Sempiternus Rex Christus
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Sempiternus Rex Christus
1500 jaar Concilie van Chalcedon
Paus Pius XII
8 september 1951
Pauselijke geschriften - Encyclieken
1951, Ecclesia Docens 0187
Vert.: dr. Chr. Oomen C.ss.R., dr. M. Mulders C.ss.R. en dr. J. Kahmann C.ss.R
Vert.: dr. Chr. Oomen C.ss.R., dr. M. Mulders C.ss.R. en dr. J. Kahmann C.ss.R
8 september 1951
30 juli 2013
3183
nl
Referenties naar dit document: 1
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- === Inleiding
1
Het vijftiende eeuwfeest van Chalcedon vraagt een passende herdenking
De eeuwige Koning Christus vroeg aan Zijn leerlingen, voordat Hij aan Petrus, de zoon van Johannes, het bestuur van de Kerk beloofde, wat de mensen en wat zij, de apostelen zelf, van Hem dachten, en prees toen op heel bijzondere wijze het geloof, dat over iedere aanval en stormloop van de helse macht zou zegevieren en dat Petrus, helder verlicht door de hemelse Vader, had uitgesproken met deze woorden: "Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God." (Mt. 16, 16)[b:Mt. 16, 16] Dit geloof, waardoor de apostelen de krans, de martelaren de zegepalm, en de maagden de lelie verwerven, en dat voor allen die geloven een kracht Gods is ter zaligheid (Rom. 1, 16)[[b:Rom. 1, 16]], is vooral door drie algemene Concilies krachtig beschermd en klaar omschreven: nl. door het Concilie van Nicea[d:222], dat van Efeze[d:249] en dat van Chalcedon[d:360]. Sinds dit laatste zijn met het aflopen van dit jaar vijftien volle eeuwen voorbij. Het is passend, dit zo heuglijk feit in Rome en over de gehele katholieke wereld plechtig te vieren, gelijk wij dan ook onder de verschuldigde dankzegging aan God, de bewerker van alle heilzame besluiten, met blijdschap in het hart verordenen.
De eeuwige Koning Christus vroeg aan Zijn leerlingen, voordat Hij aan Petrus, de zoon van Johannes, het bestuur van de Kerk beloofde, wat de mensen en wat zij, de apostelen zelf, van Hem dachten, en prees toen op heel bijzondere wijze het geloof, dat over iedere aanval en stormloop van de helse macht zou zegevieren en dat Petrus, helder verlicht door de hemelse Vader, had uitgesproken met deze woorden: "Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God." (Mt. 16, 16)[b:Mt. 16, 16] Dit geloof, waardoor de apostelen de krans, de martelaren de zegepalm, en de maagden de lelie verwerven, en dat voor allen die geloven een kracht Gods is ter zaligheid (Rom. 1, 16)[[b:Rom. 1, 16]], is vooral door drie algemene Concilies krachtig beschermd en klaar omschreven: nl. door het Concilie van Nicea[d:222], dat van Efeze[d:249] en dat van Chalcedon[d:360]. Sinds dit laatste zijn met het aflopen van dit jaar vijftien volle eeuwen voorbij. Het is passend, dit zo heuglijk feit in Rome en over de gehele katholieke wereld plechtig te vieren, gelijk wij dan ook onder de verschuldigde dankzegging aan God, de bewerker van alle heilzame besluiten, met blijdschap in het hart verordenen.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Belang van het Concilie van Chalcedon
Want evenals onze voorganger Pius XI z.g, in het jaar 1925 in deze eeuwige stad het heilig Concilie van Nicea plechtig heeft laten herdenken, en ook het heilig Concilie van Efeze[d:249] in het jaar 1931 door de encycliek Lux Veritatis[2797] in herinnering heeft gebracht, zo willen wij eveneens met gelijke hoogschatting en zorg in deze brief het Concilie van Chalcedon[d:360] bespreken. Omdat immers de synoden van Efeze[d:249] en Chalcedon[d:360] betrekking hebben op de hypostatische vereniging van het mens geworden Woord, zijn ze onverbrekelijk met elkaar verbonden. Beide worden al van oudsher hoog in ere gehouden zowel in het Oosten, waar zij zelfs in de liturgie-viering herdacht worden, als in het Westen, gelijk de H. Gregorius de Grote getuigt. Deze roemde beide algemene Concilies, evenals de twee, die een eeuw te voren gehouden waren, nl. die van Nicea en Constantinopel, met deze gedenkwaardige uitspraak: "Op deze Concilies is als op een vierhoekige grondsteen het bouwwerk van het heilig geloof opgetrokken. En al wie zich niet vasthoudt aan dit hechte fundament, ligt, hoe hij ook door leven en daden mag uitschijnen, zelfs al zou hij een bouwsteen lijken, toch buiten het gebouw." I, 25 (al. 24): PL 77, 478; ed. Ewald (MGH), I, 36[[1031]]
Want evenals onze voorganger Pius XI z.g, in het jaar 1925 in deze eeuwige stad het heilig Concilie van Nicea plechtig heeft laten herdenken, en ook het heilig Concilie van Efeze[d:249] in het jaar 1931 door de encycliek Lux Veritatis[2797] in herinnering heeft gebracht, zo willen wij eveneens met gelijke hoogschatting en zorg in deze brief het Concilie van Chalcedon[d:360] bespreken. Omdat immers de synoden van Efeze[d:249] en Chalcedon[d:360] betrekking hebben op de hypostatische vereniging van het mens geworden Woord, zijn ze onverbrekelijk met elkaar verbonden. Beide worden al van oudsher hoog in ere gehouden zowel in het Oosten, waar zij zelfs in de liturgie-viering herdacht worden, als in het Westen, gelijk de H. Gregorius de Grote getuigt. Deze roemde beide algemene Concilies, evenals de twee, die een eeuw te voren gehouden waren, nl. die van Nicea en Constantinopel, met deze gedenkwaardige uitspraak: "Op deze Concilies is als op een vierhoekige grondsteen het bouwwerk van het heilig geloof opgetrokken. En al wie zich niet vasthoudt aan dit hechte fundament, ligt, hoe hij ook door leven en daden mag uitschijnen, zelfs al zou hij een bouwsteen lijken, toch buiten het gebouw." I, 25 (al. 24): PL 77, 478; ed. Ewald (MGH), I, 36[[1031]]
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De Paus bespreekt vooral twee punten. Wensen en vermaningen van de H. Vader
Bij een nauwkeurige beschouwing nu van dit historisch feit met alle omstandigheden er van, komen vooral twee punten sterk naar voren, die wij zoveel mogelijk willen belichten: nl. het primaat van de bisschop van Rome, dat door deze hoogernstige geloofsstrijd over het Christus-mysterie scherp uitkwam, en het grote gewicht en belang van de leerstellige definitie van Chalcedon. Wat het primaat betreft: mogen toch degenen, die door de ongunst der tijden voornamelijk in het Oosten zijn gescheiden van de schoot der Kerk en van haar eenheid, dit eindelijk naar de leer en het voorbeeld van hun vaderen met passende onderwerping gaan eerbiedigen. En wat de definitie aangaat: mogen zij, die verstrikt zijn in de dwalingen van Nestorius en Eutyches, eindelijk met zuiver inzicht doordringen tot het Christus-mysterie en deze leer volledig aanvaarden. En laten zij, die bij de bestudering van het geheim van onze verlossing uit overdreven zucht naar nieuwigheden de heilige en onschendbaar vaststaande grenzen enigszins durven verschuiven, deze leer dieper en meer overeenkomstig de waarheid gaan zien. Mogen ten slotte allen, die de naam van katholiek dragen, in deze herdenking een krachtige aansporing vinden om, door het onvervalst belijden van het geloof en het ongerept bewaren er van, deze edelsteen van het Evangelie, zo onvergelijkelijk groot in waarde, met hart en mond in ere te houden. Hierbij moeten zij dan nog voegen - en dat is het voornaamste - de hulde van hun leven, waaruit door de hulp van Gods barmhartigheid iedere wanklank en alles, wat ongepast of laakbaar is, verdwijne en waarin de glans der deugd schittere. Want zo zullen zij deel hebben aan de godheid van Hem, die Zich gewaardigd heeft aan onze mensheid deelachtig te worden.
