hem dit getuigenis: ‘Zij hebben zijn glorie aanschouwd, een glorie als van de Eniggeborene van de Vader, vol van genade en waarheid'. Voor Hem sidderen de duivels en zeggen: 'Wat hebt Gij met ons te maken, Zoon van de levende God?'
Gij moet dus geloven in Jezus Christus, de Zoon van de levende God. Deze Zoon is volgens het Evangelie de Eerstgeborene. 'Zozeer heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat die in Hem gelooft, niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben'. En elders: 'Wie gelooft: in de Zoon wordt niet veroordeeld, maar is van de dood tot het leven overgegaan'. 'Wie de Zoon niet gelooft, zal het leven niet zien, maar Gods toorn blijft op hem, omdat hij niet geloofd heeft in de eniggeboren Zoon van God'. En Johannes gaf over Hem dit getuigenis: ‘Zij hebben zijn glorie aanschouwd, een glorie als van de Eniggeborene van de Vader, vol van genade en waarheid'. Voor Hem sidderen de duivels en zeggen: 'Wat hebt Gij met ons te maken, Zoon van de levende God?'
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media7
Van nature is Hij dus Zoon van God, geboren uit de Vader, niet door aanneming. 'Alwie liefheeft die het leven schonk, heeft ook lief die uit Hem geboren is'. Daarentegen wie Degene minacht die geboren is, beledigt daarmee de verwekker van het leven. Wanneer gezegd wordt dat God Verwekker is, ga dan vooral niet aan lichamen denken en het vermoeden wekken dat hier een vergankelijke geboorte is. God is geest en geestelijk het voortbrengen. Lichamen brengen lichamen voort en hiervoor is tijd nodig. Hetgeen dan wordt geboren is onvolmaakt. De Zoon van God werd volmaakt geboren. Wat Hij nu is, was Hij ook van het begin, bij zijn geboorte zonder begin. Wanneer wij geboren worden, gaan wij van onwetendheid over naar de jaren van verstand. O mens, hoe onvolmaakt is uw geboorte! Gij moet nog groeien en ontvangen. Maar dit is niet zo bij de Zoon van God, en de Verwekker kunt gij geen verwijt maken van zwakheid. Stel dat Hij iets onvolmaakts heeft verwekt en dit na verloop van - tijd met volmaaktheid heeft bekleed, dan verwijt gij de Verwekker zwakheid, omdat Hij in de loop van de tijd toebedeelde, hetgeen, hetgeen Hij als verwekker in den beginne had moeten toebedelen. Dus het is geen menselijke geboorte. Ook niet zo een waardoor Abraham Izaäk voortbracht.
Van nature is Hij dus Zoon van God, geboren uit de Vader, niet door aanneming. 'Alwie liefheeft die het leven schonk, heeft ook lief die uit Hem geboren is'. Daarentegen wie Degene minacht die geboren is, beledigt daarmee de verwekker van het leven. Wanneer gezegd wordt dat God Verwekker is, ga dan vooral niet aan lichamen denken en het vermoeden wekken dat hier een vergankelijke geboorte is. God is geest en geestelijk het voortbrengen. Lichamen brengen lichamen voort en hiervoor is tijd nodig. Hetgeen dan wordt geboren is onvolmaakt. De Zoon van God werd volmaakt geboren. Wat Hij nu is, was Hij ook van het begin, bij zijn geboorte zonder begin. Wanneer wij geboren worden, gaan wij van onwetendheid over naar de jaren van verstand. O mens, hoe onvolmaakt is uw geboorte! Gij moet nog groeien en ontvangen. Maar dit is niet zo bij de Zoon van God, en de Verwekker kunt gij geen verwijt maken van zwakheid. Stel dat Hij iets onvolmaakts heeft verwekt en dit na verloop van - tijd met volmaaktheid heeft bekleed, dan verwijt gij de Verwekker zwakheid, omdat Hij in de loop van de tijd toebedeelde, hetgeen, hetgeen Hij als verwekker in den beginne had moeten toebedelen. Dus het is geen menselijke geboorte. Ook niet zo een waardoor Abraham Izaäk voortbracht.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media8
Abraham verwekte wel Izaäk, maar niet volgens eigen overleg en wil, doch zoals hij van een ander toebedeeld kreeg. Wanneer God de Vader voortbrengt, is er geen sprake van niet weten en evenmin van beraadslagen. Daarom, beweren dat Hij niet wist wat Hij voortbracht, is een zeer grote boosheid. Een even grote boosheid is het te beweren, dat Hij eerst beraadslaagd zou hebben, en pas daarna vader is geworden. God is niet eerst kinderloos geweest en daarna Vader geworden. Maar van eeuwigheid bezit Hij zijn Zoon na Hem verwekt te hebben. Niet zoals de mensen kinderen voortbrengen, maar zoals Hij zelf het alleen weet, heeft Hij voortgebracht vóór alle eeuwen als waarachtig God.
Abraham verwekte wel Izaäk, maar niet volgens eigen overleg en wil, doch zoals hij van een ander toebedeeld kreeg. Wanneer God de Vader voortbrengt, is er geen sprake van niet weten en evenmin van beraadslagen. Daarom, beweren dat Hij niet wist wat Hij voortbracht, is een zeer grote boosheid. Een even grote boosheid is het te beweren, dat Hij eerst beraadslaagd zou hebben, en pas daarna vader is geworden. God is niet eerst kinderloos geweest en daarna Vader geworden. Maar van eeuwigheid bezit Hij zijn Zoon na Hem verwekt te hebben. Niet zoals de mensen kinderen voortbrengen, maar zoals Hij zelf het alleen weet, heeft Hij voortgebracht vóór alle eeuwen als waarachtig God.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media9
De Vader, waarachtig God zijnde, bracht zijn Zoon voort aan Hem gelijk, dus ook waarachtig God. Niet zoals leermeesters leerlingen kweken, niet zoals Paulus tot sommigen kon zeggen: 'Door het Evangelie heb ik u in Christus verwekt', want hier is wel degelijk sprake van iemand die van nature niet zijn zoon is, maar het wordt door leerlingschap. Bij God is sprake van een natuurlijke Zoon, een waarachtige Zoon. Het is dus niet, zoals gij illuminandi, zonen van God wordt; gij wordt wel zonen, maar door aanneming, krachtens genade. 'Aan allen die Hem ontvingen gaf Hij macht kinderen van God te worden, aan hen die geloven in zijn Naam, die niet uit vlees en bloed, noch uit de wil van het vlees, noch uit de wil van de man, maar die uit God geboren zijn'. Wij worden geboren uit water en geest. Maar zo werd Christus niet geboren uit de Vader. Toen op het ogenblik van Christus' doop de Vader zijn stem liet horen, sprak Hij: 'Deze is mijn Zoon' . Dus niet: 'Deze is mijn Zoon geworden; maar: Deze is mijn Zoon'. Hiermee gaf Hij duidelijk te kennen dat Hij reeds voor het doopsel zijn Zoon was.
