Octogesima Adveniens
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Octogesima Adveniens
Aan Maurice Kardinaal Roy, bij gelegenheid van de 80ste verjaardag van Rerum Novarum
Paus Paulus VI
14 mei 1971
Pauselijke geschriften - Apostolische Brieven
1971, Archief van Kerken
14 mei 1971
12 november 2018
809
nl
Referenties naar dit document: 13
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Inhoud
Aan zijne Eminentie Kardinaal Maurice Roy,Eerbiedwaardige broeder,
Voorzitter van de Raad voor de Leken en
van de Pauselijke Studiecommissie "Iustitia et Pax"
Heil en apostolische zegen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- === Inleiding
1
De tachtigste verjaardag van de encycliek 'Rerum Novarum[651]', die nog steeds een inspiratiebron blijft voor de inzet in dienst van de sociale rechtvaardigheid, geeft ons een goede gelegenheid om enkele van onze gedachten uiteen te zetten. Wij beogen daarmee de sociale leer van onze voorgangers voort te zetten en de richtlijnen en overwegingen voor te leggen waarom de wereld in haar onophoudelijke verandering thans vraagt. De Kerk is immers samen met de menselijke maatschappij onderweg en deelt in de lotgevallen van haar geschiedenis. Al ligt haar doelstelling in de verkondiging van Gods liefde en van het heil dat Christus ons heeft gebracht, tegelijk stelt zij de menselijke activiteit in het licht van het Evangelie en helpt zij de mensen Gods liefdevol raadsbesluit te verwerkelijken en hun verlangens volledig te vervullen.
Referenties naar alinea 1: 1
Rerum Novarum nog altijd vitaal en geldig ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 Algemene oproep tot meer rechtvaardigheid
2
Sollicitudo Rei Socialis ->=geentekst=
Het sterkt ons vertrouwen te zien, dat de Geest van de Heer in de mensen werkzaam blijft en overal christengemeenschappen bijeenroept die zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheid in de samenleving. In alle werelddelen, onder alle volkeren, in alle landen en culturen en in welke levensomstandigheden ook blijft de Heer waarachtige apostelen van het Evangelie roepen. Tijdens onze laatste reizen hebben wij hen kunnen ontmoeten, bewonderen en bemoedigen. We hebben grote menigten mensen gezien en geluisterd naar hun vragen en roepen, dat tegelijkertijd een teken van gebrek is en van hoop.
Dat heeft ons ertoe gebracht de grote problemen van onze tijd in een nieuw licht te zien; zeker, elk gebied heeft zijn eigen problemen, maar bovenal zijn ze gemeenschappelijk aan heel de mensheid, die zich afvraagt, wat haar toekomst is en waar de huidige veranderingen heen gaan. Er bestaan tussen de verschillende landen zeer grote verschillen op economisch, cultureel en politiek gebied: terwijl sommige gebieden al sterk zijn geïndustrialiseerd, bevindt de economie van andere zich nog in het agrarisch stadium; het ene land leeft in weelde, het andere lijdt gebrek; sommige volkeren bezitten een zeer hoog wetenschappelijk en cultureel peil, andere houden zich nog bezig met de bestrijding van het analfabetisme. Allerwegen is er een roep om meer rechtvaardigheid en hechter vrede, in wederzijds respect van de mensen en volkeren voor elkaar.
Dat heeft ons ertoe gebracht de grote problemen van onze tijd in een nieuw licht te zien; zeker, elk gebied heeft zijn eigen problemen, maar bovenal zijn ze gemeenschappelijk aan heel de mensheid, die zich afvraagt, wat haar toekomst is en waar de huidige veranderingen heen gaan. Er bestaan tussen de verschillende landen zeer grote verschillen op economisch, cultureel en politiek gebied: terwijl sommige gebieden al sterk zijn geïndustrialiseerd, bevindt de economie van andere zich nog in het agrarisch stadium; het ene land leeft in weelde, het andere lijdt gebrek; sommige volkeren bezitten een zeer hoog wetenschappelijk en cultureel peil, andere houden zich nog bezig met de bestrijding van het analfabetisme. Allerwegen is er een roep om meer rechtvaardigheid en hechter vrede, in wederzijds respect van de mensen en volkeren voor elkaar.
Referenties naar alinea 2: 2
Centesimus Annus ->=geentekst=Sollicitudo Rei Socialis ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Verschillen in situatie van de christenen in de wereld
3
Sollicitudo Rei Socialis ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De nationale, sociaal-politieke en culturele omstandigheden waarin de christenen gewild of ongewild leven, lopen sterk uiteen. In sommige landen zijn zij tot stilzwijgen gedwongen, worden zij verdacht, niet als volwaardige medeburgers beschouwd, of door een totalitair bestuur van hun vrijheid beroofd. Elders vormen zij een zeer kleine minderheid, die moeite heeft zich te laten horen. In weer andere landen, waar de Kerk een gevestigde, soms wettelijke en officieel erkende plaats inneemt, ondervindt zij de terugslag van de crisis van de samenleving en voelen sommige van haar leden zich tot radicale, gewelddadige maatregelen aangetrokken, aangezien ze daarvan een beter resultaat verwachten. Terwijl sommigen blind blijven voor het bestaande onrecht en de huidige situatie laten voortduren, laten anderen zich verleiden door revolutionaire ideologieën die hun de illusie voorspiegelen, dat de samenleving definitief beter zal worden.
Referenties naar alinea 3: 3
Centesimus Annus ->=geentekst=Sollicitudo Rei Socialis ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Sollicitudo Rei Socialis ->=geentekst=
Sollicitudo Rei Socialis ->=geentekst=
Sollicitudo Rei Socialis ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Libertatis conscientia ->=geentekst=
Caritas in Veritate ->=geentekst=
Evangelii Gaudium ->=geentekst=
De wereld genezen - 1. Inleiding ->=geentekst=
Gezien dit grote verschil in situatie kunnen wij moeilijk een algemeen geldige oplossing voorstellen. Overigens is dat noch ons doel noch onze taak. De christengemeenten moeten zelf tot een objectieve analyse van de situatie in hun land komen, deze met de onveranderlijke woorden van het Evangelie doorlichten en theoretische beginselen, oordeelsnormen en praktische richtlijnen putten uit de sociale leer van de Kerk die in de loop van de geschiedenis is uitgewerkt, en met name in het industrieel tijdperk, vanaf die gedenkwaardige dag waarop Leo XIII de boodschap Rerum Novarum[651] 'over de toestand van de arbeiders' publiceerde waarvan wij vandaag de verjaardag herdenken. De christengemeenten zelf komt het toe met behulp van de Heilige Geest - in gemeenschap met de verantwoordelijke bisschoppen en in dialoog met de overige christenbroeders en met alle mensen van goede wil - te beslissen, welke keuzen moeten worden gemaakt en welke inzet nodig is om tot de sociale, politieke en economische veranderingen te komen die maar al te vaak dringend noodzakelijk blijken.
Bij dit zoeken naar de nodige veranderingen moeten de christenen vóór alles hun vertrouwen versterken in de kracht van het Evangelie en in de eigenheid van de eisen die het stelt. Het feit, dat het Evangelie in een andere sociaal-culturele context is verkondigd, geschreven en geleefd, wil nog niet zeggen, dat het thans verouderd zou zijn. De inhoud en suggestieve kracht ervan, verrijkt door de levenservaring van een eeuwenlange christelijke traditie, blijven steeds weer opnieuw in staat de mensen te bekeren en de samenleving vooruit te helpen - ook al mag men het Evangelie niet voor bijzondere, tijdelijke doeleinden gebruiken met voorbijgaan aan de universele, eeuwige boodschap ervan'.Gaudium et Spes, 10[[575|10]]
Bij dit zoeken naar de nodige veranderingen moeten de christenen vóór alles hun vertrouwen versterken in de kracht van het Evangelie en in de eigenheid van de eisen die het stelt. Het feit, dat het Evangelie in een andere sociaal-culturele context is verkondigd, geschreven en geleefd, wil nog niet zeggen, dat het thans verouderd zou zijn. De inhoud en suggestieve kracht ervan, verrijkt door de levenservaring van een eeuwenlange christelijke traditie, blijven steeds weer opnieuw in staat de mensen te bekeren en de samenleving vooruit te helpen - ook al mag men het Evangelie niet voor bijzondere, tijdelijke doeleinden gebruiken met voorbijgaan aan de universele, eeuwige boodschap ervan'.Gaudium et Spes, 10[[575|10]]
Referenties naar alinea 4: 14
Centesimus Annus ->=geentekst=Sollicitudo Rei Socialis ->=geentekst=
Sollicitudo Rei Socialis ->=geentekst=
Sollicitudo Rei Socialis ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Libertatis conscientia ->=geentekst=
Caritas in Veritate ->=geentekst=
Evangelii Gaudium ->=geentekst=
De wereld genezen - 1. Inleiding ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 De specifieke boodschap van de Kerk
5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
In de verwarring en onzekerheid van onze tijd heeft de Kerk een bijzondere boodschap te brengen en de mensen steun te geven bij hun pogen hun toekomst in eigen hand te nemen en haar een juiste richting in te stuwen. Sinds de tijd waarin de encycliek 'Rerum Novarum[651]' een vlammend en dringend protest liet horen tegen de onwaardige en schandelijke toestand van de arbeiders in de opkomende industriële samenleving heeft de historische ontwikkeling onze ogen geopend voor andere dimensies en andere vormen van sociale rechtvaardigheid, zoals reeds in de encyclieken 'Quadragesimo Anno[652]' en 'Mater et Magistra[90]' werd vastgesteld. Van zijn kant heeft het jongste Oecumenisch Concilie[d:4] zich eveneens met deze problemen beziggehouden, met name in de pastorale constitutie 'Gaudium et Spes[575]'. Wijzelf hebben deze gedragslijnen in onze encycliek 'Populorum Progressio[266]' reeds verder ontwikkeld:
Het kernpunt van dit ogenblik, dat ieder zich levendig bewust moet maken, is, dat het sociale vraagstuk vandaag vóór alles door zijn wereld-omvattende dimensies wordt gekenmerkt. Populorum Progressio, 3[[266|3]] Nu de Kerk duidelijker en dieper beseft, wat het Evangelie van Jezus Christus eist, ziet zij het als haar opdracht zich nóg meer in dienst van de mensen te stellen om hen te helpen zich alle dimensies van dit ernstige probleem te realiseren en om hen tot de overtuiging te brengen, dat het op dit beslissend keerpunt van de geschiedenis absoluut noodzakelijk is solidair te handelen. Populorum Progressio, 1[[266|1]]Deze plicht, waarvan wij ons volledig bewust zijn, brengt ons er vandaag toe enkele overwegingen en suggesties voor te leggen die willen inhaken op de geweldige problemen waarvoor onze huidige wereld zich ziet gesteld.