Bij een nauwkeurige beschouwing nu van dit historisch feit met alle omstandigheden er van, komen vooral twee punten sterk naar voren, die wij zoveel mogelijk willen belichten: nl. het primaat van de bisschop van Rome, dat door deze hoogernstige geloofsstrijd over het Christus-mysterie scherp uitkwam, en het grote gewicht en belang van de leerstellige definitie van Chalcedon. Wat het primaat betreft: mogen toch degenen, die door de ongunst der tijden voornamelijk in het Oosten zijn gescheiden van de schoot der Kerk en van haar eenheid, dit eindelijk naar de leer en het voorbeeld van hun vaderen met passende onderwerping gaan eerbiedigen. En wat de definitie aangaat: mogen zij, die verstrikt zijn in de dwalingen van Nestorius en Eutyches, eindelijk met zuiver inzicht doordringen tot het Christus-mysterie en deze leer volledig aanvaarden. En laten zij, die bij de bestudering van het geheim van onze verlossing uit overdreven zucht naar nieuwigheden de heilige en onschendbaar vaststaande grenzen enigszins durven verschuiven, deze leer dieper en meer overeenkomstig de waarheid gaan zien. Mogen ten slotte allen, die de naam van katholiek dragen, in deze herdenking een krachtige aansporing vinden om, door het onvervalst belijden van het geloof en het ongerept bewaren er van, deze edelsteen van het Evangelie, zo onvergelijkelijk groot in waarde, met hart en mond in ere te houden. Hierbij moeten zij dan nog voegen - en dat is het voornaamste - de hulde van hun leven, waaruit door de hulp van Gods barmhartigheid iedere wanklank en alles, wat ongepast of laakbaar is, verdwijne en waarin de glans der deugd schittere. Want zo zullen zij deel hebben aan de godheid van Hem, die Zich gewaardigd heeft aan onze mensheid deelachtig te worden.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 1 Geschiedenis van het Concilie
- Artikel 1 De leer van Eutyches
4
Om nu ordelijk te werk te gaan moeten wij ons de feiten, die wij herdenken, vanaf het begin voor de geest roepen. De aanstichter van heel het geschil, dat op het concilie van Chalcedon behandeld werd, was Eutyches, priester en archimandriet van een beroemd klooster in Constantinopel. Door zijn verbitterde strijd tegen de ketterij van Nestorius, die leerde, dat er in Christus twee personen zijn, verviel hij in de tegenovergestelde dwaling.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
22
22
"Zeer onwetend en ondeskundig" Ep. 28, 1: PL 54, 755 s[[914]] beweerde hij met mateloze hardnekkigheid het volgende: men moet een dubbel tijdstip onderscheiden; vóór de menswording waren er twee naturen van Christus, de menselijke en de goddelijke; maar na de vereniging was er slechts één, doordat het Woord de mens geheel in Zich had opgenomen; de Maagd Maria heeft het lichaam van de Heer voortgebracht, maar dit is niet van dezelfde zelfstandigheid en stof als het onze; want het is wel een menselijk lichaam, maar toch niet wezensgelijk met het onze noch met dat van haar, die Christus naar het vlees heeft gebaard Flavianus ad Leonem M., Ep....Flavianus ad Leonem M., Ep. 26: PL 54, 745 22[[al:22]]; bijgevolg is Christus niet geboren, heeft Hij niet geleden, is Hij niet gekruisigd en niet uit het graf verrezen in een echte menselijke natuur.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Deze leer is in strijd met het geloof der Kerk
6
22
22
Hierbij begreep Eutyches niet, dat vóór de vereniging de menselijke natuur van Christus in het geheel niet bestaan heeft, omdat deze pas begon te bestaan juist op het ogenblik van Zijn ontvangenis, en dat het verder ongerijmd is te menen, dat na de vereniging de twee naturen tot één enkele natuur samensmelten, omdat twee werkelijke en precies bepaalde naturen onmogelijk tot één kunnen samenvloeien, te meer omdat de goddelijke natuur oneindig en onveranderlijk is.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
22
22
Wie met gezond verstand dergelijke meningen beschouwt, zal gemakkelijk inzien, dat zo het gehele mysterie van Gods heilseconomie vervluchtigt tot een ijle en ongrijpbare schaduw.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
22
22
Voor mensen met een zuiver inzicht was het aanstonds duidelijk, dat dit volstrekt nieuw was, ongerijmd, lijnrecht in strijd met de uitspraken van de profeten en de woorden van het Evangelie en ook met de geloofsbelijdenis der apostelen en het gedefinieerde dogma van Nicea, en dat het ontleend was aan de fantasie van Valentinus en Apollinaris.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Op een bijzondere synode te Constantinopel onder voorzitterschap van de H. Flavianus, bisschop van die stad, werd Eutyches, die zijn dwalingen halsstarrig en wijd en zijd verbreidde in de kloosters, openlijk van ketterij aangeklaagd door Eusebius, bisschop van Dorylaeum, en veroordeeld. Onder voorwendsel dat dit optreden tegen hem onrechtvaardig was, omdat hij immers de weer oplevende dwaling van Nestorius bestreed, beriep hij zich op enige bisschoppen van groot gezag. Een dergelijk protestschrijven ontving ook de H. Leo de Grote, bisschop van Rome. Zijn schitterende en soliede deugd, waakzame ijver voor godsdienst en vrede, krachtige verdediging van de waarheid en van de waardigheid van de bisschopszetel van Rome, bekwaamheid in het behandelen van zaken, gepaard aan een vloeiende welsprekendheid, dwingen de onuitputtelijke bewondering af van alle eeuwen. Niemand anders scheen meer dan hij in staat en geschikt, de dwalingen van Eutyches te weerleggen, omdat hij in zijn toespraken en brieven steeds met vrome verhevenheid en verheven vroomheid het nooit volprezen geheim van de éne persoon en de twee naturen in Christus uitbundig verheerlijkte: "De katholieke Kerk leeft en groeit door dit geloof, dat Christus Jezus niet mens is zonder waarachtig God, en niet God zonder waarachtig mens te zijn." 28, 5: PL 54, 777[[914]]
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 Inmenging van keizer Theodosius
10
30
30
Omdat nu de archimandriet Eutyches niet durfde rekenen op de bescherming van de bisschop van Rome, wist hij door listige intriges met behulp van Chrysaphius, met wie hij intiem bevriend was en die bij Theodosius II hoog in de gunst stond, van deze keizer gedaan te krijgen, dat zijn zaak opnieuw onderzocht, en in Efeze nog weer een concilie bijeengeroepen zou worden onder voorzitterschap van Dioscorus, bisschop van Alexandrië. Deze was een groot vriend van Eutyches en een vijand van Flavianus, bisschop van Constantinopel. Misleid door een bedrieglijke gelijkluidendheid van de twee leerstukken verkondigde hij, dat, gelijk zijn voorganger Cyrillus één persoon in Christus verdedigd had, zo hij met alle kracht één natuur in Christus na de "vereniging" wilde verdedigen. Om wille van de vrede weigerde Leo de Grote niet, legaten naar het concilie te zenden. Deze hadden onder meer twee brieven bij zich, één voor de synode en één voor Flavianus, waarin de dwalingen van Eutyches werden weerlegd door de heldere uiteenzetting van een zuivere en volledige leer.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 5 De roverssynode van Efeze 449
11
