Over hetgeen nog overbleef te bespreken omtrent de H. Geest.
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Over hetgeen nog overbleef te bespreken omtrent de H. Geest.
Catechese XVII voor de illuminandi - Uitgesproken te Jeruzalem
Cyrillus van Jeruzalem
350
Kerkelijke schrijvers - Catecheses
1974, Catechesen van onze heilige vader Cyrillus van Jerusalem I - getypte versie: Benedictusberg, Lemiers
Vert. uit het Grieks
Alineaverdeling en -nummering en Bijbelreferenties naar CCEL
Datering onzeker
Bijbelcitaten slechts ten dele toegevoegd
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documten
Alineaverdeling en -nummering en Bijbelreferenties naar CCEL
Datering onzeker
Bijbelcitaten slechts ten dele toegevoegd
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documten
1974
Mgr. J.J.M. van Susante
13 januari 2025
9410
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
Voorlezing uit 1 Kor. 12, 8. 'De een wordt het woord der wijsheid gegeven door de Geest, enz.'. (1 Kor. 12, 8)[b:1 Kor. 12, 8]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media1.
In de vorige catechese hebben wij naar best vermogen een klein gedeelte van de getuigenissen uit het Oude Verbond laten horen. Nu zullen wij, geliefden, er met Gods hulp toe over gaan de getuigenissen uit het Nieuwe Testament te behandelen. Om de maat niet te overschrijden, hebben wij gisteren ons verlangen bedwongen, niettegenstaande het spreken over de H. Geest onverzadelijk is. Nu gaan wij over tot het bespreken van hetgeen over bleef, wat maar een klein gedeelte van de H. Schrift uitmaakt. Toch wordt onze zwakheid bedolven onder het vele wat hierover geschreven staat. Hier komt geen menselijke wijsheid aan te pas, want dat dient tot niets, maar wij zullen wederom alleen tot de uitspraken van de H. Schrift onze toevlucht moeten nemen. Ook naar de mening van S. Paulus is dit de veiligste weg. Hij schrijft aan de Korintiërs: 'Wij spreken daarover dan ook, niet in termen aan menselijke wijsheid ontleend, maar onderricht door de Geest, geestelijke dingen uitdrukkend in de taal van de Geest'. (1 Kor. 2, 13)[b:1 Kor. 2, 13] Wij gaan als reizigers of zeevaarders te werk, die met een doel, voor ogen zich voorthaasten, nl. de zeer grote reis. Toch doen zij, vanwege de menselijke zwakheid verschillende steden aan.
In de vorige catechese hebben wij naar best vermogen een klein gedeelte van de getuigenissen uit het Oude Verbond laten horen. Nu zullen wij, geliefden, er met Gods hulp toe over gaan de getuigenissen uit het Nieuwe Testament te behandelen. Om de maat niet te overschrijden, hebben wij gisteren ons verlangen bedwongen, niettegenstaande het spreken over de H. Geest onverzadelijk is. Nu gaan wij over tot het bespreken van hetgeen over bleef, wat maar een klein gedeelte van de H. Schrift uitmaakt. Toch wordt onze zwakheid bedolven onder het vele wat hierover geschreven staat. Hier komt geen menselijke wijsheid aan te pas, want dat dient tot niets, maar wij zullen wederom alleen tot de uitspraken van de H. Schrift onze toevlucht moeten nemen. Ook naar de mening van S. Paulus is dit de veiligste weg. Hij schrijft aan de Korintiërs: 'Wij spreken daarover dan ook, niet in termen aan menselijke wijsheid ontleend, maar onderricht door de Geest, geestelijke dingen uitdrukkend in de taal van de Geest'. (1 Kor. 2, 13)[b:1 Kor. 2, 13] Wij gaan als reizigers of zeevaarders te werk, die met een doel, voor ogen zich voorthaasten, nl. de zeer grote reis. Toch doen zij, vanwege de menselijke zwakheid verschillende steden aan.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media2.
Wordt het onderricht over de H. Geest door ons gesplitst, dan dient u onderhand toch te weten, dat Hij zelf ondeelbaar is, altijd een en dezelfde. vgl: Over Gods alleenheerschappij in: Ik geloof in één God. En over de ketterijen.[[[9253]]] Toen wij u spraken over de Vader, onderrichtten wij u over zijn alleenheerschappij; over de naam 'Vader' vgl: Over de Vader[[[9258]]], of 'Almachtige'; over het feit dat Hij Schepper van alles is en toch bracht deze verdeling geen verdeeldheid in het geloof, omdat één het doel is.
Wordt het onderricht over de H. Geest door ons gesplitst, dan dient u onderhand toch te weten, dat Hij zelf ondeelbaar is, altijd een en dezelfde. vgl: Over Gods alleenheerschappij in: Ik geloof in één God. En over de ketterijen.[[[9253]]] Toen wij u spraken over de Vader, onderrichtten wij u over zijn alleenheerschappij; over de naam 'Vader' vgl: Over de Vader[[[9258]]], of 'Almachtige'; over het feit dat Hij Schepper van alles is en toch bracht deze verdeling geen verdeeldheid in het geloof, omdat één het doel is.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEveneens toen wij u spraken over Gods eniggeboren Zoon, hebben wij een catechese gewijd aan zijn Godheid en een aan zijn mensheid, en terwijl wij op die manier onze onderricht over onze Heer Jezus Christus splitsten, predikten wij in Hem toch één geloof. Zo ook nu: ofschoon de onderrichtingen gesplitst worden, blijft het geloof in Hem onverdeeld.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEen Geest is het die de genade uitdeelt naar ieders behoefte (1 Kor. 12, 11)[b:1 Kor. 12, 11] en toch zelf onverdeeld blijft. Al roept men Hem in verschillende benamingen aan, toch is de Helper geen ander dan de H. Geest, maar één en dezelfde, helpend, sprekend, werkend en heiligmakend in alle redelijke schepselen van God, door Christus geschapen, zowel Engelen als mensen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media3.
Om tegen dwaling gevrijwaard te worden, die de verschillende benamingen kunnen veroorzaken, leert de Katholieke Kerk uitdrukkelijk in haar geloofsbelijdenis: 'In de éne geest, de helper, die gesproken heeft door de mond van de profeten'. Dus ondanks de vele benamingen is er één Geest. Nu zullen wij enige van die benamingen nagaan.
Om tegen dwaling gevrijwaard te worden, die de verschillende benamingen kunnen veroorzaken, leert de Katholieke Kerk uitdrukkelijk in haar geloofsbelijdenis: 'In de éne geest, de helper, die gesproken heeft door de mond van de profeten'. Dus ondanks de vele benamingen is er één Geest. Nu zullen wij enige van die benamingen nagaan.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media4.
Op de eerste plaats 'Geest', zoals u zojuist hebt horen voorlezen uit de Korintiërsbrief. 'Aan de een wordt door de geest het woord van wijsheid gegeven, enz.'. Verder noemt men Hem 'Geest van de waarheid', zoals de Zaligmaker het bezigt: 'Wanneer Hij komt, de Geest van de waarheid'. Helper heeft Christus Hem ook genoemd: 'Want zo Ik niet heen ga, zal de Helper niet tot u komen'. Dat het nu één en dezelfde Geest is, die door verschillende benamingen wordt aangeduid, komt hier duidelijk naar voren. Om dit nog eens te onderstrepen staat er: 'De Helper, de H. Geest'. En dat de H. Geest en de Geest van de waarheid dezelfde zijn, blijkt uit dit woord: 'Ik zal u een andere helper zenden, om voor eeuwig bij u te blijven, de Geest der waarheid'. En wederom: 'Maar de Helper, de H. Geest, die de Vader in mijn naam zal zenden, Hij zal u alles leren en in herinnering brengen'. Een andere benaming is 'Geest Gods'. 'Ik heb de Geest Gods zien neerdalen', staat er bij Mattheüs en S. Paulus schrijft aan de Romeinen: 'Allen die door Gods Geest worden geleid zijn kinderen Gods'. Vervolgens wordt Hij de Geest van de vader genoemd. 'Immers niet gij zijt het die spreekt, maar de Geest van de Vader, die spreekt in u'. Wederom is het S. Paulus, die dit herhaalt: 'Daarom buig ik mijn knieën voor de Vader, opdat Hij u moge verlenen gesterkt te worden door Zijn Geest'. Petrus noemt Hem de Geest van de Heer. 'Hoe hebt gij met elkander kunnen afspreken de Geest van de Heer op de proef te stellen?'
Op de eerste plaats 'Geest', zoals u zojuist hebt horen voorlezen uit de Korintiërsbrief. 'Aan de een wordt door de geest het woord van wijsheid gegeven, enz.'. Verder noemt men Hem 'Geest van de waarheid', zoals de Zaligmaker het bezigt: 'Wanneer Hij komt, de Geest van de waarheid'. Helper heeft Christus Hem ook genoemd: 'Want zo Ik niet heen ga, zal de Helper niet tot u komen'. Dat het nu één en dezelfde Geest is, die door verschillende benamingen wordt aangeduid, komt hier duidelijk naar voren. Om dit nog eens te onderstrepen staat er: 'De Helper, de H. Geest'. En dat de H. Geest en de Geest van de waarheid dezelfde zijn, blijkt uit dit woord: 'Ik zal u een andere helper zenden, om voor eeuwig bij u te blijven, de Geest der waarheid'. En wederom: 'Maar de Helper, de H. Geest, die de Vader in mijn naam zal zenden, Hij zal u alles leren en in herinnering brengen'. Een andere benaming is 'Geest Gods'. 'Ik heb de Geest Gods zien neerdalen', staat er bij Mattheüs en S. Paulus schrijft aan de Romeinen: 'Allen die door Gods Geest worden geleid zijn kinderen Gods'. Vervolgens wordt Hij de Geest van de vader genoemd. 'Immers niet gij zijt het die spreekt, maar de Geest van de Vader, die spreekt in u'. Wederom is het S. Paulus, die dit herhaalt: 'Daarom buig ik mijn knieën voor de Vader, opdat Hij u moge verlenen gesterkt te worden door Zijn Geest'. Petrus noemt Hem de Geest van de Heer. 'Hoe hebt gij met elkander kunnen afspreken de Geest van de Heer op de proef te stellen?'
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEn Paulus weer: 'De Geest van God en van Christus'. 'Uw bestaan wordt niet beheerst door het vlees, maar door de Geest, omdat de Geest van God in u woont'. Zou iemand de Geest van Christus niet hebben, dan behoort hij Hem niet toe. In de brief aan de Galaten noemt hij Hem 'Geest van de Zoon van God'. 'Gij zijt werkelijk zonen, want God heeft in onze harten de Geest van Zijn Zoon gezonden'. En aan de Filipensen schrijft hij: 'Dank zij uw gebed en de bijstand van de Geest van Jezus Christus'. Dan is er nog een tweede categorie van benamingen, waarin wij allereerst aantreffen 'de Geest van heiligmaking', waar Paulus over spreekt in het eerste hoofdstuk van de Romeinenbrief. In dezelfde brief noemt hij Hem ook 'Geest van kindschap'. 'De Geest die gij ontvangen hebt is er niet een van slavernij, die opnieuw vrees zou injagen, maar gij hebt de Geest van het kindschap ontvangen, die ons doet roepen: Abba- Vader'. En dan beschrijft hij Hem voor de Efeziërs als de Geest van de openbaring. 'Moge Hij u de Geest geven van wijsheid en openbaring om Hem waarachtig te kennen'. En elders in dezelfde brief als de Geest van de belofte. 'In Hem zijt gij ook tot het geloof gekomen, verzegeld met de Geest van de belofte'. Tenslotte noemt de Hebreeënbrief Hem de Geest van de genade. 'Gij hebt de Geest van de genade gehoond'.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media5.
Er zijn nog andere benamingen die veel overeenkomst hebben met die uit de vorige catechese, waar wij de teksten van de Oude Verbond behandeld hebben. Jesaja spreekt Hem aan als: 'De Geest van wijsheid en verstand, de Geest van raad en sterkte, van kennis en godsvrucht en van de vreze voor God'. Uit hetgeen dus vroeger gezegd is, zowel uit hetgeen nu behandeld wordt, kan men opmaken dat er verschillende en vele benamingen zijn van een en dezelfde geest, die leeft en bijstaat en in alle tijden met de Vader en de Zoon aanwezig is. Die spreekt niet van de mond of van de lippen van de Vader of de Zoon, maar zelfstandig. Hij werkt ook zelfstandig, bestiert, heiligt, terwijl het vanzelf spreekt dat Hij, vanwege het heilzame bestuur over ons, ongescheiden en één is, zodat dit uitgaat van de Vader, de Zoon en de H. Geest. Dit hebben we trouwens kort geleden nog gezegd, maar ik herhaal dit echter, opdat gij er goed van doordrongen mag worden en niet enerzijds een geest aanneemt voor de wet en de profeten, en anderzijds een voor het Evangelie en de brieven van de Apostelen. Neen, voor beiden is één en dezelfde Geest, die zowel in het Oude- als in het Nieuwe Verbond gesproken heeft.