Referenties naar alinea 5: 2
Centesimus Annus ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Overigens zal de komende Bisschoppensynode[d:244] nauwkeuriger en dieper ingaan op het probleem, welke zending de Kerk heeft te vervullen met het oog op de ernstige vragen die de rechtvaardigheid in de wereld thans stelt. Maar de verjaardag van de encycliek 'Rerum Novarum[651]' geeft ons vandaag de gelegenheid, eerbiedwaardige broeder, u, als voorzitter van de Pauselijke commissie 'Iustitia et Pax'[d:94] en van de Raad voor de leken[d:90], onze zorgen en gedachten op dit punt toe te vertrouwen. Tegelijk willen wij deze instellingen van de Heilige Stoel hierdoor aansporen het werk van de Kerk in dienst van de mensen te blijven voortzetten.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 Omvang van de huidige veranderingen
7
Omvang van de huidige veranderingen
Zonder de duurzame problemen te vergeten die onze voorgangers reeds hebben besproken, willen wij thans veeleer wijzen op enkele andere vraagstukken die vanwege hun urgentie, omvang en ingewikkeldheid de komende jaren in het middelpunt van de aandacht van de christenen moeten staan, opdat dezen zich samen met de andere mensen aan de oplossing zetten van deze nieuwe moeilijkheden die de toekomst van de mens zelf in gevaar brengen. De sociale problemen die de moderne economie meebrengt - zoals menselijke arbeidsvoorwaarden, rechtvaardigheid in de goederenruil en in de verdeling van de rijkdom, betekenis en belang van de toenemende consumptiebehoeften en medeverantwoordelijkheid - dienen in de ruimere context van een cultuurvernieuwing te worden gezien. De zo diepgaande en snelle veranderingen van deze tijd brengen de mens dag in dag uit tot nieuwe zelfontdekking; hij vraagt zich af, wat de zin is van zijn bestaan en van het voortleven van de menselijke gemeenschap. Hij aarzelt de lessen te aanvaarden van een verleden dat hij definitief voorbij en al te verschillend van het heden acht; niettemin heeft hij er behoefte aan .zijn toekomst, die hem even onzeker als onbestendig voorkomt, in het licht te stellen van onveranderlijke, eeuwige waarden, die ongetwijfeld boven hem uitgaan, maar waarvan hij, zo hij dat wil, zelf het spoor kan vinden. (2 Kor. 4, 17)[[b:2 Kor. 4, 17]]
Zonder de duurzame problemen te vergeten die onze voorgangers reeds hebben besproken, willen wij thans veeleer wijzen op enkele andere vraagstukken die vanwege hun urgentie, omvang en ingewikkeldheid de komende jaren in het middelpunt van de aandacht van de christenen moeten staan, opdat dezen zich samen met de andere mensen aan de oplossing zetten van deze nieuwe moeilijkheden die de toekomst van de mens zelf in gevaar brengen. De sociale problemen die de moderne economie meebrengt - zoals menselijke arbeidsvoorwaarden, rechtvaardigheid in de goederenruil en in de verdeling van de rijkdom, betekenis en belang van de toenemende consumptiebehoeften en medeverantwoordelijkheid - dienen in de ruimere context van een cultuurvernieuwing te worden gezien. De zo diepgaande en snelle veranderingen van deze tijd brengen de mens dag in dag uit tot nieuwe zelfontdekking; hij vraagt zich af, wat de zin is van zijn bestaan en van het voortleven van de menselijke gemeenschap. Hij aarzelt de lessen te aanvaarden van een verleden dat hij definitief voorbij en al te verschillend van het heden acht; niettemin heeft hij er behoefte aan .zijn toekomst, die hem even onzeker als onbestendig voorkomt, in het licht te stellen van onveranderlijke, eeuwige waarden, die ongetwijfeld boven hem uitgaan, maar waarvan hij, zo hij dat wil, zelf het spoor kan vinden. (2 Kor. 4, 17)[[b:2 Kor. 4, 17]]
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 1 Nieuwe sociale problemen
- Artikel 1 De urbanisering
8
Een verschijnsel van het hoogste belang trekt onze aandacht: de urbanisering namelijk, die zowel in de geïndustrialiseerde landen als in de ontwikkelingslanden plaatsvindt. Na lange eeuwen is de agrarische beschaving thans aan het verdwijnen. Heeft men overigens wel voldoende aandacht voor de verbetering van de levensomstandigheden van de plattelandsbewoners, wier zwakke, soms zelfs rampzalige economische situatie de trek naar de steden veroorzaakt, waar de mensen opgehoopt leven in trieste voorsteden en waar noch werk- noch woongelegenheid is te vinden? Deze aanhoudende ontvolking van het platteland, de industriële ontwikkeling, de onafgebroken bevolkingsaanwas en de aantrekkingskracht van de grote steden leiden tot bevolkingsconcentraties waarvan men zich nauwelijks meer een voorstelling kan maken: thans spreekt men al van reuzensteden, 'megalopoles' genoemd, die meerdere tientallen miljoenen inwoners zullen omvatten. Ongetwijfeld bestaan er ook steden van een omvang die een beter bevolkingsevenwicht mogelijk maakt. Zij zijn in staat werkgelegenheid te verschaffen aan degenen die door de agrarische ontwikkeling tot werkloosheid komen en vormen een microsamenleving die proletarisering en massificering van de burgers tegengaat.
Referenties naar alinea 8: 1
Sollicitudo Rei Socialis ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Sollicitudo Rei Socialis ->=geentekst=
De onbeteugelde uitgroei van de steden vormt een nevenverschijnsel van de industrialisering, maar valt daar niet mee samen. Steunend op het technologisch onderzoek en de omvorming van de natuur, gaat de industrialisering zonder ophouden verder op de ingeslagen weg en geeft zij voortdurend blijk van haar dynamiek. Terwijl bepaalde ondernemingen tot ontwikkeling komen en fusioneren, gaan andere ten onder of vestigen ze zich elders, zodat er weer nieuwe sociale problemen ontstaan; gedwongen werkloosheid in bepaalde bedrijfstakken of woongebieden, omscholing en overplaatsing, voortdurende herscholing van de werknemers, ongelijkheid van arbeids- en levensvoorwaarden in de verschillende bedrijfstakken. Een concurrentie die alle perken te buiten gaat, lanceert, met gebruikmaking van de moderne publiciteitsmiddelen, onophoudelijk nieuwe producten en tracht de consument te verlokken, terwijl zij oude, nog goed bruikbare installaties overbodig maakt. Aan zeer grote delen van de bevolking ontbreekt het levensnoodzakelijke en tegelijk spant men zich in behoefte aan overbodige goederen te kweken. Terecht kan men zich afvragen, of de mens, na al zijn veroveringen, de vrucht van zijn arbeid thans niet tegen zichzelf keert. Wordt hij, na eerst de noodzakelijke beheersing van de natuur te hebben gerealiseerd, vgl: Populorum Progressio, 25[[[266|25]]] thans geen slaaf van de dingen die hijzelf fabriceert?
Referenties naar alinea 9: 2
Sollicitudo Rei Socialis ->=geentekst=Sollicitudo Rei Socialis ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Christenen in de stad
10
Vormt de opkomst van de stadscultuur, als nevenverschijnsel van de industriële beschaving, immers geen uitdaging aan de wijsheid van de mens, aan zijn organisatievermogen en aan zijn verbeeldingskracht met het oog op de toekomst? In de industriële samenleving werpt de urbanisering de traditionele leefgewoonten en bestaansvormen omver: niet alleen het gezin en de buurtgemeenschap, maar zelfs de structuur van de christengemeente. De mens ervaart een nieuw soort eenzaamheid, niet meer tegenover de vijandige natuur die hij na een eeuwenlange strijd heeft getemd, maar in de anonieme menigte die hem omringt en waarin hij zich een vreemdeling voelt. Ongetwijfeld vormt de urbanisering een niet meer ongedaan te maken etappe van de ontwikkeling van de menselijke samenleving, maar zij stelt de mens voor moeilijke problemen: hoe kan hij de groei van de steden in de hand houden, hoe dient hij ze te organiseren, hoe kan hij de bewoners een bijdrage doen leveren tot het welzijn van allen? Want deze wanordelijke groei leidt tot het ontstaan van een nieuw proletariaat: het vestigt zich in het stadscentrum dat door de welgestelden wordt verlaten; het hokt in de voorsteden die als een gordel van ellende in nog zwijgend protest de steden komen omsingelen waar al te schreeuwende luxe heerst, waar waanzinnig veel wordt verteerd en vaak verspild. In plaats dat de stad het broederlijk samenleven en de onderlinge hulp bevordert, leidt zij tot discriminatie en onverschilligheid; zij leent zich voor nieuwe vormen van uitbuiting en overheersing, waar sommigen de noden van een ander misbruiken om er volstrekt ontoelaatbare winst uit te slaan. Achter de façades schuilt veel ellende die zelfs de buren niet kennen. Andere gebreken zijn maar al te duidelijk: de waardigheid van de mens gaat er ten onder in criminaliteit, drugs en erotiek.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
De zwaksten onder de burgers zijn de eerste slachtoffers van de onmenselijke levensomstandigheden die het geweten afstompen en het gezinsleven vernielen: de krappe woonruimte maakt in volkswoningen zelfs een minimum aan intimiteit onmogelijk; jonggehuwden die tevergeefs op een geschikte, betaalbare woning wachten, worden soms zozeer ontmoedigd, dat hun huwelijk erdoor in gevaar kan raken; de jongeren vluchten het onleefbaar kleine huis uit, de straat op, waar ze compensatie zoeken in oncontroleerbaar groepsverband. Het is een ernstige plicht voor de verantwoordelijke personen alles in het werk te stellen teneinde dit proces weer in de hand te krijgen en in goede banen te leiden. Het is dus noodzakelijk op schaal van de straat, van de wijk of van heel de collectiviteit het maatschappelijk weefsel te herstellen waarin ieder de rechtmatige verlangens van de menselijke persoon kan bevredigen. Op het niveau van gemeenschap en parochie moeten cultuur- en ontspanningscentra worden opgericht en het is belangrijk daarbij een veelheid van verenigingsvormen te bewaren. In deze centra van ontspanning, van samenkomst en van geestelijk leven zal ieder aan de eenzaamheid kunnen ontsnappen en echt broederlijke relaties kunnen kweken.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De stad opbouwen als leefruimte voor de mensen en hun vergrote gemeenschappen, nieuwe vormen van nabij: heid en contact scheppen, de sociale rechtvaardigheid op originele wijze in praktijk leren brengen, de gemeenschappelijke toekomst in handen nemen die zich zo moeilijk laat aanzien: het is de plicht van de christenen aan dit alles deel te nemen. Aan de mensen die op ontoelaatbare wijze in de promiscuïteit van de steden zijn samengehoopt, moeten zij door hun broederlijkheid van leven en hun zin voor concrete rechtvaardigheid een boodschap van hoop brengen. De christenen die zich van deze nieuwe verantwoordelijkheid bewust zijn, hoeven in de kleurloze onmetelijkheid van de stad de moed niet te verliezen; laten ze aan Jona denken die, in zijn zwakheid slechts door de kracht van het woord van de alvermogende God ondersteund, de grote stad Ninivé lang en breed doorkruist om de blijde boodschap van Gods erbarmen te verkondigen. In de bijbel is de stad vaak een plaats van zonde en hoogmoed, waar de mens zich veilig genoeg voelt om zijn leven buiten God om in te richten, ja zelfs om zich tegen Hem te verheffen. Maar het is ook Jeruzalem, de heilige stad, de plaats van de gods ontmoeting, de belofte van de stad die uit de hemel neerdaalt. (Openb. 3, 12; Openb. 21, 2)[[b:Openb. 3, 12; Openb. 21, 2]]
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 De jongeren
13
De urbanisering en de veranderingen die de industrialisering meebrengt, werpen een scherper licht op problemen die tot nu toe weinig duidelijk waren. Om een voorbeeld te geven: Wat zal de plaats van de vrouwen en de jongeren zijn in de wereld die thans in opkomst is? De dialoog van de volwassenen met een jeugd die idealen heeft en naar vernieuwing verlangt, maar die ook bijzonder onzeker is over haar toekomst, blijkt in onze dagen overal erg moeilijk. Wie ziet niet in, dat daar een bron kan liggen van ernstige conflicten, van breuk en capitulatie, zelfs binnen het gezin, en dat hierdoor de wijze van gezagsuitoefening, van opvoeding tot vrijheid en van de overdracht van waarden en overtuigingen zo fundamenteel in het geding wordt gesteld, dat de samenleving erdoor in haar grondslagen wordt geraakt?