Maar op deze synode van Efeze, die door Leo terecht als roverssynode betiteld is, werd van het begin af aan onder leiding van Dioscorus en Eutyches alles met geweld in verwarring gebracht. Zo weigerde men aan de apostolische legaten de eerste plaats in de vergadering; de brieven van de paus mochten niet worden voorgelezen; met list en bedreiging dwong men de instemming van de bisschoppen af; naast anderen werd Flavianus van ketterij beschuldigd, van zijn herderlijk ambt beroofd en gevangen genomen, waarna hij stierf. In zijn woede en vermetelheid ging Dioscorus daarop zover, dat hij het waagde - ongehoord misdrijf - de banvloek uit te spreken over het hoogste apostolische gezag. Nauwelijks had Leo door de diaken Hilarus het misdadig optreden van deze roverssynode vernomen, of hij keurde al haar besluiten en handelingen af en gaf opdracht, ze te herzien. Zijn bittere droefheid over dit alles werd nog aanzienlijk vergroot door het beroep, dat vele afgezette bisschoppen op hem deden.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 6 Flavianus en Theodoretus beroepen zich op de Paus
12
Vermelding verdient wat Flavianus en Theodoretus van Cyrus toen aan de opperherder der Kerk schreven. Flavianus schrijft als volgt:
"Toen als bij afspraak alle boosheid zich tegen mij keerde en ik, na die onrechtvaardige en willekeurige uitspraak (van Dioscorus) tegen mij, appelleerde op de troon van de apostolische stoel van Petrus, het hoofd der apostelen, en op de gehele eerbiedwaardige synode, die onder het gezag van Uwe Heiligheid staat, werd ik terstond ingesloten door een bende soldaten, die mij beletten naar het heilig altaar te vluchten en probeerden mij buiten de kerk te slepen." Schwartz, Acta Conciliorum...Schwartz, Acta Conciliorum Oecumenicorum, II Vol. II, pars prior, p. 78Theodoretus schrijft het volgende:
"Als Paulus, de verkondiger van de waarheid, ... zich tot de grote Petrus gewend heeft, ... dan nemen wij, geringen en kleinmoedigen, met des te meer reden onze toevlucht tot Uwe Apostolische Stoel om van u het geneesmiddel te ontvangen voor de wonden van de kerken. Aan u komt immers in alles de eerste plaats toe ... Ik wacht de uitspraak van Uwe Apostolische Stoel af. Vóór alles verzoek ik u mij te willen laten weten, of ik in deze onrechtmatige afzetting moet berusten of niet. Want ik wacht uw uitspraak af." 52, 1; 5; 6: PL 54, 847; 851 - vgl. PG 83, 1311 s.; 1315 s.[[5042]]
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 7 Leo de Grote en keizer Marcianus herstellen de toestand
13
Om zulk een schandvlek uit te wissen drong Leo in verscheidene brieven er bij Theodosius en Pulcheria krachtig op aan, deze diep treurige toestand te verbeteren en daarom in Italië een nieuw concilie te laten bijeenkomen, om de misdaden van Efeze te herstellen. En toen hij, omringd door een schaar van bisschoppen, keizer Valentinianus III met zijn moeder Galla Placidia en zijn gemalin Eudoxia bij de ingang van de Vaticaanse basiliek ontving, trachtte hij hen met smeken en onder tranen te bewegen, naar best vermogen de toenemende ellende der Kerk zo spoedig mogelijk te verhelpen. De keizer schreef aan de keizer, en ook de vorstinnen schreven. Maar tevergeefs. Theodosius, door list en bedrog misleid, deed niets om het bedreven kwaad te herstellen. Na zijn plotselinge dood kwam zijn zuster Pulcheria aan de regering, nam Marcianus tot echtgenoot en liet hem delen in het bestuur. Beiden zijn vermaard om hun godsdienstzin en wijsheid. Toen onderschreef Anatolius, die door Dioscorus wederrechtelijk in plaats van Flavianus was aangesteld, de brief van Leo aan Flavianus over de menswording van de Heer[401]. Het stoffelijk overschot van Flavianus werd met pracht en praal naar Constantinopel overgebracht. De verdreven bisschoppen werden op hun vroegere zetels hersteld. En algemeen begon men de dwaling van Eutyches te verwerpen, zodat de bijeenroeping van een concilie niet meer noodzakelijk scheen, te meer daar de toestand in het Romeinse rijk kritiek was vanwege de invallen van de barbaren.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 8 Het oecumenisch concilie van Chalcedon 451
- Paragraaf 1 De deelnemers - de Pauselijke legaten
14
Toch werd het Concilie gehouden op verlangen van de keizer en met goedvinden van de Paus.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Chalcedon was een stad in Bithynië, aan de Thracische Bosporus tegenover Constantinopel, dat aan de overkant ligt. Hier kwamen op 8 oktober vanuit Nicea, waar zij tot dit doel al waren vergaderd, de vaders bijeen in de machtige basiliek van de heilige maagd en martelares Euphernia, buiten de stad gelegen. Het waren er ongeveer 600 Noot van de redactie: volgens...Noot van de redactie: volgens de tekst van L'Osservatore Romano 13 Settembre 1951: una convenere patres, ferme sexcenti, omnes, allen uit het Oosten behalve twee uit Afrika, die hun land hadden moeten ontvluchten
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Het evangelieboek werd in het midden geplaatst. Voor de afsluiting van het altaar zaten de 19 zaakgelastigden van keizer en senaat. Als Pauselijke legaten traden op Paschasinus, bisschop van Lilybaeum op Sicilië, Lucentius, bisschop van Asculum, en de priesters Bonifatius en Basilius, allen mannen van groot plichtsbesef. Aan hen werd toegevoegd Julianus. bisschop van Cos, om hen met raad en daad ter zijde te staan. De Pauselijke legaten namen de eerste plaats in onder de bisschoppen. Zij werden het eerst vernoemd, namen het eerst het woord, en ondertekenden het eerst de acten. Krachtens hun gezag als Pauselijke gevolmachtigden bevestigden of verwierpen zij de mening der anderen, zoals duidelijk het geval was bij de veroordeling van Dioscorus, die zij bevestigden met deze woorden: "Zijne Heiligheid de aartsbisschop van het grote en aloude Rome Leo heeft door ons en door deze heilige synode in vereniging met de zalige en lofwaardige Apostel Petrus, de rots en de grondslag van de katholieke Kerk en het fundament van het rechtzinnig geloof, hem (Dioscorus) zijn bisschoppelijke waardigheid ontnomen en hem tevens uit elke priesterlijke bediening ontzet." Mansi, Conciliorum amplissima...Mansi, Conciliorum amplissima collectio, VI, 1047 (Act. III); Schwartz, Acta Conciliorum Oecumenicorum, II vol. I, pars 2, 29 (225) (Act. II)
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 Erkenning van het Pauselijk primaat
17
Overigens hebben de Pauselijke legaten niet slechts feitelijk het gezag als voorzitters uitgeoefend, maar ook werd hun het recht en de eer van het voorzitterschap door alle Concilie vaders zonder enige tegenstand toegekend, zoals duidelijk blijkt uit de brief van het Concilie aan Leo:
"Gij hadt, zo schrijven zij, gelijk het hoofd over de ledematen, hier door uw vertegenwoordigers de leiding en toonden zo uw welwillendheid." Ep. 98, 1: PL 54, 951; Mansi,...Ep. 98, 1: PL 54, 951; Mansi, Conciliorum amplissima collectio, VI, 147
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 De bekende canon 28
18
Het is niet onze bedoeling, hier de handelingen van het Concilie stuk voor stuk in herinnering te brengen, maar wij willen alleen de voornaamste in het kort bespreken, voor zover dat dienstig is om de waarheid te belichten en de godsdienst te bevorderen. Zo kunnen wij, omdat het hier de waardigheid van de Apostolische Stoel betreft, canon 28 van dit Concilie niet stilzwijgend voorbijgaan, waardoor aan de bisschopszetel van Constantinopel in zijn hoedanigheid van keizerstad de ereplaats na die van Rome werd toegekend. Deze canon deed wel geen afbreuk aan het goddelijk primaat der jurisdictie, dat als vaststaand werd aangenomen, maar is toch van alle rechtskracht ontbloot. Hij werd namelijk opgesteld bij afwezigheid van de Pauselijke legaten, die later protesteerden, en was dus een slinkse en listige inlassing. Daarom werd hij dan ook door de H. Leo in zijn brieven herhaaldelijk en uitdrukkelijk veroordeeld. Overigens aanvaardden Marcianus en Pulcheria deze veroordellng.. ook zelfs Anatolius, die zich in een schrijven aan Leo aldus over deze aanmatiging verontschuldigde:
"Betreffende hetgeen onlangs op het algemeen Concilie van Chalcedon bepaald is ten gunste van de bisschopszetel van Constantinopel, kan Uwe Heiligheid er zeker van zijn, dat mij geen schuld treft ... , maar het was de hoogwaardige geestelijkheid van de kerk van Constantinopel, die dit nastreefde ... ; terwijl alle rechtsgeldigheid en bekrachtiging ook van deze acte voorbehouden was aan het gezag van Uwe Heiligheid." Ep. 132, 4: PL 54, 1084;...Ep. 132, 4: PL 54, 1084; Mansi, Conciliorum amplissima collectio, VI, 278 s.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 4 De veroordeling van Eutyches
19
30
30
Door de dogmatische brief van Leo de Grote aan Flavianus
Maar laten wij nu overgaan tot de kern van heel de kwestie, nl. de plechtige definitie van het katholiek geloof, waardoor de verderfelijke dwaling van Eutyches afdoend werd verworpen en veroordeeld. In de vierde zitting van de heilige synode drongen de keizerlijke beambten er op aan, een nieuwe geloofsbelijdenis op te stellen. Maar de Pauselijke legaat Paschasinus antwoordde als tolk van het algemeen gevoelen, dat zulks niet aanging, omdat men kon volstaan met de geloofsbelijdenissen en canones in de Kerk aanvaard, waaronder voor deze zaak de brief van Leo aan Flavianus de eerste plaats innam:
Maar laten wij nu overgaan tot de kern van heel de kwestie, nl. de plechtige definitie van het katholiek geloof, waardoor de verderfelijke dwaling van Eutyches afdoend werd verworpen en veroordeeld. In de vierde zitting van de heilige synode drongen de keizerlijke beambten er op aan, een nieuwe geloofsbelijdenis op te stellen. Maar de Pauselijke legaat Paschasinus antwoordde als tolk van het algemeen gevoelen, dat zulks niet aanging, omdat men kon volstaan met de geloofsbelijdenissen en canones in de Kerk aanvaard, waaronder voor deze zaak de brief van Leo aan Flavianus de eerste plaats innam:
"Ten derde (d.i. na de geloofsbelijdenissen van Nicea en van Constantinopel en de toelichting daarop van de H. Cyrillus op het Concilie van Efeze[d:249]) hebben de geschriften van Zijne Apostolische Heiligheid Leo, Paus van de gehele Kerk, die de ketterij van Nestorius en Eutyches veroordeelt, reeds uiteengezet, wat het ware geloof behelst. Ook de heilige synode houdt en volgt dit geloof."
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Met vreugde herinneren wij er aan, dat dit hoogbelangrijk schrijven van de H. Leo aan Flavianus over de menswording van het Woord[401] in de derde zitting van het Concilie was voorgelezen, en dat alle aanwezigen, zodra de voorlezer geëindigd had, eensgezind en eenstemmig hadden uitgeroepen:
"Dit is het geloof der vaders, dit is het geloof der apostelen. Dit geloven wij allen, dit geloven de rechtzinnigen. Gevloekt zij hij, die dit niet gelooft. Petrus heeft aldus gesproken door Leo." Schwartz, Acta Conciliorum...Schwartz, Acta Conciliorum Oecumenicorum, II, vol. I, pars 2, 81 (277) (Act. III); Mansi, Conciliorum amplissima collectio, VI, 971 (Act. II)
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Door de definitie van Chalcedon
Hierop verklaarden allen volkomen eensgezind, dat dit stuk van de bisschop van Rome geheel en al in overeenstemming was met de geloofsbelijdenissen van Nicea en Constantinopel. Toch werd in de vijfde zitting van het Concilie op herhaald aandringen van de zaakgelastigden van Marcianus en van de senaat door een aparte commissie van bisschoppen uit verschillende streken, die in het oratorium van de kerk der H. Euphemia bijeengekomen waren, een nieuwe geloofsbelijdenis opgesteld. Deze bestaat uit een proloog, uit de geloofsbelijdenis van Nicea en die van Constantinopel, die toen voor het eerst werd afgekondigd, en uit de plechtige veroordeling van de leer van Eutyches. Deze geloofsregel hebben de vaders van het Concilie eenstemmig goedgekeurd.
Hierop verklaarden allen volkomen eensgezind, dat dit stuk van de bisschop van Rome geheel en al in overeenstemming was met de geloofsbelijdenissen van Nicea en Constantinopel. Toch werd in de vijfde zitting van het Concilie op herhaald aandringen van de zaakgelastigden van Marcianus en van de senaat door een aparte commissie van bisschoppen uit verschillende streken, die in het oratorium van de kerk der H. Euphemia bijeengekomen waren, een nieuwe geloofsbelijdenis opgesteld. Deze bestaat uit een proloog, uit de geloofsbelijdenis van Nicea en die van Constantinopel, die toen voor het eerst werd afgekondigd, en uit de plechtige veroordeling van de leer van Eutyches. Deze geloofsregel hebben de vaders van het Concilie eenstemmig goedgekeurd.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 2 De leer van het Concilie
- Artikel 1 De dogmatische brief van Leo de Grote
22
5
5
Wij belijden in Christus één persoon in twee naturen
En nu, eerbiedwaardige broeders, achten wij het van belang, dit Pauselijk document, schitterende verdediging van het katholieke geloof, wat breder toe te lichten. Tegenover Eutyches die beweerd had: "Ik belijd, dat onze Heer vóór de vereniging uit twee naturen bestond, maar na de vereniging aanvaard ik slechts één natuur", Ep. 28, 6: PL 54, 777[[401|12]] 5-8[[al:5-8]] stelde de heilige bisschop niet zonder verontwaardiging allereerst aldus het stralende licht van de waarheid:
En nu, eerbiedwaardige broeders, achten wij het van belang, dit Pauselijk document, schitterende verdediging van het katholieke geloof, wat breder toe te lichten. Tegenover Eutyches die beweerd had: "Ik belijd, dat onze Heer vóór de vereniging uit twee naturen bestond, maar na de vereniging aanvaard ik slechts één natuur", Ep. 28, 6: PL 54, 777[[401|12]] 5-8[[al:5-8]] stelde de heilige bisschop niet zonder verontwaardiging allereerst aldus het stralende licht van de waarheid:
"Ik sta er verbaasd over, dat zijn zo ongerijmde en valse bewering door de rechters met geen enkel protest is afgewezen ... Het is immers even goddeloos te zeggen, dat de eengeboren Zoon van God vóór de menswording twee naturen had, als het misdadig is te beweren, dat in het Woord na de menswording slechts één natuur is." Ep. 28, 6: PL 54, 777[[401|12]]En niet minder krachtig treft hij Nestorius, die op de tegenovergestelde dwaalweg geraakt was:
"Om ons deze eenheid van persoon in de twee naturen te laten aannemen, lezen wij, dat de Zoon des mensen uit de hemel is neergedaald, toen de Zoon Gods het vlees aannam uit de Maagd, uit wie Hij geboren is. En anderzijds wordt gezegd, dat de Zoon van God gekruisigd is en begraven, ofschoon Hij dit niet heeft ondergaan in Zijn godheid, waardoor de Eengeborene van alle eeuwigheid met de Vader bestaat en met Hem één in wezen is, maar in de zwakheid van de menselijke natuur. Om die reden belijden wij dan ook allen in de geloofsbelijdenis, dat de Eengeboren Zoon van God gekruisigd is en begraven." Ep. 28, 5: PL 54, 771[[401|11]] vgl: c. 8: PL 42, 688[[[5156]]]
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Elk van de twee naturen behoudt haar eigenschappen en werkingen
Behalve het onderscheid van beide naturen in Christus wordt daaruit ook duidelijk het onderscheid afgeleid van de eigenschappen en werkingen, die aan die twee naturen eigen zijn: "Met behoud dus, zo zegt hij, van het eigene van beide naturen, die samenkomen in één persoon, is de geringheid aangenomen door de majesteit, de zwakheid door de kracht, de sterfelijkheid door de eeuwigheid." En verder: "Elk van beide naturen behoudt onverminderd haar eigenheid."