De Vader, waarachtig God zijnde, bracht zijn Zoon voort aan Hem gelijk, dus ook waarachtig God. Niet zoals leermeesters leerlingen kweken, niet zoals Paulus tot sommigen kon zeggen: 'Door het Evangelie heb ik u in Christus verwekt', want hier is wel degelijk sprake van iemand die van nature niet zijn zoon is, maar het wordt door leerlingschap. Bij God is sprake van een natuurlijke Zoon, een waarachtige Zoon. Het is dus niet, zoals gij illuminandi, zonen van God wordt; gij wordt wel zonen, maar door aanneming, krachtens genade. 'Aan allen die Hem ontvingen gaf Hij macht kinderen van God te worden, aan hen die geloven in zijn Naam, die niet uit vlees en bloed, noch uit de wil van het vlees, noch uit de wil van de man, maar die uit God geboren zijn'. Wij worden geboren uit water en geest. Maar zo werd Christus niet geboren uit de Vader. Toen op het ogenblik van Christus' doop de Vader zijn stem liet horen, sprak Hij: 'Deze is mijn Zoon' . Dus niet: 'Deze is mijn Zoon geworden; maar: Deze is mijn Zoon'. Hiermee gaf Hij duidelijk te kennen dat Hij reeds voor het doopsel zijn Zoon was.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media10
De voortkomst van de Zoon is ook niet te vergelijken met het mensenverstand, dat een woord voortbrengt. Het mensenverstand is inderdaad iets dat bestaat, maar is het woord eenmaal uitgesproken, dan verspreidt het zich in de lucht en gaat verloren. Christus werd niet gesproken als een woord in het voorbijgaan, maar als het Woord dat als persoon bestaat, levend, niet met lippen uitgesproken en verbreid, maar van de vader uit eeuwigheid op een onuitsprekelijke wijze als persoon gesproken: 'In de beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God', zetelend aan zijn rechterhand, het Woord dat de wil van de Vader begrijpt en alles naar zijn verlangen schept. Het Woord dat zet: 'Wat Ik gezien heb bij mijn vader, dat spreek ik' (Joh. 8, 38)[b:Joh. 8, 38] Het Woord dat heerschappij en macht uitoefent over alles, want de vader beeft zijn Zoon alles in handen gegeven.
De voortkomst van de Zoon is ook niet te vergelijken met het mensenverstand, dat een woord voortbrengt. Het mensenverstand is inderdaad iets dat bestaat, maar is het woord eenmaal uitgesproken, dan verspreidt het zich in de lucht en gaat verloren. Christus werd niet gesproken als een woord in het voorbijgaan, maar als het Woord dat als persoon bestaat, levend, niet met lippen uitgesproken en verbreid, maar van de vader uit eeuwigheid op een onuitsprekelijke wijze als persoon gesproken: 'In de beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God', zetelend aan zijn rechterhand, het Woord dat de wil van de Vader begrijpt en alles naar zijn verlangen schept. Het Woord dat zet: 'Wat Ik gezien heb bij mijn vader, dat spreek ik' (Joh. 8, 38)[b:Joh. 8, 38] Het Woord dat heerschappij en macht uitoefent over alles, want de vader beeft zijn Zoon alles in handen gegeven.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media11
De mensen kunnen zich omtrent het vaderschap van God geen enkel denkbeeld vormen. Hij alleen weet het. Wij hebben niet beloofd te zeggen hoe Hij de Zoon heeft voortgebracht, maar wél kunnen wij met zekerheid zeggen hoe de Zoon niet is voortgekomen. Wij zijn niet de enigen die onkundig zijn aangaande de geboorte van de Zoon uit de Vader. Vraagt het aan de aarde of zij het u kan meedelen. Al vraagt gij het aan alle wezens van de gehele schepping, zij weten óók niets. De aarde kan niets zeggen over het wezen van de Schepper en niet alleen de aarde, ook de zon niet. U herinnert zich dat de vierde dag de zon geschapen werd, wat zal zij weten van de dingen van de drie vorige dagen? Als zij de dingen van de drie dagen vóór haar niet kent, dan kan zij ook niets zeggen van de Maker zelf. Van de hemel hoeven wij ook geen mededeling te verwachten, want op verlangen van de Vader werd de hemel door Christus als rook gevestigd. Zelfs van de hemel der hemelen krijgen wij hierop geen antwoord, noch zullen de wateren die boven de hemel zijn het ons verhalen. Vindt gij mens het dan vervelend niet te weten wat ook de hemelen niet kennen? Maar niet alleen de hemel weet niets over die geboorte, ook de gehele Engelennatuur niet. Stelt het u eens voor dat het mogelijk was dat iemand tot de eerste hemel opsteeg en de Engelen kon zien die zich daar bevinden, dat hij ze kon naderen en durven vragen: 'Hoe heeft God zijn eigen Zoon voortgebracht?' Zij zullen u zeggen: wij hebben nog hogere boven ons, stijg op naar de tweede, de derde hemel, nader als gij kunt de Tronen en Heerschappijen, Vorstendommen en Machten en vraagt het hen. Het: is onmogelijk. Maar stelt dat iemand daar doordringt, dan zouden ook zij het antwoord schuldig blijven, want ook zij weten het niet.