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 De plaats van de vrouw
13a
Zo wordt ook in meerdere landen een statuut voor de vrouw gezocht - en soms heftig geëist - dat een einde moet maken aan een onrechtvaardige discriminatie tussen beide geslachten, de vrouw gelijkheid van rechten verleent en voldoende rekening houdt met haar waardigheid. Het gaat ons hier niet om die' zogenaamde gelijkheid die de door de Schepper ingestelde verschillen ontkent en feitelijk in strijd is met de zo belangrijke, specifieke rol van de vrouw in gezin en samenleving. Integendeel, de wetgeving moet zich juist in die zin ontwikkelen, dat haar specifieke, natuurlijke roeping wordt beschermd, de rechtmatige vrijheid van haar persoon wordt erkend en dat haar gelijkheid van rechten wordt gegarandeerd, waar het gaat om deelneming aan het culturele, economische, sociale en politieke leven.
Referenties naar alinea 13a: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 5 De werknemers
14
Op het jongste Oecumenisch Concilie[d:4] heeft de Kerk nog eens krachtig bevestigd, dat de menselijke persoon uitgangspunt, subject en doel van alle maatschappelijke instellingen is en moet zijn. Gaudium et Spes, 25[[575|25]] Elke mens heeft dus recht op arbeid, op de mogelijkheid om door de uitoefening van een beroep zijn bekwaamheden en zijn persoonlijkheid te ontwikkelen, op een rechtvaardig loon dat hem in staat stelt zijn eigen leven en dat van de zijnen in materieel, sociaal, cultureel en geestelijk opzicht menswaardig uit te bouwen vgl: Gaudium et Spes, 67[[[575|67]]] en tenslotte op bijstand, wanneer hij die wegens ziekte of ouderdom nodig heeft. Al erkennen de democratieën ter verdediging van deze rechten het beginsel van vakvereniging, ze zijn niet altijd even bereidwillig, als het erom gaat dit ook in praktijk te brengen. De vakbonden spelen een zeer belangrijke rol: ze vertegenwoordigen de verschillende categorieën werknemers, bevorderen hun legitieme medewerking aan de economische bloei van de samenleving en brengen hen tot steeds groter bewustzijn van hun verantwoordelijkheid voor het algemeen welzijn. Dat neemt niet weg, dat het optreden van de vakbonden soms tot moeilijkheden leidt: hier en daar gebeurt het, dat ze van hun machtspositie gebruik maken om door een staking - die overigens gewettigd is als uiterste middel tot verdediging van eigen rechten - voorwaarden op te leggen die al te zwaar wegen voor de economie in haar geheel of voor de maatschappij, of dat ze duidelijk politieke eisen willen doordrukken. Met name in de dienstverlenende sector, die noodzakelijk is voor het dagelijks leven van heel de gemeenschap, zal men oog moeten hebben voor de drempel die niet mag worden overschreden, wil er geen ontoelaatbare schade worden berokkend.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 6 De slachtoffers van de veranderingen
15
Kortom, er is reeds vooruitgang geboekt op de weg naar een volwaardiger rechtvaardigheid en een groter deelneming aan de verantwoordelijkheid bij de intermenselijke betrekkingen. Maar er blijft op dit geweldige gebied nog veel te doen. Wil men niet ten achter blijven bij de rechtmatige verlangens van de werknemers, dan zal men daarom actief verder moeten studeren, onderzoeken en experimenteren. Want deze verlangens zullen des te sterker worden, naarmate hun vorming, het bewustzijn van hun waardigheid en de kracht van hun organisaties zich zullen ontwikkelen. Egoïsme en heerszucht blijven een verleiding voor de mens; daarom is een steeds verfijnder onderscheidingsvermogen nodig om dreigend onrecht reeds vanaf het allereerste begin te doorzien en geleidelijk aan tot een steeds minder gebrekkige rechtvaardigheid te komen. De veranderingen die de industrialisering meebrengt, eisen een snelle en voortdurende aanpassing; het zal duidelijk zijn, dat degenen die hier het slachtoffer van worden steeds talrijker zullen zijn en steeds minder in staat om hun stem te doen horen. De Kerk richt haar aandacht op deze nieuwe 'armen' 'gehandicapten en onaangepasten, bejaarden en allerlei soort mensen aan de rand van de samenleving -, om hen te ontdekken en te helpen en om hun plaats en waardigheid te verdedigen in een samenleving die door de wedijver en de aantrekkingskracht van het succes schijnt te ontmenselijken.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 7 De discriminaties
16
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Tot de slachtoffers van het onrecht dient men - hoewel het verschijnsel helaas beslist niet nieuw is - ook hen te rekenen die omwille van hun ras, herkomst, huidskleur, cultuur, geslacht of godsdienst rechtens of feitelijk worden gediscrimineerd. De rassendiscriminatie trekt op dit ogenblik het sterkst de aandacht, omdat ze zowel binnen bepaalde landen als op internationaal vlak tot zeer heftige spanningen leidt. De neiging een wetgeving of gedragswijzen die stelselmatig van rassen vooroordelen uitgaan, te tolereren of te verordenen, wordt door de mensen terecht als niet te rechtvaardigen gekwalificeerd en dus als volstrekt ontoelaatbaar verworpen. Alle leden van de mensenfamilie delen immers in dezelfde natuur en dezelfde waardigheid; zij hebben dezelfde rechten en grondplichten, zoals zij ook tot dezelfde bovennatuurlijke bestemming worden geroepen. Binnen een gemeenschappelijk vaderland dienen allen gelijk te zijn voor de wet en dezelfde mogelijkheid van toegang tot het economisch, cultureel, politiek en sociaal leven en tot een billijke verdeling van de welvaart te bezitten.
Referenties naar alinea 16: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 8 Het recht op emigratie
17
Eén enige menselijke familie ->=geentekst=
Tevens denken wij aan de onzekere situatie van een groot aantal buitenlandse werknemers; als vreemdeling is het hun des te moeilijker hun legitieme sociale rechten op te eisen, ook al leveren zij een reële bijdrage tot de economische bloei van het land van ontvangst. Het is beslist noodzakelijk om de eng nationalistische houding ten opzichte van hen te overwinnen, teneinde hun een statuut te geven dat het recht op emigratie erkent, hun integratie vergemakkelijkt, vakopleiding bevordert en hun gelegenheid geeft een geschikte woonruimte te vinden, zodat ze eventueel hun gezin kunnen laten overkomen. vgl: Populorum Progressio, 69[[[266|69]]]
Tot deze categorie kan men de mensen rekenen die, op zoek naar werk, op de vlucht voor een natuurramp of een vijandig klimaat, hun gebied verlaten en worden gedwongen elders het leven van ontheemden te leiden.
Het is de plicht van allen, en wel op de eerste plaats van de christenen, (Mt. 25, 35)[[b:Mt. 25, 35]] energiek te werken voor een echte broederschap van alle volkeren, die een noodzakelijke grondslag vormt van de echte rechtvaardigheid en voorwaarde is van een duurzame vrede: Wij kunnen God, de Vader van allen, niet echt aanroepen, wanneer wij weigeren ons broederlijk te gedragen jegens bepaalde mensen, naar Gods beeld geschapen. De verhouding van de mensen tot God, de Vader, en de verhouding van de mens tot de mensen, zijn broeders, zijn onderling zozeer verbonden, dat de Schrift zegt: 'Wie niet liefheeft, kent God niet (1 Joh. 4, 8)[b:1 Joh. 4, 8]. Nostra Aetate, 5[[610|5]]
Tot deze categorie kan men de mensen rekenen die, op zoek naar werk, op de vlucht voor een natuurramp of een vijandig klimaat, hun gebied verlaten en worden gedwongen elders het leven van ontheemden te leiden.
Het is de plicht van allen, en wel op de eerste plaats van de christenen, (Mt. 25, 35)[[b:Mt. 25, 35]] energiek te werken voor een echte broederschap van alle volkeren, die een noodzakelijke grondslag vormt van de echte rechtvaardigheid en voorwaarde is van een duurzame vrede: Wij kunnen God, de Vader van allen, niet echt aanroepen, wanneer wij weigeren ons broederlijk te gedragen jegens bepaalde mensen, naar Gods beeld geschapen. De verhouding van de mensen tot God, de Vader, en de verhouding van de mens tot de mensen, zijn broeders, zijn onderling zozeer verbonden, dat de Schrift zegt: 'Wie niet liefheeft, kent God niet (1 Joh. 4, 8)[b:1 Joh. 4, 8]. Nostra Aetate, 5[[610|5]]
Referenties naar alinea 17: 2
‘Ik was vreemdeling en gij hebt mij gastvrijheid verleend’ ->=geentekst=Eén enige menselijke familie ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 9 Werkgelegenheid scheppen
18
De bevolkingsaanwas zal er in de komende jaren met name in de jonge landen toe leiden, dat een steeds groter aantal geen werk kan vinden en dus tot gebrek of parasitisme zal worden gedwongen, tenzij het menselijk verantwoordelijkheidsgevoel erin slaagt tot een solidaire aanpak van de problemen te komen door een doelmatige investeringspolitiek, een goed opgebouwd productieapparaat en een juiste organisatie van in- en verkoop en niet te vergeten van de vakopleiding. Wij weten maar al te goed, hoeveel aandacht de internationale organisaties. voor deze problemen hebben; daarom wensen wij van harte, dat hun verklaringen zo spoedig mogelijk met de feiten in overeenstemming mogen worden gebracht. Het is verontrustend op dit gebied zelfs bij de overheid een groeiend fatalisme waar te nemen. Dit gevoel leidt soms zelfs tot malthusiaanse opvattingen die men onder het volk verspreidt door propaganda voor geboortebeperking en abortus. In deze kritieke situatie moet men echter juist stellen, dat het gezin, waar geen enkele samenleving buiten kan, recht heeft op hulp om tot volledige uitbloei te komen. Zonder twijfel - zeiden wij in onze encycliek 'Populorum Progressio[266]' -
"heeft de burgerlijke overheid, binnen de grenzen van haar bevoegdheid, het recht in deze situatie tussenbeide te komen door de burgers voorlichting te geven en door doeltreffende maatregelen te nemen, mits deze in overeenstemming zijn met de voorschriften van de moraal en de rechtmatige vrijheid van de echtgenoten onvoorwaardelijk blijft geëerbiedigd. Wanneer het onvervreemdbaar recht op huwelijk en voortplanting wordt geschonden, is het gedaan met de menselijke waardigheid." Populorum Progressio, 37[[266|37]]
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
In geen enkel tijdperk is zo duidelijk als in het onze om sociale verbeeldingskracht gevraagd. Het is daarom beslist noodzakelijk hieraan minstens evenveel vindingrijkheid en kapitaal te besteden als aan de defensie en het technologisch onderzoek. Wanneer de mens de gelegenheid voorbij laat gaan en nieuwe sociale problemen niet op tijd onderkent, kunnen deze te ernstig worden om nog hoop op een vreedzame oplossing toe te laten.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 10 Sociale communicatiemiddelen
20
Onder de belangrijkste veranderingen van onze tijd mogen wij niet stilzwijgend voorbijgaan aan de steeds toenemende rol van de sociale communicatiemiddelen en aan hun invloed bij de omvorming van mentaliteit, kennis, structuren en van de samenleving zelf. De positieve aspecten ervan zijn talrijk: zij maken, dat het nieuws van overal ter wereld ons vrijwel onmiddellijk bekend is; met voorbijgaan aan de factor afstand leggen zij contact en dragen ze elementen van eenheid tussen alle mensen aan; zo maken ze een veel ruimere verspreiding van vorming en cultuur mogelijk. De wijze waarop de sociale communicatiemiddelen van nature functioneren, geeft ze langzamerhand echter een nieuw soort machtspositie. Hoe zou men zich dan geen vragen stellen over hen die deze macht in handen hebben, over hun doelstellingen, de middelen die zij aanwenden en de uitwerking van hun optreden op het gebied van de persoonlijke vrijheid, van politiek en ideologie, en van het sociaal, economisch en cultureel leven? Zij die deze macht bezitten, hebben een zeer ernstige verantwoordelijkheid op het punt van de waarheid van het nieuws dat ze moeten verspreiden, van de behoeften en reacties die daaruit voortkomen en van de waarden die zij aanbieden. Met de televisie breekt zich bovendien een nieuwe wijze van kennis en het begin van een nieuwe beschaving baan: die van het beeld. De overheid kan uiteraard niet onbekend blijven met de groeiende invloed van de sociale communicatiemiddelen en met de voor- of nadelen die daaruit voortvloeien voor de authentieke ontwikkeling en vooruitgang van de burgerlijke samenleving.
