'Die vlees is geworden en de menselijke natuur heeft aangenomen'
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
'Die vlees is geworden en de menselijke natuur heeft aangenomen'
Catechese XII voor de illuminandi - Uitgesproken te Jeruzalem
Cyrillus van Jeruzalem
350
Kerkelijke schrijvers - Catecheses
1974, Catechesen van onze heilige vader Cyrillus van Jerusalem I - getypte versie: Benedictusberg, Lemiers
Vert. uit het Grieks
Alineaverdeling en -nummering en Bijbelreferenties naar CCEL
Datering onzeker
Bijbelcitaten slechts ten dele toegevoegd
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documten
Alineaverdeling en -nummering en Bijbelreferenties naar CCEL
Datering onzeker
Bijbelcitaten slechts ten dele toegevoegd
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documten
1974
Mgr. J.J.M. van Susante
13 januari 2025
9411
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
Lezing uit Jesaja: 'En de heer ging voort te spreken tot Achas: vraag een teken ... ' en verder: 'Zie de Maagd zal ontvangen en een Zoon baren en men zal Hem noemen: Emmanuël' (Jes. 7, 10-14)[b:Jes. 7, 10-14]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media1.
Gij beoefenaars van de zuiverheid en leerlingen van de kuisheid. zingt God lof met reine lippen, Hij die uit de Maagd is geboren. Weldra zult gij mogen aanzitten aan het vlees van het geestelijk Lam, waarvan gij tegelijk het hoofd en de voeten zult nuttigen; het hoofd waardoor de godheid, en de voeten waarmee de mensheid wordt aangegeven. Gij die graag de Evangeliën hoort, luistert naar Johannes de theoloog. Na gezegd te hebben: 'In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God', laat hij er terstond op volgen: 'en het Woord is vlees geworden'. Het is noch gerechtvaardigd de mens alleen te aanbidden, noch getuigt het van rechtschapenheid Hem God te noemen, zonder de menselijke natuur er bij te betrekken. Zou Christus, God zijnde, de menselijke natuur niet hebben aangenomen, dan zouden wij vreemd zijn aan de verlossing. Als God moeten wij Hem aanbidden; in de Menswording moeten wij geloven. Het zou u niets baten Hem mens te noemen, zonder zijn godheid te erkennen. Noch zou het heilzaam zijn zijn godheid te belijden, zonder zijn mensheid. Tevens moeten wij in Hem én de koning én de geneesheer erkennen. Want wat ziek was heeft Koning Jezus geheeld toen Hij zich met het linnen van de mensheid omgordde. De volmaakte Leermeester van de kinderen wordt kind met de kinderen, om hen die onwijs zijn wijs te maken. Het hemelsbrood is neergedaald om de hongerigen te voeden.
Gij beoefenaars van de zuiverheid en leerlingen van de kuisheid. zingt God lof met reine lippen, Hij die uit de Maagd is geboren. Weldra zult gij mogen aanzitten aan het vlees van het geestelijk Lam, waarvan gij tegelijk het hoofd en de voeten zult nuttigen; het hoofd waardoor de godheid, en de voeten waarmee de mensheid wordt aangegeven. Gij die graag de Evangeliën hoort, luistert naar Johannes de theoloog. Na gezegd te hebben: 'In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God', laat hij er terstond op volgen: 'en het Woord is vlees geworden'. Het is noch gerechtvaardigd de mens alleen te aanbidden, noch getuigt het van rechtschapenheid Hem God te noemen, zonder de menselijke natuur er bij te betrekken. Zou Christus, God zijnde, de menselijke natuur niet hebben aangenomen, dan zouden wij vreemd zijn aan de verlossing. Als God moeten wij Hem aanbidden; in de Menswording moeten wij geloven. Het zou u niets baten Hem mens te noemen, zonder zijn godheid te erkennen. Noch zou het heilzaam zijn zijn godheid te belijden, zonder zijn mensheid. Tevens moeten wij in Hem én de koning én de geneesheer erkennen. Want wat ziek was heeft Koning Jezus geheeld toen Hij zich met het linnen van de mensheid omgordde. De volmaakte Leermeester van de kinderen wordt kind met de kinderen, om hen die onwijs zijn wijs te maken. Het hemelsbrood is neergedaald om de hongerigen te voeden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media2.
Ten onrechte hebben de Joden Christus verstoten en verwachten nog steeds hun heiland, die als een misleider zal optreden. Christus heeft daarover gezegd: 'Ik ben gekomen in naam van mijn Vader, en toch aanvaardt gij Mij niet; komt een ander in zijn eigen naam, dan zult gij hem aanvaarden'. Maar we zullen de Joden het vuur aan de schenen leggen. Jesaja zegt, dat de Emmanuël uit een Maagd geboren zal worden. Spreekt hij nu de waarheid of is het een leugen? Het is niet te verwonderen als zij hem voor een leugenaar zullen houden, want het is niet alleen hun gewoonte dit te doen, maar ze gaan zelfs zover, dat zij hun profeten stenigen. Zeggen zij tóch dat de profeet waarheid spreekt, toon dan de Emmanuël. Wordt degene die gij verwacht uit een maagd geboren of niet? Zegt gij neen, dan beschuldigt gij de profeet van een leugen. Zegt gij ja, waarom hebt gij dan het reeds gebeurde verworpen?
Ten onrechte hebben de Joden Christus verstoten en verwachten nog steeds hun heiland, die als een misleider zal optreden. Christus heeft daarover gezegd: 'Ik ben gekomen in naam van mijn Vader, en toch aanvaardt gij Mij niet; komt een ander in zijn eigen naam, dan zult gij hem aanvaarden'. Maar we zullen de Joden het vuur aan de schenen leggen. Jesaja zegt, dat de Emmanuël uit een Maagd geboren zal worden. Spreekt hij nu de waarheid of is het een leugen? Het is niet te verwonderen als zij hem voor een leugenaar zullen houden, want het is niet alleen hun gewoonte dit te doen, maar ze gaan zelfs zover, dat zij hun profeten stenigen. Zeggen zij tóch dat de profeet waarheid spreekt, toon dan de Emmanuël. Wordt degene die gij verwacht uit een maagd geboren of niet? Zegt gij neen, dan beschuldigt gij de profeet van een leugen. Zegt gij ja, waarom hebt gij dan het reeds gebeurde verworpen?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media3.
Laat de Joden als zij dat willen maar dwalen; Gods Kerk moet verheerlijkt worden. Het Woord Gods is niet uit de wil van man en vrouw geboren, maar uit een Maagd en de Heilige Geest. Het Evangelie leert dat onomwonden, niet in schijn, maar in waarheid. Wacht nog maar rustig de tijd van de onderrichting af, want gij zult nog genoeg bewijzen krijgen, dat Hij uit de Maagd geboren is. Iedere ketter heeft zijn letter. De een beweert dat er van een maagdelijke geboorte geen sprake is; een ander zegt, dat Hij wel geboren is, maar door samenkomst van man en vrouw; weer anderen beweren, dat Christus geen mens is geworden, maar een van de mensen heeft het zover gebracht, dat hij aïs God gekroond werd.
Laat de Joden als zij dat willen maar dwalen; Gods Kerk moet verheerlijkt worden. Het Woord Gods is niet uit de wil van man en vrouw geboren, maar uit een Maagd en de Heilige Geest. Het Evangelie leert dat onomwonden, niet in schijn, maar in waarheid. Wacht nog maar rustig de tijd van de onderrichting af, want gij zult nog genoeg bewijzen krijgen, dat Hij uit de Maagd geboren is. Iedere ketter heeft zijn letter. De een beweert dat er van een maagdelijke geboorte geen sprake is; een ander zegt, dat Hij wel geboren is, maar door samenkomst van man en vrouw; weer anderen beweren, dat Christus geen mens is geworden, maar een van de mensen heeft het zover gebracht, dat hij aïs God gekroond werd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media4.
Herinnert u zich nog wat gisteren over de Godheid gezegd is? Nu moet u in geloof aannemen, dat diezelfde Zoon Gods in de tijd uit een Maagd geboren is. De evangelist Johannes zegt het duidelijk: 'En het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond" Voor alle eeuwen is het Woord uit de Vader geboren. Onlangs heeft Hij voor ons het vlees aangenomen. Hiertegen heerst veel verzet. Was het dan van zo'n kapitaal belang dat God de menselijke natuur aannam? Het ligt toch niet in de lijn van Gods natuur met de mensen te verkeren? Hoe bestaat het dat een Maagd baart, zonder medewerking van een man? Omwille van de vele problemen en strijdvragen willen wij nu, met de hulp van Gods genade en geschraagd door uw gebed, overgaan tot het oplossen van ieder punt.
Herinnert u zich nog wat gisteren over de Godheid gezegd is? Nu moet u in geloof aannemen, dat diezelfde Zoon Gods in de tijd uit een Maagd geboren is. De evangelist Johannes zegt het duidelijk: 'En het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond" Voor alle eeuwen is het Woord uit de Vader geboren. Onlangs heeft Hij voor ons het vlees aangenomen. Hiertegen heerst veel verzet. Was het dan van zo'n kapitaal belang dat God de menselijke natuur aannam? Het ligt toch niet in de lijn van Gods natuur met de mensen te verkeren? Hoe bestaat het dat een Maagd baart, zonder medewerking van een man? Omwille van de vele problemen en strijdvragen willen wij nu, met de hulp van Gods genade en geschraagd door uw gebed, overgaan tot het oplossen van ieder punt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media5.
Beginnen wij met ons af te vragen, waarom Jezus is neergedaald. Vanwege de mogelijkheid dat gij u door valse drogredenen zou laten ompraten, getuig ik hier, dat gij niet op mijn redeneringen moet letten; sterker nog; als gij bij ieder punt geen getuigenis van de profeten krijgt, behoeft gij geen geloof te hechten aan hetgeen ik u ga zeggen. Gij moet van niemand onderricht aanvaarden, zo hij het niet tevens weet te staven met getuigenissen uit de H. Schrift, zowel wat de plaats aangaat, als de tijd en de wijze waarop. Het is mogelijk dat gij omtrent de persoon die hier voor u staat, die u nu onderricht geeft, verdenking koester, maar iedereen die een beetje gezond verstand heeft, zal dat zeker niet doen voor de persoon die duizend jaar geleden over deze dingen geprofiteerd heeft. Zoekt gij de reden van Christus komst, leest dan het eerste boek van de H. Schrift. In zes dagen heeft God de wereld gemaakt en dit alles voor de mens. De zon straalt wel haar schitterende stralen uit, maar het doel van haar schepping is de mens. Ook de dieren kregen een plaats op aarde, maar dienstbaar aan de mensen. De bomen en gewassen werden geschapen tot ons profijt. Al het geschapene was goed, maar geen van de schepselen droeg het gelijkenis van God, behalve de mens. De zon werd op Gods bevel geschapen, de mens door zijn handen. 'Laat: ons de mens maken naar ons beeld en gelijkenis' (Gen. 1, 26)[b:Gen. 1, 26]. Als reeds aan een houten afbeelding van een koning eer bewezen wordt, hoeveel te meer dan aan een redelijk beeld van God?