De mensen kunnen zich omtrent het vaderschap van God geen enkel denkbeeld vormen. Hij alleen weet het. Wij hebben niet beloofd te zeggen hoe Hij de Zoon heeft voortgebracht, maar wél kunnen wij met zekerheid zeggen hoe de Zoon niet is voortgekomen. Wij zijn niet de enigen die onkundig zijn aangaande de geboorte van de Zoon uit de Vader. Vraagt het aan de aarde of zij het u kan meedelen. Al vraagt gij het aan alle wezens van de gehele schepping, zij weten óók niets. De aarde kan niets zeggen over het wezen van de Schepper en niet alleen de aarde, ook de zon niet. U herinnert zich dat de vierde dag de zon geschapen werd, wat zal zij weten van de dingen van de drie vorige dagen? Als zij de dingen van de drie dagen vóór haar niet kent, dan kan zij ook niets zeggen van de Maker zelf. Van de hemel hoeven wij ook geen mededeling te verwachten, want op verlangen van de Vader werd de hemel door Christus als rook gevestigd. Zelfs van de hemel der hemelen krijgen wij hierop geen antwoord, noch zullen de wateren die boven de hemel zijn het ons verhalen. Vindt gij mens het dan vervelend niet te weten wat ook de hemelen niet kennen? Maar niet alleen de hemel weet niets over die geboorte, ook de gehele Engelennatuur niet. Stelt het u eens voor dat het mogelijk was dat iemand tot de eerste hemel opsteeg en de Engelen kon zien die zich daar bevinden, dat hij ze kon naderen en durven vragen: 'Hoe heeft God zijn eigen Zoon voortgebracht?' Zij zullen u zeggen: wij hebben nog hogere boven ons, stijg op naar de tweede, de derde hemel, nader als gij kunt de Tronen en Heerschappijen, Vorstendommen en Machten en vraagt het hen. Het: is onmogelijk. Maar stelt dat iemand daar doordringt, dan zouden ook zij het antwoord schuldig blijven, want ook zij weten het niet.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media12
Stomverwonderd sta ik altijd over de nieuwsgierigheid van die doorhollers, die in hun zogenaamde vroomheid tot goddeloosheid vervallen. Niets weten zij af van Tronen, Heerschappijen, Vorstendommen en Machten, de schepselen van Christus, maar wel maken zij veel drukte over de voortkomst van de Schepper zelf. Zeg mij eerst eens, voordat gij doorholt; waarin verschillen de Tronen van de Heerschappijen? Als u dat niet weet, laat u dan ook niet met dingen in die Christus aangaan. Wat is precies een Macht, een Kracht of een van de Vorstendommen, weet u dat niet? Bemoei u dan ook niet met de Maker. Alles is door Hem gemaakt (Joh. 1, 3)[b:Joh. 1, 3], maar Tronen of Heerschappijen wilt gij niet ondervragen, of beter gezegd: gij kunt het niet eens. Alleen de H. Geest, die gesproken heeft in de Schriften, kent de diepte van God (1 Kor. 2, 10.11)[b:1 Kor. 2, 10.11]. Maar zelfs Deze heeft in de H. Schrift nergens gesproken over de geboorte van de Zoon uit de Vader. Wat maakt gij u dan druk over dingen waarover de H. Geest gezwegen heeft? Gij weet niet eens wat er geschreven staat, waarom dan zorgen maken over hetgeen niet geschreven staat? Veel vraagstukken staan er in de H. Schrift die wij niet begrijpen, en dan toch nog debatteren over dingen die er niet staan? Voor ons is het voldoende te weten dat God een enige Zoon verwekt heeft.
Stomverwonderd sta ik altijd over de nieuwsgierigheid van die doorhollers, die in hun zogenaamde vroomheid tot goddeloosheid vervallen. Niets weten zij af van Tronen, Heerschappijen, Vorstendommen en Machten, de schepselen van Christus, maar wel maken zij veel drukte over de voortkomst van de Schepper zelf. Zeg mij eerst eens, voordat gij doorholt; waarin verschillen de Tronen van de Heerschappijen? Als u dat niet weet, laat u dan ook niet met dingen in die Christus aangaan. Wat is precies een Macht, een Kracht of een van de Vorstendommen, weet u dat niet? Bemoei u dan ook niet met de Maker. Alles is door Hem gemaakt (Joh. 1, 3)[b:Joh. 1, 3], maar Tronen of Heerschappijen wilt gij niet ondervragen, of beter gezegd: gij kunt het niet eens. Alleen de H. Geest, die gesproken heeft in de Schriften, kent de diepte van God (1 Kor. 2, 10.11)[b:1 Kor. 2, 10.11]. Maar zelfs Deze heeft in de H. Schrift nergens gesproken over de geboorte van de Zoon uit de Vader. Wat maakt gij u dan druk over dingen waarover de H. Geest gezwegen heeft? Gij weet niet eens wat er geschreven staat, waarom dan zorgen maken over hetgeen niet geschreven staat? Veel vraagstukken staan er in de H. Schrift die wij niet begrijpen, en dan toch nog debatteren over dingen die er niet staan? Voor ons is het voldoende te weten dat God een enige Zoon verwekt heeft.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media13
Schaamt u er niet over, dat gij hieromtrent in het onwetendheid verkeert. Ook Engelen weten het niet. De Verwekker alleen kent de Verwekte, en die uit Hem verwekt is kent de Verwekker. De Verwekker weet wat Hij verwekt heeft en de Schriften getuigen dat de Verwekker God is, zonder begin. Wie van de mensen kent de verborgenheden van de mens, behalve de geest die in hem is? Zo kent ook niemand die van God tenzij God. Gelijk de Vader in zichzelf het leven heeft, zo gaf Hij de Zoon leven om het in zichzelf te hebben, opdat allen de Zoon eren zoals zij de vader eren. Zoals de Vader levend maakt wie Hij wil, zo ook maakt de Zoon levend wie Hij wil. De Verwekker heeft geen enkele vermindering gevonden noch ontbreekt er iets aan de Zoon. Dat heb ik reeds dikwijls gezegd, ik weet het, maar het is omwille van uw veiligheid. De Verwekker heeft geen Vader en de Zoon geen broeder. Noch werd de Vader veranderd in de Zoon, noch de Zoon in de Vader. Uit een enige Vader een enige Zoon. Er zijn noch twee ongeborenen, noch twee eniggeborenen, maar er is één Vader die ongeboren is, (ongeboren is Hij die geen Vader heeft) en er is een Zoon van eeuwigheid geboren uit de Vader. Hij is niet toegenomen of gegroeid, maar zoals Hij nu is, is Hij geboren.