Er zijn nog andere benamingen die veel overeenkomst hebben met die uit de vorige catechese, waar wij de teksten van de Oude Verbond behandeld hebben. Jesaja spreekt Hem aan als: 'De Geest van wijsheid en verstand, de Geest van raad en sterkte, van kennis en godsvrucht en van de vreze voor God'. Uit hetgeen dus vroeger gezegd is, zowel uit hetgeen nu behandeld wordt, kan men opmaken dat er verschillende en vele benamingen zijn van een en dezelfde geest, die leeft en bijstaat en in alle tijden met de Vader en de Zoon aanwezig is. Die spreekt niet van de mond of van de lippen van de Vader of de Zoon, maar zelfstandig. Hij werkt ook zelfstandig, bestiert, heiligt, terwijl het vanzelf spreekt dat Hij, vanwege het heilzame bestuur over ons, ongescheiden en één is, zodat dit uitgaat van de Vader, de Zoon en de H. Geest. Dit hebben we trouwens kort geleden nog gezegd, maar ik herhaal dit echter, opdat gij er goed van doordrongen mag worden en niet enerzijds een geest aanneemt voor de wet en de profeten, en anderzijds een voor het Evangelie en de brieven van de Apostelen. Neen, voor beiden is één en dezelfde Geest, die zowel in het Oude- als in het Nieuwe Verbond gesproken heeft.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media6.
Deze ene H. Geest vervulde de H. Maagd Maria. Omdat uit haar de eniggeboren Zoon van God geboren moest worden, werd zij overschaduwd door de kracht van de Allerhoogste en nam de H. Geest bezit van haar. Hij heiligde haar om Hem te kunnen ontvangen, door wie alles was geschapen. Dat deze geboorte zonder smet en vlek is gebleven, behoef ik u niet meer te leren. U dient de weten wat Gabriël tot haar sprak: 'Al ben ik de heraut van de menswording, toch ben ik geenszins de medebewerker ervan. Ik ben een aartsengel en ken mijn plaats. Wel breng ik u de blijde boodschap, maar het wonder van uw baren is niet het werk van mijn genade. het is de H. Geest die over u zal komen en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen. Vandaar dat het Heilige dat uit u geboren wordt, Gods Zoon genoemd zal worden'.
Deze ene H. Geest vervulde de H. Maagd Maria. Omdat uit haar de eniggeboren Zoon van God geboren moest worden, werd zij overschaduwd door de kracht van de Allerhoogste en nam de H. Geest bezit van haar. Hij heiligde haar om Hem te kunnen ontvangen, door wie alles was geschapen. Dat deze geboorte zonder smet en vlek is gebleven, behoef ik u niet meer te leren. U dient de weten wat Gabriël tot haar sprak: 'Al ben ik de heraut van de menswording, toch ben ik geenszins de medebewerker ervan. Ik ben een aartsengel en ken mijn plaats. Wel breng ik u de blijde boodschap, maar het wonder van uw baren is niet het werk van mijn genade. het is de H. Geest die over u zal komen en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen. Vandaar dat het Heilige dat uit u geboren wordt, Gods Zoon genoemd zal worden'.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media7.
Dezelfde Geest is ook in Elisabeth werkzaam geweest, want het zijn niet alleen de maagden, die Hij bekent, maar Hij gaat ook tot de gehuwden, mits dit huwelijk volgens de wet is. Ook Elisabeth werd van de H. Geest vervuld, zodat zij, de voortreffelijke dienstmaagd, profiteerde: 'Waaraan heb ik het te danken dat de Moeder van mijn Heer tot mij komt. Zij prees zichzelf gelukkig. Maar ook Zacharias werd van diezelfde Geest vervuld en prees God vanwege de toekomstige dingen, waarvan de Eniggeborene de bemiddelaar was en hij voegde eraan toe dat Johannes door het doopsel Zijn Voorloper zou zijn. Vervolgens heeft ook Simeon de godsspraak ontvangen, die inhield dat hij de dood niet zou zien, voordat hij de Gezalfde van de Heer zou hebben aanschouwd. Na hem nu, tijdens een tempeldienst in zijn armen te hebben ontvangen, getuigt hij duidelijk over hem.
Dezelfde Geest is ook in Elisabeth werkzaam geweest, want het zijn niet alleen de maagden, die Hij bekent, maar Hij gaat ook tot de gehuwden, mits dit huwelijk volgens de wet is. Ook Elisabeth werd van de H. Geest vervuld, zodat zij, de voortreffelijke dienstmaagd, profiteerde: 'Waaraan heb ik het te danken dat de Moeder van mijn Heer tot mij komt. Zij prees zichzelf gelukkig. Maar ook Zacharias werd van diezelfde Geest vervuld en prees God vanwege de toekomstige dingen, waarvan de Eniggeborene de bemiddelaar was en hij voegde eraan toe dat Johannes door het doopsel Zijn Voorloper zou zijn. Vervolgens heeft ook Simeon de godsspraak ontvangen, die inhield dat hij de dood niet zou zien, voordat hij de Gezalfde van de Heer zou hebben aanschouwd. Na hem nu, tijdens een tempeldienst in zijn armen te hebben ontvangen, getuigt hij duidelijk over hem.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media8.
Johannes, die vanaf de schoot van zijn moeder vervuld was van de H. Geest, werd geheiligd om de Heer te dopen, dus niet om Hem de H. Geest te geven, maar om Degene aan te wijzen die de H. Geest meedeelt. 'Ik doop u ter bekering met water, maar die na mij komt, die zal u dopen in de H. Geest en in vuur'. Door vuur? Hoezo? De H. Geest daalde neer in vurige tongen. Met dit voor ogen zegt de Heer dan ook met blijdschap: 'Vuur ben Ik komen brengen op aarde, en hoe verlang ik dat het reeds oplaait!'
Johannes, die vanaf de schoot van zijn moeder vervuld was van de H. Geest, werd geheiligd om de Heer te dopen, dus niet om Hem de H. Geest te geven, maar om Degene aan te wijzen die de H. Geest meedeelt. 'Ik doop u ter bekering met water, maar die na mij komt, die zal u dopen in de H. Geest en in vuur'. Door vuur? Hoezo? De H. Geest daalde neer in vurige tongen. Met dit voor ogen zegt de Heer dan ook met blijdschap: 'Vuur ben Ik komen brengen op aarde, en hoe verlang ik dat het reeds oplaait!'
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media9.
Toen Jezus werd gedoopt, daalde de Geest neer, opdat de waardigheid van Hem die gedoopt werd, niet verborgen zou blijven. Johannes legt hierover dit getuigenis af: 'Hij die mij zond om in het water te dopen, Hij sprak tot mij: op Wie gij de Geest zult zien neerdalen en blijven rusten, Hij is het die doopt met de H. Geest'. (Joh. 1, 33)[b:Joh. 1, 33] Maar let nu eens goed op wat het Evangelie zegt. De hemel opende zich. Zij opende zich vanwege de waardigheid van Hem die neerdaalde. Want zo luidt het Evangelieverhaal: 'De hemel opende zich en hij zag de Geest Gods neerdalen in de gedaante van een duif en over hem komen'. (Mt. 3, 16)[b:Mt. 3, 16] Deze nederdaling kwam voort uit eigen vrije wil. Sommigen hebben dit aldus uitgelegd. Het was noodzakelijk dat de eerstelingen en de voortreffelijke gaven van de H. Geest, die de dopelingen toekomen, aan de mensheid van de Zaligmaker die deze gaven uitdeelt, geschonken werden. Sommige verklaarders zien dan ook in de gedaante van de zuivere, reine en eenvoudige duif Hem, die met zijn gebeden de kinderen die geboren worden hulp biedt tot vergeving van de zonden. En om daarmee duidelijk te maken wie bedoeld wordt, is ook in beeldspraak voorzegd dat Christus zichtbaar getoond zou worden. In het Hooglied is Hij het die van de Bruidegom zegt: "Zijn ogen zijn als duiven bij de water beken". (Hoogl. 5, 12)[b:Hoogl. 5, 12].
Toen Jezus werd gedoopt, daalde de Geest neer, opdat de waardigheid van Hem die gedoopt werd, niet verborgen zou blijven. Johannes legt hierover dit getuigenis af: 'Hij die mij zond om in het water te dopen, Hij sprak tot mij: op Wie gij de Geest zult zien neerdalen en blijven rusten, Hij is het die doopt met de H. Geest'. (Joh. 1, 33)[b:Joh. 1, 33] Maar let nu eens goed op wat het Evangelie zegt. De hemel opende zich. Zij opende zich vanwege de waardigheid van Hem die neerdaalde. Want zo luidt het Evangelieverhaal: 'De hemel opende zich en hij zag de Geest Gods neerdalen in de gedaante van een duif en over hem komen'. (Mt. 3, 16)[b:Mt. 3, 16] Deze nederdaling kwam voort uit eigen vrije wil. Sommigen hebben dit aldus uitgelegd. Het was noodzakelijk dat de eerstelingen en de voortreffelijke gaven van de H. Geest, die de dopelingen toekomen, aan de mensheid van de Zaligmaker die deze gaven uitdeelt, geschonken werden. Sommige verklaarders zien dan ook in de gedaante van de zuivere, reine en eenvoudige duif Hem, die met zijn gebeden de kinderen die geboren worden hulp biedt tot vergeving van de zonden. En om daarmee duidelijk te maken wie bedoeld wordt, is ook in beeldspraak voorzegd dat Christus zichtbaar getoond zou worden. In het Hooglied is Hij het die van de Bruidegom zegt: "Zijn ogen zijn als duiven bij de water beken". (Hoogl. 5, 12)[b:Hoogl. 5, 12].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media10.
Een voorafbeelding van de duif die bij de doop van Christus verscheen was ook de duif van Noë. Noë werd gered in het water door het hout en is zo de stichter geworden van een nieuw geslacht. Nu zien sommigen in de duif, die tegen de avond met een olijftakje terugkeerde de H. Geest, die ook over de ware Noë is neergedaald, de Stichter van het tweede geslacht, in Wie de natuurlijke geaardheden van de verschillende geslachten weer bijeen worden gebracht. De verschillende aard van de dieren in de ark, die daarvan een voorafbeelding zijn. Bij Zijn komst weiden de geestelijke wolven samen met de lammeren. In de kerk weiden de kalveren, de stier en de leeuw tezamen. Op de dag van vandaag kunnen wij constateren, hoe de wereldse bestuurders door de kerkelijke bestuurd en onderricht worden. De geestelijke duif is dus volgens die verklaarders, op het ogenblik van het doopsel neergedaald om aan te geven, dat Hij Degene is, die hen door het kruishout redt, die geloven dat Hij tegen de avond door zijn dood de zaligheid zal schenken.
Een voorafbeelding van de duif die bij de doop van Christus verscheen was ook de duif van Noë. Noë werd gered in het water door het hout en is zo de stichter geworden van een nieuw geslacht. Nu zien sommigen in de duif, die tegen de avond met een olijftakje terugkeerde de H. Geest, die ook over de ware Noë is neergedaald, de Stichter van het tweede geslacht, in Wie de natuurlijke geaardheden van de verschillende geslachten weer bijeen worden gebracht. De verschillende aard van de dieren in de ark, die daarvan een voorafbeelding zijn. Bij Zijn komst weiden de geestelijke wolven samen met de lammeren. In de kerk weiden de kalveren, de stier en de leeuw tezamen. Op de dag van vandaag kunnen wij constateren, hoe de wereldse bestuurders door de kerkelijke bestuurd en onderricht worden. De geestelijke duif is dus volgens die verklaarders, op het ogenblik van het doopsel neergedaald om aan te geven, dat Hij Degene is, die hen door het kruishout redt, die geloven dat Hij tegen de avond door zijn dood de zaligheid zal schenken.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media11.