Beginnen wij met ons af te vragen, waarom Jezus is neergedaald. Vanwege de mogelijkheid dat gij u door valse drogredenen zou laten ompraten, getuig ik hier, dat gij niet op mijn redeneringen moet letten; sterker nog; als gij bij ieder punt geen getuigenis van de profeten krijgt, behoeft gij geen geloof te hechten aan hetgeen ik u ga zeggen. Gij moet van niemand onderricht aanvaarden, zo hij het niet tevens weet te staven met getuigenissen uit de H. Schrift, zowel wat de plaats aangaat, als de tijd en de wijze waarop. Het is mogelijk dat gij omtrent de persoon die hier voor u staat, die u nu onderricht geeft, verdenking koester, maar iedereen die een beetje gezond verstand heeft, zal dat zeker niet doen voor de persoon die duizend jaar geleden over deze dingen geprofiteerd heeft. Zoekt gij de reden van Christus komst, leest dan het eerste boek van de H. Schrift. In zes dagen heeft God de wereld gemaakt en dit alles voor de mens. De zon straalt wel haar schitterende stralen uit, maar het doel van haar schepping is de mens. Ook de dieren kregen een plaats op aarde, maar dienstbaar aan de mensen. De bomen en gewassen werden geschapen tot ons profijt. Al het geschapene was goed, maar geen van de schepselen droeg het gelijkenis van God, behalve de mens. De zon werd op Gods bevel geschapen, de mens door zijn handen. 'Laat: ons de mens maken naar ons beeld en gelijkenis' (Gen. 1, 26)[b:Gen. 1, 26]. Als reeds aan een houten afbeelding van een koning eer bewezen wordt, hoeveel te meer dan aan een redelijk beeld van God?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMaar de afgunst van de duivel heeft de grootste van alle schepselen uit het paradijs verdreven. De vijand verheugde zich, dat degene die hij benijdde, gevallen was. Zoudt gij kunnen verdragen dat deze vijand zich blijvend zou verheugen? Hij durfde de man niet te benaderen vanwege zijn sterkte en ging daarom naar de vrouw, als naar een zwakkere. Zij was nog maagd. Pas toen zij uit het paradijs waren verdreven, bekende Adam Eva (Gen. 4, 1)[b:Gen. 4, 1]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media6.
Na het eerste geslacht kwam er een tweede: Kaïn en Abel. Kaïn werd de eerste mensenmoordenaar. Daarna ontstond er een overstroming, vanwege de veelvuldige boosheid van de mensen. nadien kwam er vuur uit de hemel op de Sodomieten vanwege hun grove ongerechtigheid. Na verloop van tijd koos God Israël voor zich uit, maar ook dit volk werd met wonden geslagen en afvallig. Want toen Mozes op de. berg voor Gods aangezicht stond, aanbad het volk een kalf als zijn God. Mozes had gezegd: 'Gij moet geen overspel bedrijven'. Toch ging men het bordeel binnen om zich over te geven aan losbandigheid. Na Mozes traden er profeten op om Israël te genezen, maar terwijl zij genezing brachten, barstten zij in weeklachten uit, bang het lijden niette boven te komen. Een van hen jammerde: 'Wee mij, want de vromen zijn van de aarde verdwenen en onder de mensen zijn er geen meer te vinden die nog goed zijn'. En elders: 'Allen zijn afgedwaald en nutteloos geworden; er is niemand die goed doet, niet één'. Op een andere plaats luidt het: 'Van moord, diefstal en ontucht loopt de aarde over. Zij offerden hun zonen en dochters aan de duivels' (Ps. 106, 37)[b:Ps. 106, 37]. Tevens hielden zij zich bezig met vogelwichelarij, tovermiddelen en voortekenen. (2 Kron 33, 6)[[b:2 Kron 33, 6]] Van hen staat geschreven: 'Zij bonden met biezen hun kleren samen en spreidden ze als tapijten vlak voor het altaar uit'. (Amos 2, 8)[b:Amos 2, 8]
Na het eerste geslacht kwam er een tweede: Kaïn en Abel. Kaïn werd de eerste mensenmoordenaar. Daarna ontstond er een overstroming, vanwege de veelvuldige boosheid van de mensen. nadien kwam er vuur uit de hemel op de Sodomieten vanwege hun grove ongerechtigheid. Na verloop van tijd koos God Israël voor zich uit, maar ook dit volk werd met wonden geslagen en afvallig. Want toen Mozes op de. berg voor Gods aangezicht stond, aanbad het volk een kalf als zijn God. Mozes had gezegd: 'Gij moet geen overspel bedrijven'. Toch ging men het bordeel binnen om zich over te geven aan losbandigheid. Na Mozes traden er profeten op om Israël te genezen, maar terwijl zij genezing brachten, barstten zij in weeklachten uit, bang het lijden niette boven te komen. Een van hen jammerde: 'Wee mij, want de vromen zijn van de aarde verdwenen en onder de mensen zijn er geen meer te vinden die nog goed zijn'. En elders: 'Allen zijn afgedwaald en nutteloos geworden; er is niemand die goed doet, niet één'. Op een andere plaats luidt het: 'Van moord, diefstal en ontucht loopt de aarde over. Zij offerden hun zonen en dochters aan de duivels' (Ps. 106, 37)[b:Ps. 106, 37]. Tevens hielden zij zich bezig met vogelwichelarij, tovermiddelen en voortekenen. (2 Kron 33, 6)[[b:2 Kron 33, 6]] Van hen staat geschreven: 'Zij bonden met biezen hun kleren samen en spreidden ze als tapijten vlak voor het altaar uit'. (Amos 2, 8)[b:Amos 2, 8]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media7.
De mensheid was grotelijks gewond, 'van voetzool tot hoofdkruin was geen gezonde plek meer'. Het was onmogelijk er pleisters op te doen, of olie en verband. Het is niet voor niets dat de profeten de moed opgaven en in weeklachten uitbarsten. 'Wie zal uit Sion het heil van Israël doen dagen', en elders: 'Strek uw hand uit over de man van uw rechterhand en over de zoon van de mensen, die Gij voor altijd hebt uitverkoren; laat ons in geen geval van U wijken'. Een ander smeekte onder tranen: 'Heer, buig uw hemelen, en daal neder'. De wonden van de mensheid gaan onze heelkunde te boven. De profeten zijn vermoord, uw ere-altaren verwoest. Onherstelbaar is het kwaad; alleen U kan het herstellen, U hebben wij nodig.
De mensheid was grotelijks gewond, 'van voetzool tot hoofdkruin was geen gezonde plek meer'. Het was onmogelijk er pleisters op te doen, of olie en verband. Het is niet voor niets dat de profeten de moed opgaven en in weeklachten uitbarsten. 'Wie zal uit Sion het heil van Israël doen dagen', en elders: 'Strek uw hand uit over de man van uw rechterhand en over de zoon van de mensen, die Gij voor altijd hebt uitverkoren; laat ons in geen geval van U wijken'. Een ander smeekte onder tranen: 'Heer, buig uw hemelen, en daal neder'. De wonden van de mensheid gaan onze heelkunde te boven. De profeten zijn vermoord, uw ere-altaren verwoest. Onherstelbaar is het kwaad; alleen U kan het herstellen, U hebben wij nodig.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media8.
De Heer heeft dan ook de smekingen van de profeten gehoord. De Vader heeft ons geslacht, dat ten verderven ging, niet voorbij gezien. vanuit de hemel heeft Hij ons zijn Zoon, onze Heer, als geneesheer gezonden. Dit is door de profeten voorspeld: 'De Heer die gij zoekt komt, en zijn komst zal plotseling zijn'. Waarheen? 'De Heer komt tot zijn tempel', waar zij Hem wilden stenigen. Laten wij een van de profeten ondervragen. 'Hebt gij zachtjes gesproken, als het over Gods heil ging, of hebt gij Gods komst in het verborgene aangekondigd?' Dit bevel gaf de heer: 'Bestijg een hoge berg, gij vreugdebode van Sion, spreekt tot de steden van Juda'. Wat moet ik zeggen? 'Zie ik kom en zal in uw midden wonen en vele volkeren zullen tot Mij hun toevlucht nemen'. De Israëlieten hebben mijn heil verworpen, nu ben Ik gekomen om alle volken en tongen te vergaderen. 'Hij kwam in het zijne, maar de zijnen aanvaarden Hem niet'. Wat deelt gij de volken mee bij Uw komst? Bij mijn komst zal. Ik alle volkeren vergaderen en hen een teken nalaten, want sedert mijn strijd aan het kruis geef Ik iedere soldaat van Mij een teken dat hij op zijn voorhoofd moet dragen. Over zijn komst profeteerde David: 'Hij deed de hemel buigen en daalde neer; en duisternis was onder zijn voeten' (Ps. 18, 9)[b:Ps. 18, 9] De mensen erkenden zijn nederdaling niet.
De Heer heeft dan ook de smekingen van de profeten gehoord. De Vader heeft ons geslacht, dat ten verderven ging, niet voorbij gezien. vanuit de hemel heeft Hij ons zijn Zoon, onze Heer, als geneesheer gezonden. Dit is door de profeten voorspeld: 'De Heer die gij zoekt komt, en zijn komst zal plotseling zijn'. Waarheen? 'De Heer komt tot zijn tempel', waar zij Hem wilden stenigen. Laten wij een van de profeten ondervragen. 'Hebt gij zachtjes gesproken, als het over Gods heil ging, of hebt gij Gods komst in het verborgene aangekondigd?' Dit bevel gaf de heer: 'Bestijg een hoge berg, gij vreugdebode van Sion, spreekt tot de steden van Juda'. Wat moet ik zeggen? 'Zie ik kom en zal in uw midden wonen en vele volkeren zullen tot Mij hun toevlucht nemen'. De Israëlieten hebben mijn heil verworpen, nu ben Ik gekomen om alle volken en tongen te vergaderen. 'Hij kwam in het zijne, maar de zijnen aanvaarden Hem niet'. Wat deelt gij de volken mee bij Uw komst? Bij mijn komst zal. Ik alle volkeren vergaderen en hen een teken nalaten, want sedert mijn strijd aan het kruis geef Ik iedere soldaat van Mij een teken dat hij op zijn voorhoofd moet dragen. Over zijn komst profeteerde David: 'Hij deed de hemel buigen en daalde neer; en duisternis was onder zijn voeten' (Ps. 18, 9)[b:Ps. 18, 9] De mensen erkenden zijn nederdaling niet.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media9.
Verbaast het u dan, dat Salomon, indachtig deze uitspraak van zijn vader David zich verwonderd afvroeg bij de bouw van de tempel: 'zal dan werkelijk God op aarde met de mensen wonen? (1 Kon 7, 27; 2 Kron. 6, 18)[b:1 Kon 7, 27; 2 Kron. 6, 18] 'Ja, zegt David, reeds bij voorbaat in zijn psalm die het opschrift draagt: 'Tot Salomon', ja, neerdalen zal Hij als regen op een vacht'. Regen als teken van het hemelse, en vacht als afbeeldsel van de mensheid. Wanneer regen op een vacht valt, gaat dat zonder enig gedruis. De wijzen vroegen dan ook bij de geboorte van Christus: 'Waar is de geboren Koning van de Joden? (Mt. 2, 2)[b:Mt. 2, 2] 'En Herodes op zijn beurt: 'Waar wordt de Christus geboren? (Mt. 2, 4)[b:Mt. 2, 4] 'Zo geheim was die geboorte.
Verbaast het u dan, dat Salomon, indachtig deze uitspraak van zijn vader David zich verwonderd afvroeg bij de bouw van de tempel: 'zal dan werkelijk God op aarde met de mensen wonen? (1 Kon 7, 27; 2 Kron. 6, 18)[b:1 Kon 7, 27; 2 Kron. 6, 18] 'Ja, zegt David, reeds bij voorbaat in zijn psalm die het opschrift draagt: 'Tot Salomon', ja, neerdalen zal Hij als regen op een vacht'. Regen als teken van het hemelse, en vacht als afbeeldsel van de mensheid. Wanneer regen op een vacht valt, gaat dat zonder enig gedruis. De wijzen vroegen dan ook bij de geboorte van Christus: 'Waar is de geboren Koning van de Joden? (Mt. 2, 2)[b:Mt. 2, 2] 'En Herodes op zijn beurt: 'Waar wordt de Christus geboren? (Mt. 2, 4)[b:Mt. 2, 4] 'Zo geheim was die geboorte.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media10.