Schaamt u er niet over, dat gij hieromtrent in het onwetendheid verkeert. Ook Engelen weten het niet. De Verwekker alleen kent de Verwekte, en die uit Hem verwekt is kent de Verwekker. De Verwekker weet wat Hij verwekt heeft en de Schriften getuigen dat de Verwekker God is, zonder begin. Wie van de mensen kent de verborgenheden van de mens, behalve de geest die in hem is? Zo kent ook niemand die van God tenzij God. Gelijk de Vader in zichzelf het leven heeft, zo gaf Hij de Zoon leven om het in zichzelf te hebben, opdat allen de Zoon eren zoals zij de vader eren. Zoals de Vader levend maakt wie Hij wil, zo ook maakt de Zoon levend wie Hij wil. De Verwekker heeft geen enkele vermindering gevonden noch ontbreekt er iets aan de Zoon. Dat heb ik reeds dikwijls gezegd, ik weet het, maar het is omwille van uw veiligheid. De Verwekker heeft geen Vader en de Zoon geen broeder. Noch werd de Vader veranderd in de Zoon, noch de Zoon in de Vader. Uit een enige Vader een enige Zoon. Er zijn noch twee ongeborenen, noch twee eniggeborenen, maar er is één Vader die ongeboren is, (ongeboren is Hij die geen Vader heeft) en er is een Zoon van eeuwigheid geboren uit de Vader. Hij is niet toegenomen of gegroeid, maar zoals Hij nu is, is Hij geboren.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media14
Wij geloven dus in de eniggeboren Zoon van de Vader, waarachtig God. De waarachtige God brengt, gelijk reeds gezegd is, geen valse voort, noch heeft Hij verwekt na eerst te hebben beraadslaagd. Maar van eeuwigheid, en nog veel sneller dan onze woorden, bracht Hij voort. Wij, sprekende in de tijd, verbruiken tijd. Bij God is het voortbrengen zonder tijd. Zoals ik al dikwijls heb gezegd, heeft Hij de Zoon niet van het 'niet-zijn' overgebracht tot 'het-zijn'; noch die geen Zoon was tot Zoon aangenomen. Maar de Vader, die van eeuwigheid is, heeft van eeuwigheid op onuitsprekelijke wijze een Zoon voortgebracht, één alléén, die geen broeder heeft. Er zijn niet twee beginselen, maar het hoofd van de Zoon is de Vader, één enkel begin. De Vader heeft de Zoon verwekt, waarachtig God, van wie de bijnaam luidt: 'Emmanuël - God met ons'.
Wij geloven dus in de eniggeboren Zoon van de Vader, waarachtig God. De waarachtige God brengt, gelijk reeds gezegd is, geen valse voort, noch heeft Hij verwekt na eerst te hebben beraadslaagd. Maar van eeuwigheid, en nog veel sneller dan onze woorden, bracht Hij voort. Wij, sprekende in de tijd, verbruiken tijd. Bij God is het voortbrengen zonder tijd. Zoals ik al dikwijls heb gezegd, heeft Hij de Zoon niet van het 'niet-zijn' overgebracht tot 'het-zijn'; noch die geen Zoon was tot Zoon aangenomen. Maar de Vader, die van eeuwigheid is, heeft van eeuwigheid op onuitsprekelijke wijze een Zoon voortgebracht, één alléén, die geen broeder heeft. Er zijn niet twee beginselen, maar het hoofd van de Zoon is de Vader, één enkel begin. De Vader heeft de Zoon verwekt, waarachtig God, van wie de bijnaam luidt: 'Emmanuël - God met ons'.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media15
Wilt gij nog een getuigenis hebben dat God Degene is, die uit de Vader geboren werd en in de tijd de menselijke natuur aannam? De profeet zal die geven. 'Dat is onze God, geen ander is aan Hem gelijk. Hij heeft al de wegen van wijsheid gevonden, haar geopenbaard aan Jacob, zijn dienaar Israël Zijn vriend. Daarna is Hij op aarde verschenen en heeft met de mensen verkeerd' (Bar. 3, 36-38)[b:Bar. 3, 36-38]. Dus na de wetgeving van Mozes is God mens geworden. Maar ik geef u nog een tweede getuigenis omtrent de godheid van Christus, welke reeds in het begin is voorgelezen. 'Uw troon staat voor immer en voor eeuwig' (Hebr. 1,8)[b:Hebr. 1,8]. Denkt nu weer niet dat omwille van de menswording Hij tot God bevorderd is, want daaromtrent geeft de Schrift dit duidelijk getuigenis: 'Daarom heeft God, Uw God U gezalfd met olie van vreugde boven uw lotgenoten' (Hebr. 1,9)[b:Hebr. 1,9] Ziet gij dus nu dat Christus, God, door de Vader gezalfd wordt?
Wilt gij nog een getuigenis hebben dat God Degene is, die uit de Vader geboren werd en in de tijd de menselijke natuur aannam? De profeet zal die geven. 'Dat is onze God, geen ander is aan Hem gelijk. Hij heeft al de wegen van wijsheid gevonden, haar geopenbaard aan Jacob, zijn dienaar Israël Zijn vriend. Daarna is Hij op aarde verschenen en heeft met de mensen verkeerd' (Bar. 3, 36-38)[b:Bar. 3, 36-38]. Dus na de wetgeving van Mozes is God mens geworden. Maar ik geef u nog een tweede getuigenis omtrent de godheid van Christus, welke reeds in het begin is voorgelezen. 'Uw troon staat voor immer en voor eeuwig' (Hebr. 1,8)[b:Hebr. 1,8]. Denkt nu weer niet dat omwille van de menswording Hij tot God bevorderd is, want daaromtrent geeft de Schrift dit duidelijk getuigenis: 'Daarom heeft God, Uw God U gezalfd met olie van vreugde boven uw lotgenoten' (Hebr. 1,9)[b:Hebr. 1,9] Ziet gij dus nu dat Christus, God, door de Vader gezalfd wordt?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media16
Tenslotte nog een derde getuigenis. 'Alleen bij U is er een God, nergens anders zijn er goden. Alleen bij U is een God die beschermt, de God van Israël is een Verlosser'. Gij ziet nu dat de Zoon God is, en in zich heeft God de Vader. Bij de profeet staat bijna hetzelfde als in het Evangelie. 'De Vader in Mij en Ik in de Vader'. Hij zegt niet: 'De Vader dat ben Ik', maar: 'de Vader in Mij en Ik in de Vader'. Ook heeft Hij niet gezegd: 'Ik en de Vader ben één', maar: 'Ik en de Vader zijn één'. Wij mogen dus nooit het begrip Vader en Zoon samensmelten of vervreemden. Eén in de goddelijke waardigheid, heeft God God verwekt; één in het koningschap. Niet zoals bij Absalon, die zich tegen zijn vader verhief; maar over wie de Vader Koning is, over hen is ook de Zoon Koning. Eén, omdat er tussen beiden geen verschil of afstand is. De Vader heeft geen andere wil dan de Zoon. Eén, want Christus heeft geen andere schepselen gemaakt dan de Vader. Eén is het scheppingswerk, want de Vader heeft door de Zoon alles gemaakt. 'Hij sprak, en alles is geworden. Hij beval, en alles is geschapen'. Die spreekt, spreekt tot iemand die luistert en Hij die bevel geeft, beveelt aan Hem die bij Hem is.