Behalve het onderscheid van beide naturen in Christus wordt daaruit ook duidelijk het onderscheid afgeleid van de eigenschappen en werkingen, die aan die twee naturen eigen zijn: "Met behoud dus, zo zegt hij, van het eigene van beide naturen, die samenkomen in één persoon, is de geringheid aangenomen door de majesteit, de zwakheid door de kracht, de sterfelijkheid door de eeuwigheid." En verder: "Elk van beide naturen behoudt onverminderd haar eigenheid."
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
30
30
De communicatio idiomatum
Toch worden deze beide reeksen van eigenschappen en werkingen toegeschreven aan de ene persoon van het Woord, want "Eén en dezelfde ... is ... waarlijk de Zoon van God en waarlijk de Zoon des mensen." En daarom: "Beide naturen verrichten wat haar eigen is, maar dat in onderling samengaan, het Woord nl. werkt wat eigen is aan het Woord, en het vlees doet wat eigen is aan het vlees." Hier komt duidelijk naar voren de gebruikelijke zg. communicatio idiomatum Dit is: het mededelen aan...Dit is: het mededelen aan elkaar van elkaar, die Cyrillus terecht tegen Nestorius verdedigd heeft, steunend op dit onwrikbaar beginsel, dat beide naturen van Christus bestaan in de ene persoon van het Woord, dat naar de godheid van eeuwigheid uit de Vader geboren is en naar de mensheid in de tijd geboren is uit Maria.
Toch worden deze beide reeksen van eigenschappen en werkingen toegeschreven aan de ene persoon van het Woord, want "Eén en dezelfde ... is ... waarlijk de Zoon van God en waarlijk de Zoon des mensen." En daarom: "Beide naturen verrichten wat haar eigen is, maar dat in onderling samengaan, het Woord nl. werkt wat eigen is aan het Woord, en het vlees doet wat eigen is aan het vlees." Hier komt duidelijk naar voren de gebruikelijke zg. communicatio idiomatum Dit is: het mededelen aan...Dit is: het mededelen aan elkaar van elkaar, die Cyrillus terecht tegen Nestorius verdedigd heeft, steunend op dit onwrikbaar beginsel, dat beide naturen van Christus bestaan in de ene persoon van het Woord, dat naar de godheid van eeuwigheid uit de Vader geboren is en naar de mensheid in de tijd geboren is uit Maria.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 De definitie van Chalcedon
25
Tekst van de definitie
Deze verheven leer, ontleend aan het Evangelie en geheel in overeenstemming met de uitspraak van Efeze, veroordeelt Eutyches, maar spaart ook Nestorius niet. En zij vindt volledige en volmaakte weerklank in de dogmatische definitie van het Concilie van Chalcedon, die eveneens duidelijk en scherp verklaart, dat er in Christus twee onderscheiden naturen zijn en één persoon, en wel met deze woorden: "De heilige doorluchte en algemene kerkvergadering ... veroordeelt degenen, die dromen van twee naturen van de Heer vóór de vereniging en zich één enkele natuur denken na de vereniging. In het voetspoor dus van de heilige vaders leren wij allen te belijden: één en dezelfde Zoon en onze Heer Jezus Christus, volkomen in de godheid en volkomen in de mensheid, waarlijk God en waarlijk mens, bestaande uit een redelijke ziel en een lichaam, één in wezen met de Vader naar de godheid, één in wezen met ons naar de mensheid, in alles aan ons gelijk behalve in de zonde; van eeuwigheid geboren uit de Vader naar de godheid en in de jongste tijd om wille van ons en van ons heil naar de mensheid geboren uit de Maagd Maria, de Moeder van God; één en dezelfde Christus, Zoon, Heer, Eengeborene, in twee naturen zonder vermenging, zonder verandering, zonder verdeling of scheiding; zonder dat vanwege de vereniging het onderscheid van de naturen wordt opgeheven, maar integendeel met behoud van de eigenheid van beide naturen, die samenkomen in één persoon en in één subsistentie; niet in twee personen gescheiden of verdeeld, maar één en dezelfde Zoon en eengeboren God, Woord, Heer Jezus Christus."
Deze verheven leer, ontleend aan het Evangelie en geheel in overeenstemming met de uitspraak van Efeze, veroordeelt Eutyches, maar spaart ook Nestorius niet. En zij vindt volledige en volmaakte weerklank in de dogmatische definitie van het Concilie van Chalcedon, die eveneens duidelijk en scherp verklaart, dat er in Christus twee onderscheiden naturen zijn en één persoon, en wel met deze woorden: "De heilige doorluchte en algemene kerkvergadering ... veroordeelt degenen, die dromen van twee naturen van de Heer vóór de vereniging en zich één enkele natuur denken na de vereniging. In het voetspoor dus van de heilige vaders leren wij allen te belijden: één en dezelfde Zoon en onze Heer Jezus Christus, volkomen in de godheid en volkomen in de mensheid, waarlijk God en waarlijk mens, bestaande uit een redelijke ziel en een lichaam, één in wezen met de Vader naar de godheid, één in wezen met ons naar de mensheid, in alles aan ons gelijk behalve in de zonde; van eeuwigheid geboren uit de Vader naar de godheid en in de jongste tijd om wille van ons en van ons heil naar de mensheid geboren uit de Maagd Maria, de Moeder van God; één en dezelfde Christus, Zoon, Heer, Eengeborene, in twee naturen zonder vermenging, zonder verandering, zonder verdeling of scheiding; zonder dat vanwege de vereniging het onderscheid van de naturen wordt opgeheven, maar integendeel met behoud van de eigenheid van beide naturen, die samenkomen in één persoon en in één subsistentie; niet in twee personen gescheiden of verdeeld, maar één en dezelfde Zoon en eengeboren God, Woord, Heer Jezus Christus."
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Terminologie van de definitie
Als men nu vraagt, hoe het komt, dat de uitspraken van het Concilie van Chalcedon in het bestrijden van de dwaling zo duidelijk en afdoende zijn, dan is dat naar onze mening vooral door het gebruik van de meest geëigende termen, die iedere dubbelzinnigheid uitsluiten. Want in de geloofsdefinitie van Chalcedon worden de woorden persoon en hypostase in dezelfde zin gebruikt. De term natuur daarentegen heeft een andere betekenis en deze betekenis wordt nooit aan die eerste woorden gegeven.
Als men nu vraagt, hoe het komt, dat de uitspraken van het Concilie van Chalcedon in het bestrijden van de dwaling zo duidelijk en afdoende zijn, dan is dat naar onze mening vooral door het gebruik van de meest geëigende termen, die iedere dubbelzinnigheid uitsluiten. Want in de geloofsdefinitie van Chalcedon worden de woorden persoon en hypostase in dezelfde zin gebruikt. De term natuur daarentegen heeft een andere betekenis en deze betekenis wordt nooit aan die eerste woorden gegeven.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Daarom meenden vroeger de nestorianen en eutychianen en verkondigen nu nog enkele geschiedschrijvers ten onrechte, dat Chalcedon verbeterd heeft, wat in Efeze bepaald was. Integendeel, het ene Concilie vult het andere aan, zodat de synthese of samenvatting van de voornaamste leerstukken aangaande Christus nog klaarder uitkomt in het tweede en derde Concilie van Constantinopel[d:240].
Referenties naar alinea 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 Tegenstanders van Chalcedon. Valse opvattingen in strijd met Chalcedon
- Paragraaf 1 Tegenstanders uit de oudheid
28
Een verkeerd begrepen formule van Cyrillus van Alexandrië
Het is zeer zeker te betreuren, dat enkele tegenstanders van het Concilie van Chalcedon uit de oudheid, die eveneens monofysieten worden genoemd, zulk een klare, zuivere en volledige geloofsleer verworpen hebben op grond van enkele verkeerd begrepen uitdrukkingen van de oude vaders. Want al verzetten zij zich tegen Eutyches met zijn ongerijmde bewering over de vermenging van de twee naturen in Christus, toch hielden zij hardnekkig vast aan de bekende formule: "Eén mensgeworden natuur van het Woord Gods". Deze formule gebruikte de H. Cyrillus van Alexandrië 30[[al:30]] als afkomstig van St. Athanasius, maar in orthodoxe zin, omdat hij natuur voor persoon bezigde. Maar door de vaders van Chalcedon werd het onvaste en onzekere voorgoed uit die termen weggenomen. Immers door voor de menswording van Christus precies dezelfde terminologie te gebruiken als in de leer over de Heilige Drie-eenheid, vereenzelvigden zij enerzijds natuur en essentie, anderzijds persoon en hypostase. Zij oordeelden, dat deze laatste twee synoniemen scherp onderscheiden moesten worden van de eerste twee, terwijl de bovengenoemde dissidenten natuur gelijk stellen met persoon, en niet met essentie. Volgens het algemeen aanvaarde en zuivere taalgebruik moet men bij God spreken van één natuur en drie personen en bij Christus van één persoon en twee naturen.
