De Bijbel

x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:

Informatie over dit document

De Bijbel
Willibrordvertaling 1975
1975
De Bijbel - De Bijbel
1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge
1975
28 december 2014
5061
nl
Toon meer

Taalopties voor dit document

Bekijk document in Engels Bekijk document in Latijn

Referenties naar dit document van thema's en berichten

Open uitgebreid overzicht

Extra opties voor dit document

Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social media

Referenties naar alinea 1 Samuel 9 2: 1

Christus Vivit ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
- Hoofdstuk 9
1
In Benjamin leefde een man: zijn naam was Kis, de zoon van Abiël, de zoon van Seror, de zoon van Bekorat, de zoon van Afiach, een Benjaminiet; hij was een vermogend man.

Referenties naar alinea 1 Samuel 9 1: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Die man had een zoon, Saul geheten, jeugdig en mooi; geen Israëliet kon met hem vergeleken worden: met kop en schouders stak hij boven allen uit.

Referenties naar alinea 1 Samuel 9 2: 1

Christus Vivit ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Eens, toen de ezelinnen van Kis, de vader van Saul, waren weggelopen, zei Kis tot zijn zoon Saul: `Ga niet met een knecht de ezelinnen zoeken.'

Referenties naar alinea 1 Samuel 9 3: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Saul trok door het bergland van Efraïm en door het land van Salisa zonder de ezelinnen te vinden. Vervolgens trokken zij door het land van Saalim, waar ze ook niet waren, en door dat van Benjamin, maar ook daar vonden zij de dieren niet.

Referenties naar alinea 1 Samuel 9 4: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen zij tenslotte in het land van Suf gekomen waren, zei Saul tegen de knecht die hem vergezelde: `Laten we maar teruggaan' anders maakt mijn vader zich meer zorgen over ons dan over de ezelinnen.'

Referenties naar alinea 1 Samuel 9 5: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Maar de knecht zei tegen Saul: `Ginds in die stad is een man Gods: hij staat hoog in aanzien; alles wat hij zegt komt precies uit. Laten we er meteen naar toe gaan; misschien kan hij ons inlichtingen geven over datgene waarvoor wij op weg zijn gegaan.'

Referenties naar alinea 1 Samuel 9 6: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Saul zei tegen de knecht: `Wat kunnen wij die man aanbieden als wij erheen gaan? Het brood in onze reiszakken is op en wij hebben niets anders bij ons dat wij de man Gods kunnen aanbieden.'

Referenties naar alinea 1 Samuel 9 7: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Maar de knecht drong nog eens bij Saul aan en zei: `Ik heb nog een kwart sikkel zilver bij me; als ik die de man Gods aanbied, zal hij ons wel inlichtingen geven over de weg die we moeten gaan.'

Referenties naar alinea 1 Samuel 9 8: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
- Vroeger zei men in Israël, als men God ging raadplegen: Kom, laten wij naar de ziener gaan; de profeet van tegenwoordig werd vroeger namelijk ziener genoemd.

Referenties naar alinea 1 Samuel 9 9: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Toen zei Saul tegen de knecht: `Dat is een goed voorstel! Kom, laten we naar de ziener gaan.' Zij gingen dus naar de stad waar de man Gods was.

Referenties naar alinea 1 Samuel 9 10: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Toen zij de oplopende weg naar de stad insloegen, kwamen zij meisjes tegen die water gingen putten en vroegen hen: `Is de ziener hier?'

Referenties naar alinea 1 Samuel 9 11: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De meisjes antwoordden: `Ja, hij was net voor u hier; als u zich haast, treft u hem nog; hij is zojuist in de stad gekomen, omdat het volk vandaag op de hoogte een offermaal houdt.

Referenties naar alinea 1 Samuel 9 12: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Als u de stad binnengaat, treft u hem nog voordat hij de hoogte opgaat om te eten, want het volk eet niet, voor hij gekomen is. Hij moet het offer zegenen, en daarna eten de genodigden. Gaat dus maar verder; dan zult u hem spoedig vinden.'