Tenslotte nog een derde getuigenis. 'Alleen bij U is er een God, nergens anders zijn er goden. Alleen bij U is een God die beschermt, de God van Israël is een Verlosser'. Gij ziet nu dat de Zoon God is, en in zich heeft God de Vader. Bij de profeet staat bijna hetzelfde als in het Evangelie. 'De Vader in Mij en Ik in de Vader'. Hij zegt niet: 'De Vader dat ben Ik', maar: 'de Vader in Mij en Ik in de Vader'. Ook heeft Hij niet gezegd: 'Ik en de Vader ben één', maar: 'Ik en de Vader zijn één'. Wij mogen dus nooit het begrip Vader en Zoon samensmelten of vervreemden. Eén in de goddelijke waardigheid, heeft God God verwekt; één in het koningschap. Niet zoals bij Absalon, die zich tegen zijn vader verhief; maar over wie de Vader Koning is, over hen is ook de Zoon Koning. Eén, omdat er tussen beiden geen verschil of afstand is. De Vader heeft geen andere wil dan de Zoon. Eén, want Christus heeft geen andere schepselen gemaakt dan de Vader. Eén is het scheppingswerk, want de Vader heeft door de Zoon alles gemaakt. 'Hij sprak, en alles is geworden. Hij beval, en alles is geschapen'. Die spreekt, spreekt tot iemand die luistert en Hij die bevel geeft, beveelt aan Hem die bij Hem is.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media17
De Zoon is waarachtig God, in zich hebbende de Vader. Niets verandert er in de Vader, want niet de Vader is mens geworden, maar de Zoon. De waarheid moet vrij gezegd worden. De Vader heeft niet voor ons geleden, maar zond Degene, die voor Hem leed. U moet nooit zeggen, dat er een rijd bestond, dat de Zoon niet was; noch moogt u het Vaderschap en het Zoonschap verkeerd verstaan. Laten wij steeds de koninklijke weg bewandelen en nooit hiervan afwijken, noch ter rechter-, noch ter linkerzijde. Laten wij nooit de Zoon Vader noemen, in de mening Hem hiermee te eren, noch de Vader eren door te zeggen, dat zijn Zoon een van de schepselen is. Eén vader is er, die dóór de Zoon aanbeden wordt en die aanbidding mag niet verdeeld worden. Gepredikt moet worden: één Zoon, van eeuwigheid zetelend aan de rechterhand van de Vader. Dit zetelen is geen bevordering na zijn lijden, maar Hij bezit dit van alle eeuwigheid.
De Zoon is waarachtig God, in zich hebbende de Vader. Niets verandert er in de Vader, want niet de Vader is mens geworden, maar de Zoon. De waarheid moet vrij gezegd worden. De Vader heeft niet voor ons geleden, maar zond Degene, die voor Hem leed. U moet nooit zeggen, dat er een rijd bestond, dat de Zoon niet was; noch moogt u het Vaderschap en het Zoonschap verkeerd verstaan. Laten wij steeds de koninklijke weg bewandelen en nooit hiervan afwijken, noch ter rechter-, noch ter linkerzijde. Laten wij nooit de Zoon Vader noemen, in de mening Hem hiermee te eren, noch de Vader eren door te zeggen, dat zijn Zoon een van de schepselen is. Eén vader is er, die dóór de Zoon aanbeden wordt en die aanbidding mag niet verdeeld worden. Gepredikt moet worden: één Zoon, van eeuwigheid zetelend aan de rechterhand van de Vader. Dit zetelen is geen bevordering na zijn lijden, maar Hij bezit dit van alle eeuwigheid.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media18
'Wie de Zoon ziet, ziet de Vader' (Joh. 14, 9)[b:Joh. 14, 9]. De Zoon is in alles gelijk aan Hem, die Hem heeft verwekt . Leven ontsproten uit leven, Licht uit Licht, Macht uit Macht, God uit: God. De goddelijke eigenschappen zijn geheel en al dezelfde in de Zoon. Wie de godheid van de Zoon mag zien, komt ook tot het genieten van die Hem verwekt heeft. Dit is geen getuigenis van mij, maar van de eniggeboren Zoon zelf. 'Zolang reeds ben Ik bij u en gij kent Mij nog niet? Filippus, wie Mij ziet, ziet de Vader' (Joh. 14, 9)[b:Joh. 14, 9]. Kort samengevat dus dit: Wij mogen ze niet van elkaar scheiden, noch in elkaar doen overvloeien. Beweer nooit, dat Jezus vreemd aan de Vader is. Mijdt hen die zeggen dat God nu eens vader en dan weer Zoon is. Dit is niet de leer van de Kerk, maar van de goddelozen. De Vader bleef vader; ook na de Zoon verwekt te hebben is Hij niet veranderd. Na Wijsheid gebaard te hebben, werd Hij zelf geen onwijze; na kracht verwekt te hebben, werd Hij zelf niet zwak; na God verwekt te hebben, werd Hij zelf niet van zijn Godheid beroofd, noch werd Hij kleiner of veranderde iets in Hem. Ook aan hem die verwekt werd ontbreekt niets. Volmaakt is de Verwekker, volmaakt de Verwekte. Die verwekt is God, die verwekt werd is God, God van alles en toch de vader zijn God noemend. Hij schaamt zich niet te zeggen: 'Ik stijg op tot mijn Vader en uw Vader, tot mijn God en uw God' (Joh. 14, 9)[b:Joh. 14, 9].