Het is zeer zeker te betreuren, dat enkele tegenstanders van het Concilie van Chalcedon uit de oudheid, die eveneens monofysieten worden genoemd, zulk een klare, zuivere en volledige geloofsleer verworpen hebben op grond van enkele verkeerd begrepen uitdrukkingen van de oude vaders. Want al verzetten zij zich tegen Eutyches met zijn ongerijmde bewering over de vermenging van de twee naturen in Christus, toch hielden zij hardnekkig vast aan de bekende formule: "Eén mensgeworden natuur van het Woord Gods". Deze formule gebruikte de H. Cyrillus van Alexandrië 30[[al:30]] als afkomstig van St. Athanasius, maar in orthodoxe zin, omdat hij natuur voor persoon bezigde. Maar door de vaders van Chalcedon werd het onvaste en onzekere voorgoed uit die termen weggenomen. Immers door voor de menswording van Christus precies dezelfde terminologie te gebruiken als in de leer over de Heilige Drie-eenheid, vereenzelvigden zij enerzijds natuur en essentie, anderzijds persoon en hypostase. Zij oordeelden, dat deze laatste twee synoniemen scherp onderscheiden moesten worden van de eerste twee, terwijl de bovengenoemde dissidenten natuur gelijk stellen met persoon, en niet met essentie. Volgens het algemeen aanvaarde en zuivere taalgebruik moet men bij God spreken van één natuur en drie personen en bij Christus van één persoon en twee naturen.
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
De positie van enkele afgescheiden groepen
Dit laatste is de reden, dat ook nu enkele afgescheiden groepen in Egypte, Ethiopië, Syrië, Armenië en elders bij hun formulering van de leer over de menswording des Heren hoofdzakelijk in de terminologie, naar het schijnt, afwijken van de rechte weg, zoals men mag afleiden uit hun liturgische en theologische documenten.
Dit laatste is de reden, dat ook nu enkele afgescheiden groepen in Egypte, Ethiopië, Syrië, Armenië en elders bij hun formulering van de leer over de menswording des Heren hoofdzakelijk in de terminologie, naar het schijnt, afwijken van de rechte weg, zoals men mag afleiden uit hun liturgische en theologische documenten.
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
28
28
Getuigenis van een Armeens schrijver
Trouwens, reeds in de twaalfde eeuw zette een schrijver, die bij de Armeniërs hoog in aanzien stond, zijn gedachten hierover aldus openhartig uiteen:
Trouwens, reeds in de twaalfde eeuw zette een schrijver, die bij de Armeniërs hoog in aanzien stond, zijn gedachten hierover aldus openhartig uiteen:
"Wij zeggen, dat Christus één natuur is, niet door samensmelting zoals Eutyches meende, ook niet door verminking zoals Apollinaris wilde, maar wij vatten dat op volgens Cyrillus van Alexandrië, die in zijn boek Scholia adversus Nestorium[5015] zegt: Eén is de natuur van het mensgeworden Woord zoals ook de vaders hebben geleerd... En ook wij belijden dit krachtens de overlevering der heiligen, zonder echter volgens de opvatting van de ketters in de vereniging van Christus een samensmelting, verwisseling of verandering in te brengen. Wij spreken dus van één natuur, maar in de zin van hypostase, gelijk ook gij in Christus belijdt. Dit is juist en wordt door ons toegegeven, en het stemt volkomen overeen met onze formulering: Eén natuur ... Wij hebben er ook niets op tegen, dat men spreekt van "twee naturen", als men dit maar niet verstaat van een verdeling gelijk Nestorius dit doet, maar om tegen Eutyches en Apollinaris het niet-vermengd-zijn te laten uitkomen." 10.19.24[[al:10.19.24]]
Referenties naar alinea 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Uitnodiging tot hereniging
Als dan het hoogtepunt van vreugde en heilige blijdschap bestaat in de verwezenlijking van dit psalmwoord: "Zie, hoe goed en lieflijk het is, als broeders eendrachtig samen zijn" (Ps. 132, 1)[b:Ps. 132, 1], en als de glorie Gods, verbonden met het hoogste geluk van allen, dan pas schittert, wanneer de schapen van Christus door de volledige waarheid en volmaakte liefde verenigd worden, mogen dan zij, over wie wij hierboven met liefde en smart gesproken hebben, bedenken, of het geoorloofd en goed is zich wegens een aanvankelijke dubbelzinnigheid van woorden nog verre te houden van de ene H. Kerk, gegrondvest op saffieren (Jes. 54, 11)[[b:Jes. 54, 11]], dat wil zeggen op de profeten en de apostelen, met Christus Jezus als hoeksteen! (Ef. 2, 20)[[b:Ef. 2, 20]]
Als dan het hoogtepunt van vreugde en heilige blijdschap bestaat in de verwezenlijking van dit psalmwoord: "Zie, hoe goed en lieflijk het is, als broeders eendrachtig samen zijn" (Ps. 132, 1)[b:Ps. 132, 1], en als de glorie Gods, verbonden met het hoogste geluk van allen, dan pas schittert, wanneer de schapen van Christus door de volledige waarheid en volmaakte liefde verenigd worden, mogen dan zij, over wie wij hierboven met liefde en smart gesproken hebben, bedenken, of het geoorloofd en goed is zich wegens een aanvankelijke dubbelzinnigheid van woorden nog verre te houden van de ene H. Kerk, gegrondvest op saffieren (Jes. 54, 11)[[b:Jes. 54, 11]], dat wil zeggen op de profeten en de apostelen, met Christus Jezus als hoeksteen! (Ef. 2, 20)[[b:Ef. 2, 20]]
Referenties naar alinea 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 De kenose-leer
32
Met de geloofsbelijdenis van Chalcedon is ook in flagrante tegenspraak de onjuiste mening, die buiten de katholieke Kerk nogal verbreid is en waaraan een willekeurig en verkeerd uitgelegde tekst uit de brief van de Apostel Paulus aan de Filippenzen (Fil. 2, 7)[b:Fil. 2, 7] ogenschijnlijk een houvast bood: de zg. kenose-leer Noot van de redactie:...Noot van de redactie: ontledigingsleer - vgl. Lexikon für Theologie und Kirche, V, Freiburgi. B. 1939, 930-931., die zich in Christus een terugtreden denkt van de godheid van het Woord. Dit is een goddeloos verzinsel, evenzeer te veroordelen als de tegenovergestelde dwaling van het docetisme, omdat het heel het geheim van menswording en verlossing maakt tot een levenloos schaduwbeeld zonder inhoud. "In de volledige en volkomen natuur van waarachtig mens - aldus de magistrale leer van Leo de Grote - is de waarachtige God geboren, volmaakt in Zijn goddelijke, volmaakt in onze menselijke natuur." 28, 3: PL 64, 763[[914]] vgl: 23, 2: PL 54, 201[[[913]]]
Referenties naar alinea 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 De moderne homo assumptus-theorie
33
Er is zeker niets op tegen, de mensheid van Christus ook volgens de methode en de beginselen van de psychologie dieper te bestuderen. Toch zijn er, die bij deze moeilijke studie te veel het oude loslaten om een nieuwe theorie op te bouwen. en daarbij het gezag en de definitie van Chalcedon verkeerd gebruiken, om hun opvatting te staven.