Maar wie is neergedaald? Luistert naar het vervolg van die psalm: 'Blijven zal Hij met de zon en voor het aanschijn van de maan van geslacht tot geslacht'. (Ps. 77, 5)[b:Ps. 77, 5] En de profeet Zacharias zegt: 'Juicht van vreugde, dochter van Sion, jubelt Jeruzalems dochter, zie, uw Koning komt naar u toe, Hij is een Verlosser en rechtvaardig'. (Zach. 9, 9)[b:Zach. 9, 9] Maar profeet, er zijn zoveel koningen, over welke spreekt gij? Geef een kenteken dat duidelijk onderscheid maakt. Als gij een koning noemt die purper draagt is dat geen bijzonder kenteken, want dat dragen ze allemaal. Duidt gij hem aan met een lijfwacht in een met goud beslagen wagen, dan is dat ook niets bijzonders voor een koning. Geef een teken dat absoluut enig is voor de koning die u aankondigt. De profeet staat al klaar met zijn antwoord. 'Zie de Koning komt naar u toe, Hij is een redder en Hij is rechtvaardig. Hij is zachtmoedig en gezeten op een lastdier, op een jong veulen, niet op een strijdkar'. Jezus is de enige onder alle koningen, die gezeten op een onbereden veulen, Jeruzalem als koning is binnengetrokken, onder lofprijzingen van zijn volk. En wat doet die Koning bij zijn komst? 'Om het bloed van uw verbond heb Ik uw gevangenen bevrijd uit een put zonder water' (Zach. 9, 11)[b:Zach. 9, 11].
Maar wie is neergedaald? Luistert naar het vervolg van die psalm: 'Blijven zal Hij met de zon en voor het aanschijn van de maan van geslacht tot geslacht'. (Ps. 77, 5)[b:Ps. 77, 5] En de profeet Zacharias zegt: 'Juicht van vreugde, dochter van Sion, jubelt Jeruzalems dochter, zie, uw Koning komt naar u toe, Hij is een Verlosser en rechtvaardig'. (Zach. 9, 9)[b:Zach. 9, 9] Maar profeet, er zijn zoveel koningen, over welke spreekt gij? Geef een kenteken dat duidelijk onderscheid maakt. Als gij een koning noemt die purper draagt is dat geen bijzonder kenteken, want dat dragen ze allemaal. Duidt gij hem aan met een lijfwacht in een met goud beslagen wagen, dan is dat ook niets bijzonders voor een koning. Geef een teken dat absoluut enig is voor de koning die u aankondigt. De profeet staat al klaar met zijn antwoord. 'Zie de Koning komt naar u toe, Hij is een redder en Hij is rechtvaardig. Hij is zachtmoedig en gezeten op een lastdier, op een jong veulen, niet op een strijdkar'. Jezus is de enige onder alle koningen, die gezeten op een onbereden veulen, Jeruzalem als koning is binnengetrokken, onder lofprijzingen van zijn volk. En wat doet die Koning bij zijn komst? 'Om het bloed van uw verbond heb Ik uw gevangenen bevrijd uit een put zonder water' (Zach. 9, 11)[b:Zach. 9, 11].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media11.
Maar zo absoluut is dit teken nu ook weer niet, want wie wil beweren dat er nooit eerder een koning op een veulen heeft gezeten? Geef bij dit teken een duidelijke plaats aan waar Hij halt houdt, liefst niet ver van de stad, zodat wij de plaats nog precies kunnen vaststellen en het vanuit de stad kunnen zien. 'Op die dag zullen uw voeten steunen op de Olijfberg, die ligt ten oosten van Jeruzalem.' (Zach. 14, 4)[b:Zach. 14, 4] Iedereen die zich in de stad bevindt, kan deze plaats zien.
Maar zo absoluut is dit teken nu ook weer niet, want wie wil beweren dat er nooit eerder een koning op een veulen heeft gezeten? Geef bij dit teken een duidelijke plaats aan waar Hij halt houdt, liefst niet ver van de stad, zodat wij de plaats nog precies kunnen vaststellen en het vanuit de stad kunnen zien. 'Op die dag zullen uw voeten steunen op de Olijfberg, die ligt ten oosten van Jeruzalem.' (Zach. 14, 4)[b:Zach. 14, 4] Iedereen die zich in de stad bevindt, kan deze plaats zien.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media12.
Nu hebben we al twee tekenen, en toch hadden we graag nog een derde. Zeg ons wat de Heer bij zijn komst zal doen. Luistert naar Jesaja. 'Onze God zal komen om ons te verlossen. Dan zullen de ogen van de blinden geopend worden, de oren van de doven zullen weer horen. Opspringen als een hert zal de lamme en duidelijk verstaanbaar zal de taal van een stotteraar zijn'. Nog zijn wij niet gerust. Gij zegt, o profeet, dat de Heer bij zijn komst wondertekenen zal verrichten die nog nooit eerder geschied zijn. Maar kunt u iets noemen wat nóg duidelijker is? 'De Heer zelf komt oordelen die oudsten en hun vorsten'. Dit is een geweldig teken. De Heer die door zijn slaven wordt veroordeeld en het ook nog duldt.
Nu hebben we al twee tekenen, en toch hadden we graag nog een derde. Zeg ons wat de Heer bij zijn komst zal doen. Luistert naar Jesaja. 'Onze God zal komen om ons te verlossen. Dan zullen de ogen van de blinden geopend worden, de oren van de doven zullen weer horen. Opspringen als een hert zal de lamme en duidelijk verstaanbaar zal de taal van een stotteraar zijn'. Nog zijn wij niet gerust. Gij zegt, o profeet, dat de Heer bij zijn komst wondertekenen zal verrichten die nog nooit eerder geschied zijn. Maar kunt u iets noemen wat nóg duidelijker is? 'De Heer zelf komt oordelen die oudsten en hun vorsten'. Dit is een geweldig teken. De Heer die door zijn slaven wordt veroordeeld en het ook nog duldt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media13.
De Joden luisteren niet eens naar tekenen, maar stoppen de oren van hun hart toe om toch maar niets te horen. Doch laten wij daarentegen geloven in onze Heer Jezus Christus, die ons vlees aangenomen heeft en mens geworden is. Op een andere manier konden wij Hem niet bevatten. Hij is geworden wat wij zijn, omdat wij Hem niet konden aanschouwen zoals Hij was, maar nu kunnen wij van Hem genieten. Als wij de zon, op de vierde dag gemaakt, niet direct kunnen zien, hoe zoudt gij dan de Maker van de zon willen zien? Het volk van de Joden kon het zelfs niet verdragen dat de Heer in vuur op de berg Sinaï neerdaalde: "preekt gij tot ons, zeiden zij tot Mozes, spreekt gij, en wij zullen luisteren; maar laat God niet met ons spreken, anders zullen wij sterven". En elders: 'Welk schepsel dat de stem van de levende God heeft gehoord, die uit het vuur spreekt, kan in loeven blijven?' Als het horen van Gods stem de dood als gevolg heeft, hoe wilt gij Hem dan zien en de dood ontvluchten? Sta liever verwonderd en zeg met Mozes: 'Ik ben met vrees geslagen en sidder' (Heb. 12, 21)[b:Heb. 12, 21].
De Joden luisteren niet eens naar tekenen, maar stoppen de oren van hun hart toe om toch maar niets te horen. Doch laten wij daarentegen geloven in onze Heer Jezus Christus, die ons vlees aangenomen heeft en mens geworden is. Op een andere manier konden wij Hem niet bevatten. Hij is geworden wat wij zijn, omdat wij Hem niet konden aanschouwen zoals Hij was, maar nu kunnen wij van Hem genieten. Als wij de zon, op de vierde dag gemaakt, niet direct kunnen zien, hoe zoudt gij dan de Maker van de zon willen zien? Het volk van de Joden kon het zelfs niet verdragen dat de Heer in vuur op de berg Sinaï neerdaalde: "preekt gij tot ons, zeiden zij tot Mozes, spreekt gij, en wij zullen luisteren; maar laat God niet met ons spreken, anders zullen wij sterven". En elders: 'Welk schepsel dat de stem van de levende God heeft gehoord, die uit het vuur spreekt, kan in loeven blijven?' Als het horen van Gods stem de dood als gevolg heeft, hoe wilt gij Hem dan zien en de dood ontvluchten? Sta liever verwonderd en zeg met Mozes: 'Ik ben met vrees geslagen en sidder' (Heb. 12, 21)[b:Heb. 12, 21].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media14.
Wilt gij dan, die tot onze zaligheid gekomen is, de bewerker wordt van onze ondergang? Of moet Hij ons zijn genade naar vermogen toemeten? Daniël kon het gezicht van een Engel al niet verdragen, zoudt gij dan de Heer van de Engelen kunnen verduren? Bij de verschijning van Gabriël is Daniël op de grond gevallen. In welke gesteltenis is hij hem dan verschenen? Als een bliksemstraal, niet als de zon; met ogen als fakkels vuur, niet als een vuuroven. Toch viel de Profeet van schrik op aarde. 'Vrees niet, Daniël, zegt de Engel, sta op en weest welgemoed, uw oorden zijn verhoord'. Sidderend stond Daniël op, maar gaf nog geen antwoord, totdat hem iets aanraakte dat op een mensenhand leek en nu zag hij, dat de Engel in mensengedaante voor hem stond. Hoort nu wat Daniël tot hem zegt: 'Heer, bij uw verschijning draaide mijn ingewanden zich in mij om, de kracht is mij ontzonken en de adem mij ontnomen' (Dan. 10, 16.17)[b:Dan. 10, 16.17]. Wanneer de verschijning van de Engel bij Daniël al zijn stem en zijn kracht ontneemt, wilt gij dan nog adem hebben als God verschijnt? Daniël herstelde pas toen de hand van een mens hem aanraakte. Na onze natuur proefondervindelijk getoetst te hebben, heeft de Heer datgene aangenomen, wat de mens gerust kon stellen. Wij hebben gezien dat de mens van gelijkgezinden wel onderricht wil ontvangen. Daarom voorzag de Zaligmaker zich van een gelijke natuur, om de mensen gemakkelijker te kunnen onderrichten.
Wilt gij dan, die tot onze zaligheid gekomen is, de bewerker wordt van onze ondergang? Of moet Hij ons zijn genade naar vermogen toemeten? Daniël kon het gezicht van een Engel al niet verdragen, zoudt gij dan de Heer van de Engelen kunnen verduren? Bij de verschijning van Gabriël is Daniël op de grond gevallen. In welke gesteltenis is hij hem dan verschenen? Als een bliksemstraal, niet als de zon; met ogen als fakkels vuur, niet als een vuuroven. Toch viel de Profeet van schrik op aarde. 'Vrees niet, Daniël, zegt de Engel, sta op en weest welgemoed, uw oorden zijn verhoord'. Sidderend stond Daniël op, maar gaf nog geen antwoord, totdat hem iets aanraakte dat op een mensenhand leek en nu zag hij, dat de Engel in mensengedaante voor hem stond. Hoort nu wat Daniël tot hem zegt: 'Heer, bij uw verschijning draaide mijn ingewanden zich in mij om, de kracht is mij ontzonken en de adem mij ontnomen' (Dan. 10, 16.17)[b:Dan. 10, 16.17]. Wanneer de verschijning van de Engel bij Daniël al zijn stem en zijn kracht ontneemt, wilt gij dan nog adem hebben als God verschijnt? Daniël herstelde pas toen de hand van een mens hem aanraakte. Na onze natuur proefondervindelijk getoetst te hebben, heeft de Heer datgene aangenomen, wat de mens gerust kon stellen. Wij hebben gezien dat de mens van gelijkgezinden wel onderricht wil ontvangen. Daarom voorzag de Zaligmaker zich van een gelijke natuur, om de mensen gemakkelijker te kunnen onderrichten.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media15.