Referenties naar alinea 1 Samuel 9 13: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Zij gingen dus naar de stad en toen zij de stad binnengingen kwam Samuël juist naar buiten, hun tegemoet, om zich naar de hoogte te begeven.

Referenties naar alinea 1 Samuel 9 14: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Nu had Jahwe Samuël daags voor de komst van Saul meegedeeld:

Referenties naar alinea 1 Samuel 9 15: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
`Morgen om deze tijd stuur Ik een man uit Benjamin naar u toe, die gij moet zalven tot vorst van mijn volk Israël. Hij zal mijn volk verlossen uit de macht van de Filistijnen, want Ik heb op mijn volk neergezien, omdat zijn hulpgeroep tot Mij is doorgedrongen.

Referenties naar alinea 1 Samuel 9 16: 2

Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Toen Samuël Saul zag, gaf Jahwe hem te kennen: `Dit is de man, over wie Ik u gesproken heb. Hij zal heersen over mijn volk.'

Referenties naar alinea 1 Samuel 9 17: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
In de poort trad Saul op Samuël toe en zei: `Wilt u zo vriendelijk zijn, mij het huis van de ziener te wijzen?'

Referenties naar alinea 1 Samuel 9 18: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Samuël gaf Saul ten antwoord: `Ik ben de ziener. Ga voor mij uit naar de hoogte; vandaag gaat u met mij eten en morgenvroeg zal ik u uitgeleide doen. Ik zal u vertellen wat u op het hart ligt:

Referenties naar alinea 1 Samuel 9 19: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
wat de ezelinnen betreft die al drie dagen zoek zijn, maak u daarover niet bezorgd; ze zijn terecht. Maar wat Israël zich wenst, aan wie valt dat ten deel? Aan niemand anders dan aan u en uw gehele familie.'

Referenties naar alinea 1 Samuel 9 20: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Saul antwoordde: `Ik ben maar een Benjaminiet en kom dus uit een van de kleinste stammen van Israël; mijn geslacht is het onbeduidendste van alle geslachten van de stam Benjamin. Hoe kunt u dan zoiets tegen mij zeggen?'

Referenties naar alinea 1 Samuel 9 21: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Toen nam Samuël Saul en diens knecht met zich mee. Hij leidde hen de zaal binnen, gaf hun een plaats aan het hoofd van de genodigden, ongeveer dertig man,

Referenties naar alinea 1 Samuel 9 22: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
en zei tegen de kok: `Dien het stuk op dat ik u gegeven heb met de opdracht het apart te houden.'

Referenties naar alinea 1 Samuel 9 23: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Toen diende de kok het schenkelstuk op en zette dat voor aan Saul. Samuël zei: `Wat men u heeft voorgezet is het uitgelezen stuk; eet ervan, want voor u werd het bewaard en dat was mijn bedoeling reeds, toen ik het volk uitnodigde voor dit feest.' Zo at Saul die dag met Samuël.

Referenties naar alinea 1 Samuel 9 24: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Daarna daalden zij van de hoogte af naar de stad, en Samuël onderhield zich met Saul op het dakterras. `

Referenties naar alinea 1 Samuel 9 25: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Zij stonden vroeg op, en zodra de dag aangebroken was riep Samuël tot Saul op het dakterras: `Kom, dan zal ik u uitgeleide doen.' Saul kwam en samen gingen zij naar buiten, hij en Samuël.

Referenties naar alinea 1 Samuel 9 26: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Toen ze aan het eind van de stad waren gekomen, zei Samuël tot Saul: `Zeg tegen de knecht dat hij vooruit moet gaan de knecht deed dat - en blijf zelf een ogenblik staan: dan zal ik u mededelen wat God gezegd heeft.'

Referenties naar alinea 1 Samuel 9 27: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media