Luistert nu naar de woorden van de Zaligmaker zelf. 'Indien iemand niet geboren wordt uit water en de H. Geest, kan hij niet ingaan in het koninkrijk Gods'. (Joh. 3, 5)[b:Joh. 3, 5] Die genade komt van de Vader, want Hij zegt: 'Hoeveel temeer zal dan de hemelse Vader de H. Geest geven aan wie er Hem om vragen'. (Lc. 11, 13)[b:Lc. 11, 13] God moet men in de Geest aanbidden. 'Er komt een uur en het is er reeds, dat de ware aanbidders de Vader zullen aanbidden in Geest en in waarheid'. (Joh. 4, 23)[b:Joh. 4, 23] De Vader zoekt zulke aanbidders, God is geest en die hem aanbidden moeten dat doen in geest en in waarheid. Bij Matteus lezen wij: 'dat Hij door de geest Gods duivelen uitdrijft' en dan staat er even verder: 'Daarom zeg Ik u, iedere zonde en godslastering zal de mensen vergeven worden, maar lastering tegen de H. Geest zal niet vergeven worden'. Als iemand de Mensenzoon weerspreekt, zal het hem vergeven worden, maar wie de H. Geest weerspreekt, zal geen vergiffenis verkrijgen, noch in deze noch in de toekomende wereld'. In het Evangelie van St. Jan horen wij Christus zeggen: 'Ik zal de vader bidden dat Hij u een andere Helper zal geven om voor eeuwig bij u te blijven, de Geest van de waarheid, voor wie de wereld niet ontvankelijk is, omdat zij Hem niet ziet noch kent. Gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn. Dit heb ik nog tot u gesproken terwijl Ik nog bij u was, maar de helper, de H. Geest, die de Vader zal zenden in mijn naam, Hij zal u alles leren, en in herinnering brengen wat Ik u gezegd heb. Maar wanneer de Helper komt, die Ik u van de Vader zal zenden, de Geest van de waarheid, die van de Vader uitgaat, dan zal Hij van Mij getuigen. Zo Ik niet heenga, zal de helper niet tot u komen, maar zo Ik heenga zal Ik Hem tot u zenden. Wanneer Hij komt zal Hij de wereld het overtuigend bewijs leveren van wat zonde, gerechtigheid en oordeel is. Ik heb u nog veel te zeggen, hetgeen gij echter thans niet kunt verdragen. Maar wanneer Hij komt, de Geest van de waarheid, dan zal Hij u de volle waarheid leren, want Hij zal niet uit zichzelf spreken, maar spreken al wat Hij hoort en u de komende dingen verkondigen. Hij zal Mij verheerlijken, omdat Hij aan u verkondigen zal wat Hij van Mij ontvangen heeft. Ik zei dat Hij aan u zal verkondigen wat Hij van Mij ontvangen heeft, omdat al wat de Vader heeft het Mijne is'. Ik heb u nu de woorden van de eniggeboren Zoon zelf voorgehouden, opdat gij niet op menselijke getuigenissen behoeft te steunen.
Luistert nu naar de woorden van de Zaligmaker zelf. 'Indien iemand niet geboren wordt uit water en de H. Geest, kan hij niet ingaan in het koninkrijk Gods'. (Joh. 3, 5)[b:Joh. 3, 5] Die genade komt van de Vader, want Hij zegt: 'Hoeveel temeer zal dan de hemelse Vader de H. Geest geven aan wie er Hem om vragen'. (Lc. 11, 13)[b:Lc. 11, 13] God moet men in de Geest aanbidden. 'Er komt een uur en het is er reeds, dat de ware aanbidders de Vader zullen aanbidden in Geest en in waarheid'. (Joh. 4, 23)[b:Joh. 4, 23] De Vader zoekt zulke aanbidders, God is geest en die hem aanbidden moeten dat doen in geest en in waarheid. Bij Matteus lezen wij: 'dat Hij door de geest Gods duivelen uitdrijft' en dan staat er even verder: 'Daarom zeg Ik u, iedere zonde en godslastering zal de mensen vergeven worden, maar lastering tegen de H. Geest zal niet vergeven worden'. Als iemand de Mensenzoon weerspreekt, zal het hem vergeven worden, maar wie de H. Geest weerspreekt, zal geen vergiffenis verkrijgen, noch in deze noch in de toekomende wereld'. In het Evangelie van St. Jan horen wij Christus zeggen: 'Ik zal de vader bidden dat Hij u een andere Helper zal geven om voor eeuwig bij u te blijven, de Geest van de waarheid, voor wie de wereld niet ontvankelijk is, omdat zij Hem niet ziet noch kent. Gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn. Dit heb ik nog tot u gesproken terwijl Ik nog bij u was, maar de helper, de H. Geest, die de Vader zal zenden in mijn naam, Hij zal u alles leren, en in herinnering brengen wat Ik u gezegd heb. Maar wanneer de Helper komt, die Ik u van de Vader zal zenden, de Geest van de waarheid, die van de Vader uitgaat, dan zal Hij van Mij getuigen. Zo Ik niet heenga, zal de helper niet tot u komen, maar zo Ik heenga zal Ik Hem tot u zenden. Wanneer Hij komt zal Hij de wereld het overtuigend bewijs leveren van wat zonde, gerechtigheid en oordeel is. Ik heb u nog veel te zeggen, hetgeen gij echter thans niet kunt verdragen. Maar wanneer Hij komt, de Geest van de waarheid, dan zal Hij u de volle waarheid leren, want Hij zal niet uit zichzelf spreken, maar spreken al wat Hij hoort en u de komende dingen verkondigen. Hij zal Mij verheerlijken, omdat Hij aan u verkondigen zal wat Hij van Mij ontvangen heeft. Ik zei dat Hij aan u zal verkondigen wat Hij van Mij ontvangen heeft, omdat al wat de Vader heeft het Mijne is'. Ik heb u nu de woorden van de eniggeboren Zoon zelf voorgehouden, opdat gij niet op menselijke getuigenissen behoeft te steunen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media12.
Christus heeft deze Geest aan de Apostelen meegedeeld, want wij lezen: 'Toen Hij dit gezegd had, blies Hij over hen en sprak; ontvangt de H. Geest. Van wie gij de zonden vergeeft, zij zijn vergeven; en van wie gij de zonden behoudt, zij zijn behouden'. (Joh. 20, 22)[b:Joh. 20, 22] Dit was de tweede maal dat Hij blies. De eerste keer bij Adam (Gen. 2, 7)[b:Gen. 2, 7]; na de eerste keer werd het door vrijwillige zonden van de mens verzwakt. Bij de profeet Nahum staat: 'Terwijl Hij opsteeg, blies Hij in uw aangezicht, u bevrijdend van de verdrukking'. (De Septuagint, die Cyrillus volgt, verschilt van de Hebreeuwse versie: hij die gedeeld was kwam voor hun gezicht te staan)[b:Nah. 2, 1] Waar steeg Hij uit op? Uit de onderwereld, want het Evangelie verhaalt dat Hij terstond na zijn verrijzenis over hen geblazen had. Bij zijn verrijzenis geeft Hij wel genade, maar belooft nog meer te zullen geven. Hij zegt bereid te zijn het nu reeds te geven, maar daar het vat het nog niet kan bevatten, moeten wij een weinig geduld hebben. 'Blijf dus in de stad, totdat gij uit de hoge te zijn toegerust'. (Lc. 24, 39)[b:Lc. 24, 39] Wat gij nu ontvangt is slechts ten dele, straks zult gij haar in volheid ontvangen. Wanneer gij iets ontvangt is het slechts een gedeelte van het verwachte. Maar degene die zich werkelijk bekleedt, is aan alle kanten bedekt met zijn kleed. Vrees de wapenen en werpspiesen van de duivel niet, zegt Hij, want gij zult de kracht van de Geest ondervinden. Houdt wel vast aan hetgeen al vaak is gezegd: de Geest is niet verdeeld, wel de door Hem geschonken genade.
Christus heeft deze Geest aan de Apostelen meegedeeld, want wij lezen: 'Toen Hij dit gezegd had, blies Hij over hen en sprak; ontvangt de H. Geest. Van wie gij de zonden vergeeft, zij zijn vergeven; en van wie gij de zonden behoudt, zij zijn behouden'. (Joh. 20, 22)[b:Joh. 20, 22] Dit was de tweede maal dat Hij blies. De eerste keer bij Adam (Gen. 2, 7)[b:Gen. 2, 7]; na de eerste keer werd het door vrijwillige zonden van de mens verzwakt. Bij de profeet Nahum staat: 'Terwijl Hij opsteeg, blies Hij in uw aangezicht, u bevrijdend van de verdrukking'. (De Septuagint, die Cyrillus volgt, verschilt van de Hebreeuwse versie: hij die gedeeld was kwam voor hun gezicht te staan)[b:Nah. 2, 1] Waar steeg Hij uit op? Uit de onderwereld, want het Evangelie verhaalt dat Hij terstond na zijn verrijzenis over hen geblazen had. Bij zijn verrijzenis geeft Hij wel genade, maar belooft nog meer te zullen geven. Hij zegt bereid te zijn het nu reeds te geven, maar daar het vat het nog niet kan bevatten, moeten wij een weinig geduld hebben. 'Blijf dus in de stad, totdat gij uit de hoge te zijn toegerust'. (Lc. 24, 39)[b:Lc. 24, 39] Wat gij nu ontvangt is slechts ten dele, straks zult gij haar in volheid ontvangen. Wanneer gij iets ontvangt is het slechts een gedeelte van het verwachte. Maar degene die zich werkelijk bekleedt, is aan alle kanten bedekt met zijn kleed. Vrees de wapenen en werpspiesen van de duivel niet, zegt Hij, want gij zult de kracht van de Geest ondervinden. Houdt wel vast aan hetgeen al vaak is gezegd: de Geest is niet verdeeld, wel de door Hem geschonken genade.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media13.
Toen Jezus ten hemel opsteeg, heeft Hij de belofte vervuld. Hij had immers gezegd: 'Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Helper geven'. (Joh. 14, 16)[b:Joh. 14, 16] Zij waren dus teruggegaan om de komst van de H. Geest af te wachten. Toen die Pinksterdag was aangebroken, hier in deze stad Jeruzalem, hetgeen voor ons een onderscheiding is, zonder het goede dat bij anderen geschiedt te willen kleineren, toen dat Pinksterfeest dus was aangebroken, waren zij gezeten en de Helper daalde neer vanuit de hemel. De Bewaker en Heiligmaker van de kerk, de Leider van de zielen, de Stuurman van hen die zich in de storm bevinden, de Verlichter van hen die dwalen en de Scheidsrechter voor hen, die de wedloop lopen en tenslotte Degene, die aan de overwinnaars de kroon uitreikt.
Toen Jezus ten hemel opsteeg, heeft Hij de belofte vervuld. Hij had immers gezegd: 'Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Helper geven'. (Joh. 14, 16)[b:Joh. 14, 16] Zij waren dus teruggegaan om de komst van de H. Geest af te wachten. Toen die Pinksterdag was aangebroken, hier in deze stad Jeruzalem, hetgeen voor ons een onderscheiding is, zonder het goede dat bij anderen geschiedt te willen kleineren, toen dat Pinksterfeest dus was aangebroken, waren zij gezeten en de Helper daalde neer vanuit de hemel. De Bewaker en Heiligmaker van de kerk, de Leider van de zielen, de Stuurman van hen die zich in de storm bevinden, de Verlichter van hen die dwalen en de Scheidsrechter voor hen, die de wedloop lopen en tenslotte Degene, die aan de overwinnaars de kroon uitreikt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media14.
Om de Apostelen te dopen en met kracht te bekleden, is Hij neergedaald. De Heer had dit voorzegd: 'gij zult gedoopt worden in de H. Geest, niet veel dagen na deze'. (Hand. 1, 5)[b:Hand. 1, 5] De genade is niet gehalveerd, maar onverzwakt en ten volle is nog zijn kracht. Zoals degenen die gedoopt worden aan alle kanten door het water omgeven worden, zo ook worden zij geheel en al door de H. Geest gedoopt. Omgeeft het water slechts de buitenkant, de Geest doopt het binnenste van de ziel, zonder iets ongedoopt te laten. Bent u daar zo verwonderd over? Ik zal een klein onbeduidend voorbeeld geven, maar het kan voor de eenvoudigen van dienst zijn. Het is aan de gewone stof ontleend. Wanneer vuur door de dikte van het ijzer binnendringt, dan wordt wat eerst koud was gloeiend, en wat donker was lichtend. Als zo het harde ijzer wordt doordrongen van het vuur, staat gij er dan verwonderd over, dat de H. Geest doordringt tot in het binnenste van de ziel?