Er is nog een reden waarom gij moet aannemen dat Christus mens geworden is. Christus was gekomen om gedoopt te worden en het doopsel te heiligen. Hij deed vele wonderen, zoals wandelen over het water enz. Maar omdat de zee, vóór zijn komst in het vlees voor Hem vluchtte en de Jordaan terugweek (Ps. 114, 3)[b:Ps. 114, 3], daarom nam de Heer het vlees aan, opdat de zee hem zou dragen en de Jordaan hem zonder vrees zou opnemen. Dit is één reden, maar hier is er nog een: Door een maagd Eva, was de dood gekomen, door de Maagd, of beter uit de Maagd moest het leven komen. De eerste werd door een slang verleid, Maria ontving van Gabriël de blijde boodschap. Omdat de mensen God verlieten en zich keerden naar hun eigen gemaakte beelden, die zij als hun God aanbaden, daarom is God mens geworden, om de leugen ongedaan te maken. De duivel had het vlees als een werktuig tegen ons in zijn bezit, hetgeen Paulus deed zeggen: 'Ik zie een andere wet in mijn ledematen, die strijd voert: tegen de wet van mijn verstand en mij tot een gevangene maakt' (Rom. 7, 23)[b:Rom. 7, 23]. Maar met dezelfde wapenen waarmee de duivel vocht, werden wij gered. De Heer nam van ons onze gelijkenis aan, opdat wij door een menselijke natuur verlost zouden worden. Hij nam onze gelijkenis aan, om grotere genade te kunnen geven aan hen die tekort hadden, opdat de zondige mensheid deelgenoot zou worden van God. Waar de zonde overvloedig was, daar was de genade overvloediger. (Rom. 7, 20)[[b:Rom. 7, 20]] De Heer moest voor ons lijden. Indien de duivel Hem gekend had, zou hij Hem niet hebben durven naderen. 'Zou hij Hem erkend hebben, dan had hij de Heer van de glorie niet gekruisigd' (1 Kor. 2, 8)[b:1 Kor. 2, 8]. Het lichaam is als een brok voedsel geworpen voor de dood, opdat de draak, toen hij hoopte dat lichaam te verslinden, ook hen zou uitbraken, die hij reeds had opgeslikt. 'Hij doet de dood voor eeuwig teniet'. En even verder: 'Jahweh van die heerscharen wist alle tranen van alle gezichten' (Jes. 25, 8)[b:Jes. 25, 8].
Er is nog een reden waarom gij moet aannemen dat Christus mens geworden is. Christus was gekomen om gedoopt te worden en het doopsel te heiligen. Hij deed vele wonderen, zoals wandelen over het water enz. Maar omdat de zee, vóór zijn komst in het vlees voor Hem vluchtte en de Jordaan terugweek (Ps. 114, 3)[b:Ps. 114, 3], daarom nam de Heer het vlees aan, opdat de zee hem zou dragen en de Jordaan hem zonder vrees zou opnemen. Dit is één reden, maar hier is er nog een: Door een maagd Eva, was de dood gekomen, door de Maagd, of beter uit de Maagd moest het leven komen. De eerste werd door een slang verleid, Maria ontving van Gabriël de blijde boodschap. Omdat de mensen God verlieten en zich keerden naar hun eigen gemaakte beelden, die zij als hun God aanbaden, daarom is God mens geworden, om de leugen ongedaan te maken. De duivel had het vlees als een werktuig tegen ons in zijn bezit, hetgeen Paulus deed zeggen: 'Ik zie een andere wet in mijn ledematen, die strijd voert: tegen de wet van mijn verstand en mij tot een gevangene maakt' (Rom. 7, 23)[b:Rom. 7, 23]. Maar met dezelfde wapenen waarmee de duivel vocht, werden wij gered. De Heer nam van ons onze gelijkenis aan, opdat wij door een menselijke natuur verlost zouden worden. Hij nam onze gelijkenis aan, om grotere genade te kunnen geven aan hen die tekort hadden, opdat de zondige mensheid deelgenoot zou worden van God. Waar de zonde overvloedig was, daar was de genade overvloediger. (Rom. 7, 20)[[b:Rom. 7, 20]] De Heer moest voor ons lijden. Indien de duivel Hem gekend had, zou hij Hem niet hebben durven naderen. 'Zou hij Hem erkend hebben, dan had hij de Heer van de glorie niet gekruisigd' (1 Kor. 2, 8)[b:1 Kor. 2, 8]. Het lichaam is als een brok voedsel geworpen voor de dood, opdat de draak, toen hij hoopte dat lichaam te verslinden, ook hen zou uitbraken, die hij reeds had opgeslikt. 'Hij doet de dood voor eeuwig teniet'. En even verder: 'Jahweh van die heerscharen wist alle tranen van alle gezichten' (Jes. 25, 8)[b:Jes. 25, 8].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media16.
Is Christus dan te vergeefs mens geworden? Zijn alle onderrichtingen dan alleen maar mooi gevonden formuleringen en menselijke intriges? Is de H. Schrift onze redding niet meer? En de profeten? Ik vraag het u met aandrang: bewaart wat u is toevertrouwd en laat niemand u in beroering brengen. Gelooft in de menswording van God! Dat het mogelijk was mens te worden is nu wel bewezen. Willen de Joden ondanks dat alles toch nog ongelovig blijven, dan houden wij als laatste het volgende voor; wat ongewoons is er volgens u in het feit, dat God mens geworden is. Gij zegt dat Abraham Jahweh als gast heeft ontvangen. Wat schokt u, terwijl uw vader Jacob zegt: 'Ik zag Jahweh van aangezicht tot aangezicht, en mijn ziel werd gered' (Gen. 32, 30)[b:Gen. 32, 30]. Dezelfde heer die bij Abraham at, heeft ook bij ons gegeten. Wat voor vreemds verkondigen wij dan? Maar laten wij nog twee getuigen aan u voorstellen. Zij stonden op de berg Sinaï, zowel Mozes als Elias en bevonden zich daar in een rotsspelonk. Dezelfden waren ook bij de gedaanteverandering aanwezig en spraken met de leerlingen over de uittocht van Jezus die Hij te Jeruzalem ging volbrengen. (Lc. 9, 30.31)[[b:Lc. 9, 30.31]] Dat ten behoeve van de Joden. De mogelijkheid van de Menswording is, zoals boven reeds is gezegd, wel bewezen. De leergierigen moeten met eigen lezing de rest van de bewijzen vinden.
Is Christus dan te vergeefs mens geworden? Zijn alle onderrichtingen dan alleen maar mooi gevonden formuleringen en menselijke intriges? Is de H. Schrift onze redding niet meer? En de profeten? Ik vraag het u met aandrang: bewaart wat u is toevertrouwd en laat niemand u in beroering brengen. Gelooft in de menswording van God! Dat het mogelijk was mens te worden is nu wel bewezen. Willen de Joden ondanks dat alles toch nog ongelovig blijven, dan houden wij als laatste het volgende voor; wat ongewoons is er volgens u in het feit, dat God mens geworden is. Gij zegt dat Abraham Jahweh als gast heeft ontvangen. Wat schokt u, terwijl uw vader Jacob zegt: 'Ik zag Jahweh van aangezicht tot aangezicht, en mijn ziel werd gered' (Gen. 32, 30)[b:Gen. 32, 30]. Dezelfde heer die bij Abraham at, heeft ook bij ons gegeten. Wat voor vreemds verkondigen wij dan? Maar laten wij nog twee getuigen aan u voorstellen. Zij stonden op de berg Sinaï, zowel Mozes als Elias en bevonden zich daar in een rotsspelonk. Dezelfden waren ook bij de gedaanteverandering aanwezig en spraken met de leerlingen over de uittocht van Jezus die Hij te Jeruzalem ging volbrengen. (Lc. 9, 30.31)[[b:Lc. 9, 30.31]] Dat ten behoeve van de Joden. De mogelijkheid van de Menswording is, zoals boven reeds is gezegd, wel bewezen. De leergierigen moeten met eigen lezing de rest van de bewijzen vinden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media17.
In het begin van de rede hebben wij beloofd, de komst van de Zaligmaker in tijd en plaats aan te duiden. Wij willen niet dat gij ons, zo aanstonds bij het weggaan, beschuldigt van leugen. Het is juist onze bedoeling de nieuwelingen bevestigd heen te zenden. Laten wij daarom allereerst eens onderzoeken wanneer de Heer is gekomen. Zijn komst ligt nog in het jongste verleden en wordt nu reeds ontkend. Christus is gisteren, heden en in alle eeuwigheid. (Heb. 13, 8)[b:Heb. 13, 8] Mozes zegt: 'Jahweh uw God, zal uit de kring van uw broeders een profeet opwekken gelijk mij' (Deut. 18, 15; Hand. 7, 37)[b:Deut. 18, 15; Hand. 7, 37]. Dat woordje 'gelijk mij' moet u goed onthouden, omdat daarover nog gesproken wordt. Maar wat ons nu bezig houdt is; wanneer komt Hij? Mozes verwijst naar Genesis, waar Jahweh zich in profetische woorden richtte tot Juda. 'Juda, u prijzen uw broeders'; en om alleen het voornaamste aan te halen, 'De Heerser van Juda zal niet wijken, noch de vorst uit zijn lendenen, totdat Hij komt, voor wie het is weggelegd en Hij zal de verwachting zijn - niet van de Joden - maar van de volken' (Gen. 49, 8.10)[b:Gen. 49, 8.10]. Als teken gaf hij dus het einde van de Joodse heerschappij. Nadat de Romeinen hen hadden onderworpen, kon Christus komen. Als zij zelf nog een vorst uit Juda of Israël hadden, dan is de verwachte er nog niet. Ik schaam mij in de gaan op recente gebeurtenissen, waarbij aan sommigen de titel van aartsvader werd verleend. Toon mij hun geslachtslijst, wie is hun moeder? Ik laat dit echter over aan hen die hier beter van op de hoogte zijn. Welk teken geeft de Verwachte aan de volkeren? 'Hij bindt, zegt Mozes, zijn lastdier aan de wijnstok' (Gen. 49, 11)[b:Gen. 49, 11]. Dit is het veulen, dat duidelijk door Zacharias voorspeld was. (Zach. 9, 9)[b:Zach. 9, 9]
In het begin van de rede hebben wij beloofd, de komst van de Zaligmaker in tijd en plaats aan te duiden. Wij willen niet dat gij ons, zo aanstonds bij het weggaan, beschuldigt van leugen. Het is juist onze bedoeling de nieuwelingen bevestigd heen te zenden. Laten wij daarom allereerst eens onderzoeken wanneer de Heer is gekomen. Zijn komst ligt nog in het jongste verleden en wordt nu reeds ontkend. Christus is gisteren, heden en in alle eeuwigheid. (Heb. 13, 8)[b:Heb. 13, 8] Mozes zegt: 'Jahweh uw God, zal uit de kring van uw broeders een profeet opwekken gelijk mij' (Deut. 18, 15; Hand. 7, 37)[b:Deut. 18, 15; Hand. 7, 37]. Dat woordje 'gelijk mij' moet u goed onthouden, omdat daarover nog gesproken wordt. Maar wat ons nu bezig houdt is; wanneer komt Hij? Mozes verwijst naar Genesis, waar Jahweh zich in profetische woorden richtte tot Juda. 'Juda, u prijzen uw broeders'; en om alleen het voornaamste aan te halen, 'De Heerser van Juda zal niet wijken, noch de vorst uit zijn lendenen, totdat Hij komt, voor wie het is weggelegd en Hij zal de verwachting zijn - niet van de Joden - maar van de volken' (Gen. 49, 8.10)[b:Gen. 49, 8.10]. Als teken gaf hij dus het einde van de Joodse heerschappij. Nadat de Romeinen hen hadden onderworpen, kon Christus komen. Als zij zelf nog een vorst uit Juda of Israël hadden, dan is de verwachte er nog niet. Ik schaam mij in de gaan op recente gebeurtenissen, waarbij aan sommigen de titel van aartsvader werd verleend. Toon mij hun geslachtslijst, wie is hun moeder? Ik laat dit echter over aan hen die hier beter van op de hoogte zijn. Welk teken geeft de Verwachte aan de volkeren? 'Hij bindt, zegt Mozes, zijn lastdier aan de wijnstok' (Gen. 49, 11)[b:Gen. 49, 11]. Dit is het veulen, dat duidelijk door Zacharias voorspeld was. (Zach. 9, 9)[b:Zach. 9, 9]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media18.