Daarom is het haar taak haar dienstverlenende functie tot het algemeen welzijn uit te oefenen, door nuttige initiatieven aan te moedigen en steun te verlenen aan particulieren of groeperingen die de fundamentele waarden van de menselijke persoon en van de gemeenschap willen verdedigen. Bovendien dient zij de nodige maatregelen te nemen, opdat geen schade wordt toegebracht aan het gemeenschappelijk erfgoed van waarden waarop de authentieke vooruitgang van de samenleving steunt. vgl: Inter Mirifica, 12[[[496|12]]]
Daarom is het haar taak haar dienstverlenende functie tot het algemeen welzijn uit te oefenen, door nuttige initiatieven aan te moedigen en steun te verlenen aan particulieren of groeperingen die de fundamentele waarden van de menselijke persoon en van de gemeenschap willen verdedigen. Bovendien dient zij de nodige maatregelen te nemen, opdat geen schade wordt toegebracht aan het gemeenschappelijk erfgoed van waarden waarop de authentieke vooruitgang van de samenleving steunt. vgl: Inter Mirifica, 12[[[496|12]]]
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 11 Het natuurlijke milieu
21
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Als u de vrede wilt bevorderen, bescherm dan de schepping ->=geentekst=
Laudato Si' ->=geentekst=
Terwijl de horizon van de mens verandert onder invloed van beelden die voor hem worden gekozen, wordt hij zich tegelijk bewust van een andere vervorming die een even rampzalig als onverwacht gevolg van de menselijke werkzaamheid vormt. Opeens merkt de mens, dat hij de natuur door zijn onbezonnen roofbouw dreigt te vernietigen en op zijn beurt het slachtoffer dreigt te worden van het milieuverontreiniging. Maar niet alleen de omgeving van de mens wordt door vervuiling, ophoping van afval, nieuwe ziekten en de absolute vernietigingskracht van de mens tot een blijvende bedreiging; de mens heeft bovendien zijn eigen samenleving niet meer in de hand, zodat de levensomstandigheden die hij aan de toekomst nalaat ondraaglijk kunnen worden. Hier ligt een sociaal probleem dat heel de mensheid aangaat. Deze nieuwe inzichten moeten het perspectief vormen waarop de christenen zich richten om samen met de andere mensen een toekomst in handen te nemen die voortaan aan allen gemeenschappelijk is.
Referenties naar alinea 21: 4
Sollicitudo Rei Socialis ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Als u de vrede wilt bevorderen, bescherm dan de schepping ->=geentekst=
Laudato Si' ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 2 Grondverlangens en ideeënstromingen
22
Terwijl de technisch-wetenschappelijke vooruitgang het landschap van de mens volkomen verandert en tot nieuwe wijzen van kennis, consumptie en contact leidt, blijkt er in deze nieuwe situatie in de mens een dubbel verlangen te leven, dat des te sterker wordt, naarmate zijn kennis en vorming zich ontwikkelen: het verlangen naar gelijkheid en het verlangen naar medeverantwoordelijkheid - twee uitdrukkingen van de waardigheid en vrijheid van de mens.
Referenties naar alinea 22: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 Voordelen en grenzen van juridische erkenning
23
Evangelii Gaudium ->=geentekst=
Kerk zonder grenzen, Moeder voor allen ->=geentekst=
Voor de feitelijke en structurele verwerkelijking van deze beide verlangens is reeds vooruitgang geboekt door de formulering van de rechten van de mens en door de sluiting van internationale verdragen met het ook op de toepassing van deze rechten. vgl: Pacem in Terris[[[53]]] Maar steeds weer opnieuw ziet men discriminatie op grond van ras, cultuur, godsdienst en politieke overtuiging ontstaan. In feite worden de rechten van de mens maar al te vaak zo niet met de voeten getreden dan toch minstens miskend, of louter formeel in acht genomen. Hoe vaak loopt de wetgeving niet op de feitelijke situatie ten achter? Zij is noodzakelijk, maar ze kan niet volstaan om tussen de mensen een band van echte rechtvaardigheid en gelijkheid te leggen. Wanneer het Evangelie ons de naastenliefde gebiedt, leert het ons bij voorkeur de arme lief te hebben en hem in de samenleving een bijzondere plaats te geven: de meer vermogenden zijn verplicht van een deel van hun rechten afstand te doen, teneinde hun bezit overvloediger in dienst van de anderen te stellen. Want wanneer de mens, boven de rechtsvoorschriften uit, niet tot een diep verantwoordelijkheidsgevoel voor de anderen weet te komen, kan zelfs de gelijkheid voor de wet een voorwendsel worden tot regelrechte discriminatie, uitbuiting en minachting. Zonder een nieuwe opvoeding tot solidariteit kan overdreven nadruk op de gelijkheid aanleiding geven tot een individualisme waarbij ieder om zijn rechten vraagt zonder met het gemeenschappelijk welzijn rekening te houden. Wat een belangrijke bijdrage kan het christelijk levensgevoel hier niet leveren, dat trouwens in overeenstemming is met het intieme verlangen van de mens naar liefde! De liefde voor de mens, die de hoogste waarde is van de aardse orde, bekrachtigt onze universele broederschap en bereidt zo de sociale en internationale vrede voor.l716 Maar steeds weer opnieuw ziet men discriminatie op grond van ras, cultuur, godsdienst en politieke overtuiging ontstaan. In feite worden de rechten van de mens maar al te vaak zo niet met de voeten getreden dan toch minstens miskend, of louter formeel in acht genomen. Hoe vaak loopt de wetgeving niet op de feitelijke situatie ten achter? Zij is noodzakelijk, maar ze kan niet volstaan om tussen de mensen een band van echte rechtvaardigheid en gelijkheid te leggen. Wanneer het Evangelie ons de naastenliefde gebiedt, leert het ons bij voorkeur de arme lief te hebben en hem in de samenleving een bijzondere plaats te geven: de meer vermogenden zijn verplicht van een deel van hun rechten afstand te doen, teneinde hun bezit overvloediger in dienst van de anderen te stellen. Want wanneer de mens, boven de rechtsvoorschriften uit, niet tot een diep verantwoordelijkheidsgevoel voor de anderen weet te komen, kan zelfs de gelijkheid voor de wet een voorwendsel worden tot regelrechte discriminatie, uitbuiting en minachting. Zonder een nieuwe opvoeding tot solidariteit kan overdreven nadruk op de gelijkheid aanleiding geven tot een individualisme waarbij ieder om zijn rechten vraagt zonder met het gemeenschappelijk welzijn rekening te houden. Wat een belangrijke bijdrage kan het christelijk levensgevoel hier niet leveren, dat trouwens in overeenstemming is met het intieme verlangen van de mens naar liefde! De liefde voor de mens, die de hoogste waarde is van de aardse orde, bekrachtigt onze universele broederschap en bereidt zo de sociale en internationale vrede voor. vgl: Psalmus contra partem Donati[[[2231]]]
Referenties naar alinea 23: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Evangelii Gaudium ->=geentekst=
Kerk zonder grenzen, Moeder voor allen ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 De politieke maatschappij
24
Het dubbele verlangen naar gelijkheid en medeverantwoordelijkheid vraagt om een democratische vorm van samenleving. Allerlei modellen zijn voorgesteld en sommige ervan zijn ook in praktijk gebracht, maar geen ervan bevredigt volkomen en men blijft nog steeds zoeken, weifelend tussen ideologische en pragmatische tendensen. De christenen hebben de plicht evengoed aan dit onderzoek deel te nemen als aan de organisatie en koers van de politieke samenleving. Als maatschappelijk wezen bouwt de mens aan zijn bestemming binnen een reeks bijzondere groeperingen die ter voltooiing en ontplooiing om een wijdere gemeenschap van algemeen karakter vragen, namelijk de politieke samenleving. Elke particuliere activiteit moet binnen het raam van deze wijdere gemeenschap worden geplaatst: daardoor krijgt ze de dimensie van het algemeen welzijn. vgl: Gaudium et Spes, 74[[[575|74]]] Het zal dan ook duidelijk zijn van hoeveel belang een opvoeding tot leven in gemeenschap is: men leert daar niet alleen zijn eigen rechten kennen, maar ook, als noodzakelijke aanvulling daarop, zijn plichten jegens de anderen. Op hun beurt hangen plichtsbesef en plichtsbetrachting in hoge mate af van de zelfbeheersing, van het aanvaarden van verantwoordelijkheid en van de grenzen die aan de vrijheid van individu of groep worden gesteld.
Referenties naar alinea 24: 1
Vrede als weg van de hoop: dialoog, verzoening en ecologische bekering ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
De politieke actie - is het nog nodig op te merken, dat het hier om actie, niet om ideologie gaat? - moet steunen op een samenlevingsproject dat een samenhangend geheel van concrete middelen voorstelt en dat zijn inspiratie vindt in een volledig begrip van de menselijke roeping en van de vormen waarin deze zich in de samenleving tot uitdrukking brengt. Noch aan de staat noch aan de politieke partijen die slechts op hun eigen belang bedacht zouden zijn, komt het toe te proberen een ideologie op te leggen door middelen te gebruiken die een dictatuur over de menselijke geest - de ergste dictatuur van alle - zouden meebrengen. De groeperingen van cultureel en religieus karakter hebben tot taak - met behoud van de vrijheid van hun leden, dat spreekt vanzelf - deze grondovertuigingen over natuur, oorsprong en bestemming van mens en samenleving belangeloos en op hun eigen wijze in de maatschappij te ontwikkelen.