'Wie de Zoon ziet, ziet de Vader' (Joh. 14, 9)[b:Joh. 14, 9]. De Zoon is in alles gelijk aan Hem, die Hem heeft verwekt . Leven ontsproten uit leven, Licht uit Licht, Macht uit Macht, God uit: God. De goddelijke eigenschappen zijn geheel en al dezelfde in de Zoon. Wie de godheid van de Zoon mag zien, komt ook tot het genieten van die Hem verwekt heeft. Dit is geen getuigenis van mij, maar van de eniggeboren Zoon zelf. 'Zolang reeds ben Ik bij u en gij kent Mij nog niet? Filippus, wie Mij ziet, ziet de Vader' (Joh. 14, 9)[b:Joh. 14, 9]. Kort samengevat dus dit: Wij mogen ze niet van elkaar scheiden, noch in elkaar doen overvloeien. Beweer nooit, dat Jezus vreemd aan de Vader is. Mijdt hen die zeggen dat God nu eens vader en dan weer Zoon is. Dit is niet de leer van de Kerk, maar van de goddelozen. De Vader bleef vader; ook na de Zoon verwekt te hebben is Hij niet veranderd. Na Wijsheid gebaard te hebben, werd Hij zelf geen onwijze; na kracht verwekt te hebben, werd Hij zelf niet zwak; na God verwekt te hebben, werd Hij zelf niet van zijn Godheid beroofd, noch werd Hij kleiner of veranderde iets in Hem. Ook aan hem die verwekt werd ontbreekt niets. Volmaakt is de Verwekker, volmaakt de Verwekte. Die verwekt is God, die verwekt werd is God, God van alles en toch de vader zijn God noemend. Hij schaamt zich niet te zeggen: 'Ik stijg op tot mijn Vader en uw Vader, tot mijn God en uw God' (Joh. 14, 9)[b:Joh. 14, 9].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media19
Maar opdat gij niet zoudt veronderstellen dat God op gelijke vader is van de Zoon als van de schepselen, daarom maakt Hij onderscheid in de volgorde en sprak Hij niet van 'onze' Vader, opdat de schepselen niet één van gemeenschap worden met de Eniggeborene. Hij sprak van mijn Vader en uw Vader. Krachtens natuur is Hij Mijn Vader, krachtens aanneming is Hij uw Vader. En wederom: tot mijn God en uw God; van Mij als eniggeboren Zoon, van u als schepsel. De Zoon van God is dus waarachtig God, op onverklaarbare wijze voor alle eeuwen geboren. Ik herhaal zo dikwijls dezelfde gedachte, om het op die manier er ingeheid te krijgen. Gij moet geloven dat God een Zoon heeft, over het hoe moet gij u niet druk maken, want al vorst gij nog zo lang, vinden zult gij het niet. Verheft uzelf niet, opdat gij niet valt. Overweegt alleen datgene wat u werd opgelegd. Eerst moet gij mij kunnen zeggen. Wie er verwekt heeft en vervolgens wat Hij verwekt. Het wezen van Hem die verwekt heeft kunt gij niet begrijpen, in hemelsnaam, maakt u dan ook niet druk over de wijze van geboorte.
Maar opdat gij niet zoudt veronderstellen dat God op gelijke vader is van de Zoon als van de schepselen, daarom maakt Hij onderscheid in de volgorde en sprak Hij niet van 'onze' Vader, opdat de schepselen niet één van gemeenschap worden met de Eniggeborene. Hij sprak van mijn Vader en uw Vader. Krachtens natuur is Hij Mijn Vader, krachtens aanneming is Hij uw Vader. En wederom: tot mijn God en uw God; van Mij als eniggeboren Zoon, van u als schepsel. De Zoon van God is dus waarachtig God, op onverklaarbare wijze voor alle eeuwen geboren. Ik herhaal zo dikwijls dezelfde gedachte, om het op die manier er ingeheid te krijgen. Gij moet geloven dat God een Zoon heeft, over het hoe moet gij u niet druk maken, want al vorst gij nog zo lang, vinden zult gij het niet. Verheft uzelf niet, opdat gij niet valt. Overweegt alleen datgene wat u werd opgelegd. Eerst moet gij mij kunnen zeggen. Wie er verwekt heeft en vervolgens wat Hij verwekt. Het wezen van Hem die verwekt heeft kunt gij niet begrijpen, in hemelsnaam, maakt u dan ook niet druk over de wijze van geboorte.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media20
Voor uw vroomheid is het voldoende, dat gij weet dat God slechts één Zoon heeft, een, naar de natuur geboren. Hij begon zijn bestaan niet toen Hij te Bethlehem geboren werd, maar is voor alle eeuwen. Luistert naar de profeet Micha: 'En gij Bethlehem, huis van Efrata, klein zijt gij onder de duizendtallen van Juda. Uit u zal voor Mij een leider ontspruiten, die mijn volk Israël zal weiden, maar van wie de oorsprong ligt in de oude tijden, in de eeuwige dagen'. Laat Degene die in Bethlehem geboren is even buiten beschouwing, om uw volle aandacht te schenken aan hem, die van eeuwigheid uit de Vader geboren is en wil Hem aanbidden. Weert ieder die leert dat de Zoon zijn begin in de tijd heeft, maar erkent dat de Vader het beginpunt is zonder tijd. Het begin van de Zoon kent geen tijd, is niet te vatten, mist ieder begin, is de Vader. De bronader van gerechtigheid van de eniggeboren Zoon is de Vader, die hem heeft verwekt, zoals hij het zelf alleen weet. Wilt gij nu nog horen dat het koningschap van onze Heer Jezus Christus eeuwig is? Abraham, uw vader, heeft gejuicht om mijn dag te zien, hij heeft hem gezien en zich verblijd' (Joh. 8, 56)[b:Joh. 8, 56] Toen de Joden om dit gezegde wrevelig werden, gaf Hij nog een groter getuigenis. 'Voor Abraham werd geboren, ben Ik' (Joh. 8, 58)[b:Joh. 8, 58]. Biddend tot de Vader zegt Hij: 'Vader, verheerlijk Mij bij Uzelf met de glorie, welke Ik bezat eer de wereld bestond' (Joh. 17, 5)[b:Joh. 17, 5]. Heel duidelijk zegt Hij: Vóór de wereld bestond bezat Ik glorie bij U. En met de woorden: 'Gij hebt Mij liefgehad vóór de grondvesting van de wereld' (Joh. 17, 24)[b:Joh. 17, 24], zegt Hij hetzelfde: 'Ik heb een eeuwige glorie bij U'.