Om de Apostelen te dopen en met kracht te bekleden, is Hij neergedaald. De Heer had dit voorzegd: 'gij zult gedoopt worden in de H. Geest, niet veel dagen na deze'. (Hand. 1, 5)[b:Hand. 1, 5] De genade is niet gehalveerd, maar onverzwakt en ten volle is nog zijn kracht. Zoals degenen die gedoopt worden aan alle kanten door het water omgeven worden, zo ook worden zij geheel en al door de H. Geest gedoopt. Omgeeft het water slechts de buitenkant, de Geest doopt het binnenste van de ziel, zonder iets ongedoopt te laten. Bent u daar zo verwonderd over? Ik zal een klein onbeduidend voorbeeld geven, maar het kan voor de eenvoudigen van dienst zijn. Het is aan de gewone stof ontleend. Wanneer vuur door de dikte van het ijzer binnendringt, dan wordt wat eerst koud was gloeiend, en wat donker was lichtend. Als zo het harde ijzer wordt doordrongen van het vuur, staat gij er dan verwonderd over, dat de H. Geest doordringt tot in het binnenste van de ziel?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media15.
Maar opdat deze genade kenbaar zou worden, klonk er als het ware een hemelse bazuin. 'Plotseling kwam er vanuit de hemel een gedruis alsof een hevige wind opstak' (Hand. 2, 2)[b:Hand. 2, 2]. Deze moest de komst van Hem aankondigen, die aan de mensen de kracht verleent het Koninkrijk Gods met geweld te veroveren. Nu konden de ogen de vurige tongen zien, als de oren het gedruis konden horen. Het huis is het bekken geworden van het geestelijk water. De leerlingen waren allen binnen toen het gehele huis werd vervuld. Volgens de belofte werden zij geheel en al gedoopt en bekleed naar ziel en lichaam met een heilzaam en goddelijk kleed. 'En er verscheen hun iets dat op vuur geleek en zich in tongen verdeeld op ieder van hen neerzette, zodat allen vervuld werden van de H. Geest'. Zij ontvingen een vuur dat niet verbrande, maar dat in tegendeel heilzaam werkte. Het deed de doornen van de zonden verdwijnen en maakte de ziel glanzend. Dezelfde zal ook over u neerdalen om uw doornachtige zonden weg te nemen en te vernietigen en het kostbare pand van uw ziel glanzend te maken en deelgenoot van zijn genade. Dit heeft Hij ook aan de Apostelen gegeven. Door op ieders hoofd te rusten in de gedaante vaneen tong, kreeg ieder daarmee de nieuwste goddelijke diadeem. Was het vroeger een vlammend zwaard dat de toegang tot het paradijs belette, thans heeft een vurige, heilbrengende tong de genade hersteld.
Maar opdat deze genade kenbaar zou worden, klonk er als het ware een hemelse bazuin. 'Plotseling kwam er vanuit de hemel een gedruis alsof een hevige wind opstak' (Hand. 2, 2)[b:Hand. 2, 2]. Deze moest de komst van Hem aankondigen, die aan de mensen de kracht verleent het Koninkrijk Gods met geweld te veroveren. Nu konden de ogen de vurige tongen zien, als de oren het gedruis konden horen. Het huis is het bekken geworden van het geestelijk water. De leerlingen waren allen binnen toen het gehele huis werd vervuld. Volgens de belofte werden zij geheel en al gedoopt en bekleed naar ziel en lichaam met een heilzaam en goddelijk kleed. 'En er verscheen hun iets dat op vuur geleek en zich in tongen verdeeld op ieder van hen neerzette, zodat allen vervuld werden van de H. Geest'. Zij ontvingen een vuur dat niet verbrande, maar dat in tegendeel heilzaam werkte. Het deed de doornen van de zonden verdwijnen en maakte de ziel glanzend. Dezelfde zal ook over u neerdalen om uw doornachtige zonden weg te nemen en te vernietigen en het kostbare pand van uw ziel glanzend te maken en deelgenoot van zijn genade. Dit heeft Hij ook aan de Apostelen gegeven. Door op ieders hoofd te rusten in de gedaante vaneen tong, kreeg ieder daarmee de nieuwste goddelijke diadeem. Was het vroeger een vlammend zwaard dat de toegang tot het paradijs belette, thans heeft een vurige, heilbrengende tong de genade hersteld.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media16.
En zij begonnen vreemde talen te spreken naargelang de Geest hen te vertolken gaf. (Hand. 2, 4)[b:Hand. 2, 4] Petrus, een Galileeër alsook Andreas spraken de taal van de perzen of van de Meden. Ook Johannes en de overige Apostelen spraken in iedere taal. Het is niet alleen iets uit onze tijd dat zich hier uit alle hoeken van de wereld vreemdelingen verzamelen. Reeds toen was het al zo. Is er wel eens eerder een leraar gevonden, van wie terstond de leer binnendringt, zonder deze tevoren geleerd te hebben? Velen studeren met behulp van spraaklessen of iets van dien aard, waarmee vele jaren zijn gemoeid en dan kunnen zij nog alleen maar Grieks spreken. Daarbij is er nog een groot verschil tussen de een en de ander. De retor zal de spreekkunst goed onder de knie krijgen, maar de grammaticus veel minder. En dan nog dit: al bent u de taal goed meester, dan nog weet u niet veel van wijsbegeerte. De H. Geest leert vele talen aan hen die nooit een andere taal gekend hebben. Dit getuigt van goddelijke wijsheid en grote macht. Er is geen vergelijking te trekken tussen hun onwetendheid gedurende lange jaren, en deze plotselinge, verschillende en ongehoorde werking van de talen.
En zij begonnen vreemde talen te spreken naargelang de Geest hen te vertolken gaf. (Hand. 2, 4)[b:Hand. 2, 4] Petrus, een Galileeër alsook Andreas spraken de taal van de perzen of van de Meden. Ook Johannes en de overige Apostelen spraken in iedere taal. Het is niet alleen iets uit onze tijd dat zich hier uit alle hoeken van de wereld vreemdelingen verzamelen. Reeds toen was het al zo. Is er wel eens eerder een leraar gevonden, van wie terstond de leer binnendringt, zonder deze tevoren geleerd te hebben? Velen studeren met behulp van spraaklessen of iets van dien aard, waarmee vele jaren zijn gemoeid en dan kunnen zij nog alleen maar Grieks spreken. Daarbij is er nog een groot verschil tussen de een en de ander. De retor zal de spreekkunst goed onder de knie krijgen, maar de grammaticus veel minder. En dan nog dit: al bent u de taal goed meester, dan nog weet u niet veel van wijsbegeerte. De H. Geest leert vele talen aan hen die nooit een andere taal gekend hebben. Dit getuigt van goddelijke wijsheid en grote macht. Er is geen vergelijking te trekken tussen hun onwetendheid gedurende lange jaren, en deze plotselinge, verschillende en ongehoorde werking van de talen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media17.
Nu stroomde de menigte bijeen. Dit is de tweede maal dat er in de Schrift sprake is van samenstromen van mensen. Eerst die misdadige in Babylon, toen bij het bouwen van de toren van Babel de mensen samenstroomden van alle kanten; nu zien wij, in plaats van verdeeldheid en opstand eensgezindheid, die uitging van een vrome inzet bij het samenkomen. Hetgeen door ontrouw was bewerkt, wordt nu hersteld. 'Hoe horen wij hen in onze eigen taal?' (Hand. 2, 8)[b:Hand. 2, 8] Dit is niet te verwonderen, want ook Nicodemus wist niets omtrent de komst van de H. Geest en tot hen zegt Christus: 'De wind waait waar hij wil, en gij hoort zijn gedruis, maar gij weet niet vanwaar hij komt of waarheen hij gaat' (Joh. 3, 8)[b:Joh. 3, 8]. Als ik nu niet weet waar het geluid van dan komt, ook al hoor ik het, hoe kan ik dan vertellen wat het in wezen is?
Nu stroomde de menigte bijeen. Dit is de tweede maal dat er in de Schrift sprake is van samenstromen van mensen. Eerst die misdadige in Babylon, toen bij het bouwen van de toren van Babel de mensen samenstroomden van alle kanten; nu zien wij, in plaats van verdeeldheid en opstand eensgezindheid, die uitging van een vrome inzet bij het samenkomen. Hetgeen door ontrouw was bewerkt, wordt nu hersteld. 'Hoe horen wij hen in onze eigen taal?' (Hand. 2, 8)[b:Hand. 2, 8] Dit is niet te verwonderen, want ook Nicodemus wist niets omtrent de komst van de H. Geest en tot hen zegt Christus: 'De wind waait waar hij wil, en gij hoort zijn gedruis, maar gij weet niet vanwaar hij komt of waarheen hij gaat' (Joh. 3, 8)[b:Joh. 3, 8]. Als ik nu niet weet waar het geluid van dan komt, ook al hoor ik het, hoe kan ik dan vertellen wat het in wezen is?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media18.
"Er waren erbij die spottend zeiden; Zij zijn dronken van zoete wijn'" (Hand. 2, 13)[b:Hand. 2, 13]. Zij spraken nog de waarheid ook, zij het spottender wijs. Want nieuw was de wijn, de genade van het Nieuwe verbond. Maar deze nieuwe wijn was van een geestelijke wijnstok, die reeds dikwijls vruchten had voortgebracht in de profeten en die nu in het Nieuwe Verbond ontkiemden. De zichtbare wijnstok blijft altijd dezelfde, maar achter in het jaar brengt zij pas vruchten voort. Zo heeft ook de H. Geest, blijvend wat Hij is, en na dikwijls gewerkt te hebben in de profeten, nu iets nieuws en wonderlijks voortgebracht. Kregen de vaderen voorheen ook genade, nu komt zij in grote overvloed. In het Oude verbond kreeg men deel aan de H. Geest, in het Nieuwe wordt men geheel en al in Hem gedoopt.
"Er waren erbij die spottend zeiden; Zij zijn dronken van zoete wijn'" (Hand. 2, 13)[b:Hand. 2, 13]. Zij spraken nog de waarheid ook, zij het spottender wijs. Want nieuw was de wijn, de genade van het Nieuwe verbond. Maar deze nieuwe wijn was van een geestelijke wijnstok, die reeds dikwijls vruchten had voortgebracht in de profeten en die nu in het Nieuwe Verbond ontkiemden. De zichtbare wijnstok blijft altijd dezelfde, maar achter in het jaar brengt zij pas vruchten voort. Zo heeft ook de H. Geest, blijvend wat Hij is, en na dikwijls gewerkt te hebben in de profeten, nu iets nieuws en wonderlijks voortgebracht. Kregen de vaderen voorheen ook genade, nu komt zij in grote overvloed. In het Oude verbond kreeg men deel aan de H. Geest, in het Nieuwe wordt men geheel en al in Hem gedoopt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media19.
Maar Petrus, geheel vervuld van de H. Geest, wist wat hij zeggen moest. 'Mannen van Israël, gij die Joël predikt zonder te weten wat er geschreven staat; deze mannen zijn niet dronken, zoals gij vermoedt, (Hand. 2, 15)[b:Hand. 2, 15] maar dronken volgens het Schriftwoord: 'Dronken zullen zij worden van de overvloed van uw huis en stromen van geneugte zal hen drenken' (Ps. 36, 8)[b:Ps. 36, 8]. Dronken zijn zij, zonder wijn, een dronkenschap die de zonden doodt en de harten levend maakt. Deze dronkenschap staat lijnrecht tegenover de lichamelijke, die de dingen welke men weet doet vergeten. De geestelijke dronkenschap verleent kennis van dié dingen, die ongekend zijn. Ja, dronken zijn zij, omdat zij de wijn van de geestelijke wijnstok gedronken hebben. 'Ik ben de wijnstok, zegt Jezus, en gij de ranken' (Joh. 15, 5)[b:Joh. 15, 5]. Gelooft gij mij niet, let dan op het tijdstip. Het is het derde uur van de dag.(Hand. 2, 25.15)[b:Hand. 2, 25.15] Markus verhaalt dat Hij omstreeks het derde uur gekruisigd werd en nu zendt Hij op hetzelfde uur zijn genade. De genade die van Christus komt, verschilt niet met die van de H. Geest. Die toen gekruisigd werd, deed toen een belofte die nu vervuld werd.. Indien gij hieromtrent een getuigenis wilt hebben, luister dan. 'Hier geschiedt wat de Profeet Joël voorzegd heeft: En het zal geschieden op het einde van de dagen, dat Ik zal uitstorten van mijn Geest over alle vlees' (Joel 2, 28). In de woorden: 'Ik zal uitstorten' is een rijkelijk gegeven aangeduid, want God geeft zijn Geest niet met mate. De Vader bemint: zijn Zoon en geeft Hem alles in handen. Dit houdt ook in, dat Hem de macht is gegeven de gaven van de H. Geest te geven aan wie Hij wil. 'Ik zal van mijn Geest uitstorten over alle vlees en uw zonen en dochters zullen profiteren. Zelfs over mijn slaven en slavinnen zal Ik mijn Geest uitstorten in die dagen en ook zij zullen profiteren'. De H. Geest kent geen aanzien van personen. Geen waardigheid, maar ware vroomheid van ziel zoekt Hij. De rijken moeten zich niet verheffen en de armen niet moedeloos worden. Ieder moet zich gereed maken om de hemelse gaven te ontvangen.