Het heeft zijn nut op dit punt het beginsel aan te halen dat het Tweede Vaticaans Concilie heeft geformuleerd: De waarheid legt zich op geen enkele andere wijze op dan door de kracht van de waarheid zelf, die zacht en sterk tegelijk de geest binnendringt. Dignitatis Humanae, 1[[702|1]]
Het heeft zijn nut op dit punt het beginsel aan te halen dat het Tweede Vaticaans Concilie heeft geformuleerd: De waarheid legt zich op geen enkele andere wijze op dan door de kracht van de waarheid zelf, die zacht en sterk tegelijk de geest binnendringt. Dignitatis Humanae, 1[[702|1]]
Referenties naar alinea 25: 1
Libertatis conscientia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 Ideologieën en menselijke vrijheid
26
De christen die zijn geloof in een als dienst aan anderen begrepen politieke actie wil beleven, kan zich, zonder met zichzelf in tegenspraak te komen, dan ook niet bij ideologische systemen aansluiten• die radicaal of op wezenlijke punten met zijn geloof en zijn mensopvatting in strijd zijn; dat wil zeggen bij het marxisme, met zijn atheïstisch materialisme, zijn dialectiek van het geweld en de wijze waarop het de persoonlijke vrijheid in de collectiviteit laat ondergaan, terwijl het tegelijk aan de mens en aan zijn persoonlijke en collectieve geschiedenis elke transcendentie ontzegt; noch bij de liberale ideologie, die de persoonlijke vrijheid meent te verheffen door haar aan elke beteugeling te onttrekken, haar uitsluitend door het zoeken van eigenbelang en macht te stimuleren en door de sociale relaties tussen de mensen als min of meer automatisch gevolg van het individueel initiatief, niet als doel en belangrijkste maatstaf voor de waarde van de maatschappelijke organisatie te beschouwen.
Referenties naar alinea 26: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Is het nodig hier uit te leggen, dat elke sociale ideologie dubbelzinnig kan zijn? Nu eens herleidt ze de politieke of sociale actie tot eenvoudige, praktische toepassing van een abstract, louter theoretisch denkbeeld; dan weer wordt het denken tot louter strategisch instrument in dienst van een bepaalde vorm van actie. Riskeert de mens in beide gevallen niet van zichzelf vervreemd te raken? Het christelijk geloof staat boven en soms tegenover deze ideologieën, voor zover het God erkent als de transcendente Schepper van alle dingen, die de mens op alle niveaus van het geschapene als vrij en verantwoordelijk aanspreekt.
Referenties naar alinea 27: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Ook ontstaat er gevaar, wanneer men zich volledig aansluit bij een ideologie die niet op een wetenschappelijk samenhangende theorie steunt, wanneer men daarin zijn toevlucht zoekt als in de uiteindelijke, genoegzame verklaring van alle dingen en zich ween nieuw idool schept waarvan men het totalitair en dwingend karakter aanvaardt, al is het onbewust. Men meent daarin een rechtvaardiging te vinden voor zijn optreden, zelfs als dat gewelddadig is, en een bevrediging van het grootmoedig verlangen anderen te dienen. Zeker, het verlangen blijft bestaan, maar het laat zich verslinden door een ideologie die - zelfs als ze wegen ter bevrijding van de mens voorstelt - hem uiteindelijk aan zich onderwerpt.
Referenties naar alinea 28: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Caritas in Veritate ->=geentekst=
Sommige geleerden beginnen thans over de teruggang van de ideologieën te spreken; misschien schept dat een gunstige gelegenheid voor een opening naar de concrete transcendentie van het christendom. Ook kan dit betekenen, dat men nog sneller naar een nieuwe vorm van positivisme afglijdt, welke de thans overal verbreide techniek als de belangrijkste vorm van menselijke werkzaamheid, als de overheersende bestaanswijze en zelfs als culturele uitdrukkingsvorm ziet, zonder dat de vraag wordt gesteld, wat de zin ervan is.
Referenties naar alinea 29: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Caritas in Veritate ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 De historische bewegingen
30
Behalve dit positivisme, dat de mens tot één enkele dimensie - al is dit vandaag ook een belangrijke - herleidt en hem zo verminkt, stuit de christen bij zijn optreden op concrete historische bewegingen die uit oudere ideologieën zijn voortgekomen en er gedeeltelijk van zijn onderscheiden. Reeds onze voorganger Johannes XXIII liet in zijn encycliek 'Pacem in Terris[53]' zien, dat hier onderscheid moet worden gemaakt:
Valse theorieën van filosofen aangaande de natuur, de oorsprong en het doel van de wereld en van de mens - schreef hij - mogen niet worden vereenzelvigd met initiatieven op economisch, sociaal, cultureel en politiek gebied, zelfs niet indien dit soort initiatieven zijn oorsprong en inspiratie in die valse leerstellige theorieën vindt. De reden hiervan is, dat, terwijl een systeem, eenmaal definitief geformuleerd, niet meer verandert, die initiatieven niet anders dan zeer afhankelijk kunnen zijn van de veranderlijke omstandigheden waarin zij zijn genomen. Overigens, wie zou ontkennen, dat er zich niet iets goeds en iets aannemelijks in die initiatieven kan bevinden, in zoverre zij namelijk met de normen van het gezond verstand overeenkomen en aan de rechtmatige verlangens van de mens beantwoorden? Pacem in Terris, 159[[53|159]]
Referenties naar alinea 30: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 5 De aantrekkingskracht van de socialistische stromingen
31
Er zijn christenen in onze tijd die zich voelen aangetrokken tot het socialisme in de verschillende stromingen die het in de loop van de tijd heeft aangenomen. Zij zoeken daarin een aantal verlangens te herkennen die zij uit naam van hun christelijk geloof zelf in zich dragen. Zij voelen, dat ze bij deze historische beweging horen en willen er hun bijdrage aan leveren. Naargelang van de verschillende werelddelen en culturen neemt deze historische beweging onder een zelfde benaming echter sterk uiteenlopende vormen aan, ook al is en blijft ze in veel gevallen geïnspireerd door ideologieën die niet met het christelijk geloof verenigbaar zijn. Het is dus noodzakelijk hier een scherp en genuanceerd onderscheid te maken. Maar al te vaak hebben de christenen die zich tot het socialisme voelen aangetrokken de neiging het te idealiseren - overigens in zeer algemene termen: het socialisme betekent verlangen naar rechtvaardigheid, solidariteit en gelijkheid. Zij weigeren de dwangaspecten te erkennen van de historische socialistische bewegingen, die bepaald blijven door de ideologieën waaruit ze zijn voortgekomen. Er dient te worden onderscheiden tussen de verschillende uitdrukkingsvormen van het socialisme - zoals het edelmoedig verlangen en zoeken naar een rechtvaardiger samenleving; de historische bewegingen met een politieke organisatie en doelstelling; en de ideologische vorm die een volledige, autonome mensopvatting beoogt te geven - en dit onderscheid zal bepalend zijn voor de keuzen die concreet moeten worden gemaakt. Nu moet men al evenmin gaan denken, dat deze verschillende vormen volkomen gescheiden en onafhankelijk naast elkaar bestaan. De concrete band die ze naargelang van de omstandigheden verbindt, dient men met helderziende blik op te sporen; en dit helder inzicht zal de christenen doen begrijpen, hoever zij op deze weg kunnen voortgaan, zonder dat hun waarden - met name die van vrijheid, verantwoordelijkheid en openheid naar het geestelijk leven die de volledige ontplooiing van de mens waarborgen eronder hebben te lijden.
Referenties naar alinea 31: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 6 De historische ontwikkeling van het marxisme
32
Andere christenen vragen zich zelfs af, of de historische ontwikkeling van het marxisme niet reeds een zekere toenadering mogelijk maakt. Zij wijzen op het uiteenvallen van een marxisme dat zich tot nu toe aandiende als een ideologische eenheid die een verklaring gaf voor de mens in zijn totaliteit en de wereld in haar ontwikkelingsproces en daarom atheïstisch was. Nog afgezien van de ideologische strijd die de verschillende interpretaties van het denken van de grondleggers van het marxisme-leninisme officieel gescheiden houdt en van de openlijke tegenstellingen tussen de politieke stelsels die zich daar heden ten dage op beroepen, maken zij onderscheid tussen meerdere uitdrukkingsvormen van het marxisme.
Referenties naar alinea 32: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Sommigen menen, dat het marxisme in wezen de concrete praktijk van de klassenstrijd blijft. Vanuit hun ervaring van de voortdurend aanwezige en steeds weer herlevende verhoudingen van overheersing en uitbuiting menen zij, dat het marxisme slechts strijd is, soms zonder enig ander project - een strijd die moet worden voortgezet, ja voortdurend moet worden aangewakkerd. Voor anderen betekent het marxisme op de eerste plaats collectieve uitoefening van de politieke en economische macht onder leiding van een eenheidspartij die de uitsluitende uitdrukking en waarborg wil zijn van het algemeen welzijn en die daarom aan de individuele personen en aan de andere groepen elke mogelijkheid tot initiatief en keuze ontneemt. Voor een derde groep beroept het marxisme - of het nu feitelijk aan de macht is of niet - zich op een socialistische ideologie die op het historisch materialisme steunt en alle transcendentie ontkent. Aan een laatste groep biedt het zich in een afgezwakte, voor de moderne mens meer verleidelijke vorm aan: namelijk als een wetenschappelijke werkzaamheid, als een strikte onderzoekingsmethode van de sociale en politieke werkelijkheid, als de rationele en historisch beproefde band tussen de theoretische kennis en de revolutionaire praktijk. Hoewel dit type analyse bepaalde aspecten van de werkelijkheid op andere bevoorrecht en ze in functie van de ideologie interpreteert, verschaft het sommigen desondanks niet alleen een werkmethode, maar tevens een hechte overtuiging die aan de actie voorafgaat en die pretendeert op wetenschappelijke wijze de drijfveren van de ontwikkeling van de samenleving bloot te leggen.
Referenties naar alinea 33: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Libertatis nuntius ->=geentekst=
Al is het mogelijk in de concrete beleving van het marxisme deze verschillende aspecten en de vragen die zij de christenen met het oog op hun denken en optreden stellen van elkaar te onderscheiden, het zou niettemin illusoir en gevaarlijk zijn de zeer nauwe band te vergeten die ze onderling samenhoudt, elementen van de marxistische analyse te aanvaarden zonder hun verhouding tot de ideologie te erkennen en zich bij de praktijk van de klassenstrijd en de marxistische interpretatie daarvan aan te sluiiten zonder oog te hebben voor het feit, dat deze actie geleidelijk aan tot een totalitaire en gewelddadige samenleving voert.
