Inhoudsopgave
- Inhoud
Vandaag, in dit , staan wij op een bijzondere manier stil bij de penitentiaire instellingen, bij de gevangenen en bij allen die binnen het gevangeniswezen verantwoordelijkheid dragen of er werkzaam zijn. Dat dit jubileum plaatsvindt op de derde zondag van de Advent is veelzeggend. De Kerk noemt deze dag Gaudetezondag, naar de eerste woorden van de intredezang. Het is de zondag van de vreugde die ons herinnert aan de vreugdevolle dimensie van het wachten: het vertrouwen dat er iets goeds, iets vreugdevols zal gebeuren.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
In dat licht klinken ook de woorden die paus Franciscus op 26 december vorig jaar sprak bij de opening van de Heilige Deur in Chiesa del Padre Nostro in de gevangenis van Rebibbia. Hij richtte zich tot iedereen met deze uitnodiging: “Ik zeg jullie twee dingen: ten eerste, houd het touw vast, met het anker van de hoop. Ten tweede, zet de deuren van jullie hart wijd open.” Met een beeld dat verder reikt dan ruimte en tijd en uitzicht geeft op de eeuwigheid , riep hij ons op het geloof in het leven dat komt levend te houden en te blijven geloven in de mogelijkheid van een betere toekomst. Tegelijk spoorde hij ons aan om, met een ruim hart, gerechtigheid en naastenliefde concreet te beleven op de plaatsen waar wij leven.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Nu het einde van het Jubeljaar nadert, moeten wij eerlijk erkennen dat er, ondanks de inzet van velen, ook binnen het gevangeniswezen nog veel werk te verrichten blijft. De woorden van de profeet Jesaja die wij zojuist hebben gehoord – “de vrijgekochten van de Heer keren terug en komen jubelend naar Sion” – brengen ons in herinnering dat het God is die vrijkoopt, verlost en bevrijdt. Tegelijk maken zij duidelijk dat dit een veeleisende opdracht is voor ons allen. De gevangenis is een moeilijke plaats, waar zelfs de beste initiatieven op tal van hindernissen kunnen stuiten. Juist daarom mogen wij niet ontmoedigd raken of stilvallen. Het vraagt om volharding, moed en een geest van samenwerking. Velen beseffen nog onvoldoende dat na elke val opnieuw opstaan mogelijk moet zijn, dat geen enkel mens herleid kan worden tot zijn of haar daden, en dat gerechtigheid altijd de weg gaat van herstel en verzoening.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Wanneer wij er zelfs in moeilijke omstandigheden in slagen de schoonheid van menselijke gevoeligheid te bewaren – aandacht voor de noden van anderen, respect, barmhartigheid en vergevingsgezindheid – dan kunnen er bloemen groeien uit de harde grond van zonde en lijden. Ook binnen gevangenismuren rijpen gebaren, projecten en ontmoetingen die uitblinken door hun menselijkheid. Dat vraagt innerlijk werk aan gevoelens en gedachten. Dat is belangrijk voor wie van zijn vrijheid is beroofd, maar evenzeer voor wie de verantwoordelijkheid draagt om hen te vertegenwoordigen en erop toe te zien dat zij rechtvaardig worden behandeld. Het Jubileum nodigt uit tot een vernieuwde innerlijke houding om zo een bron van vreugde en hoop te worden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Daarom is het wezenlijk om de blik eerst te richten op Jezus, op zijn menselijkheid en op zijn Koninkrijk, waar “blinden zien, lammen lopen … en aan armen het goede nieuws wordt verkondigd” (Mt. 11,5). Deze wonderen gebeuren soms door buitengewone ingrepen van God, maar veel vaker worden zij aan ons toevertrouwd: aan ons mededogen, onze aandacht en onze wijsheid, en aan de verantwoordelijkheid van onze gemeenschappen en instellingen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Zo komen wij bij een andere dimensie van de profetie die wij hebben gehoord: de opdracht om overal – en in het bijzonder in gevangenissen te werken aan een samenleving die steunt op nieuwe criteria en uiteindelijk op de naastenliefde. De heilige Paulus VI verwoordde dit aan het einde van het Jubeljaar 1975 met deze woorden: “Deze - de naastenliefde - moet, vooral op het vlak van het openbare leven, het begin zijn van het nieuwe uur van genade en welwillendheid dat de kalender van de geschiedenis voor ons opent: de beschaving van de liefde!”
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
In diezelfde geest sprak paus Franciscus de hoop uit dat tijdens dit Jubeljaar “vormen van amnestie of gratie, bedoeld om mensen te helpen opnieuw vertrouwen te krijgen in zichzelf en in de samenleving” , zouden worden verleend en dat allen echte kansen tot herintegratie zouden ontvangen. Het is te hopen dat veel landen gehoor geven aan deze wens. Vanuit zijn Bijbelse oorsprong was het Jubeljaar immers een genadejaar, waarin ieder de mogelijkheid kreeg om op uiteenlopende manieren opnieuw te beginnen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Ook het Evangelie dat wij vandaag hoorden spreekt hierover. Johannes de Doper riep, terwijl hij predikte en doopte, het volk op tot bekering en nodigde hen uit om opnieuw symbolisch de rivier over te steken, zoals in de tijd van Jozua. Het ging om het binnengaan van het nieuwe “Beloofde Land”: een hart dat verzoend is met God en met de broeders en zusters. Het profiel van Johannes als profeet is daarbij veelzeggend. Hij was rechtlijnig, sober en vrijmoedig, zozeer zelfs dat hij omwille van zijn woorden gevangen werd gezet. Hij was geen “riet dat door de wind wordt bewogen” (Mt. 11,7). Tegelijk toonde hij veel barmhartigheid en begrip voor allen die oprecht berouw toonden en zich inspanden om te veranderen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
In dit verband besluit de heilige Augustinus een van zijn bekende commentaren op het evangelieverhaal van de overspelige vrouw met deze woorden: “Toen de aanklagers waren weggegaan, bleven alleen de arme vrouw en de barmhartigheid over. En tot haar zei de Heer: ga heen en zondig niet meer”
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Dierbare vrienden, de opdracht die de Heer aan jullie toevertrouwt – aan jullie allen, gevangenen en medewerkers binnen het gevangeniswezen – is zwaar en complex. Er zijn tal van problemen die aandacht vragen: overbevolking, een tekort aan stabiele educatieve programma’s voor rehabilitatie en aan werkgelegenheid. Op persoonlijk vlak is er het gewicht van het verleden, zijn er wonden die genezing vragen in lichaam en hart, teleurstellingen, en het grote geduld dat nodig is met zichzelf en met anderen op wegen van bekering. Ook de verleiding om op te geven of om niet langer te vergeven is reëel. Toch blijft de Heer, voorbij dit alles, ons telkens opnieuw voorhouden wat werkelijk telt: dat niemand verloren gaat en dat allen “gered worden” [b:1 Tim. 2, 4).
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Laat niemand verloren gaan. Laat allen gered worden. Dat is wat God wil, dat is zijn Koninkrijk en dat is het doel van zijn handelen in de wereld. Nu Kerstmis nadert, willen ook wij deze droom met grotere kracht omarmen en standvastig en trouw blijven in onze inzet (vgl. Jak 5,8). Wij weten dat wij, zelfs bij de grootste uitdagingen, niet alleen zijn. De Heer is nabij , Hij gaat met ons mee. Met Hem aan onze zijde zal er altijd iets goeds en vreugdevols groeien.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.be/toondocument/9759-bloemen-kunnen-zelfs-bloeien-in-de-gevangenis-nl