Maar omtrent het tijdstip wilt gij nog meer getuigen hebben. 'De Heer zeide tot Mij: Mijn Zoon zijt Gij, heden heb Ik U verwekt'. Even verder staat er: 'Gij zult hen regeren met een ijzeren roede' (Ps. 2, 7.9)[b:Ps. 2, 7.9]. Dat het Romeinse rijk een ijzeren roede wordt genoemd, heb ik reeds eerder aangetoond. Nu zal ik het resterende van Daniël in herinnering brengen. Voor koning Nabuchodonosor zette hij het droomgezicht uiteen van het beeld, en verklaarde dat de steen, die zonder tussenkomst van mensenhanden was losgerukt van de berg, de gehele wereld zou overkoepelen. Dan zegt hij letterlijk: 'Maar in de dagen van de koningen zal God in de hemel een koninkrijk stichten, dat in eeuwigheid niet te gronde zal gaan en waarvan de heerschappij aan geen ander volk zal worden overgedragen' (Dan. 2, 44)[b:Dan. 2, 44].
Maar omtrent het tijdstip wilt gij nog meer getuigen hebben. 'De Heer zeide tot Mij: Mijn Zoon zijt Gij, heden heb Ik U verwekt'. Even verder staat er: 'Gij zult hen regeren met een ijzeren roede' (Ps. 2, 7.9)[b:Ps. 2, 7.9]. Dat het Romeinse rijk een ijzeren roede wordt genoemd, heb ik reeds eerder aangetoond. Nu zal ik het resterende van Daniël in herinnering brengen. Voor koning Nabuchodonosor zette hij het droomgezicht uiteen van het beeld, en verklaarde dat de steen, die zonder tussenkomst van mensenhanden was losgerukt van de berg, de gehele wereld zou overkoepelen. Dan zegt hij letterlijk: 'Maar in de dagen van de koningen zal God in de hemel een koninkrijk stichten, dat in eeuwigheid niet te gronde zal gaan en waarvan de heerschappij aan geen ander volk zal worden overgedragen' (Dan. 2, 44)[b:Dan. 2, 44].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media19.
Is er nu geen duidelijker aanwijzing te vinden over Zijn komst? De mens is moeilijk tot geloof te brengen. Hij wordt alleen bevestigd als hij het zelf kan uitrekenen. Wat is dan het tijdstip? Wanneer Herodes afkomstig uit een ander land, koning is en Juda er geen heeft. De Engel die met Daniël spreekt, geeft de betekenis van zijn woorden. 'Weet het wel en versta het goed: Vanaf het ogenblik waarop het woord werd gesproken om Jeruzalem weer op te bouwen tot aan Christus de Vorst, zijn zeven plus twee en zestig jaarweken' (Dan. 9, 25)[b:Dan. 9, 25]. Negen en zestig jaarweken vormen tezamen vierhonderd drie en tachtig jaar na de bouw van Jeruzalem, als de vorsten afgevallen zijn, zal een vreemde koning regeren, onder wiens bestuur Christus geboren zal worden. Darius, de Mediër, bouwde in het zesde jaar van zijn koningschap Jeruzalem, het eerste van de zes en zeventigste olympiade, volgens de Grieken. De olympiade is een wedstrijd, die om de vier jaar gehouden wordt. Deze dag, die samengesteld is van de drie uur welke jaarlijks vanwege de zonneloop overblijven, en dus in vier jaar een dag vormt, wordt gebruikt voor de Olympiade. Herodes werd koning in het vierde jaar van de honderd zes en tachtigste Olympiade. Tussen een en zestig en honderd zes en tachtig verliepen iets meer dan honderd twintig Olympiades, tezamen vierhonderd tachtig jaar. Hier hebt gij dus een aanduiding uit de H. Schrift: 'Vanaf het ogenblik waarop het woord werd gesproken om Jeruzalem weer op te bouwen tot aan Christus de Vorst zijn zeven plus twee en zestig jaarweken'. Dit dus wat het tijdstip betreft. Er bestaan nog andere verklaringen die verschillen van voornoemde jaarweken.
Is er nu geen duidelijker aanwijzing te vinden over Zijn komst? De mens is moeilijk tot geloof te brengen. Hij wordt alleen bevestigd als hij het zelf kan uitrekenen. Wat is dan het tijdstip? Wanneer Herodes afkomstig uit een ander land, koning is en Juda er geen heeft. De Engel die met Daniël spreekt, geeft de betekenis van zijn woorden. 'Weet het wel en versta het goed: Vanaf het ogenblik waarop het woord werd gesproken om Jeruzalem weer op te bouwen tot aan Christus de Vorst, zijn zeven plus twee en zestig jaarweken' (Dan. 9, 25)[b:Dan. 9, 25]. Negen en zestig jaarweken vormen tezamen vierhonderd drie en tachtig jaar na de bouw van Jeruzalem, als de vorsten afgevallen zijn, zal een vreemde koning regeren, onder wiens bestuur Christus geboren zal worden. Darius, de Mediër, bouwde in het zesde jaar van zijn koningschap Jeruzalem, het eerste van de zes en zeventigste olympiade, volgens de Grieken. De olympiade is een wedstrijd, die om de vier jaar gehouden wordt. Deze dag, die samengesteld is van de drie uur welke jaarlijks vanwege de zonneloop overblijven, en dus in vier jaar een dag vormt, wordt gebruikt voor de Olympiade. Herodes werd koning in het vierde jaar van de honderd zes en tachtigste Olympiade. Tussen een en zestig en honderd zes en tachtig verliepen iets meer dan honderd twintig Olympiades, tezamen vierhonderd tachtig jaar. Hier hebt gij dus een aanduiding uit de H. Schrift: 'Vanaf het ogenblik waarop het woord werd gesproken om Jeruzalem weer op te bouwen tot aan Christus de Vorst zijn zeven plus twee en zestig jaarweken'. Dit dus wat het tijdstip betreft. Er bestaan nog andere verklaringen die verschillen van voornoemde jaarweken.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media20.
Ook de belofte van Micheas is duidelijk wat de plaats betreft: 'En gij Bethlehem, huis van Ephrata, te klein om tot Juda's gouwen geteld te worden, uit u zal Hij ontspruiten, die over Israël zal heersen, maar van wie de oorsprong in de oude tijd ligt, in eeuwige dagen'(Mich. 5, 2)[b:Mich. 5, 2]. Als bewoners van Jeruzalem weet gij reeds lang, wat er over de plaatsen geschreven staat in Psalm r;1: "Ziet wij hoorden haar in Ephrata, wij vonden haar in de velden van het woud'. Hoort tenslotte nog wat Habacuk zegt over de Heer: 'Met het toenemen van de jaren zult Gij erkend worden; wanneer de tijd er is zult Gij erkend worden'. Door zo tot de Heer te spreken zegt hij duidelijk: Bij uw komst zult Gij leven in het vlees, Gij zult sterven maar, verrezen uit de doden, opnieuw leven. Uit welk deel van Jeruzalem komt Hij? Uit het Oosten, het Westen, het Noorden of het Zuiden? Zeer nauwkeurig zegt hij: 'De Heer zal van Thaman komen' (Hab. 3, 3)[b:Hab. 3, 3]. Thaman betekent het Zuiden; 'en de heilige van de berg Pharan', schaduwrijk en dichtbegroeid. Eenstemmig zegt de psalmist: 'Wij vonden haar in de velden van het woud'.
Ook de belofte van Micheas is duidelijk wat de plaats betreft: 'En gij Bethlehem, huis van Ephrata, te klein om tot Juda's gouwen geteld te worden, uit u zal Hij ontspruiten, die over Israël zal heersen, maar van wie de oorsprong in de oude tijd ligt, in eeuwige dagen'(Mich. 5, 2)[b:Mich. 5, 2]. Als bewoners van Jeruzalem weet gij reeds lang, wat er over de plaatsen geschreven staat in Psalm r;1: "Ziet wij hoorden haar in Ephrata, wij vonden haar in de velden van het woud'. Hoort tenslotte nog wat Habacuk zegt over de Heer: 'Met het toenemen van de jaren zult Gij erkend worden; wanneer de tijd er is zult Gij erkend worden'. Door zo tot de Heer te spreken zegt hij duidelijk: Bij uw komst zult Gij leven in het vlees, Gij zult sterven maar, verrezen uit de doden, opnieuw leven. Uit welk deel van Jeruzalem komt Hij? Uit het Oosten, het Westen, het Noorden of het Zuiden? Zeer nauwkeurig zegt hij: 'De Heer zal van Thaman komen' (Hab. 3, 3)[b:Hab. 3, 3]. Thaman betekent het Zuiden; 'en de heilige van de berg Pharan', schaduwrijk en dichtbegroeid. Eenstemmig zegt de psalmist: 'Wij vonden haar in de velden van het woud'.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media21.
Nu rest ons nog te onderzoeken uit wie Hij geboren is, en hoe. Hier is Jesaja onze leermeester: 'Zie de Maagd zal in haar schoot ontvangen en een Zoon baren en men zal hem noemen: Emmanuel' (Jes. 7, 14)[b:Jes. 7, 14]. Zoals gewoonlijk verzet van de Joden. Van ouds is het hun gewoonte zich op te winden over de waarheid. We zullen ze daarom de volgende vraag stellen: Als een jong meisje verkracht wordt, schreeuwt ze dan vóór die daad of daarna? Nu staat er in de H. Schrift: 'Het jonge meisje schreeuwde luid, maar er was niemand die haar te hulp kwam' (Deut. 22, 27)[b:Deut. 22, 27]. Is hier sprake van een maagd of niet?
Nu rest ons nog te onderzoeken uit wie Hij geboren is, en hoe. Hier is Jesaja onze leermeester: 'Zie de Maagd zal in haar schoot ontvangen en een Zoon baren en men zal hem noemen: Emmanuel' (Jes. 7, 14)[b:Jes. 7, 14]. Zoals gewoonlijk verzet van de Joden. Van ouds is het hun gewoonte zich op te winden over de waarheid. We zullen ze daarom de volgende vraag stellen: Als een jong meisje verkracht wordt, schreeuwt ze dan vóór die daad of daarna? Nu staat er in de H. Schrift: 'Het jonge meisje schreeuwde luid, maar er was niemand die haar te hulp kwam' (Deut. 22, 27)[b:Deut. 22, 27]. Is hier sprake van een maagd of niet?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMaar om u nog duidelijker te laten zien dat maagd synoniem is voor jong meisje, lezen wij nog een citaat voor uit het boek van de Koningen, waar over Abisjag staat geschreven: 'Het meisje was bijzonder mooi' (1 Kon. 1, 4)[b:1 Kon. 1, 4]. Zij werd vanwege haar maagdelijke staat gekozen om David van dienst te zijn. Daar is men het over eens.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media22.
Maar weer zijn het de Joden die met een opwerping komen. 'hetgeen tot Achaz gezegd wordt, sloeg op Ezechias'. We zullen samen de H. Schrift een raadplegen daaromtrent. 'Vraag een teken van de heer uw God in de diepte of in de hoogte' (Jes. 7, 11)[b:Jes. 7, 11]. Vooral nu moet het teken iets tegen iedere verwachting zijn. Zo'n, teken was b.v. het water uit de rots; de zee die zich splitste; de zon die terugging en dergelijke dingen meer. Naar ik hoop zal hetgeen nu gezegd gaat worden ook voor de Joden duidelijk zijn. Vergeef mij dat ik het wat lang maak, ik zie uw vermoeidheid,maar verdraag toch die grote hoeveelheid woorden, want ze hebben betrekking op Christus. Jesaja sprak deze woorden tijdens de regering van Achaz. Deze heeft zestien jaar geregeerd. Ezechias, de zoon van Achaz, die hem als koning opvolgde, was bij zijn troonsbestijging 2, jaar.Hiermee zijn zelfs de Joden het eens. Ezechias was dus 9 jaar toen deze profetie werd uitgesproken. Zou deze profetie dan betrekking hebben op een kind dat reeds geboren was en voordat Achaz koning was? En dan: er staat niet: 'De Maagd heeft ontvangen, maar de Maagd zál ontvangen'.