Referenties naar alinea 34: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Libertatis nuntius ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 7 De liberale ideologie
35
Aan de andere kant ziet men thans een vernieuwing van de liberale ideologie. En dat ofwel uit naam van de economische doeltreffendheid, ofwel om de individuele mens tegen de steeds alomvattender greep van het organisatiewezen te beschermen, ofwel uit verzet tegen totalitaire neigingen van de overheid. Zeker, men dient het persoonlijk initiatief te steunen en te ontwikkelen. Maar hebben de christenen die deze weg opgaan niet de neiging op hun beurt het liberalisme te idealiseren als een proclamatie van de vrijheid? Zij kiezen voor een nieuw model dat beter aan onze tijd is aangepast, maar vergeten daarbij gemakkelijk, dat het wijsgerig liberalisme in de wortel een ongegronde bevestiging is van de autonomie van het individu in zijn werkzaamheid, zijn beweegredenen en de uitoefening van zijn vrijheid. Ook de liberale ideologie vraagt van de christenen dus een genuanceerd oordeel.
Referenties naar alinea 35: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 8 Het christelijk onderscheidingsvermogen
36
Nu de verschillende ideologieën dus met vernieuwde kracht op hem afkomen, dient de christen aan de bronnen van zijn geloof en aan het leergezag van de Kerk de nodige beginselen en maatstaven te ontlenen die hem zullen beletten zich te laten verleiden en vervolgens te laten insluiten door een systeem waarvan hij de grenzen en het totalitair karakter, als hij ze niet in de wortel doorziet, pas dreigt te ervaren, wanneer het te laat is. Afgezien van elk systeem, maar zonder daarom de concrete inzet in dienst van zijn broeders uit de weg te gaan, zal hij door de wegen die hij kiest, laten zien, dat de christenen een eigen bijdrage hebben te leveren aan een positieve verandering van de samenleving. vgl: Gaudium et Spes, 11[[[575|11]]]
Referenties naar alinea 36: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 9 Herleving van de utopieën
37
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Overigens hebben de concrete stelsels waarin de ideologieën zich proberen te verwerkelijken ons de laatste tijd een scherper inzicht gegeven in de zwakke punten ervan. Bureaucratisch socialisme, technocratisch kapitalisme en autoritaire democratie laten duidelijk zien, hoe moeilijk het grote menselijk probleem in rechtvaardigheid en gelijkheid samen te leven, valt op te lossen. Hoe zouden ze ook kunnen ontsnappen aan het materialisme, het egoïsme of de meedogenloze onderdrukking die ze noodzakelijk meebrengen? Vandaar dat overal opkomend protest als teken van een diepliggend onbehagen, tegelijk met die herleving van de utopieën die beweren beter dan de ideologieën de politieke problemen van de moderne samenleving te kunnen oplossen? Het zou gevaarlijk zijn te miskennen, dat het beroep op de utopie maar al te vaak een gemakkelijk voorwendsel is de concrete verantwoordelijkheid te ontvluchten ten gunste van een denkbeeldige wereld. In een gedroomde toekomst leven, vormt een moeiteloos alibi voor wie de taken van dit ogenblik liever in de steek laat. Maar men dient wel degelijk te erkennen, dat deze wijze van kritiek op de huidige samenleving vaak een vooruitziende verbeeldingskracht in het' werk stelt die uit de huidige situatie het mogelijk nog onbekende naar voren haalt en die de mensen tegelijk in de richting van een betere toekomst stuwt. Zo ondersteunt zij de dynamiek van de samenleving door aan de vindingrijkheid van geest en hart van de mens vertrouwen te geven. En wanneer zij geen enkele opening schuwt, kan zij ook de roep van het christendom horen. Want de Geest van de Heer die de in Christus vernieuwde mens bezielt, doorbreekt onophoudelijk de horizon waar zijn geest zekerheid probeert te vinden en de grenzen waartoe hij zijn handelen zou willen beperken; er leeft een kracht in hem die hem oproept om boven alle systeem en ideologie uit te gaan. Middenin de wereld staat het mysterie van de mens die in de loop van een historisch en psychologisch proces, waarbij dwang en vrijheid, gewicht van de zonde en adem van de Geest afwisselend met elkaar strijden, tot de herkenning komt, dat hij kind van God is. Op dat ogenblik zegeviert de dynamiek van het christelijk geloof over de berekeningen van de blinde eigenliefde. Bewogen door de kracht van de Geest van Jezus Christus, de Verlosser van de mensen, en gesteund door zijn verwachting, zet de christen zich in voor de opbouw van een rechtvaardige, vreedzame en broederlijke samenleving die tot een God welgevallige offerande wordt. (Rom. 5, 5)[[b:Rom. 5, 5]] Want de verwachting van een nieuwe aarde moet de bezorgdheid om deze aarde uit te bouwen niet afzwakken, maar eerder aanwakkeren; want hier groeit dat lichaam van de nieuwe mensenfamilie dat al in staat is om enigermate een voorafschaduwing van het eindrijk te geeven. Gaudium et Spes, 39[[575|39]]
Referenties naar alinea 37: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 10 De vragen die door de menswetenschappen worden gesteld
38
In deze wereld, die wordt overheerst door een technisch-wetenschappelijke verandering welke haar naar een nieuw soort positivisme dreigt te stuwen, komt nog een andere, veel wezenlijker vraag op. Want nu de mens de natuur langs rationele weg heeft bedwongen, blijkt hij binnen de grenzen van zijn eigen rationaliteit opgesloten; op zijn beurt wordt hij object van wetenschap. De menswetenschappen maken op dit ogenblik een veelzeggende bloei door. Van de ene kant onderwerpen zij de kennis die de mens tot nu toe zonder meer aanvaardde, maar die hun hetzij te empirisch hetzij te theoretisch voorkomt, aan een kritisch en radicaal onderzoek. Van de andere kant brengen methodologische eisen en ideologische a priori's de menswetenschappen er al te vaak toe bij een veelheid van uiteenlopende situaties bepaalde aspecten van de mens te isoleren en hiervan een uitleg te geven die de pretentie heeft algemeen geldig te zijn, of minstens een interpretatie te zijn die, hoewel ze uitgaat van een louter kwantitatief of fenomenologisch gezichtspunt, de werkelijkheid in haar totaliteit wil omvatten. Deze wetenschappelijke reductie verraadt een gevaarlijke pretentie. Wanneer men een dergelijke nadruk legt op onderzoek of analyse, verminkt men de mens en maakt men het zichzelf onder de schijn van een wetenschappelijke werkwijze onmogelijk hem in zijn totaliteit te begrijpen.
Referenties naar alinea 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Niet minder aandacht dient men te besteden aan de resultaten die de menswetenschappen boeken, wanneer ze maatschappelijke modellen uitwerken, die dan vervolgens als wetenschappelijk bewezen handelwijzen worden opgelegd. Ook de mens zelf kan daardoor tot object van manipulaties worden die zijn verlangens en behoeften, zijn gedragspatroon en zelfs zijn waardeschaal proberen te wijzigen. Er is geen twijfel mogelijk, of hier dreigt een ernstig gevaar voor de samenleving van morgen en voor de mens zelf. Want al zijn allen het erover eens, dat er een nieuwe samenleving moet worden opgebouwd die werkelijk in dienst van de mens zal staan, men zal toch allereerst moeten weten, over welke mens het dan eigenlijk gaat.
Referenties naar alinea 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
De achterdocht van de menswetenschappen raakt de christenen meer dan de anderen; maar zij staan niet ongewapend. Want zoals we zelf in onze encycliek 'Populorum Progressio[266]' hebben geschreven, heeft de Kerk op dit gebied een specifieke bijdrage te leveren aan de cultuur: Waar de Kerk de beste verlangens van de mensen immers deelt en er zeer onder lijdt, dat hun hoop zo dikwijls ijdel blijkt, wil zij hen op hun weg naar volledige ontplooiing helpen; en daarom biedt zij hun aan, wat haar uniek eigendom is: een alomvattende visie op de mens en de menselijke situatie. Populorum Progressio, 13[[266|13]] Zou de Kerk dan de werkwijze van de menswetenschappen moeten bestrijden en hun pretenties moeten afwijzen? Zoals dat ook het geval is met de natuurwetenschappen, heeft de Kerk vertrouwen in hun onderzoek en nodigt zij de christenen uit er actief aan deel te nemen. vgl: Gaudium et Spes, 36[[[575|36]]] Vanuit dezelfde wetenschappelijke eisen en in het verlangen de mens beter te kennen, maar tevens verlicht door hun geloof, zullen de christenen die zich aan de menswetenschappen wijden een ongetwijfeld vruchtbare dialoog tussen de Kerk en dit nieuwe ontdekkingsland kunnen openen. Zeker, elke tak van wetenschap zal, als deelactiviteit, niet meer dan een deelaspect van de mens kunnen bereiken, hoe waar dit aspect ook is; het geheel en de zin ervan ontsnappen hem. Maar binnen deze grenzen vervullen de menswetenschappen een belangrijke en positieve functie, die de Kerk graag erkent. Ook kunnen ze de perspectieven van de menselijke vrijheid wijder verruimen dan vanuit de reeds bekende conditioneringen voor mogelijk zou kunnen worden' gehouden. Eveneens kunnen zij de christelijke sociale ethiek van nut zijn: deze zal haar actieradius ongetwijfeld beperkt zien, zodra het erom gaat concrete sociale modellen voor te stellen; haar kritische, transcenderende functie zal echter worden versterkt, wanneer men laat zien, dat gedragspatronen en waarden die door een bepaalde samenleving als definitief en inherent aan de menselijke natuur werden beschouwd in feite beperkt en relatief zijn. Als tegelijk noodzakelijke en onvoldoende voorwaarden voor dieper ontdekking van het menselijke vormen deze wetenschappen een steeds ingewikkelder taal die het mysterie van het menselijk hart eerder groter maakt dan verklaart en die niet in staat is een definitief antwoord te geven op het verlangen dat uit het diepste van zijn wezen opstijgt.