Maar Petrus, geheel vervuld van de H. Geest, wist wat hij zeggen moest. 'Mannen van Israël, gij die Joël predikt zonder te weten wat er geschreven staat; deze mannen zijn niet dronken, zoals gij vermoedt, (Hand. 2, 15)[b:Hand. 2, 15] maar dronken volgens het Schriftwoord: 'Dronken zullen zij worden van de overvloed van uw huis en stromen van geneugte zal hen drenken' (Ps. 36, 8)[b:Ps. 36, 8]. Dronken zijn zij, zonder wijn, een dronkenschap die de zonden doodt en de harten levend maakt. Deze dronkenschap staat lijnrecht tegenover de lichamelijke, die de dingen welke men weet doet vergeten. De geestelijke dronkenschap verleent kennis van dié dingen, die ongekend zijn. Ja, dronken zijn zij, omdat zij de wijn van de geestelijke wijnstok gedronken hebben. 'Ik ben de wijnstok, zegt Jezus, en gij de ranken' (Joh. 15, 5)[b:Joh. 15, 5]. Gelooft gij mij niet, let dan op het tijdstip. Het is het derde uur van de dag.(Hand. 2, 25.15)[b:Hand. 2, 25.15] Markus verhaalt dat Hij omstreeks het derde uur gekruisigd werd en nu zendt Hij op hetzelfde uur zijn genade. De genade die van Christus komt, verschilt niet met die van de H. Geest. Die toen gekruisigd werd, deed toen een belofte die nu vervuld werd.. Indien gij hieromtrent een getuigenis wilt hebben, luister dan. 'Hier geschiedt wat de Profeet Joël voorzegd heeft: En het zal geschieden op het einde van de dagen, dat Ik zal uitstorten van mijn Geest over alle vlees' (Joel 2, 28). In de woorden: 'Ik zal uitstorten' is een rijkelijk gegeven aangeduid, want God geeft zijn Geest niet met mate. De Vader bemint: zijn Zoon en geeft Hem alles in handen. Dit houdt ook in, dat Hem de macht is gegeven de gaven van de H. Geest te geven aan wie Hij wil. 'Ik zal van mijn Geest uitstorten over alle vlees en uw zonen en dochters zullen profiteren. Zelfs over mijn slaven en slavinnen zal Ik mijn Geest uitstorten in die dagen en ook zij zullen profiteren'. De H. Geest kent geen aanzien van personen. Geen waardigheid, maar ware vroomheid van ziel zoekt Hij. De rijken moeten zich niet verheffen en de armen niet moedeloos worden. Ieder moet zich gereed maken om de hemelse gaven te ontvangen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media20.
Door mijn vele spreken zult gij wel vermoeid zijn geworden. Toch is er nog veel te zeggen, zodat over dit leerstuk van de H. Geest nog een derde en zelfs nog meer catechesen nodig zouden zijn, maar voor beiden zult u wel begrip hebben, want het Paasfeest staat voor de deur. Dit is dan ook de reden dat wij dit onderricht langer gemaakt hebben. Ondanks dit is het ons niet mogelijk alles te bespreken omtrent de vele getuigenissen van het Nieuwe Verbond. Er blijft nog veel uit de Handelingen van de Apostelen over, waar vooral de werking van de H. Geest in Petrus en de andere Apostelen tot uiting komt. Ook de katholieke brieven en de brieven van S. Paulus hebben nog stof ten over, maar wij zullen ons moeten beperken tot een bloemlezing, verzamelt uit een grote weide.
Door mijn vele spreken zult gij wel vermoeid zijn geworden. Toch is er nog veel te zeggen, zodat over dit leerstuk van de H. Geest nog een derde en zelfs nog meer catechesen nodig zouden zijn, maar voor beiden zult u wel begrip hebben, want het Paasfeest staat voor de deur. Dit is dan ook de reden dat wij dit onderricht langer gemaakt hebben. Ondanks dit is het ons niet mogelijk alles te bespreken omtrent de vele getuigenissen van het Nieuwe Verbond. Er blijft nog veel uit de Handelingen van de Apostelen over, waar vooral de werking van de H. Geest in Petrus en de andere Apostelen tot uiting komt. Ook de katholieke brieven en de brieven van S. Paulus hebben nog stof ten over, maar wij zullen ons moeten beperken tot een bloemlezing, verzamelt uit een grote weide.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media21.
Het is de kracht van de H. Geest en dom· de wil van de Vader en de Zoon, dat S. Petrus opstond met de elf en zijn stem verhief. Ook dit was voorzegd. 'Verhef met kracht uw stem, gij die de Blijde Boodschap brengt aan Jeruzalem' (Jes. 40, 9)[b:Jes. 40, 9]. En dan zien wij, dat hij, in het geestelijk vissernet van zijn redevoering drieduizend zielen vangt. Ook in de andere Apostelen werkte tegelijkertijd de grote genade. Velen van de Joden, die Christus hadden gekruisigd, werden gelovig, lieten zich dopen in de naam van Christus en volharden in de leer van de Apostelen en het gebed. (Hand. 2, 42)[b:Hand. 2, 42] In diezelfde kracht van de H. Geest gingen Petrus en Johannes op naar de tempel op het uur van gebed, het negende uur. (Hand. 3, 1)[b:Hand. 3, 1] Bij de schone poort bevond zich een lamme, die vanaf de moederschoot af, d.i. veertig jaar, lam was. Door hem te genezen, vingen zij in hun net vijfduizend tegelijk. Zij werden gelovig en kwamen door de Apostelen tot de overtuiging, dat de leiders van het volk en de hogepriesters waren afgedwaald. Dit dankte zij niet aan eigen wijsheid, want het waren ongeletterden en eenvoudige lieden, maar aan de H. Geest. Precies staat: er dit: 'Petrus prak tot hen, vervuld van de H. Geest' (Hand. 4, 8)[b:Hand. 4, 8]. De genade van de H. Geest, die in hen werkte, was zo groot, dat zij die gelovig waren, een van hart en ziel werden. (Hand. 4, 32)[b:Hand. 4, 32] Zelfs het gebruik van hun goederen was gemeenschappelijk, de bezitters maakten de prijs van hun goederen ten offer uit vroomheid en zodoende was er niemand die behoeftig was. Maar Ananias en Safira, die het gewaagd hadden tegen de H. Geest te liegen, ondergingen de passende straf.
Het is de kracht van de H. Geest en dom· de wil van de Vader en de Zoon, dat S. Petrus opstond met de elf en zijn stem verhief. Ook dit was voorzegd. 'Verhef met kracht uw stem, gij die de Blijde Boodschap brengt aan Jeruzalem' (Jes. 40, 9)[b:Jes. 40, 9]. En dan zien wij, dat hij, in het geestelijk vissernet van zijn redevoering drieduizend zielen vangt. Ook in de andere Apostelen werkte tegelijkertijd de grote genade. Velen van de Joden, die Christus hadden gekruisigd, werden gelovig, lieten zich dopen in de naam van Christus en volharden in de leer van de Apostelen en het gebed. (Hand. 2, 42)[b:Hand. 2, 42] In diezelfde kracht van de H. Geest gingen Petrus en Johannes op naar de tempel op het uur van gebed, het negende uur. (Hand. 3, 1)[b:Hand. 3, 1] Bij de schone poort bevond zich een lamme, die vanaf de moederschoot af, d.i. veertig jaar, lam was. Door hem te genezen, vingen zij in hun net vijfduizend tegelijk. Zij werden gelovig en kwamen door de Apostelen tot de overtuiging, dat de leiders van het volk en de hogepriesters waren afgedwaald. Dit dankte zij niet aan eigen wijsheid, want het waren ongeletterden en eenvoudige lieden, maar aan de H. Geest. Precies staat: er dit: 'Petrus prak tot hen, vervuld van de H. Geest' (Hand. 4, 8)[b:Hand. 4, 8]. De genade van de H. Geest, die in hen werkte, was zo groot, dat zij die gelovig waren, een van hart en ziel werden. (Hand. 4, 32)[b:Hand. 4, 32] Zelfs het gebruik van hun goederen was gemeenschappelijk, de bezitters maakten de prijs van hun goederen ten offer uit vroomheid en zodoende was er niemand die behoeftig was. Maar Ananias en Safira, die het gewaagd hadden tegen de H. Geest te liegen, ondergingen de passende straf.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media22.
Door de handen van de Apostelen geschiedden er veel tekenen en wonderen onder het volk. (Hand. 4, 12)[b:Hand. 4, 12] Groot was de genade die over hen was uitgestort, zo zelfs, dat het de mensen vreeswekkend toescheen, niettegenstaande dat zij zich zachtmoedig gedroegen. Niemand durfde hen lastig te vallen, maar wel spraken zij vol lof over hen. Steeds meer mannen en vrouwen sloten zich bij hen aan. Zo kwam het, dat zich de straten met zieken vulden die men op bedden en rustbanken legden, opdat als Petrus voorbij kwam, zijn schaduw tenminste op een van hen zou vallen. Het volk van de steden uit de omtrek stroomden samen naar de heilige stad Jeruzalem, hun zieken meenemend alsook hen, die door onreine geesten werden gekweld, en allen werden genezen. (Hand. 4, 13-16)[b:Hand. 4, 13-16]
Door de handen van de Apostelen geschiedden er veel tekenen en wonderen onder het volk. (Hand. 4, 12)[b:Hand. 4, 12] Groot was de genade die over hen was uitgestort, zo zelfs, dat het de mensen vreeswekkend toescheen, niettegenstaande dat zij zich zachtmoedig gedroegen. Niemand durfde hen lastig te vallen, maar wel spraken zij vol lof over hen. Steeds meer mannen en vrouwen sloten zich bij hen aan. Zo kwam het, dat zich de straten met zieken vulden die men op bedden en rustbanken legden, opdat als Petrus voorbij kwam, zijn schaduw tenminste op een van hen zou vallen. Het volk van de steden uit de omtrek stroomden samen naar de heilige stad Jeruzalem, hun zieken meenemend alsook hen, die door onreine geesten werden gekweld, en allen werden genezen. (Hand. 4, 13-16)[b:Hand. 4, 13-16]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media23.
De Apostelen werden in de gevangenis geworpen, waarvoor als reden werd opgegeven, dat zij Christus predikten. Maar tegen alle verwachting in, werden zij 's nachts door een Engel bevrijd en weer gingen zij naar de tempel om te prediken. Vandaar werden zij weggevoerd naar de rechterstoel, waar zij op onverbiddelijke wijze lieten horen, waar de hoge raad aan schuldig was. Tevens zeiden zij, dat God de H. Geest heeft gegeven aan allen die Hem gehoorzamen. (Hand. 4, 32)[b:Hand. 4, 32] Zij werden daarna gegeseld en gingen verheugd heen en zonder ophouden bleven zij de blijde tijding verkondigen, nl. dat Jezus de Christus is.
De Apostelen werden in de gevangenis geworpen, waarvoor als reden werd opgegeven, dat zij Christus predikten. Maar tegen alle verwachting in, werden zij 's nachts door een Engel bevrijd en weer gingen zij naar de tempel om te prediken. Vandaar werden zij weggevoerd naar de rechterstoel, waar zij op onverbiddelijke wijze lieten horen, waar de hoge raad aan schuldig was. Tevens zeiden zij, dat God de H. Geest heeft gegeven aan allen die Hem gehoorzamen. (Hand. 4, 32)[b:Hand. 4, 32] Zij werden daarna gegeseld en gingen verheugd heen en zonder ophouden bleven zij de blijde tijding verkondigen, nl. dat Jezus de Christus is.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media24.
De genade van de H. Geest heeft niet alleen in de twaalf Apostelen gewerkt, maar ook in de eerstgeboren kinderen van deze eens onvruchtbare kerk. Ik bedoel hier de zeven diakens, die u.it de groep van de leerlingen gekozen werden omdat zij vol van de H. Geest en van wijsheid waren" Een van hen, Stephanus, die met recht deze naam droeg, was vol van geloof en de H. Geest. Hij deed grote tekenen en wonderen onder het volk en versloeg allen die met hem redetwisten. Tegen zulke wijsheid en tegen de H. Geest was niemand bestand. Toch werd hij vals beschuldigd en voor het gerecht gebracht. Hij straalde een engelenglans uit. Allen die in de raad zaten, staarden hem aan en aanschouwden hem als een engel. Hij had de Joden, die hard van geest en onbesneden van hart en oren waren met een glasheldere verdediging weerlegd. Maar zij weerstonden hem en de H. Geest. En terwijl hij de hemel zich voor hem opende, zag hij de Mensenzoon staande aan Gods rechterhand. (Hand. 7, 51)[b:Hand. 7, 51] Dit kon hij niet uit eigen kracht zien, maar zoals de goddelijke Schrift het zegt: 'Vervuld van de H. Geest staarde hij naar de hemel en zag de heerlijkheid Gods en Jezus staande aan zijn rechterhand' (Hand. 7, 55)[b:Hand. 7, 55].