Maar weer zijn het de Joden die met een opwerping komen. 'hetgeen tot Achaz gezegd wordt, sloeg op Ezechias'. We zullen samen de H. Schrift een raadplegen daaromtrent. 'Vraag een teken van de heer uw God in de diepte of in de hoogte' (Jes. 7, 11)[b:Jes. 7, 11]. Vooral nu moet het teken iets tegen iedere verwachting zijn. Zo'n, teken was b.v. het water uit de rots; de zee die zich splitste; de zon die terugging en dergelijke dingen meer. Naar ik hoop zal hetgeen nu gezegd gaat worden ook voor de Joden duidelijk zijn. Vergeef mij dat ik het wat lang maak, ik zie uw vermoeidheid,maar verdraag toch die grote hoeveelheid woorden, want ze hebben betrekking op Christus. Jesaja sprak deze woorden tijdens de regering van Achaz. Deze heeft zestien jaar geregeerd. Ezechias, de zoon van Achaz, die hem als koning opvolgde, was bij zijn troonsbestijging 2, jaar.Hiermee zijn zelfs de Joden het eens. Ezechias was dus 9 jaar toen deze profetie werd uitgesproken. Zou deze profetie dan betrekking hebben op een kind dat reeds geboren was en voordat Achaz koning was? En dan: er staat niet: 'De Maagd heeft ontvangen, maar de Maagd zál ontvangen'.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media23.
Dat Christus uit een Maagd geboren is weten wij met zekerheid. Uit welk geslacht der Maagd was moet worden aangetoond. 'De Heer heeft naar waarheid gezworen aan David en Hij zal haar gestand doen: van de vrucht van uw lichaam zal Ik doen zitten op uw troon'. En wederom: 'in de eeuwen der eeuwen zal Ik uw zaad doen duren en zijn troon als de dagen van de hemel' (Ps. 132, 11)[b:Ps. 132, 11]. En even verder: 'De Heer heeft David gezworen een eed die Hij nimmer breekt: een telg uit uw geslacht zal Ik op uw troon verheffen. Zijn troon zal zijn als de zon voor mijn aangezicht en als de maan die gevestigd is voor eeuwig' (Ps. 89, 22)[b:Ps. 89, 22]. dat dit alles op Christus slaat ziet gij en dus niet op Salomon. Zijn troon is niet als de zon gebleven. En komt er nu nog iemand aandragen met de opwerping, dat Christus niet op de hou ten troon van David gezeten heeft, dan is mijn antwoord met een wedervraag: 'Op de leerstoel van Mozes zaten de Schriftgeleerden en farizeeën' (Mt. 23, 2)[b:Mt. 23, 2]. Toon mij die leerstoel? Wanneer die leerstoel het leergezag inhoudt, dan moet u ook in de troon van David het koningschap en geen houten troon zien. Kinderen getuigen van Hem 'Hosanna de Zoon van David, gezegend de Koning van Israël' (Mt. 21, 9)[b:Mt. 21, 9]. De blinden baden: 'Zoon van David, ontferm U over ons' (Mt. 20, 30)[b:Mt. 20, 30]. Gabriël verzekert ons plechtig: 'God zal Hem de troon van zijn vader David geven' (lc. 1, 32)[b:lc. 1, 32]. En op zijn beurt zegt St. Paulus: 'Houdt Jezus Christus in gedachten Davids nazaat, die uit de doden is verrezen, zoals mijn Evangelie luidt' (2 Tim. 2, 8)[b:2 Tim. 2, 8]. En in het begin van de Romeinenbrief zegt hij: 'Die naar het vlees ontsproten is aan Davids geslacht' (Rom. 1, 3)[b:Rom. 1, 3]. Aanvaardt dan degene die uit het geslacht van David geboren is. Luistert als slot nog naar de volgende profetie: 'Op die dag zal de wortel van Jesse, als een banier verheven voor de naties, door de volken worden gezocht' (Jes. 11, 10; Rom. 15, 12)[b:Jes. 11, 10; Rom. 15, 12].
Dat Christus uit een Maagd geboren is weten wij met zekerheid. Uit welk geslacht der Maagd was moet worden aangetoond. 'De Heer heeft naar waarheid gezworen aan David en Hij zal haar gestand doen: van de vrucht van uw lichaam zal Ik doen zitten op uw troon'. En wederom: 'in de eeuwen der eeuwen zal Ik uw zaad doen duren en zijn troon als de dagen van de hemel' (Ps. 132, 11)[b:Ps. 132, 11]. En even verder: 'De Heer heeft David gezworen een eed die Hij nimmer breekt: een telg uit uw geslacht zal Ik op uw troon verheffen. Zijn troon zal zijn als de zon voor mijn aangezicht en als de maan die gevestigd is voor eeuwig' (Ps. 89, 22)[b:Ps. 89, 22]. dat dit alles op Christus slaat ziet gij en dus niet op Salomon. Zijn troon is niet als de zon gebleven. En komt er nu nog iemand aandragen met de opwerping, dat Christus niet op de hou ten troon van David gezeten heeft, dan is mijn antwoord met een wedervraag: 'Op de leerstoel van Mozes zaten de Schriftgeleerden en farizeeën' (Mt. 23, 2)[b:Mt. 23, 2]. Toon mij die leerstoel? Wanneer die leerstoel het leergezag inhoudt, dan moet u ook in de troon van David het koningschap en geen houten troon zien. Kinderen getuigen van Hem 'Hosanna de Zoon van David, gezegend de Koning van Israël' (Mt. 21, 9)[b:Mt. 21, 9]. De blinden baden: 'Zoon van David, ontferm U over ons' (Mt. 20, 30)[b:Mt. 20, 30]. Gabriël verzekert ons plechtig: 'God zal Hem de troon van zijn vader David geven' (lc. 1, 32)[b:lc. 1, 32]. En op zijn beurt zegt St. Paulus: 'Houdt Jezus Christus in gedachten Davids nazaat, die uit de doden is verrezen, zoals mijn Evangelie luidt' (2 Tim. 2, 8)[b:2 Tim. 2, 8]. En in het begin van de Romeinenbrief zegt hij: 'Die naar het vlees ontsproten is aan Davids geslacht' (Rom. 1, 3)[b:Rom. 1, 3]. Aanvaardt dan degene die uit het geslacht van David geboren is. Luistert als slot nog naar de volgende profetie: 'Op die dag zal de wortel van Jesse, als een banier verheven voor de naties, door de volken worden gezocht' (Jes. 11, 10; Rom. 15, 12)[b:Jes. 11, 10; Rom. 15, 12].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media24.
Maar dit kunnen de Joden niet verkroppen, maar ook dit heeft Jesaja voorspeld: zij zullen pas willen, als zij door vlammen worden verteerd. Want een Kind is ons geboren en een Zoon is ons geschonken' (Jes. 9, 5)[b:Jes. 9, 5]. Merkt hierbij op, dat Hij eerst de Zoon van God was en pas later ons geschonken werd Jesaja vervolgt: "Zijn vrede zal eindeloos zijn' (Jes. 9, 7)[b:Jes. 9, 7]. Perzen en Meden hebben hun grenzen, de Zoon van God is onbegrensd. En om te besluiten zegt Jesaja: 'Aan Davids huis en zijn rijk. Hij zal het stutten en steunen met recht en gerechtigheid'. De H. Maagd nu was uit David.
Maar dit kunnen de Joden niet verkroppen, maar ook dit heeft Jesaja voorspeld: zij zullen pas willen, als zij door vlammen worden verteerd. Want een Kind is ons geboren en een Zoon is ons geschonken' (Jes. 9, 5)[b:Jes. 9, 5]. Merkt hierbij op, dat Hij eerst de Zoon van God was en pas later ons geschonken werd Jesaja vervolgt: "Zijn vrede zal eindeloos zijn' (Jes. 9, 7)[b:Jes. 9, 7]. Perzen en Meden hebben hun grenzen, de Zoon van God is onbegrensd. En om te besluiten zegt Jesaja: 'Aan Davids huis en zijn rijk. Hij zal het stutten en steunen met recht en gerechtigheid'. De H. Maagd nu was uit David.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media25.
Het paste de Allerzuiverste en de Leraar van de zuiverheid uit zuivere bruidsvertrekken tevoorschijn te komen. Hij, die een goed priester van Jezus wil zijn, moet zich van een vrouw onthouden.? Hoe kan Jezus dan voortkomen uit een vrouw? 'Omdat Gij het zijt, zegt de psalm, die Mij uit de schoot tevoorschijn hebt geroepen' (Ps. 22, 9)[b:Ps. 22, 9], hetgeen verklaard moet worden dat Hij zonder tussenkomst van een man uit de schoot van een Maagd het vlees aannam en geboren is. Allen worden uit een huwelijksgemeenschap geboren, en is de wijze van geboren worden anders.
Het paste de Allerzuiverste en de Leraar van de zuiverheid uit zuivere bruidsvertrekken tevoorschijn te komen. Hij, die een goed priester van Jezus wil zijn, moet zich van een vrouw onthouden.? Hoe kan Jezus dan voortkomen uit een vrouw? 'Omdat Gij het zijt, zegt de psalm, die Mij uit de schoot tevoorschijn hebt geroepen' (Ps. 22, 9)[b:Ps. 22, 9], hetgeen verklaard moet worden dat Hij zonder tussenkomst van een man uit de schoot van een Maagd het vlees aannam en geboren is. Allen worden uit een huwelijksgemeenschap geboren, en is de wijze van geboren worden anders.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media26.
Hij heeft zich niet geschaamd vlees aan te nemen uit zulke ledematen, Hij die de Schepper van de ledematen is. Wie is het die ons dit leert? De Heer zelf bij monde van Jeremia: 'Eer Ik u vormde in de moederschoot, kende Ik u; eer gij geboren werd, heiligde Ik u' (Jer. 1, 5)[b:Jer. 1, 5]. Als Hij er zich niet voor schaamt de mensen aan te raken als Hij ze vormt, dan zal Hij zich zeker niet schamen als Hij het heilig omhulsel vormt van de Godheid voor zichzelf. Tot op heden schept God nog steeds de vrucht in de moederschoot, zoals bij Job beschreven staat: 'Hebt Gij mij niet als melk laten vloeien, en als kaar laten stremmen. Mij niet bekleed met huid en vlees en mij met beenderen en spieren samen geweven?' (Job 10, 10.11)[b:Job 10, 10.11] Alles is heilig bij de menselijke voortplanting, indien men haar tenminste niet bezoedelt met overspel en ontucht. Hij die Adam vormde, vormde ook Eva. Zowel het mannelijke als het vrouwelijke is met goddelijke handen gemaakt. Vanaf het begin is ieder van de ledematen voor heiligheid gemaakt. Dit ten behoeve van de ketters, die de lichamen van slechtheid beschuldigen, of liever: de maker zelf. Herinneren wij ons het woord van St. Paulus: 'Weet gij niet dat uw lichamen tempels zijn van de H. Geest, die in u woont' (1 Kor. 6, 19)[b:1 Kor. 6, 19]? En namens Jezus heeft de profeet Osea voorspeld: 'Mijn vlees is van hen' (Hos. 2, 20)[b:Hos. 2, 20]. En elders staat geschreven: 'Daarom geeft Hij hen prijs, totdat de Moeder zal baren' (Mich. 5, 3)[b:Mich. 5, 3]. En dat is het teken: 'Na het baren zullen de overgebleven broeders zich bekeren'. Wat zijn de bruidsgeschenken die de Maagd krijgt? 'Ik zal Mij met U verloven door geloof' (Hos. 2, 20)[b:Hos. 2, 20]. En Elisabeth zegt hetzelfde tot haar: 'zalig die geloofd heeft, wat haar namens de Heer gezegd is' (Lc. 1, 45)[b:Lc. 1, 45].