Referenties naar alinea 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 11 De dubbelzinnigheid van de vooruitgang
41
Deze volmaaktere kennis van de mens maakt een indringender kritiek en verduidelijking mogelijk van een grondbegrip dat als beweegreden, maatstaf en objectief de basis vormt van de moderne samenleving, namelijk het begrip vooruitgang. Sinds de negentiende eeuw hebben de westerse maatschappij en meerdere andere samenlevingen die met haar in contact staan hun hoop gesteld op een steeds weer vernieuwde, onbeperkte vooruitgang. Deze vooruitgang leek hun de inspanning te zijn waardoor de mens zich van de dwangaspecten van natuur en samenleving zou bevrijden: zij zou voorwaarde en maatstaf zijn van de menselijke vrijheid! Nu de nieuwe communicatiemiddelen en de eisen van wetenschap en consumptie haar wijd en zijd verspreiden, wordt de vooruitgang tot een overal aanwezige ideologie. Heden ten dage rijst er dan ook twijfel over de waarde en inhoud van dit begrip. Wat voor zin heeft dit onverbiddelijk najagen van een voorruitgang die ons, zo vaak men meent haar te hebben bereikt, steeds weer ontsnapt? Omdat wij de vooruitgang niet onder controle kunnen krijgen, laat zij de mens onbevredigd. Het is waar, dat men terecht de grenzen en zelfs de wandaden van een louter kwantitatieve economische groei aan de kaak heeft gesteld; men wenst tevens objectieven van kwalitatieve aard te bereiken. Waarde en waarheid van de menselijke relaties en de graad van medeverantwoordelijkheid hebben niet minder zin en belang voor de komende samenleving dan de hoeveelheid en verscheidenheid aan productie- en consumptiegoederen. De mens verlangt vandaag de verleiding alles in kwantitatieve termen van economische doeltreffendheid en goederenruil, van machts- en belangenverhoudingen te meten en te beoordelen steeds meer te vervangen door intensiteit van communicatie, verbreiding van wetenschap en cultuur, wederzijds dienstbetoon en algemene samenwerking voor een gemeenschappelijke taak. Ligt de werkelijke vooruitgang niet in de ontwikkeling van het moreel besef dat de mens ertoe zal brengen om een steeds wijder solidariteit op zich te nemen en zich vrijelijk voor God en de anderen open te stellen? Voor een christen zal de voorruitgang noodzakelijk op het eschatologisch mysterie van de dood stuiten: Christus' dood en verrijzenis en de stuwkracht van de Geest van de Heer helpen de mens zijn scheppende en dankbare vrijheid in de waarheid van alle vooruitgang te situeren en uitsluitend in die hoop die niet teleurstelt. (Rom. 5, 5)[[b:Rom. 5, 5]]
Referenties naar alinea 41: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 3 De christenen tegenover deze nieuwe problemen
- Artikel 1 Dynamiek van de sociale leer van de Kerk
42
In het Yankee-stadium in New York ->=geentekst=
Amoris officio ->=geentekst=
Bij deze veelheid van nieuwe problemen tracht de Kerk te achterhalen, hoe zij op haar eigen gebied aan de verwachting van de mensen kan voldoen. Bezit de mens wel het vermogen de problemen die vandaag zowel door hun omvang als hun urgentie zo nieuw lijken, tot een oplossing te brengen? De dynamiek van de sociale leer van de Kerk begeleidt de mensen bij hun zoeken. Al komt zij niet tussenbeide om een bepaalde structuur of een gegeven model met haar gezag te bekrachtigen, evenmin beperkt zij zich ertoe slechts op enkele algemene beginselen te wijzen; maar zo gauw men haar boodschap in haar totaliteit en veeleisendheid aanvaardt, ontwikkelt zij zich, gedreven door het Evangelie, bron van vernieuwing, door een bezinning op de wisselende omstandigheden van deze wereld. Ook ontwikkelt zij zich met het levensgevoel mee dat de Kerk eigen is en dat zich kenmerkt door belangeloos dienstbetoon en door aandacht voor de meest behoeftigen. Tenslotte put zij haar kracht uit een ervaring van meerdere eeuwen die het haar mogelijk maakt bij alle blijvende zorgen van de Kerk de gedurfde, scheppende vernieuwingen in te voeren die de huidige situatie van de wereld vereist.
Referenties naar alinea 42: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=In het Yankee-stadium in New York ->=geentekst=
Amoris officio ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Voor een groter rechtvaardigheid
43
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Zowel binnen de nationale gemeenschappen als op internationaal plan moet meer rechtvaardigheid komen in de verdeling van de goederen. Op het gebied van de wereldhandel dient men de machtsverhoudingen te boven te komen ten gunste van overeenkomsten die het algemeen welzijn op het oog hebben. Machtsverhoudingen zijn er nog nooit in geslaagd een duurzame, waarachtige rechtvaardigheid tot stand te brengen, ook al kunnen schommelingen in het machtsevenwicht de voorwaarden voor een dialoog soms vergemakkelijken. Overigens leidt het .gebruik van geweld tot krachtsvertoon bij de tegenstander en de escalatie die daaruit voortkomt, loopt op ongebreideld geweld en misbruik uit. vgl: Populorum Progressio, 56[[[266|56]]] Wij hebben er echter vaak genoeg aan herinnerd, dat het de belangrijkste plicht van de rechtvaardigheid is, in het raam van een samenwerking waaraan alle geest van economische of politieke overheersing vreemd is, elk land in de gelegenheid te stellen zelf zijn vooruitgang ter hand te nemen. Het is waar, dat het ingewikkeld netwerk van onderlinge relaties al deze problemen thans bijzonder moeilijk maakt. Men moet dan ook de moed hebben het huidig systeem van internationale betrekkingen te herzien, op het punt van de internationale productieverdeling, van de handelsstructuren, van de winstcontrole en van de monetaire politiek - zonder daarbij solidariteitsacties te verwaarlozen -; op die wijze zullen de groeimodellen van de rijke landen in het geding worden gesteld, zal de mentaliteit in die zin worden veranderd, dat het internationaal recht de voorrang krijgt, en zullen de bestaande internationale organisaties tot een nieuwe, grotere doeltreffendheid kunnen komen.
Referenties naar alinea 43: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
Onder de druk van de nieuwe productiestelse1s' vallen de landsgrenzen weg en ziet men nieuwe economische machten verschijnen: de multinationale ondernemingen namelijk, die door hun kapitaalsconcentratie en alzijdige opzet een autonome politiek kunnen voeren die grotendeels buiten het bereik van de nationale overheid valt en dus ontsnapt aan controle met het oog op het algemeen welzijn. Door de ontwikkeling van hun activiteiten kunnen deze particuliere organisaties tot een nieuwe onrechtmatige vorm van economische overheersing op sociaal, cultureel en zelfs politiek gebied komen. De buitensporige kapitaals- en machtsconcentratie, die reeds Pius XI aan de kaak stelde, bij gelegenheid van de veertigste verjaardag van 'Rerum novarum'[652], krijgt thans een nieuw, concreet gezicht.
Referenties naar alinea 44: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 Verandering van mentaliteit en van de structuren
45
De mensen van onze tijd wensen geen gebrek en willen niet van anderen afhankelijk zijn. Maar deze bevrijding begint bij de innerlijke vrijheid die ze jegens hun goederen en hun vermogens moeten aanleren. Zij zullen daar slechts in slagen door een transcendente liefde voor de mens en dus door een daadwerkelijke beschikbaarheid voor dienstverlening. Het is maar al te duidelijk, dat, wanneer dit niet gebeurt, zelfs de meest revolutionaire ideologieën slechts op een verandering van heerser uitlopen; eenmaal in het zadel voorzien deze nieuwe meesters zich van voorrechten, beperken ze de vrijheden en laten ze het tot nieuwe vormen van onrecht komen. Vele mensen gaan thans dan ook zover, dat ze het model zelf van onze samenleving in het geding stellen. Talrijke landen worden er door de wedijver die ze tegenover elkaar stelt en in de ban houdt immers toe gebracht te streven naar het bereiken van technologische, economische, en militaire macht; dat verhindert, dat er structuren worden opgebouwd waarin het ritme van de vooruitgang door de groei van de rechtvaardigheid wordt geregeld, in plaats van dat de ongelijkheid wordt benadrukt en de mensen in een klimaat van wantrouwen en strijd moeten leven dat een voortdurend gevaar vormt voor de vrede.
Referenties naar alinea 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 Christelijke betekenis van de politieke actie
46
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Libertatis conscientia ->=geentekst=
Juist op dit punt komen de beperkingen van de ec00nomie het sterkst naar voren. Noodzakelijk als de economische activiteit is, kan ze, mits ze in dienst van de mens staat, bijdragen tot de bloei van de broederliefde, als duidelijk teken van de voorzienende hulp van God; vgl: Populorum Progressio, 56[[[266|56]]] zij geeft gelegenheid tot concrete contacten tussen de mensen, tot erkenning van rechten, tot dienstverlening en tot bekrachtiging van de waardigheid die de mens in de arbeid vindt. Hoewel ze vaak tot strijd en overheersing aanleiding geeft, kan zij ook de dialoog bevorderen en samenwerking oproepen. Niettemin dreigt ze al teveel energie en vrijheid in beslag te nemen. vgl: Gaudium et Spes, 63[[[575|63]]] Daarom is het nodig van de economie op de politiek over te gaan. Zeker, de term 'politiek' is voor veel verwarring vatbaar en dient dus duidelijk te worden gedefinieerd; maar ieder is het erover eens, dat de uiteindelijke beslissing op zowel nationaal als internationaal sociaal en economisch gebied aan de politieke macht toekomt. Deze politieke macht, die de natuurlijke en noodzakelijke band is waardoor de maatschappij samenhangt, moet gericht staan op de verwerkelijking van het algemeen wel. zijn. Met respect voor de rechtmatige vrijheden van het individu, van het gezin en van de ondergeschikte groeperingen, tracht zij op zo doeltreffend mogelijke wijze voor allen zodanige levensomstandigheden te scheppen, dat het waarachtig en volledig welzijn van de mens, met inbegrip van zijn geestelijke bestemming, kan worden verwerkelijkt. Zij werkt binnen de grenzen van haar bevoegdheid, die naar land en volk aanzienlijk kan verschillen. Wanneer zij tussenbeide komt, gebeurt dat steeds in een geest van rechtvaardigheid en van toewijding aan het algemeen welzijn waarvoor zij de uiteindelijke verantwoordelijkheid draagt. Daarbij ontneemt ze aan de individuele personen en aan de ondergeschikte groeperingen niet hun eigen mogelijkheid tot handelen en de verantwoordelijkheid die hen ertoe stuwt tot de verwerkelijking van het algemeen welzijn bij te dragen. Want het doel van elke tussenkomst op sociaal gebied is het de leden van de maatschappij hulp te verlenen en niet ze te vernietigen of te verzwelgen. vgl: Quadragesimo Anno[[[652]]] vgl: Mater et Magistra[[[90]]] vgl: Gaudium et Spes, 74-76[[[575|74-76]]] Het vormt de roeping van de politieke macht zich van de particuliere belangen te weten los te maken, teneinde haar verantwoordelijkheid voor het algemeen welzijn op zich te nemen, en dat zelfs over de landsgrenzen heen. Wanneer men de politiek op haar verschillende niveaus - lokaal, regionaal, nationaal en ook mondiaal - serieus neemt, bekrachtigt men de plicht van de mens, van élke mens, om de concrete werkelijkheid te leren kennen, alsmede de waarde van de keuzevrijheid die hem wordt aangeboden om mee te werken aan de realisering van het welzijn van stad, natie en mensheid. De politiek vormt een veeleisende - zij het niet de enige - manier om de ernstige plicht van de christen tot dienstbetoon aan anderen te vervullen. Zonder de problemen in hun totaliteit op te lossen, tracht zij niettemin de relaties tussen de mensen tot een goed einde te brengen. Haar terrein is ruim en veelomvattend, maar het sluit andere niet uit. Een houding die in overdreven mate overal politiek zou willen binnen brengen, zou een ernstig gevaar betekenen. De christenen die politiek werkzaam willen zijn, zullen daarom, met erkenning van de autonomie van de politiek, proberen hun keuzen met het Evangelie te doen samenhangen en zij zullen, met respect voor een rechtmatig pluralisme, door een belangeloze en doeltreffende dienst van de mensen persoonlijk en collectief getuigenis afleggen van de waarde en ernst van hun christelijk geloof.