De genade van de H. Geest heeft niet alleen in de twaalf Apostelen gewerkt, maar ook in de eerstgeboren kinderen van deze eens onvruchtbare kerk. Ik bedoel hier de zeven diakens, die u.it de groep van de leerlingen gekozen werden omdat zij vol van de H. Geest en van wijsheid waren" Een van hen, Stephanus, die met recht deze naam droeg, was vol van geloof en de H. Geest. Hij deed grote tekenen en wonderen onder het volk en versloeg allen die met hem redetwisten. Tegen zulke wijsheid en tegen de H. Geest was niemand bestand. Toch werd hij vals beschuldigd en voor het gerecht gebracht. Hij straalde een engelenglans uit. Allen die in de raad zaten, staarden hem aan en aanschouwden hem als een engel. Hij had de Joden, die hard van geest en onbesneden van hart en oren waren met een glasheldere verdediging weerlegd. Maar zij weerstonden hem en de H. Geest. En terwijl hij de hemel zich voor hem opende, zag hij de Mensenzoon staande aan Gods rechterhand. (Hand. 7, 51)[b:Hand. 7, 51] Dit kon hij niet uit eigen kracht zien, maar zoals de goddelijke Schrift het zegt: 'Vervuld van de H. Geest staarde hij naar de hemel en zag de heerlijkheid Gods en Jezus staande aan zijn rechterhand' (Hand. 7, 55)[b:Hand. 7, 55].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media25.
In de stad Samaria was het Philippus, die door deze kracht van de H. Geest en in de naam van Christus de onreine geesten uitdreef. Met luide stem protesteerden zij. Ook kreupelen en lammen genas hij en hierdoor nam een grote menigte het geloof in Christus aan. Toen werden Petrus en Johannes tot hen gezonden en dezen deellden hem, omder het uitstorten van een gebed, gepaard met handoplegging, het deelgenootschap van de H. Geest mee. Alleen Simon te tovenaar werd onwaardig gekeurd voor deze gaven. Een andere keer werd Philippus, omwille van een zeer vrome Ethiopiër, geroepen en toen vernam hij heel duidelijk de stem van de H. Geest zelf: 'ga naast die wagen lopen' (Hand. 8, 5)[b:Hand. 8, 5]. Hij deed dat, onderrichtte en doopte hem, en zond hem als prediker van Christus naar· Ethiopië, om in vervulling te doen gaan hetgeen geschreven staat: 'Ethiopié zal eerder zijn handen opheffen tot God' (Ps. 68, 31)[b:Ps. 68, 31]. Daarna werd hij door een Engel weggerukt en bracht de Blijde Boodschap van de ene naar de andere stad.
In de stad Samaria was het Philippus, die door deze kracht van de H. Geest en in de naam van Christus de onreine geesten uitdreef. Met luide stem protesteerden zij. Ook kreupelen en lammen genas hij en hierdoor nam een grote menigte het geloof in Christus aan. Toen werden Petrus en Johannes tot hen gezonden en dezen deellden hem, omder het uitstorten van een gebed, gepaard met handoplegging, het deelgenootschap van de H. Geest mee. Alleen Simon te tovenaar werd onwaardig gekeurd voor deze gaven. Een andere keer werd Philippus, omwille van een zeer vrome Ethiopiër, geroepen en toen vernam hij heel duidelijk de stem van de H. Geest zelf: 'ga naast die wagen lopen' (Hand. 8, 5)[b:Hand. 8, 5]. Hij deed dat, onderrichtte en doopte hem, en zond hem als prediker van Christus naar· Ethiopië, om in vervulling te doen gaan hetgeen geschreven staat: 'Ethiopié zal eerder zijn handen opheffen tot God' (Ps. 68, 31)[b:Ps. 68, 31]. Daarna werd hij door een Engel weggerukt en bracht de Blijde Boodschap van de ene naar de andere stad.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media26.
Na door onze Heer Jezus Christus geroepen te zijn, werd ook Paulus van de H. Geest vervuld. Hiervoor getuigt voor ons de vrome Ananias, die te Damascus vertoefde. Deze sprak tot hem: 'Broeder Saul, de Heer Jezus, die u onderweg verschenen is, heeft mij gezonden opdat gij weer moogt zien en vervuld worden van de H. Geest' (Hand. 9, 17)[b:Hand. 9, 17]. Deze werkte onmiddellijk in hem. Nauwelijks had hij Hem ontvangen, of de ogen van Saulus werden weer ziende. Hij maakte hem tot een uitgelezen valt, door op deze ziel zijn zegel te plaatsen Hij moest nu voortaan de Naam verkondigen van de Heer die hem verschenen was, zowel voor koningen als voor Israëls zonen. De vervolger van weleer werd een heraut en een goede dienstknecht, die het Evangelie verkondigen zou van Jeruzalem tot Illyrië (Rom. 15, 19)[b:Rom. 15, 19], ja het uitgebreid heeft tot de keizerstad Rome en zelfs Spanje heeft bezocht. Ontelbaar zijn de wederwaardigheden die hij doorstaan heeft, alsook de tekenen en wonderen die hij heeft gewrocht.
Na door onze Heer Jezus Christus geroepen te zijn, werd ook Paulus van de H. Geest vervuld. Hiervoor getuigt voor ons de vrome Ananias, die te Damascus vertoefde. Deze sprak tot hem: 'Broeder Saul, de Heer Jezus, die u onderweg verschenen is, heeft mij gezonden opdat gij weer moogt zien en vervuld worden van de H. Geest' (Hand. 9, 17)[b:Hand. 9, 17]. Deze werkte onmiddellijk in hem. Nauwelijks had hij Hem ontvangen, of de ogen van Saulus werden weer ziende. Hij maakte hem tot een uitgelezen valt, door op deze ziel zijn zegel te plaatsen Hij moest nu voortaan de Naam verkondigen van de Heer die hem verschenen was, zowel voor koningen als voor Israëls zonen. De vervolger van weleer werd een heraut en een goede dienstknecht, die het Evangelie verkondigen zou van Jeruzalem tot Illyrië (Rom. 15, 19)[b:Rom. 15, 19], ja het uitgebreid heeft tot de keizerstad Rome en zelfs Spanje heeft bezocht. Ontelbaar zijn de wederwaardigheden die hij doorstaan heeft, alsook de tekenen en wonderen die hij heeft gewrocht.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media27.
Petrus, de prins van de Apostelen, de sleuteldrager van het Rijk der hemelen, heeft door de kracht van de H. Geest te Lydda, het tegenwoordige Dispolis, Eneas genezen, die verlamd was. Te Joppe Tabitta, die veel goeds gedaan had, uit de doden opgewekt. Thuisgekomen had hij een geestverrukking. Hij zag de hemel geopend, waaruit een grote linnen doek neerdaalde, vol met allerlei verschillende dieren. Op deze manier moest hij leren dat geen enkele mens bezoedeld of onrein is, dus bijgevolg ook de heidenen niet. Terstond daarna werd hij door Cornelius ontboden en vernam toen duidelijk van de H. Geest zelf: 'Daar zijn drie mannen die naar u vragen. Sta dus op en ga naar beneden en trek zonder bedenken met hen mee, want Ik heb ze gezonden' (Hand. 10, 19)[b:Hand. 10, 19]. Om nu duidelijk aan te tonen dat zij, die uit de heidenen gelovig waren geworden, de: genade van de H. Geest deelachtig werden, staat er: 'Nog was Petrus aan het woord, toen de H. Geest op allen neerdaalde, die naar de toespraak stonden te luisteren. De gelovigen uit de besnijdenis, die met Petrus waren meegekomen, stonden verbaasd dat de gaven van de H. geest ook over de heidenen was uitgestort' (Hand. 10, 44)[b:Hand. 10, 44].
Petrus, de prins van de Apostelen, de sleuteldrager van het Rijk der hemelen, heeft door de kracht van de H. Geest te Lydda, het tegenwoordige Dispolis, Eneas genezen, die verlamd was. Te Joppe Tabitta, die veel goeds gedaan had, uit de doden opgewekt. Thuisgekomen had hij een geestverrukking. Hij zag de hemel geopend, waaruit een grote linnen doek neerdaalde, vol met allerlei verschillende dieren. Op deze manier moest hij leren dat geen enkele mens bezoedeld of onrein is, dus bijgevolg ook de heidenen niet. Terstond daarna werd hij door Cornelius ontboden en vernam toen duidelijk van de H. Geest zelf: 'Daar zijn drie mannen die naar u vragen. Sta dus op en ga naar beneden en trek zonder bedenken met hen mee, want Ik heb ze gezonden' (Hand. 10, 19)[b:Hand. 10, 19]. Om nu duidelijk aan te tonen dat zij, die uit de heidenen gelovig waren geworden, de: genade van de H. Geest deelachtig werden, staat er: 'Nog was Petrus aan het woord, toen de H. Geest op allen neerdaalde, die naar de toespraak stonden te luisteren. De gelovigen uit de besnijdenis, die met Petrus waren meegekomen, stonden verbaasd dat de gaven van de H. geest ook over de heidenen was uitgestort' (Hand. 10, 44)[b:Hand. 10, 44].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media28.
Ook in Antiochië, een stad van betekenis, had de prediking va Christus vaste voet gekregen. Barabas, de beoefenaar van het goede, werd vanuit Jeruzalem daarheen gezonden. Hij was een vroom man, vol van de H. Geest en van geloof. Hij zag dat de oogst groot was en nam Paulus van 'Tarsus me om met hem te werken. Er waren al veel bijeengebracht en onderricht in de leer van de Kerk. Daar kregen de leerlingen voor heit eerst de naam christenen. Ik geloof dat het de H. Geest was die deze nieuwe naam, door Christus voorspeld, aan de gelovigen toekende. Toen de groep van christenen zich nog sterker uitbreidde, kwamen vanuit Jeruzalem nog profeten en leraren, waaronder Agabus (Hand. 11, 28)[b:Hand. 11, 28]. Onder het vieren van de dienst van de Heer zei de H. Geest: 'Zonder Mij Saul en Barnabas af voor het werk waartoe Ik hen heb geroepen'. Nadat hun de handen opgelegd waren, werden zij door de H. Geest uitgezonden. (Hand. 13, 2-4)[b:Hand. 13, 2-4] Het is wel duidelijk dat het de H. Geest is die telkens spreekt, zendt, leeft, zelfstandig bestaat en werkt, zoals wij voldoende hebben aangetoond.
Ook in Antiochië, een stad van betekenis, had de prediking va Christus vaste voet gekregen. Barabas, de beoefenaar van het goede, werd vanuit Jeruzalem daarheen gezonden. Hij was een vroom man, vol van de H. Geest en van geloof. Hij zag dat de oogst groot was en nam Paulus van 'Tarsus me om met hem te werken. Er waren al veel bijeengebracht en onderricht in de leer van de Kerk. Daar kregen de leerlingen voor heit eerst de naam christenen. Ik geloof dat het de H. Geest was die deze nieuwe naam, door Christus voorspeld, aan de gelovigen toekende. Toen de groep van christenen zich nog sterker uitbreidde, kwamen vanuit Jeruzalem nog profeten en leraren, waaronder Agabus (Hand. 11, 28)[b:Hand. 11, 28]. Onder het vieren van de dienst van de Heer zei de H. Geest: 'Zonder Mij Saul en Barnabas af voor het werk waartoe Ik hen heb geroepen'. Nadat hun de handen opgelegd waren, werden zij door de H. Geest uitgezonden. (Hand. 13, 2-4)[b:Hand. 13, 2-4] Het is wel duidelijk dat het de H. Geest is die telkens spreekt, zendt, leeft, zelfstandig bestaat en werkt, zoals wij voldoende hebben aangetoond.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media29.