Referenties naar alinea 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Zij benadrukken de zijnswijze van de menselijke natuur van Christus zo zeer, dat zij haar schijnen te houden L'Osservatore Romano 13...L'Osservatore Romano 13 september 1951 voegt hier nog bij: ut eadem, saltem psychologice, reputari videatur ... voor een zelfstandig subject, alsof zij niet bestond in de persoon van het Woord zelf. Maar het Concilie van Chalcedon leert duidelijk, geheel in overeenstemming met dat van Efeze, dat de twee naturen van onze Verlosser samenkomen "in één persoon en subsistentie" en het gedoogt niet, in Christus twee individuen aan te nemen, zó dat er naast het Woord een "opgenomen mens" Vgl. voor de homo...Vgl. voor de homo assumptus-theorie H. Fortmann in Ned. Kath. Stemmen 47 (1951) 344-346. De toelichting van p. M. Browne O.P., Apostolicae Sacrae Domus Magister, in L'Osservatore Romano 19 Luglio 1951 (Franse vert. in La Documentation Catholique 33 (1951) 1034-1036; Lat. vert. in Monitor Ecclesiasticus 76 (1951) 432-434) op de veroordeling van Seiller's dissertatie over de menselijke psychologie van Christus en de eenheid van persoon (oorspronkelijk verschenen in Franziskanische Studien 1948-49) werpt op heel deze passus een merkwaardig licht. komt, die volledig autonoom is.
Referenties naar alinea 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 De bronnen van de leer van Chalcedon: traditie en H. Schrift
35
De H. Leo aanvaardt niet alleen de leer van het Concilie, maar geeft ook uitdrukkelijk de bron aan, waaruit hij deze zuivere opvatting put: "Alles wat wij geschreven hebben, zegt hij, is duidelijk ontleend aan de leer van de apostelen en van het Evangelie."
Referenties naar alinea 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
En inderdaad, vanaf de oudste tijden belijdt de Kerk duidelijk en beslist èn in haar geschreven documenten èn in haar prediking èn in haar liturgische gebeden, dat de eengeboren Zoon van God, voortgekomen uit de zelfstandigheid van de Vader, onze Heer Jezus Christus, het mensgeworden Woord op aarde geboren is, geleden heeft, gekruisigd is en na de opstanding uit het graf ten hemel is opgestegen. Daarnaast gebruikt ook de H. Schrift voor de ene Christus, de Zoon van God, menselijke en voor dezelfde Christus, de Zoon des mensen, goddelijke predicaten.
Referenties naar alinea 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
De evangelist Johannes zegt immers:
"Het Woord is vlees geworden." (Joh. 1, 14)[b:Joh. 1, 14]Paulus schrijft van Hem:
"Want hoewel Hij Gods gestalte bezat..., heeft Hij Zich vernederd, door gehoorzaam te worden tot de dood." (Fil. 2, 6-8)[b:Fil. 2, 6-8]En ook:
"Maar toen de volheid van de tijd was gekomen, heeft God Zijn eigen Zoon gezonden, die uit een vrouw werd geboren." (Gal. 4, 4)[b:Gal. 4, 4]En de goddelijke Verlosser zelf verklaart met alle stelligheid:
"Ik en de Vader zijn één." (Joh. 10, 30)[b:Joh. 10, 30]En ook:
"Ik ben van de Vader uitgegaan en in de wereld gekomen." (Joh. 16, 28)[b:Joh. 16, 28]De bovenaardse voortkomst van onze Verlosser straalt eveneens uit in deze evangelietekst:
"Ik ben uit de hemel neergedaald, niet om Mijn eigen wil te doen, maar de wil van Hem, die Mij heeft gezonden." (Joh. 6, 38)[b:Joh. 6, 38]En ook in deze tekst:
"Hij, die is neergedaald, is dezelfde als Hij, die hoog boven alle hemelen is opgestegen." (Ef. 4, 10)[b:Ef. 4, 10]Deze uitspraak verklaart en belicht de H. Thomas van Aquino aldus:
"Hij die is neergedaald is dezelfde als Hij, die is opgestegen. Daardoor wordt de eenheid van persoon van de God-mens aangegeven. De Zoon Gods is immers neergedaald door de menselijke natuur aan te nemen en de Zoon des mensen is in Zijn menselijke natuur opgestegen naar de heerlijkheid van het onsterfelijke leven. En zo is de Zoon van God, die is neergedaald, en de Zoon des mensen, die is opgestegen, één en dezelfde." c. IV, lect. III, circa finem[[3049]]
Referenties naar alinea 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Onze voorganger Leo de Grote had reeds dezelfde leer voortreffelijk uitgedrukt met deze woorden:
"Aangezien ... dit voornamelijk tot de rechtvaardigmaking van de mens bijdraagt, dat de eengeboren Zoon van God Zich gewaardigd heeft ook de Zoon des mensen te worden, zodat Hij, die God was, homooúsios, dit is één in wezen met de Vader, tevens waarachtig mens werd, dit is naar het vlees één in wezen met Zijn Moeder, daarom verheugen wij ons over het ene zowel als over het andere, omdat wij slechts door beide mysteries gered worden. En daarbij scheiden wij op generlei wijze de zichtbare van de onzichtbare, de lichamelijke van de onlichamelijke, de lijdelijke van de onlijdelijke, de tastbare van de ontastbare, de gestalte van de dienstknecht van de gestalte van God. Immers ofschoon de goddelijke natuur blijft van eeuwigheid, is de menselijke natuur begonnen in de tijd. Maar deze twee zijn tot een eenheid samengekomen en kunnen niet meer gescheiden worden of een einde nemen." 30, 6: PL 54, 233v[[913]]
Referenties naar alinea 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 5 De rijkdom van onze verlossing
39
Alleen dus als men met een heilig en zuiver geloof aanneemt, dat er in Christus één persoon is, die van het Woord, waarin de twee naturen samenkomen, nl. de goddelijke en de menselijke, geheel en al van elkaar onderscheiden, verschillend ook in eigenschappen en werkingen, dan alleen openbaren zich de nooit volprezen heerlijkheid en goddelijke goedheid van onze verlossing.
Referenties naar alinea 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
O grootheid van Gods barmhartigheid en rechtvaardigheid, die schuldigen hulp bood en hen tot Zijn kinderen maakte. O hemelen, die u hebt neergebogen, opdat de koude van de winter zou verdwijnen, en de bloemen op deze aarde zouden ontluiken (Hoogl. 2, 11 v)[[b:Hoogl. 2, 11 v]], en wij nieuwe mensen zouden worden, een nieuwe schepping, een nieuw maaksel, een heilig volk en een hemels geslacht! Inderdaad, het Woord heeft werkelijk geleden in Zijn vlees, heeft werkelijk op het kruis Zijn bloed vergoten en aan de eeuwige Vader een overvloedige losprijs betaald voor ons schuldigen. Daardoor straalt een vaste hoop op redding hun tegen, die met een oprecht geloof en een werkdadige liefde Hem aanhangen en met de hulp van de door Hem verworven genade vruchten van gerechtigheid voortbrengen.
Referenties naar alinea 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 3 Oproep tot hereniging
- Artikel 1 Chalcedon roem van het Oosten
41
Deze schitterende en roemrijke feiten uit de annalen der Kerk, die wij hebben herdacht, doen ons vanzelf met nog groter vaderlijke genegenheid denken aan de oosterse christenen. Want het heilig oecumenisch Concilie van Chalcedon is het monument van hun bijzondere roem, dat door alle eeuwen heen zal blijven bestaan. Daar werd immers onder leiding van de H. Stoel door een machtige vergadering van oosterse bisschoppen L'Osservatore Romano 13...L'Osservatore Romano 13 September 1951 heeft in plaats van: ab ingenti orientalium Episcoporum cohorte - a ferme sexcentorum orientalium Episcoporum cohorte. de leer over de éénheid van Christus, in wiens ene persoon de twee naturen, de goddelijke en de menselijke, onderscheiden en onvermengd samenkomen, krachtig verdedigd en schitterend uiteengezet, nadat deze leer met goddeloze vermetelheid was geschonden. Maar, helaas, velen in het Oosten hebben zich in de loop van zoveel eeuwen jammerlijk afgescheiden van de eenheid van het mystieke lichaam van Christus, van welke de hypostatische vereniging het heerlijkste toonbeeld is. Is het niet iets heiligs, heilzaams en geheel volgens Gods wil, dat allen eindelijk eens terugkeren tot de ene schaapstal van Christus?