Hij heeft zich niet geschaamd vlees aan te nemen uit zulke ledematen, Hij die de Schepper van de ledematen is. Wie is het die ons dit leert? De Heer zelf bij monde van Jeremia: 'Eer Ik u vormde in de moederschoot, kende Ik u; eer gij geboren werd, heiligde Ik u' (Jer. 1, 5)[b:Jer. 1, 5]. Als Hij er zich niet voor schaamt de mensen aan te raken als Hij ze vormt, dan zal Hij zich zeker niet schamen als Hij het heilig omhulsel vormt van de Godheid voor zichzelf. Tot op heden schept God nog steeds de vrucht in de moederschoot, zoals bij Job beschreven staat: 'Hebt Gij mij niet als melk laten vloeien, en als kaar laten stremmen. Mij niet bekleed met huid en vlees en mij met beenderen en spieren samen geweven?' (Job 10, 10.11)[b:Job 10, 10.11] Alles is heilig bij de menselijke voortplanting, indien men haar tenminste niet bezoedelt met overspel en ontucht. Hij die Adam vormde, vormde ook Eva. Zowel het mannelijke als het vrouwelijke is met goddelijke handen gemaakt. Vanaf het begin is ieder van de ledematen voor heiligheid gemaakt. Dit ten behoeve van de ketters, die de lichamen van slechtheid beschuldigen, of liever: de maker zelf. Herinneren wij ons het woord van St. Paulus: 'Weet gij niet dat uw lichamen tempels zijn van de H. Geest, die in u woont' (1 Kor. 6, 19)[b:1 Kor. 6, 19]? En namens Jezus heeft de profeet Osea voorspeld: 'Mijn vlees is van hen' (Hos. 2, 20)[b:Hos. 2, 20]. En elders staat geschreven: 'Daarom geeft Hij hen prijs, totdat de Moeder zal baren' (Mich. 5, 3)[b:Mich. 5, 3]. En dat is het teken: 'Na het baren zullen de overgebleven broeders zich bekeren'. Wat zijn de bruidsgeschenken die de Maagd krijgt? 'Ik zal Mij met U verloven door geloof' (Hos. 2, 20)[b:Hos. 2, 20]. En Elisabeth zegt hetzelfde tot haar: 'zalig die geloofd heeft, wat haar namens de Heer gezegd is' (Lc. 1, 45)[b:Lc. 1, 45].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media27.
Maar zowel de Grieken als de Joden blijven ons lastig vallen. Zij beweren dat de geboorte van Christus uit een Maagd een onmogelijkheid is. De ,:::;riek.en kunnen wij gemakkelijk tot zwijgen brengen, vanwege de fabels die bij hen in omloop zijn. Daarin wordt beweerd dat stenen in mensen veranderen. Is het dan onmogelijk dat een Maagd baart? Zij geloven dat uit hersenen een dochter wordt geboren, maar vinden het zelf ongelofelijk uit een maagdelijke schoot een Zoon wordt geboren. Wel nemen zij de leugen aan dat uit de schoot van Zeüs, Bacchus is voortgekomen; waarom verwerpt gij dan onze waarheid? Ik ben mij ervan bewust dat hun fabels in ons onderricht niet thuis horen, maar toch deel ik ze u mede, opdat gij het, te gelegenertijd de Grieken voor de voeten kunt werpen om zo hun eigen legenden te weerleggen.
Maar zowel de Grieken als de Joden blijven ons lastig vallen. Zij beweren dat de geboorte van Christus uit een Maagd een onmogelijkheid is. De ,:::;riek.en kunnen wij gemakkelijk tot zwijgen brengen, vanwege de fabels die bij hen in omloop zijn. Daarin wordt beweerd dat stenen in mensen veranderen. Is het dan onmogelijk dat een Maagd baart? Zij geloven dat uit hersenen een dochter wordt geboren, maar vinden het zelf ongelofelijk uit een maagdelijke schoot een Zoon wordt geboren. Wel nemen zij de leugen aan dat uit de schoot van Zeüs, Bacchus is voortgekomen; waarom verwerpt gij dan onze waarheid? Ik ben mij ervan bewust dat hun fabels in ons onderricht niet thuis horen, maar toch deel ik ze u mede, opdat gij het, te gelegenertijd de Grieken voor de voeten kunt werpen om zo hun eigen legenden te weerleggen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media28.
Degenen die uit de besnijdenis zijn, moet gij de volgende vraag stellen: wat is moeilijker; dat een oude onvruchtbare vrouw, van wie de maandstonden allang zijn afgehouden, een kind baart, of dat een jeugdige Maagd een Zoon ter wereld brengt? Sara was onvruchtbaar en heeft, tegen de regels van de natuur in, toch bebaard. Dat een onvruchtbare baart is evengoed tegen de natuur als dat een maagd baart. Ofwel, gij moet ze beiden verwerpen, of beiden aannemen. Dezelfde God heeft zowel het een als het ander gewrocht. Ge kunt nooit zeggen dat het eerste voor mogelijk was en het andere niet. Van welke natuur was die mensenhand, die binnen één uur veranderde en daarna weer zijn gewone toestand herkreeg. Mozes hand werd wit als sneeuw en even daarna was zij weer gewoon. Gij zult natuurlijk wel zeggen dat dit door Gods wil geschiedde. Goed, maar zou het daar dan wel en hier niet mogelijk zijn? Het teken van Mozes was alleen voor de Egyptenaren, terwijl dit teken geldt voor de gehele wereld. Wat is moeilijker, Joden, dat een maagd baart of dat een staf ineen levend wezen wordt? Gij geeft toe dat die rechte staf in een slang veranderde, die zelfs zo vreeswekkend was, dat Mozes er voor vluchtte als voor een draak. In werkelijkheid was het de duivel. Het was niet de vrees voor wat hij zojuist nog vasthield, maar voor de God die dit veranderd had. De staf had ogen en tanden als een draak. Als nu een staf ogen krijgt die kunnen zien omdat God het wil, zou dan om diezelfde wil geen kind geboren kunnen worden uit een maagdelijke schoot? Even wil ik nog wijzen op de staf van Aäron, die één nacht nodig had, waar bomen jaren over doen. Iedereen weet toch dat een staf die zijn bast verloren heeft, zelfs al zou men hem midden in de rivier plaatsen, nooit zal bloeien. God is als schepper niet ondergeschikt aan de natuur van de bomen. Hij heeft de dorre onvruchtbare staf, zonder bast, doen bloeien en noten laten voortbrengen. Hij die wilde dat de staf van Aäron bloeide en vrucht gaf boven de natuur uit, omdat hij de hogepriester van de voorafbeelding was, zou Hij dan niet, omwille van de ware Hogepriester, de Maagd vruchtbaar hebben gemaakt?
Degenen die uit de besnijdenis zijn, moet gij de volgende vraag stellen: wat is moeilijker; dat een oude onvruchtbare vrouw, van wie de maandstonden allang zijn afgehouden, een kind baart, of dat een jeugdige Maagd een Zoon ter wereld brengt? Sara was onvruchtbaar en heeft, tegen de regels van de natuur in, toch bebaard. Dat een onvruchtbare baart is evengoed tegen de natuur als dat een maagd baart. Ofwel, gij moet ze beiden verwerpen, of beiden aannemen. Dezelfde God heeft zowel het een als het ander gewrocht. Ge kunt nooit zeggen dat het eerste voor mogelijk was en het andere niet. Van welke natuur was die mensenhand, die binnen één uur veranderde en daarna weer zijn gewone toestand herkreeg. Mozes hand werd wit als sneeuw en even daarna was zij weer gewoon. Gij zult natuurlijk wel zeggen dat dit door Gods wil geschiedde. Goed, maar zou het daar dan wel en hier niet mogelijk zijn? Het teken van Mozes was alleen voor de Egyptenaren, terwijl dit teken geldt voor de gehele wereld. Wat is moeilijker, Joden, dat een maagd baart of dat een staf ineen levend wezen wordt? Gij geeft toe dat die rechte staf in een slang veranderde, die zelfs zo vreeswekkend was, dat Mozes er voor vluchtte als voor een draak. In werkelijkheid was het de duivel. Het was niet de vrees voor wat hij zojuist nog vasthield, maar voor de God die dit veranderd had. De staf had ogen en tanden als een draak. Als nu een staf ogen krijgt die kunnen zien omdat God het wil, zou dan om diezelfde wil geen kind geboren kunnen worden uit een maagdelijke schoot? Even wil ik nog wijzen op de staf van Aäron, die één nacht nodig had, waar bomen jaren over doen. Iedereen weet toch dat een staf die zijn bast verloren heeft, zelfs al zou men hem midden in de rivier plaatsen, nooit zal bloeien. God is als schepper niet ondergeschikt aan de natuur van de bomen. Hij heeft de dorre onvruchtbare staf, zonder bast, doen bloeien en noten laten voortbrengen. Hij die wilde dat de staf van Aäron bloeide en vrucht gaf boven de natuur uit, omdat hij de hogepriester van de voorafbeelding was, zou Hij dan niet, omwille van de ware Hogepriester, de Maagd vruchtbaar hebben gemaakt?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media29.
Prachtig is het deze mooie verhalen te overwegen. jammer echter dat er nog steeds verzet is van de Joden. Zij willen naar het mooie voorbeeld van de staf niet luisteren, tenzij zij overreed worden door een soortgelijk, onverwacht geval. Vraagt hun: 'uit wie werd Eva geboren? Wie was de moeder van die moederloze? De Schrift zegt dat zij uit een rib van Adam werd geboren. Maar uit een maagdelijke schoot zonder tussenkomst van een man kan geen kindje geboren worden. Het vrouwelijk geslacht zou de mannen dankbaar moeten zijn, zonder door een moeder ontvangen te zijn, werd zij uit Adam geboren, alleen dus van een man. Maria vervulde deze plicht van dankbaarheid, toen zij niet van een man, maar alleen van haar zelf op smetteloze wijze van de Heilige Geest door Gods kracht baarde.
Prachtig is het deze mooie verhalen te overwegen. jammer echter dat er nog steeds verzet is van de Joden. Zij willen naar het mooie voorbeeld van de staf niet luisteren, tenzij zij overreed worden door een soortgelijk, onverwacht geval. Vraagt hun: 'uit wie werd Eva geboren? Wie was de moeder van die moederloze? De Schrift zegt dat zij uit een rib van Adam werd geboren. Maar uit een maagdelijke schoot zonder tussenkomst van een man kan geen kindje geboren worden. Het vrouwelijk geslacht zou de mannen dankbaar moeten zijn, zonder door een moeder ontvangen te zijn, werd zij uit Adam geboren, alleen dus van een man. Maria vervulde deze plicht van dankbaarheid, toen zij niet van een man, maar alleen van haar zelf op smetteloze wijze van de Heilige Geest door Gods kracht baarde.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaNu zullen wij iets aanvoeren dat nog sterker is. Dat lichamen uit lichamen geboren worden, ook al is het steeds een wonder, is zo.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media30.
Een groter wonder is dat een hoopje aarde mens wordt, dat een massa slijk glanzende ogen krijgt, dat is iets wonderlijks! Is het niet wonderbaar, dat uit dezelfde aarde de kracht van de beenderen, het tedere van de adem en alle andere ledematen geboren worden? Dat slijk, levend gemaakt, rondwandelt over de aarde uit eigen beweging, huizen bouwt, dat is toch iets wonderlijks! Dat slijk leert, praat, ambachten uitoefent, heerschappij voert, wonderlijk toch! Slijk verandert in een oog, kan dan de Maagd geen Zoon baren? Wat bij de mensen voor het meest onmogelijke wordt gehouden, heeft plaats gevonden. Zal dan het mogelijke geen doorgang vinden.
Een groter wonder is dat een hoopje aarde mens wordt, dat een massa slijk glanzende ogen krijgt, dat is iets wonderlijks! Is het niet wonderbaar, dat uit dezelfde aarde de kracht van de beenderen, het tedere van de adem en alle andere ledematen geboren worden? Dat slijk, levend gemaakt, rondwandelt over de aarde uit eigen beweging, huizen bouwt, dat is toch iets wonderlijks! Dat slijk leert, praat, ambachten uitoefent, heerschappij voert, wonderlijk toch! Slijk verandert in een oog, kan dan de Maagd geen Zoon baren? Wat bij de mensen voor het meest onmogelijke wordt gehouden, heeft plaats gevonden. Zal dan het mogelijke geen doorgang vinden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media31.