Deze H. Geest heeft in overeenstemming met de Vader en de Zoon het Nieuwe verbond in de Katholieke kerk gesticht. Hij helt ons bevrijd van de lasten der wet, die erg lastig waren te dragen, en hier bedoel ik bijzonder die, welke handelen over het bezoedelde en onreine, over de spijzen, over de sabbatdagen, de nieuwe maan, de besnijdenis, de rituele wassingen en offers. Gegeven. voor de tijd, waren zij een schaduw voor de komende goederen. Toen de werkelijkheid dan ook gekomen was, konden zij terecht afgeschaft worden. Maar in Antiochië waren ondertussen enigen aangekomen, die beweerden dat het nodig was zich te laten besnijden en de Mozaïsche wet te onderhouden. Paulus en Barnabas werden naar Jeruzalem gezonden, waar ,de Apostelen, hier vergaderd, door een brief de gehele wereld bevrijdden van al wat wet en voorafbeelding was. In deze zaak hadden zij niet zichzelf met dit gezag bekleed, maar eerlijk schrijven zij: 'Het heeft de H. Geest en ons goed gedacht u geen zwaardere last op te leggen dan deze noodzakelijke voorschriften: dat gij u onthoudt van offervlees, van bloed, van verstikt vlees en ontucht' (Hand. 15, 28.29)[b:Hand. 15, 28.29]. Hier komt duidelijk naar voren dat, al was het schrijven van de Apostelen afkomstig, die ook. mensen waren, het toch een bevelschrift van de H. Geest was, bestemd voor de gehele wereld. Het werd aan Paulus en Barnabas ter hand gesteld en zij hebben het uitgedragen over de gehele wereld.
Deze H. Geest heeft in overeenstemming met de Vader en de Zoon het Nieuwe verbond in de Katholieke kerk gesticht. Hij helt ons bevrijd van de lasten der wet, die erg lastig waren te dragen, en hier bedoel ik bijzonder die, welke handelen over het bezoedelde en onreine, over de spijzen, over de sabbatdagen, de nieuwe maan, de besnijdenis, de rituele wassingen en offers. Gegeven. voor de tijd, waren zij een schaduw voor de komende goederen. Toen de werkelijkheid dan ook gekomen was, konden zij terecht afgeschaft worden. Maar in Antiochië waren ondertussen enigen aangekomen, die beweerden dat het nodig was zich te laten besnijden en de Mozaïsche wet te onderhouden. Paulus en Barnabas werden naar Jeruzalem gezonden, waar ,de Apostelen, hier vergaderd, door een brief de gehele wereld bevrijdden van al wat wet en voorafbeelding was. In deze zaak hadden zij niet zichzelf met dit gezag bekleed, maar eerlijk schrijven zij: 'Het heeft de H. Geest en ons goed gedacht u geen zwaardere last op te leggen dan deze noodzakelijke voorschriften: dat gij u onthoudt van offervlees, van bloed, van verstikt vlees en ontucht' (Hand. 15, 28.29)[b:Hand. 15, 28.29]. Hier komt duidelijk naar voren dat, al was het schrijven van de Apostelen afkomstig, die ook. mensen waren, het toch een bevelschrift van de H. Geest was, bestemd voor de gehele wereld. Het werd aan Paulus en Barnabas ter hand gesteld en zij hebben het uitgedragen over de gehele wereld.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media30.
Geliefden, ik vraag u mij te willen verontschuldigen, en nog meer vraag ik het de H. Geest, omdat ik niet alles over Hem kan zeggen. Enerzijds is dit te wijten aan mijn zwakheid en anderzijds wil ik u niet nog meer vermoeien. Nooit zal ik naar waarde kunnen spreken oer hetgeen Paulus in Christus naam door de H. Geest gedaan heeft. Te Cyprus met Ellymas de tovenaar, te Lystra bij dse genezing van een lamme, In Cilicië, Pergië, Galatië, Mysië en Macedonië, of wat hij deed in Filippi waar hij in Christus naam een voorzeggende duivel uitdreef en door het doopsel het heil gaf aan een gevangenbewaarder en zijn gezin in de nacht na de aardbeving. ln Thessalonica, te Athene op de Aereopaag, waar hij een rede hield, te Korinthe en Achaia. het is onmogelijk over hetgeen Paulus te Efese, onder werking van de H. Geest gedaan heeft, naar waarde te spreken. Door zijn onderrichtingen leerden zij de H. Geest kennen, van Wie zij nog nooit gehoord hadden. Nadat Paulus hen de handen had opgelegd, was ook over hen de Geest gekomen, waardoor zij ook de gaven der talen en der profetie kregen. Zo groot was de genade van de H. Geest in hem, dat hij niet alleen door aanraking genezing bracht, maar dat zelfs de doeken en de gordels, die zijn lichaam hadden aangeraakt, de zieken genazen en de duivels uitdreef. Zij die de toverkunsten hadden beoefend, brachten hun boeken en verbrandden zo voor aller ogen. (Hand. 19, 19)[b:Hand. 19, 19]
Geliefden, ik vraag u mij te willen verontschuldigen, en nog meer vraag ik het de H. Geest, omdat ik niet alles over Hem kan zeggen. Enerzijds is dit te wijten aan mijn zwakheid en anderzijds wil ik u niet nog meer vermoeien. Nooit zal ik naar waarde kunnen spreken oer hetgeen Paulus in Christus naam door de H. Geest gedaan heeft. Te Cyprus met Ellymas de tovenaar, te Lystra bij dse genezing van een lamme, In Cilicië, Pergië, Galatië, Mysië en Macedonië, of wat hij deed in Filippi waar hij in Christus naam een voorzeggende duivel uitdreef en door het doopsel het heil gaf aan een gevangenbewaarder en zijn gezin in de nacht na de aardbeving. ln Thessalonica, te Athene op de Aereopaag, waar hij een rede hield, te Korinthe en Achaia. het is onmogelijk over hetgeen Paulus te Efese, onder werking van de H. Geest gedaan heeft, naar waarde te spreken. Door zijn onderrichtingen leerden zij de H. Geest kennen, van Wie zij nog nooit gehoord hadden. Nadat Paulus hen de handen had opgelegd, was ook over hen de Geest gekomen, waardoor zij ook de gaven der talen en der profetie kregen. Zo groot was de genade van de H. Geest in hem, dat hij niet alleen door aanraking genezing bracht, maar dat zelfs de doeken en de gordels, die zijn lichaam hadden aangeraakt, de zieken genazen en de duivels uitdreef. Zij die de toverkunsten hadden beoefend, brachten hun boeken en verbrandden zo voor aller ogen. (Hand. 19, 19)[b:Hand. 19, 19]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media31.
Ook ga ik de gebeurtenissen te Troas voorbij, waar Euthyges door slaap overmand, uit het ram van de derde verdieping: viel en dood werd opgenomen. Maar S. Paulus wekte hem weer op. Ook op de voorspellingen van de priesters van Milete ga ik niet verder in, maar zij getuigden dat de H. Geest voorspelde dat boeien en verdrukking hem wachtten. S. Paulus zelf zegt, van stad tot stad, waarmee hij te kennen wilde geven, dat al het wonderbare door hem gedaan, te danken was aan de H. Geest en hij het slechts door de H. Geest had gewrocht. Door deze geest aangezet, spoedde hij zich naar de heilige stad Jeruzalem, zonder op Agabus te letten, die hem voorspelde hetgeen hem te wachten stond. Het volk sprak hij vrijmoedig en met vertrouwen toe en verklaarde: hen nogmaals de leer over Christus. Toen hij naar Caesarea werd overgebracht toonde hij voor de verschillende rechterstoelen van Felix, Festus en koning Agrippa zon grote wijsheid te bezitten, dat de koning van de Joden Agrippa zei: 'Gij overreed mij bijna o Christen te worden' (Hand. 26,28)[b:Hand. 26,28]. Dezelfde Geest maakte dat hij op het eiland Malta ongedeerd bleef van een adderbeet en daarna verschillende zieken genas. De heraut van Christus, eerst een vervolger van Hem, werd nu door de Geest naar de keizerstad geleid, waar hij velen van de daar verblijvende Joden overreedde en toen anderen hem tegenspraken sprak hij dit woord: 'Terecht heeft de H. Geest door de profeet Jesaja tot uw vaderen gesproken toen Hij zei, enz.' (Hand. 28, 25)[b:Hand. 28, 25]
Ook ga ik de gebeurtenissen te Troas voorbij, waar Euthyges door slaap overmand, uit het ram van de derde verdieping: viel en dood werd opgenomen. Maar S. Paulus wekte hem weer op. Ook op de voorspellingen van de priesters van Milete ga ik niet verder in, maar zij getuigden dat de H. Geest voorspelde dat boeien en verdrukking hem wachtten. S. Paulus zelf zegt, van stad tot stad, waarmee hij te kennen wilde geven, dat al het wonderbare door hem gedaan, te danken was aan de H. Geest en hij het slechts door de H. Geest had gewrocht. Door deze geest aangezet, spoedde hij zich naar de heilige stad Jeruzalem, zonder op Agabus te letten, die hem voorspelde hetgeen hem te wachten stond. Het volk sprak hij vrijmoedig en met vertrouwen toe en verklaarde: hen nogmaals de leer over Christus. Toen hij naar Caesarea werd overgebracht toonde hij voor de verschillende rechterstoelen van Felix, Festus en koning Agrippa zon grote wijsheid te bezitten, dat de koning van de Joden Agrippa zei: 'Gij overreed mij bijna o Christen te worden' (Hand. 26,28)[b:Hand. 26,28]. Dezelfde Geest maakte dat hij op het eiland Malta ongedeerd bleef van een adderbeet en daarna verschillende zieken genas. De heraut van Christus, eerst een vervolger van Hem, werd nu door de Geest naar de keizerstad geleid, waar hij velen van de daar verblijvende Joden overreedde en toen anderen hem tegenspraken sprak hij dit woord: 'Terecht heeft de H. Geest door de profeet Jesaja tot uw vaderen gesproken toen Hij zei, enz.' (Hand. 28, 25)[b:Hand. 28, 25]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media32.
Zelf getuigt Paulus in zijn brieven dat de H. Geest het is, die zowel in de Apostelen werkt alsook in hen die in navolging van deze geloven in de vader, de Zoon en de H. Geest. Aan de Korintiërs schrijft hij: 'Mijn spreken en preken steunden niet op overtuigende woorden van wijsheid, maar op de overtuiging van de H. Geest en van de kracht' (1 Kor. 2, 4)[b:1 Kor. 2, 4]. En een andere keer: 'God is het die op ons zijn zegel gedrukt heeft en de H. Geest als handgeld aan onze harten heeft meegedeeld' (2 Kor. 1, 22)[b:2 Kor. 1, 22]. En aan de Romeinen: 'Hij die Jezus uit de doden heeft opgewekt, zal ook uw sterfelijk lichaam levend maken door Zijn Geest die in u woont' (2 Tim. 1, 14)[b:2 Tim. 1, 14].
Zelf getuigt Paulus in zijn brieven dat de H. Geest het is, die zowel in de Apostelen werkt alsook in hen die in navolging van deze geloven in de vader, de Zoon en de H. Geest. Aan de Korintiërs schrijft hij: 'Mijn spreken en preken steunden niet op overtuigende woorden van wijsheid, maar op de overtuiging van de H. Geest en van de kracht' (1 Kor. 2, 4)[b:1 Kor. 2, 4]. En een andere keer: 'God is het die op ons zijn zegel gedrukt heeft en de H. Geest als handgeld aan onze harten heeft meegedeeld' (2 Kor. 1, 22)[b:2 Kor. 1, 22]. En aan de Romeinen: 'Hij die Jezus uit de doden heeft opgewekt, zal ook uw sterfelijk lichaam levend maken door Zijn Geest die in u woont' (2 Tim. 1, 14)[b:2 Tim. 1, 14].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media33.
Herhaaldelijk is het door ons gezegd en bewezen, dat de H. Geest bestaat, leeft spreekt en voorzegd. Maarten overvloede geef ik nog een duidelijk getuigenis van S. Paulus aan Timoteus: 'De Geest zegt uitdrukkelijk, dat in de laatste tijden sommigen zullen afvallen van het geloof. Dit zien wij niet alleen in de voorgaande scheuringen, maar meer nog in onze dagen, want de dwalingen van de ketters zijn veelsoortig en verschillende geworden. De Efesiërs krijgen te horen: 'Nooit is het onder de vorige geslachten aan de kinderen van de mensen bekend gemaakt, zoals het nu door de H. Geest is geopenbaard aan zijn Apostelen en Profeten'. In de Hebreeënbrief staat: 'Luistert daarom naar wat de geest zegt', en ook: 'Dit getuigenis komt van de H. Geest' (Hebr. 10, 15)[b:Hebr. 10, 15]. De strijders der gerechtigheid roept hij met deze woorden op: 'Grijpt naar de helm van het heil en het zwaard van de Geest, dat is Gods woord' (Ef. 6, 17)[b:Ef. 6, 17]. En elders; 'Bedwelmt u niet met wijn, want dat voet tot losbandigheid, maar wordt vol van de geest. Zingt psalmen, hymnen en liederen, ingegeven door de Geest' (Ef. 5, 18.19)[b:Ef. 5, 18.19]. En tot besluit zegt hij: 'De genade van onze Heer Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de H. Geest zij met u allen' (2 Kor. 13, 13)[b:2 Kor. 13, 13].