Voor uw vroomheid is het voldoende, dat gij weet dat God slechts één Zoon heeft, een, naar de natuur geboren. Hij begon zijn bestaan niet toen Hij te Bethlehem geboren werd, maar is voor alle eeuwen. Luistert naar de profeet Micha: 'En gij Bethlehem, huis van Efrata, klein zijt gij onder de duizendtallen van Juda. Uit u zal voor Mij een leider ontspruiten, die mijn volk Israël zal weiden, maar van wie de oorsprong ligt in de oude tijden, in de eeuwige dagen'. Laat Degene die in Bethlehem geboren is even buiten beschouwing, om uw volle aandacht te schenken aan hem, die van eeuwigheid uit de Vader geboren is en wil Hem aanbidden. Weert ieder die leert dat de Zoon zijn begin in de tijd heeft, maar erkent dat de Vader het beginpunt is zonder tijd. Het begin van de Zoon kent geen tijd, is niet te vatten, mist ieder begin, is de Vader. De bronader van gerechtigheid van de eniggeboren Zoon is de Vader, die hem heeft verwekt, zoals hij het zelf alleen weet. Wilt gij nu nog horen dat het koningschap van onze Heer Jezus Christus eeuwig is? Abraham, uw vader, heeft gejuicht om mijn dag te zien, hij heeft hem gezien en zich verblijd' (Joh. 8, 56)[b:Joh. 8, 56] Toen de Joden om dit gezegde wrevelig werden, gaf Hij nog een groter getuigenis. 'Voor Abraham werd geboren, ben Ik' (Joh. 8, 58)[b:Joh. 8, 58]. Biddend tot de Vader zegt Hij: 'Vader, verheerlijk Mij bij Uzelf met de glorie, welke Ik bezat eer de wereld bestond' (Joh. 17, 5)[b:Joh. 17, 5]. Heel duidelijk zegt Hij: Vóór de wereld bestond bezat Ik glorie bij U. En met de woorden: 'Gij hebt Mij liefgehad vóór de grondvesting van de wereld' (Joh. 17, 24)[b:Joh. 17, 24], zegt Hij hetzelfde: 'Ik heb een eeuwige glorie bij U'.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media21
Nogmaals, wij geloven in één Heer Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God, die geboren is uit de Vader, waarachtig God vóór alle eeuwen, door Wie alles is ontstaan en er is niets dat zich aan zijn macht onttrokken heeft. Dat iedere ketterij verstomt die aan komt dragen met verschillende makers en scheppers van de wereld. Iedere tong die de Zoon lastert alsook zij die beweren dat de zon Christus is. De zon die gij ziet schijnen is Christus niet, want Hij is daarvan de Schepper. dat zij verstommen, die de eniggeboren Zoon van zijn waardigheid willen beroven, door te beweren dat de wereld het maaksel van engelen is. Of het nu zichtbare of onzichtbare dingen zijn, Tronen, Heerschappijen of wat dan ook, alles, alles is door Christus geschapen. Zonder roof te plegen is Hij Koning van zijn eigen schepselen, zoals Johannes zegt: 'Alles is door Hem geworden en buiten hem om is er in het geheel niets geworden'. Alles is door Hem geworden, daar de Vader werkte door de Zoon.
Nogmaals, wij geloven in één Heer Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God, die geboren is uit de Vader, waarachtig God vóór alle eeuwen, door Wie alles is ontstaan en er is niets dat zich aan zijn macht onttrokken heeft. Dat iedere ketterij verstomt die aan komt dragen met verschillende makers en scheppers van de wereld. Iedere tong die de Zoon lastert alsook zij die beweren dat de zon Christus is. De zon die gij ziet schijnen is Christus niet, want Hij is daarvan de Schepper. dat zij verstommen, die de eniggeboren Zoon van zijn waardigheid willen beroven, door te beweren dat de wereld het maaksel van engelen is. Of het nu zichtbare of onzichtbare dingen zijn, Tronen, Heerschappijen of wat dan ook, alles, alles is door Christus geschapen. Zonder roof te plegen is Hij Koning van zijn eigen schepselen, zoals Johannes zegt: 'Alles is door Hem geworden en buiten hem om is er in het geheel niets geworden'. Alles is door Hem geworden, daar de Vader werkte door de Zoon.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media22
Ik zal u nu een voorbeeld geven, maar zeg er bij dat het zwak is, want er bestaat onder het zichtbare geen enkel ding dat als voorbeeld kan dienen voor de goddelijke onzichtbare macht. Ik geef het dan als iets zwaks voor de zwakken. Een koning die een koningszoon heeft, is van plan een stad te stichten. Nu geeft hij aan zijn zoon, die ook koning is met hem, de ontwerpen. Deze neemt ze en brengt ze stipt ten uitvoer. In die geest moet u het scheppingswerk zien. nadat de vader besloten had alles te maken, heeft de Zoon naar de wil van de vader alles geschapen, zodat de wil van de Vader in zijn oorspronkelijkheid gehandhaafd is en de Zoon alle macht heeft over het geschapene. Zodoende is de macht van de vader over zijn eigen schepselen niet ontvreemd, noch behoeft de Zoon heerschappij uit te oefenen over iets, dat Hij niet geschapen heeft. Nogmaals zeg ik u dat het geen engelen zijn geweest, die de wereld hebben geschapen. Door Gods eniggeboren Zoon - voor alle eeuwen geboren - is alles geworden en er is niets dat daar een uitzondering op maakt. Door de genade van Christus is dit alles door ons gezegd.