Onthoudt dit alles broeders, om u te wapenen tot de strijd. Duldt niet dat ketters u zo maar wat leren. Koester verachting voor diegenen, die de geboorte van de zaligmaker zien als een vrucht van man en vrouw. Dit vanwege het Schriftwoord: 'Hij nam zijn vrouw tot zich' (Mt.1, 24)[b:Mt.1, 24]. Herinnert u wat Jacob zei tot Laban, alvorens Rachel te nemen: 'Geef mij mijn vrouw terug' (Gen. 29, 21)[b:Gen. 29, 21]. Zoals Rachel voor de huwelijksvoltrekking krachtens belofte de vrouw van Jacob werd genoemd, zo is ook Maria, dank zij de huwelijkssluiting, vrouw van Jozef. Ga eens nauwkeurig de beschrijving in het Evangelie na. 'in de zesde maand werd de Engel Gabriël door God gezonden naar een stad in Galilea, met name Nazaret tot een maagd die verloofd was met een man die Jozef heette' (Lc. 1, 26.27)[b:Lc. 1, 26.27]. En toen Jozef vanwege een volkstelling op weg ging om zich te laten inschrijven, staat er duidelijk: 'Jozef trok op om zich te laten inschrijven, samen met Maria zijn vrouw, die zwanger was' (Lc. 2, 4.5)[b:Lc. 2, 4.5]. Inderdaad was zij zwanger. Toch sprak de evangelist hier niet over zijn vrouw, maar van zijn verloofde. S. Paulus zegt: 'dat God zijn Zoon heeft gezonden, (Gal. 4, 4)[b:Gal. 4, 4] - niet uit man en vrouw - maar alleen geboren uit een vrouw, dat is uit de Maagd. Dat een vrouw ook maagd genoemd kan worden, hebben wij reeds aangetoond. vgl: § 21[[[9411|+24]]] Uit de Maagd werd geboren, die van zielen maagden maakt.
Onthoudt dit alles broeders, om u te wapenen tot de strijd. Duldt niet dat ketters u zo maar wat leren. Koester verachting voor diegenen, die de geboorte van de zaligmaker zien als een vrucht van man en vrouw. Dit vanwege het Schriftwoord: 'Hij nam zijn vrouw tot zich' (Mt.1, 24)[b:Mt.1, 24]. Herinnert u wat Jacob zei tot Laban, alvorens Rachel te nemen: 'Geef mij mijn vrouw terug' (Gen. 29, 21)[b:Gen. 29, 21]. Zoals Rachel voor de huwelijksvoltrekking krachtens belofte de vrouw van Jacob werd genoemd, zo is ook Maria, dank zij de huwelijkssluiting, vrouw van Jozef. Ga eens nauwkeurig de beschrijving in het Evangelie na. 'in de zesde maand werd de Engel Gabriël door God gezonden naar een stad in Galilea, met name Nazaret tot een maagd die verloofd was met een man die Jozef heette' (Lc. 1, 26.27)[b:Lc. 1, 26.27]. En toen Jozef vanwege een volkstelling op weg ging om zich te laten inschrijven, staat er duidelijk: 'Jozef trok op om zich te laten inschrijven, samen met Maria zijn vrouw, die zwanger was' (Lc. 2, 4.5)[b:Lc. 2, 4.5]. Inderdaad was zij zwanger. Toch sprak de evangelist hier niet over zijn vrouw, maar van zijn verloofde. S. Paulus zegt: 'dat God zijn Zoon heeft gezonden, (Gal. 4, 4)[b:Gal. 4, 4] - niet uit man en vrouw - maar alleen geboren uit een vrouw, dat is uit de Maagd. Dat een vrouw ook maagd genoemd kan worden, hebben wij reeds aangetoond. vgl: § 21[[[9411|+24]]] Uit de Maagd werd geboren, die van zielen maagden maakt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media32.
Maar gij zijt in bewondering over hetgeen gebeurd is? Ook zij die zou baren sprak haar verwondering uit tegen Gabriël: 'Hoe kan dit geschiedde, daar ik geen man beken? Hij antwoordde hierop: De Heilige Geest zal over u komen en de kracht van de Allerhoogste u overschaduwen. Daarom zal het Heilige dat uit u geboren wordt Gods Zoon genoemd worden' (Lc. 1, 34.35)[b:Lc. 1, 34.35]. Welk een smetteloze en ongerepte geboorte! Want waar de Geest blaast, daar is alle smet verdreven. De geboorte van de Eniggeborene uit de Maagd is zonder enige smet. Mochten de ketters zich tegen de waarheid verzetten, dan zal de H. Geest hen weerleggen. Zij nemen het de Kracht van de Allerhoogste kwalijk, dat Hij haar overschaduwde. Tegen hen zal zich Gabriël op de dag van het oordeel verzetten. Beschamen zal hen de plaats van de kribbe, die de heer heeft opgenomen. Herders zullen als getuigen optreden, die toen de Blijde Boodschap ontvingen. Evenzo de Engelenschaar, die Gods lof zongen, zingend: 'glorie aan God in de hoge en vrede op aarde aan de mensen van goede wil' (Lc. 2, 14)[b:Lc. 2, 14]. Ook de tempel waar Hij gebracht werd op de veertigste dag; het koppel tortels dat voor Hem werd geofferd (Lc. 2, 24)[b:Lc. 2, 24]; Simeon, die hem, omhelsd heeft en Anna de profetes.
Maar gij zijt in bewondering over hetgeen gebeurd is? Ook zij die zou baren sprak haar verwondering uit tegen Gabriël: 'Hoe kan dit geschiedde, daar ik geen man beken? Hij antwoordde hierop: De Heilige Geest zal over u komen en de kracht van de Allerhoogste u overschaduwen. Daarom zal het Heilige dat uit u geboren wordt Gods Zoon genoemd worden' (Lc. 1, 34.35)[b:Lc. 1, 34.35]. Welk een smetteloze en ongerepte geboorte! Want waar de Geest blaast, daar is alle smet verdreven. De geboorte van de Eniggeborene uit de Maagd is zonder enige smet. Mochten de ketters zich tegen de waarheid verzetten, dan zal de H. Geest hen weerleggen. Zij nemen het de Kracht van de Allerhoogste kwalijk, dat Hij haar overschaduwde. Tegen hen zal zich Gabriël op de dag van het oordeel verzetten. Beschamen zal hen de plaats van de kribbe, die de heer heeft opgenomen. Herders zullen als getuigen optreden, die toen de Blijde Boodschap ontvingen. Evenzo de Engelenschaar, die Gods lof zongen, zingend: 'glorie aan God in de hoge en vrede op aarde aan de mensen van goede wil' (Lc. 2, 14)[b:Lc. 2, 14]. Ook de tempel waar Hij gebracht werd op de veertigste dag; het koppel tortels dat voor Hem werd geofferd (Lc. 2, 24)[b:Lc. 2, 24]; Simeon, die hem, omhelsd heeft en Anna de profetes.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media33.
Waar God getuigt, de H. Geest eenzelfde getuigenis aflegt en ook Christus in deze woorden: 'Thans zoekt gij Mij, een mens te doden, terwijl Ik u de waarheid gezegd heb' (Joh. 7, 19; Joh. 8, 40)[b:Joh. 7, 19; Joh. 8, 40], daar moeten ketters hun mond houden en zich niet meer tegen de mensheid van Jezus verheffen. Zij verloochenen Hem die zegt: Betast Mij en kijk, een geest heeft geen vlees en beenderen zoals Ik heb' (Lc. 24, 39)[b:Lc. 24, 39]. De Heer die geboren is uit de Maagd, moet aanbeden worden. De maagden moeten zich verkwikken in de kroon van hun levenswandel en de monniken de roem erkennen van hun zuiverheid. Wij zijn niet beroofd van de waardigheid van de ongereptheid. Negen maanden heeft de Heer geleefd in de schoot van de Maagd en drie en dertig jaar is Hij man geweest. Kan de Maagd trost zijn op de negen maanden, wij om het grote aantal jaren.
Waar God getuigt, de H. Geest eenzelfde getuigenis aflegt en ook Christus in deze woorden: 'Thans zoekt gij Mij, een mens te doden, terwijl Ik u de waarheid gezegd heb' (Joh. 7, 19; Joh. 8, 40)[b:Joh. 7, 19; Joh. 8, 40], daar moeten ketters hun mond houden en zich niet meer tegen de mensheid van Jezus verheffen. Zij verloochenen Hem die zegt: Betast Mij en kijk, een geest heeft geen vlees en beenderen zoals Ik heb' (Lc. 24, 39)[b:Lc. 24, 39]. De Heer die geboren is uit de Maagd, moet aanbeden worden. De maagden moeten zich verkwikken in de kroon van hun levenswandel en de monniken de roem erkennen van hun zuiverheid. Wij zijn niet beroofd van de waardigheid van de ongereptheid. Negen maanden heeft de Heer geleefd in de schoot van de Maagd en drie en dertig jaar is Hij man geweest. Kan de Maagd trost zijn op de negen maanden, wij om het grote aantal jaren.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media34.
Bewandelen wij dan met Gods genade de weg van de kuisheid. Jongelingen, maagden, grijsaards en kinderen, (Ps. 48, 13)[b:Ps. 48, 13] geeft u niet over aan losbandigheid, maar prijst de naam van Christus. Laten wij nooit de ogen sluiten voor de glorie van de reinheid. Het is een engelenkroon, een beoefening van de deugd die boven de mens uitgaat. Hebt eerbied voor die lichamen die schitteren als de zon. Bezoedelt toch niet, omwille van een klein genot, dat verheven lichaam. De zonde is kortstondig, al duurt zij een uur; maar vele jaren, ja eeuwig is haar schande. De beoefenaars van de kuisheid zijn als Engelen die op de aarde wandelen. De maagden delen hierin met de Maagd Maria. Verdrijf iedere ijdele opschik of schadelijke oogopslag en levenswandel, ja zelfs iedere kleding of reukwerk dat de vrede in gevaar brengt. Ons reukwerk moet voor alles het gebed zijn, de goede werken en de heiligheid van lichaam, zodat de Heer, die uit de Maagd geboren is, ons, zowel mannen die de ongereptheid bewaren, als vrouwen die gekroond worden, mag toespreken: 'Onder hen wil Ik wonen en wandelen. Ik zal hun God zijn en zij zullen Mij tot volk zijn' (2 Kor. 6, 16)[b:2 Kor. 6, 16]. Aan Wie de glorie in de eeuwen der eeuwen. Amen
Bewandelen wij dan met Gods genade de weg van de kuisheid. Jongelingen, maagden, grijsaards en kinderen, (Ps. 48, 13)[b:Ps. 48, 13] geeft u niet over aan losbandigheid, maar prijst de naam van Christus. Laten wij nooit de ogen sluiten voor de glorie van de reinheid. Het is een engelenkroon, een beoefening van de deugd die boven de mens uitgaat. Hebt eerbied voor die lichamen die schitteren als de zon. Bezoedelt toch niet, omwille van een klein genot, dat verheven lichaam. De zonde is kortstondig, al duurt zij een uur; maar vele jaren, ja eeuwig is haar schande. De beoefenaars van de kuisheid zijn als Engelen die op de aarde wandelen. De maagden delen hierin met de Maagd Maria. Verdrijf iedere ijdele opschik of schadelijke oogopslag en levenswandel, ja zelfs iedere kleding of reukwerk dat de vrede in gevaar brengt. Ons reukwerk moet voor alles het gebed zijn, de goede werken en de heiligheid van lichaam, zodat de Heer, die uit de Maagd geboren is, ons, zowel mannen die de ongereptheid bewaren, als vrouwen die gekroond worden, mag toespreken: 'Onder hen wil Ik wonen en wandelen. Ik zal hun God zijn en zij zullen Mij tot volk zijn' (2 Kor. 6, 16)[b:2 Kor. 6, 16]. Aan Wie de glorie in de eeuwen der eeuwen. Amen
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.be/toondocument/9411-die-vlees-is-geworden-en-de-menselijke-natuur-heeft-aangenomen-nl