Referenties naar alinea 46: 8
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Libertatis conscientia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 5 Deling van verantwoordelijkheid
47
De overgang naar de politiek brengt tevens een van de huidige verlangens van de mens tot uitdrukking: namelijk, dat naar een groter aandeel in de verantwoordelijkheid en de besluitvorming. Dit rechtmatig verlangen komt des te duidelijker naar voren, naarmate het cultureel niveau stijgt, de zin voor de vrijheid zich ontwikkelt en de mens scherper inziet, dat bij de onzekerheid van onze toekomst de keuzen die thans worden gedaan reeds bepalend zijn voor het leven van morgen. In zijn encycliek 'Mater et Magistra[90]' wees onze voorganger Joannes XXIII erop, hoezeer het nemen van verantwoordelijkheid een fundamentele eis van de menselijke natuur, een concrete vorm van beleving van zijn vrijheid en een middel tot persoonlijke ontwikkeling vormt, en hij liet zien, hoe deze deelneming aan de verantwoordelijkheid in het economisch leven en met name in het bedrijfsleven moet worden verwerkelijkt. vgl: Gaudium et Spes, 68,75[[[575|68.75]]] Op dit ogenblik heeft het terrein zich uitgebreid tot het sociale en politieke vlak, waar een redelijke deelneming aan verantwoordelijkheid en besluitvorming moet worden ingesteld en ontwikkeld. Zeker, de keuzen waarover moet worden beslist, worden steeds ingewikkelder, de in overweging te nemen aspecten worden talrijker en de mogelijkheid de gevolgen te voorzien, wordt onzekerder, ook al leggen nieuwe wetenschappen zich erop toe de mate van vrijheid op dat soort belangrijke ogenblikken te peilen. Hoewel zekere grenzen soms dus onvermijdelijk zijn, mogen deze hindernissen de verspreiding van de deelneming aan besluitvorming, keuze en toepassing ervan niet vertragen. Om een tegenwicht tegen de toenemende technocratie te vormen, dient men nieuwe vormen van democratie uit te vinden, niet alleen door aan elke mens de mogelijkheid te geven zich te informeren en zichzelf uit te drukken, maar door hem in een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid te betrekken. Zo zullen groepen mensen langzamerhand tot gemeenschap van deling en leven komen. Zo zal de vrijheid, die veel te vaak als eis van autonomie tegenover de vrijheid van een ander naar voren komt, zich in haar diepste werkelijkheid ontplooien: een ieder zal zich energiek inzetten voor de opbouw van een actieve en solidaire leefgemeenschap. Maar voor de christen zal de mens de echte, door Jezus Christus' dood en verrijzenis vernieuwde vrijheid pas vinden, wanneer hij zichzelf verliest in de God die hem bevrijdt.
Referenties naar alinea 47: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 4 Oproep tot actie
- Artikel 1 Noodzaak zich in te zetten voor actie
48
Op sociaal gebied heeft de Kerk steeds een dubbele functie willen vervullen: de mensen licht geven om hen te helpen te midden van de verschillende doctrines die een beroep op hen doen de waarheid te ontdekken en de juiste weg te kiezen; mee helpen de energie van het evangelie te verspreiden, in het verlangen de mensen een doeltreffende dienst te verlenen. Is de trouw aan dit verlangen niet de reden, dat de Kerk priesters met een apostolische opdracht onder de arbeiders heeft gezonden om hun situatie volledig te delen en er getuige te zijn van haar zorg en haar zoeken? Daarom richten wij opnieuw tot alle christenen een dringende oproep tot actie - in dezelfde termen waarmee wij er in onze encycliek over de ontwikkeling van de volkeren op aandrongen, dat allen zich aan het werk zouden zetten: De leken moeten beseffen, dat aan hen de taak is de tijdelijke orde te vernieuwen. Bestaat de opdracht van de hiërarchie in het onderricht en de gezagvolle uitleg van de wetten en voorschriften van de moraal waarnaar men zich op dit gebied heeft te richten, het is de plicht van de leken om door hun vrij initiatief - en zonder passief op richtlijnen en orders van elders te wachten - niet alleen moraal en mentaliteit, maar ook burgerlijke wetgeving en instellingen van hun land van christelijke geest te doordringen. vgl: Gaudium et Spes, 81[[[575|81]]] Laat iedereen zich afvragen, wat hij tot nu toe heeft gedaan en wat hij zou moeten doen. Men kan er niet mee volstaan aan algemene beginselen te herinneren, zijn goede bedoelingen te betuigen, schreeuwend onrecht aan te klagen en profetische oordelen uit te spreken: dit alles wordt slechts werkelijk van belang, wanneer het voor ieder vergezeld gaat van een levendiger bewustwording van eigen verantwoordelijkheid en van een daadwerkelijke actie. Het is veel te gemakkelijk de schuld van het onrecht op anderen af te schuiven en niet te zien, in hoeverre men daar zelf in deelt, zodat op de eerste plaats een persoonlijke bekering nodig is. Deze fundamentele bescheidenheid zal ervoor zorgen, dat de actie noch verstart noch in sektarisme vervalt, en zij zal verhinderen, dat de bijna mateloze dimensies van de taak tot ontmoediging leiden. De christen put zijn hoop in de eerste plaats uit de wetenschap, dat de Heer Jezus met ons in de wereld samenwerkt en dat Hij in zijn lichaam dat de Kerk is - en dank zij haar in heel de mensheid - de verlossing voortzet die op het kruis is voltrokken en die op de morgen van de verrijzenis lichtend zegevierde. (Mt. 28, 20; Fil. 2, 8-11)[[b:Mt. 28, 20; Fil. 2, 8-11]] Tevens ligt zijn hoop in de zekerheid, dat andere mensen eveneens aan soortgelijke initiatieven voor de rechtvaardigheid en de vrede werken; want onder een vlies van onverschilligheid ligt er in het hart van elke mens een verlangen naar broederlijk leven en een dorst naar gerechtigheid en vrede die moet worden gelest.
Referenties naar alinea 48: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
49
In heel de verscheidenheid aan situaties, functies en organisaties dient ieder zo zijn verantwoordelijkheid te situeren en in geweten vast te stellen, aan welke vormen van actie hij geroepen is deel te nemen. De christen leeft te midden van allerlei stromingen, waarbij rechtmatige verlangens van zeer dubbelzinnige neigingen vergezeld gaan; hij moet dus een verstandige keus maken en vermijden zich tot een onvoorwaardelijke samenwerking te verbinden of tot een overeenkomst die met de beginselen van een authentiek humanisme in strijd is, ook al zou dat uit naam van een daadwerkelijk beleefde solidariteit gebeuren. Want als hij als christen werkelijk een eigen rol wil spelen die - zoals ook de niet-gelovigen van hem verwachten - met zijn geloof in overeenstemming is, zal hij bij zijn werk de beweegredenen van zijn optreden moeten laten zien en de concrete doelstellingen moeten overschrijden voor een meeromvattend perspectief dat het gevaar van enghartig particularisme en van totalitaire onderdrukking zal weten te vermijden.
Referenties naar alinea 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Pluraliteit van keuze
50
In concrete situaties en mede met het oog op het concrete netwerk ven relaties waarin ieder leeft, dient er plaats te zijn voor een rechtmatige verscheidenheid aan keuzen van de te volgen wegen. Een zelfde christelijk geloof kan immers tot verschillende vormen van inzet voeren. vgl: Gaudium et Spes, 43[[[575|43]]] De Kerk roept alle christenen op tot de dubbele taak van bezieling en vernieuwing van deze wereld; de structuren dienen te worden vervolmaakt en aan de werkelijke behoeften van deze tijd te worden aangepast. Van de christenen die op het eerste gezicht uiteenlopende keuzen hebben gemaakt, vraagt de kerk een poging wederzijds het standpunt en de beweegredenen van de ander te begrijpen. Een eerlijke bezinning op eigen handelwijze en op de juistheid ervan zal ieder ongetwijfeld tot een diepergaande naastenliefde brengen welke de verschillen erkent, maar er niettemin op vertrouwt, dat de doelstellingen uiteindelijk convergeren en dat eenheid mogelijk is. Hetgeen de gelovigen verbindt, is immers sterker dan wat hen scheidt. vgl: Gaudium et Spes, 43[[[575|43]]]
Zeker, velen van hen die een plaats bekleden binnen de huidige structuren en levensomstandigheden zijn in hoge mate door hun denkgewoonten en functies, zo niet door het behoud van particuliere belangen, gedetermineerd. Anderen hebben zo'n diep gevoel voor de solidariteit van klassen en culturen, dat ze zonder voorbehoud alle opinies en keuzen van hun milieu aanvaarden. (1 Tess. 5, 21)[[b:1 Tess. 5, 21]] Ieder zal ervoor zorgen zichzelf te onderzoeken, teneinde tot die echte vrijheid in Christus te komen die de mensen ook in heel particuliere omstandigheden voor het universele openstelt.
Zeker, velen van hen die een plaats bekleden binnen de huidige structuren en levensomstandigheden zijn in hoge mate door hun denkgewoonten en functies, zo niet door het behoud van particuliere belangen, gedetermineerd. Anderen hebben zo'n diep gevoel voor de solidariteit van klassen en culturen, dat ze zonder voorbehoud alle opinies en keuzen van hun milieu aanvaarden. (1 Tess. 5, 21)[[b:1 Tess. 5, 21]] Ieder zal ervoor zorgen zichzelf te onderzoeken, teneinde tot die echte vrijheid in Christus te komen die de mensen ook in heel particuliere omstandigheden voor het universele openstelt.
Referenties naar alinea 50: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
51
Evenzo bezitten de christelijke organisaties op hun eigen, onderscheiden wijze een verantwoordelijkheid voor gemeenschappelijke actie. Zonder zich in de plaats van de maatschappelijke organisaties te stellen, dienen ze op hun . eigen manier, en met voorbijgaan aan hun eigen particularismen, weerklank te geven aan de concrete eisen van het christendom bij een billijke en noodzakelijke verandering van de samenleving. vgl: Lumen Gentium, 31[[[617|31]]] vgl: Apostolicam Actuositatem, 5[[[653|5]]] Vandaag meer dan ooit kan Gods Woord slechts worden verkondigd en verstaan, wanneer het vergezeld gaat van het getuigenis van de kracht van de Heilige Geest, die in de actie van de christenen in dienst van hun broeders op die punten werkzaam is waar hun bestaan en toekomst op het spel staat.
Referenties naar alinea 51: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
52
Nu wij u onze gedachten meedelen, eerbiedwaardige broeder, zijn wij er ons wel degelijk van bewust, dat wij beslist niet alle sociale problemen hebben besproken waarvoor de gelovige en de mens van goede wil zich vandaag ziet gesteld. Onze jongste verklaringen - alsmede uw eigen boodschap bij gelegenheid van de aanvang van het tweede ontwikkelingsdecennium - liggen nog vers in het geheugen; wij spraken daarin over de plicht van de gezamenlijke landen het ernstige probleem van de integrale en solidaire ontwikkeling van de mens tot oplossing te brengen. De onderhavige overwegingen bieden wij u aan om de Raad voor de leken en de Pauselijke commissie 'Iustitia et Pax' nieuw materiaal te verschaffen en tegelijk om beide aan te moedigen de hun toevertrouwde taak voort te zetten; die taak bestaat erin in de totaliteit van het volk Gods een volledige bewustwording te bewerken omtrent zijn actuele zending en het apostolaat op internationaal niveau te bevorderen ... Catholicam Christi Ecclesiam[[1528]] In deze overweging verlenen wij u, eerbiedwaardige broeder, volgaarne onze apostolische zegen.
Gegeven te Rome, bij de Sint Pieter, op 14 mei 1971, in het achtste jaar van ons pontificaat.
PAUS PAULUS VI
Referenties naar alinea 52: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 13
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.be/toondocument/809-octogesima-adveniens-nl