Ik zal u nu een voorbeeld geven, maar zeg er bij dat het zwak is, want er bestaat onder het zichtbare geen enkel ding dat als voorbeeld kan dienen voor de goddelijke onzichtbare macht. Ik geef het dan als iets zwaks voor de zwakken. Een koning die een koningszoon heeft, is van plan een stad te stichten. Nu geeft hij aan zijn zoon, die ook koning is met hem, de ontwerpen. Deze neemt ze en brengt ze stipt ten uitvoer. In die geest moet u het scheppingswerk zien. nadat de vader besloten had alles te maken, heeft de Zoon naar de wil van de vader alles geschapen, zodat de wil van de Vader in zijn oorspronkelijkheid gehandhaafd is en de Zoon alle macht heeft over het geschapene. Zodoende is de macht van de vader over zijn eigen schepselen niet ontvreemd, noch behoeft de Zoon heerschappij uit te oefenen over iets, dat Hij niet geschapen heeft. Nogmaals zeg ik u dat het geen engelen zijn geweest, die de wereld hebben geschapen. Door Gods eniggeboren Zoon - voor alle eeuwen geboren - is alles geworden en er is niets dat daar een uitzondering op maakt. Door de genade van Christus is dit alles door ons gezegd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media23
Nu keren wij terug naar de geloofsbelijdenis, om daarmee de catechese te beëindigen. Of er nu sprake is van Engelen, Aartsengelen Tronen, of Heerschappijen, alles is door Christus geschapen. Hiermee beweer ik niet, dat de Vader niet bij machte was zelf dit alles te scheppen. Hij maakte zijn wil bekend aan zijn Zoon, opdat deze het ten uitvoer zou brengen en heersen over alles wat Hij zelf geschapen had. Niets kan de Zoon doen uit zichzelf, maar alleen wat Hij de vader ziet doen. Al wat Deze doet, dat doet de Zoon eveneens. (Joh. 5, 19)[b:Joh. 5, 19] 'Mijn Vader werkt tot heden toe, zo doe Ik het ook' (Joh. 5, 17)[b:Joh. 5, 17]. Er bestaat tussen beiden geen enkele strijd. 'Al het Mijne is het Uwe'. Zowel in het Oude- als in het Nieuwe verbond zien we dat duidelijk. 'Laten Wij de mens maken naar ons beeld en gelijkenis'. Dit sprak God tot iemand die bij Hem was. Maar het duidelijkst vind ik het psalmvers: 'Hij sprak en het: is geworden; Hij beval en het is geschapen'. De Vader sprak het bevel en de Zoon heeft het geschapen. Job zegt het op poëtische wijze: 'Hij die de hemel heeft uitgespannen, schrijdt over de golven van de zee' (Job 9, 8)[b:Job 9, 8]. De aandachtige toehoorder zal eruit begrijpen dat Hij, die tijdens zijn leven bier op aarde over de golven van de zee wandelde, dezelfde is als de maker van de hemel. In hetzelfde boek Job vraagt Jahweh: 'hebt gij slijk genomen en er een levend wezen van gemaakt; hebt gij het op de aarde geplaatst en er het spraakvermogen aan gegeven; werden voor u de poorten van de dood geopend en zijn de poortwachters met schrik geslagen toen zij u zagen? 'Hiermee wil God aantonen, dat Hij, die uit liefde voor de mensen stierf, dezelfde is die in de aanvang de mens uit slijk gemaakt heeft.
Nu keren wij terug naar de geloofsbelijdenis, om daarmee de catechese te beëindigen. Of er nu sprake is van Engelen, Aartsengelen Tronen, of Heerschappijen, alles is door Christus geschapen. Hiermee beweer ik niet, dat de Vader niet bij machte was zelf dit alles te scheppen. Hij maakte zijn wil bekend aan zijn Zoon, opdat deze het ten uitvoer zou brengen en heersen over alles wat Hij zelf geschapen had. Niets kan de Zoon doen uit zichzelf, maar alleen wat Hij de vader ziet doen. Al wat Deze doet, dat doet de Zoon eveneens. (Joh. 5, 19)[b:Joh. 5, 19] 'Mijn Vader werkt tot heden toe, zo doe Ik het ook' (Joh. 5, 17)[b:Joh. 5, 17]. Er bestaat tussen beiden geen enkele strijd. 'Al het Mijne is het Uwe'. Zowel in het Oude- als in het Nieuwe verbond zien we dat duidelijk. 'Laten Wij de mens maken naar ons beeld en gelijkenis'. Dit sprak God tot iemand die bij Hem was. Maar het duidelijkst vind ik het psalmvers: 'Hij sprak en het: is geworden; Hij beval en het is geschapen'. De Vader sprak het bevel en de Zoon heeft het geschapen. Job zegt het op poëtische wijze: 'Hij die de hemel heeft uitgespannen, schrijdt over de golven van de zee' (Job 9, 8)[b:Job 9, 8]. De aandachtige toehoorder zal eruit begrijpen dat Hij, die tijdens zijn leven bier op aarde over de golven van de zee wandelde, dezelfde is als de maker van de hemel. In hetzelfde boek Job vraagt Jahweh: 'hebt gij slijk genomen en er een levend wezen van gemaakt; hebt gij het op de aarde geplaatst en er het spraakvermogen aan gegeven; werden voor u de poorten van de dood geopend en zijn de poortwachters met schrik geslagen toen zij u zagen? 'Hiermee wil God aantonen, dat Hij, die uit liefde voor de mensen stierf, dezelfde is die in de aanvang de mens uit slijk gemaakt heeft.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media24
Christus was dus de eniggeboren Zoon van God, Schepper van de wereld. 'Hij was in de wereld, de wereld die door Hem werd gemaakt. Hij kwam in zijn eigen bezit' (Joh. 1, 10.11)[b:Joh. 1, 10.11] Dit leert ons het Evangelie. Christus is, op verlangen van zijn Vader, Schepper van het zichtbare en onzichtbare. Volgens Paulus werd 'door Hem alles geschapen wat in de hemel en op aarde is, de zichtbare en onzichtbare dingen, Tronen, Heerschappijen, Machten en Krachten. Alles is geschapen door Hem en voor Hem. 'Hij is voor alles en alles bestaat voor Hem' (Kol. 1, 16.17)[b:Kol. 1, 16.17]. Noemt gij het heelal, weet dan dat Hij dit op verlangen van de Vader heeft geschapen. 'Aan het einde van deze dagen heeft Hij tot ons gesproken door zijn Zoon, die Hij bestemd heeft om Heer te zijn van al wat bestaat, door Wie Hij ook het heelal heeft geschapen' (Heb. 1, 2)[b:Heb. 1, 2], aan Wie de glorie, eer en kracht toekomt met de Vader en de H. Geest, nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Christus was dus de eniggeboren Zoon van God, Schepper van de wereld. 'Hij was in de wereld, de wereld die door Hem werd gemaakt. Hij kwam in zijn eigen bezit' (Joh. 1, 10.11)[b:Joh. 1, 10.11] Dit leert ons het Evangelie. Christus is, op verlangen van zijn Vader, Schepper van het zichtbare en onzichtbare. Volgens Paulus werd 'door Hem alles geschapen wat in de hemel en op aarde is, de zichtbare en onzichtbare dingen, Tronen, Heerschappijen, Machten en Krachten. Alles is geschapen door Hem en voor Hem. 'Hij is voor alles en alles bestaat voor Hem' (Kol. 1, 16.17)[b:Kol. 1, 16.17]. Noemt gij het heelal, weet dan dat Hij dit op verlangen van de Vader heeft geschapen. 'Aan het einde van deze dagen heeft Hij tot ons gesproken door zijn Zoon, die Hij bestemd heeft om Heer te zijn van al wat bestaat, door Wie Hij ook het heelal heeft geschapen' (Heb. 1, 2)[b:Heb. 1, 2], aan Wie de glorie, eer en kracht toekomt met de Vader en de H. Geest, nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.be/toondocument/9303-over-de-eniggeboren-zoon-van-god-die-geboren-is-uit-de-vader-waarlijk-nl