Herhaaldelijk is het door ons gezegd en bewezen, dat de H. Geest bestaat, leeft spreekt en voorzegd. Maarten overvloede geef ik nog een duidelijk getuigenis van S. Paulus aan Timoteus: 'De Geest zegt uitdrukkelijk, dat in de laatste tijden sommigen zullen afvallen van het geloof. Dit zien wij niet alleen in de voorgaande scheuringen, maar meer nog in onze dagen, want de dwalingen van de ketters zijn veelsoortig en verschillende geworden. De Efesiërs krijgen te horen: 'Nooit is het onder de vorige geslachten aan de kinderen van de mensen bekend gemaakt, zoals het nu door de H. Geest is geopenbaard aan zijn Apostelen en Profeten'. In de Hebreeënbrief staat: 'Luistert daarom naar wat de geest zegt', en ook: 'Dit getuigenis komt van de H. Geest' (Hebr. 10, 15)[b:Hebr. 10, 15]. De strijders der gerechtigheid roept hij met deze woorden op: 'Grijpt naar de helm van het heil en het zwaard van de Geest, dat is Gods woord' (Ef. 6, 17)[b:Ef. 6, 17]. En elders; 'Bedwelmt u niet met wijn, want dat voet tot losbandigheid, maar wordt vol van de geest. Zingt psalmen, hymnen en liederen, ingegeven door de Geest' (Ef. 5, 18.19)[b:Ef. 5, 18.19]. En tot besluit zegt hij: 'De genade van onze Heer Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de H. Geest zij met u allen' (2 Kor. 13, 13)[b:2 Kor. 13, 13].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media34.
Door deze aanhalingen en door vele anderen die wij niet meer kunnen citeren, wordt voor hen die verstand hebben, duidelijk de macht van de H. Geest aangetoond en tevens dat Hij heilig maakt en daadkrachtig is. De tijd ontbreekt mij om de overige citaten van St. Paulus' brieven te behandelen, die ook over de Geest spreken. Hij geeft daarin in een bonte verscheidenheid de gehele leer weer. Moge de kracht van de H. Geest ons verontschuldigen voor deze nalatigheid, want er resten ons nog maar weinige dagen meer. Moge Hij aan u, toehoorders, een volmaakte kennis instorten van hetgeen niet behandeld is. De ijverigen onder u spoor ik aan, door lezing van de H. Schrift, dit alles te achterhalen, alsook met behulp van deze catechesen van hetgeen wij u reeds vroege geleerd hebben. Moge uw geloof gesterkt worden in de éne God, de almachtige Vader; in onze heer Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon en in de Helper, de H. Geest. Hoewel de benaming van de Geest in de goddelijke Schriften gemeenschappelijk wordt toegepast, onderscheidt het geloof er toch godsvruchtig een orde in en moet de dwaling van Sabellius worden afgewezen. Maar laten wij nu terugkeren tot hetgeen dringt: en voor u van nut kan zijn.
Door deze aanhalingen en door vele anderen die wij niet meer kunnen citeren, wordt voor hen die verstand hebben, duidelijk de macht van de H. Geest aangetoond en tevens dat Hij heilig maakt en daadkrachtig is. De tijd ontbreekt mij om de overige citaten van St. Paulus' brieven te behandelen, die ook over de Geest spreken. Hij geeft daarin in een bonte verscheidenheid de gehele leer weer. Moge de kracht van de H. Geest ons verontschuldigen voor deze nalatigheid, want er resten ons nog maar weinige dagen meer. Moge Hij aan u, toehoorders, een volmaakte kennis instorten van hetgeen niet behandeld is. De ijverigen onder u spoor ik aan, door lezing van de H. Schrift, dit alles te achterhalen, alsook met behulp van deze catechesen van hetgeen wij u reeds vroege geleerd hebben. Moge uw geloof gesterkt worden in de éne God, de almachtige Vader; in onze heer Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon en in de Helper, de H. Geest. Hoewel de benaming van de Geest in de goddelijke Schriften gemeenschappelijk wordt toegepast, onderscheidt het geloof er toch godsvruchtig een orde in en moet de dwaling van Sabellius worden afgewezen. Maar laten wij nu terugkeren tot hetgeen dringt: en voor u van nut kan zijn.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media35.
Nadert nooit tot de bedienaren van het H. Doopsel, terwijl uw hart de waarheid niet zoekt, zoals dat bij Simon het geval was. Onze plicht is het, getuigenis te geven; gij zelf moet behoedzaam zijn. Staat gij vast in het geloof,(Rom. 11, 20)[b:Rom. 11, 20] dan zijt gij zalig. Bent gij in ongeloof vervallen, werpt dan nog op dit ogenblik iedere ongelovigheid van u af en laat u in oprechtheid overtuigen. Wanneer gij nadert tot de bisschop, de priester of de diaken op het ogenblik van uw doopsel . ( want overal wordt de genade gegeven, zowel in dorpen als in steden; aan eenvoudigen als aan geleerden; aan slaven en vrijen, want de genade komt niet van mensen maar van God, door bemiddeling van mensen), nadert dan tot hem die doopt, zonder acht op de persoon te slaan die voor u staat, maar weest de H. Geest indachtig, waarover wij u zo uitvoerig gesproken hebben. Hij is het die gereed staat om uw ziel meteen merkteken te voorzien, waarvoor de duivels sidderen. Het is een hemels en goddelijk merkteken, zoals er geschreven staat: 'In Hem zijt gij tot het geloof gekomen, verzegeld met de H. Geest van de beloften' (Ef. 1, 13)[b:Ef. 1, 13]. vgl: Om hen die zich voor het Doopsel hebben aangeboden, in te leiden., [[[9235|+4+5]]]
Nadert nooit tot de bedienaren van het H. Doopsel, terwijl uw hart de waarheid niet zoekt, zoals dat bij Simon het geval was. Onze plicht is het, getuigenis te geven; gij zelf moet behoedzaam zijn. Staat gij vast in het geloof,(Rom. 11, 20)[b:Rom. 11, 20] dan zijt gij zalig. Bent gij in ongeloof vervallen, werpt dan nog op dit ogenblik iedere ongelovigheid van u af en laat u in oprechtheid overtuigen. Wanneer gij nadert tot de bisschop, de priester of de diaken op het ogenblik van uw doopsel . ( want overal wordt de genade gegeven, zowel in dorpen als in steden; aan eenvoudigen als aan geleerden; aan slaven en vrijen, want de genade komt niet van mensen maar van God, door bemiddeling van mensen), nadert dan tot hem die doopt, zonder acht op de persoon te slaan die voor u staat, maar weest de H. Geest indachtig, waarover wij u zo uitvoerig gesproken hebben. Hij is het die gereed staat om uw ziel meteen merkteken te voorzien, waarvoor de duivels sidderen. Het is een hemels en goddelijk merkteken, zoals er geschreven staat: 'In Hem zijt gij tot het geloof gekomen, verzegeld met de H. Geest van de beloften' (Ef. 1, 13)[b:Ef. 1, 13]. vgl: Om hen die zich voor het Doopsel hebben aangeboden, in te leiden., [[[9235|+4+5]]]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media36.
Hij keurt de ziel, maar werpt geen parels voor de zwijnen. Huichelt gij, dan zijn het wel mensen die u dopen, maar de Geest niet. Nadert gij uit geloof, dan zien de ogen wel mensen in bediening, maar de Geest geeft wat niet gezien kan worden. Gij gaat nu een groot onderzoek tegemoet, het is een soldaten werving van zeggen en schrijven een uur. Laat gij verstek gaan, dan betekent dat een ramp waaruit gij niet meer kunt opstaan. Wordt u integendeel waardig gekeurd voor de genade, dan zal uw ziel verlicht worden en gij zult een kracht verkrijgen, die gij nog nooit hebt bezeten. Gij krijgt wapenen, waarvoor de duivels huiveren. Zo gij deze wapens niet wegwerpt en het merkteken van uw ziel bewaar, dan zal geen duivel u aanvallen. Hij verdwijnt, omdat in de Geest Gods de duivels worden uitgedreven.
Hij keurt de ziel, maar werpt geen parels voor de zwijnen. Huichelt gij, dan zijn het wel mensen die u dopen, maar de Geest niet. Nadert gij uit geloof, dan zien de ogen wel mensen in bediening, maar de Geest geeft wat niet gezien kan worden. Gij gaat nu een groot onderzoek tegemoet, het is een soldaten werving van zeggen en schrijven een uur. Laat gij verstek gaan, dan betekent dat een ramp waaruit gij niet meer kunt opstaan. Wordt u integendeel waardig gekeurd voor de genade, dan zal uw ziel verlicht worden en gij zult een kracht verkrijgen, die gij nog nooit hebt bezeten. Gij krijgt wapenen, waarvoor de duivels huiveren. Zo gij deze wapens niet wegwerpt en het merkteken van uw ziel bewaar, dan zal geen duivel u aanvallen. Hij verdwijnt, omdat in de Geest Gods de duivels worden uitgedreven.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media37.
U krijgt niet slechts vergiffenis van zonden wanneer gij gelooft, maar gij stelt ook handelingen, die de menselijke krachten te boven gaan. Moogt gij het charisma van de voorzegging deelachtig worden. Gij ontvangt zoveel genade als gij bevatten kunt en niet wat ik opnoem. Het kan zijn dat ik kleine dingen opnoem en gij grote krijgt, want het geloof is een handel in grote schaal. Steeds zal de Beschermer, de helper bij u blijven. Hij zorgt voor u als voor Zijn eigen soldaat. Zolang gij Hem niet door een zonde bedroeft, geeft Hij u allerhande genade. Dit staat geschreven: 'Bedroefd Gods Heilige Geest niet, waarmee gij verzegeld zijt voor de dag van de verlossing' (Ef. 4, 30)[b:Ef. 4, 30]. Geliefden, wat is het de genade te bewaren? Bereid zijn ze te ontvangen, en eenmaal ontvangen, niet meer wegwerpen.
U krijgt niet slechts vergiffenis van zonden wanneer gij gelooft, maar gij stelt ook handelingen, die de menselijke krachten te boven gaan. Moogt gij het charisma van de voorzegging deelachtig worden. Gij ontvangt zoveel genade als gij bevatten kunt en niet wat ik opnoem. Het kan zijn dat ik kleine dingen opnoem en gij grote krijgt, want het geloof is een handel in grote schaal. Steeds zal de Beschermer, de helper bij u blijven. Hij zorgt voor u als voor Zijn eigen soldaat. Zolang gij Hem niet door een zonde bedroeft, geeft Hij u allerhande genade. Dit staat geschreven: 'Bedroefd Gods Heilige Geest niet, waarmee gij verzegeld zijt voor de dag van de verlossing' (Ef. 4, 30)[b:Ef. 4, 30]. Geliefden, wat is het de genade te bewaren? Bereid zijn ze te ontvangen, en eenmaal ontvangen, niet meer wegwerpen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media38.
Moge de God van het heelal zelf, die in de H. Geest gesproken heeft door de Profeten en Hem gezonden heeft over de Apostelen, hierin deze stad op Pinksterdag, Hem ook over u zenden en ons allen bewaren door Hem en ons gezamenlijk dezelfde weldaad! verlenen, opdat gij ten alle tijden de vruchten van de H. Geest moogt voortbrengen, welke zijn: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtzinnigheid en zelfbeheersing (Gal. 5, 22.23)[b:Gal. 5, 22.23] in Christus Jezus onze Heer, door Wie en met Wie in vereniging met de H. Geest lof zij aan de Vader, nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen
Moge de God van het heelal zelf, die in de H. Geest gesproken heeft door de Profeten en Hem gezonden heeft over de Apostelen, hierin deze stad op Pinksterdag, Hem ook over u zenden en ons allen bewaren door Hem en ons gezamenlijk dezelfde weldaad! verlenen, opdat gij ten alle tijden de vruchten van de H. Geest moogt voortbrengen, welke zijn: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtzinnigheid en zelfbeheersing (Gal. 5, 22.23)[b:Gal. 5, 22.23] in Christus Jezus onze Heer, door Wie en met Wie in vereniging met de H. Geest lof zij aan de Vader, nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.be/toondocument/9410-over-hetgeen-nog-overbleef-te-bespreken-omtrent-de-h-geest-nl