Referenties naar alinea 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Liefde van de Paus voor de Oosterse Christenen
42
Motieven tot hereniging
Wat ons betreft, wij wensen dat zij goed beseffen, hoe wij slechts gedachten van vrede en niet van onheil koesteren. (Jer. 29, 11)[[b:Jer. 29, 11]] Overigens is het voldoende bekend, dat wij dat ook metterdaad getoond hebben. En als wij ons noodgedwongen daarop beroemen, dan roemen wij in de Heer, de gever van alle goede wil. Want op het voorbeeld van onze voorgangers hebben wij ons voortdurend beijverd, de oosterse christenen de terugkeer naar de katholieke Kerk te vergemakkelijken. Hun rechtmatige liturgische gebruiken hebben wij beschermd, de oosterse studies bevorderd, heilzame wetten voor hen uitgevaardigd, onze grote zorg gewijd aan de heilige Congregatie voor de oosterse Kerk, die aan de Romeinse curie bestaat en de patriarch van de Armeniërs hebben wij met het Romeinse purper vereerd.
Wat ons betreft, wij wensen dat zij goed beseffen, hoe wij slechts gedachten van vrede en niet van onheil koesteren. (Jer. 29, 11)[[b:Jer. 29, 11]] Overigens is het voldoende bekend, dat wij dat ook metterdaad getoond hebben. En als wij ons noodgedwongen daarop beroemen, dan roemen wij in de Heer, de gever van alle goede wil. Want op het voorbeeld van onze voorgangers hebben wij ons voortdurend beijverd, de oosterse christenen de terugkeer naar de katholieke Kerk te vergemakkelijken. Hun rechtmatige liturgische gebruiken hebben wij beschermd, de oosterse studies bevorderd, heilzame wetten voor hen uitgevaardigd, onze grote zorg gewijd aan de heilige Congregatie voor de oosterse Kerk, die aan de Romeinse curie bestaat en de patriarch van de Armeniërs hebben wij met het Romeinse purper vereerd.
Referenties naar alinea 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Toen de laatste oorlog woedde met zijn nasleep van gebrek, hongersnood en ziekten, hebben wij er naar gestreefd, overal de steeds toenemende ellende te verlichten, zonder daarbij onderscheid te maken tussen hen en degenen, die ons Vader noemen. Weduwen, kinderen, ouden van dagen en zieken trachtten wij te helpen. En nog gelukkiger zouden wij zijn geweest, als wij onze middelen even groot hadden kunnen maken als onze verlangens. Mogen dus zij, die door de rampspoed der tijden zijn afgescheiden, niet dralen de verschuldigde onderwerping te betuigen aan deze Apostolische Stoel. voor wie regeren weldoen betekent, aan deze onwrikbare rots der waarheid, door God opgericht. Mogen zij dit doen in navolging van Flavianus, die tweede Johannes Chrysostomus in het doorstaan van lijden om wille van de gerechtigheid, in navolging van de Concilievaders van Chalcedon, die hoogwaardige ledematen van het mystieke lichaam van Christus, in navolging van Marcianus, die sterke, milde en wijze vorst, en van Pulcheria, die schitterende lelie van koninklijke en ongerepte schoonheid. Wij voorzien, dat deze terugkeer tot de eenheid van de Kerk een overvloedige bron van zegeningen zal worden tot algemeen welzijn van de christenheid.
Referenties naar alinea 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 Mogen gebed en studie de vooroordelen wegnemen
44
Zeker, wij weten heel goed, welk een berg van ingewortelde vooroordelen hardnekkig de blijde vervulling in de weg staat van de bede van Christus, die Hij bij het laatste avondmaal tot de eeuwige Vader richtte voor de volgelingen van het Evangelie: "Mogen ze allen één zijn." (Joh. 17, 21)[b:Joh. 17, 21] Maar wij weten ook, dat de kracht van het gebed zo groot is, dat het zelfs een berg kan verzetten en in zee werpen (Mc. 11, 23)[[b:Mc. 11, 23]], als wij één vurig gebedsfront vormen en smeken met een sterk geloof en een zuiver hart. Het is daarom ons innig verlangen dat allen, wie de dringende oproep tot terugkeer naar de christelijke eenheid ter harte gaat - en niemand, die aan Christus toebehoort, mag deze gewichtige zaak geringschatten - vurige smeekbeden richten tot God, de bron van orde, eenheid en schoonheid, opdat de lofwaardige wensen van alle goeden spoedig in vervulling mogen gaan. De weg tot bereiking van dit doel wordt zeker gebaand door een rustig onderzoek zonder verbittering of hartstocht, waarmee men thans meer dan vroeger de feiten uit het verleden pleegt te reconstrueren en te beschouwen.
Referenties naar alinea 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 De aanvallen van Gods vijanden eisen de eenheid van de Christenen
45
Maar er is nog een andere reden, die gebiedend eist, dat de Christen legerscharen zich zo spoedig mogelijk onder één vaandel verenigen om te strijden tegen de woedende aanvallen van de helse vijand. Wie wordt niet met schrik bevangen door de wilde haat, waarmee de vijanden van God in vele streken van de wereld al wat goddelijk en christelijk is dreigen te verdelgen of trachten uit te roeien? Tegenover de verbonden strijdmachten van deze vijanden mogen zij, die door het heilig merkteken van het doopsel geroepen zijn de goede strijd van Christus te strijden, niet langer verdeeld en verstrooid blijven.
Referenties naar alinea 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 5 Het lijden der gelovigen roept steeds luider op tot hereniging. Uitnodiging tot de nestorianen en monofysieten
46
De boeien, de martelingen, de pijnen, de zuchten, het bloed van de ontelbaar velen, die, bekend of onbekend, in de laatste tijd geleden hebben en ook nu nog lijden om hun standvastigheid in de deugd en hun belijdenis van het christelijk geloof, roepen met steeds luider stem allen op tot deze heilige eenheid van de Kerk.
Referenties naar alinea 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
De hoop op de terugkeer van de broeders en zonen, die reeds zo lang van deze Apostolische Stoel zijn afgescheiden, is sterker geworden door het harde en bloedige martelaarskruis van zoveel andere broeders en zonen. Dat toch niemand het heilswerk van God belette of verwaarloze! Tot deze zegenrijke en blijde terugkeer nodigen wij met dringende vaderlijke aansporing ook hen uit, die de dwaalleer van het nestorianisme en van het monofysitisme aanhangen. Laten zij er van overtuigd zijn, dat wij het als de schitterendste edelsteen aan de kroon van ons apostolaat zullen beschouwen, indien het ons gegeven wordt, liefde en eer te bewijzen aan hen, die ons des te dierbaarder zijn, naarmate hun langdurige afwezigheid een groter verlangen in ons gewekt heeft.
Referenties naar alinea 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 4 Slot
- Artikel 1 Wat de Paus hoopt als vrucht van de herdenking van Chalcedon
48
Ten slotte, eerbiedwaardige broeders, is het onze wens, dat gij met ijver en zorg de herinnering aan het heilig Concilie van Chalcedon zult laten vieren, opdat allen daardoor worden gedrongen om met een onwrikbaar geloof Christus, onze Verlosser en Koning, aan te hangen. Dat niemand, verlokt door een bedrieglijke menselijke filosofie of misleid door dubbelzinnige menselijke woorden, het wage het dogma van Chalcedon: dat er nl. in Christus twee waarachtige en volkomen naturen zijn, de goddelijke en de menselijke, die samen verbonden, maar niet vermengd bestaan in de ene persoon van het Woord, door twijfel aan het wankelen te brengen of door nieuwigheden aan te tasten. Mogen allen veeleer innig verbonden met de Bewerker van ons heil, die is "de Weg van een heilige levenswandel, de Waarheid van de goddelijke leer, en het Leven van de eeuwige gelukzaligheid" 72, 1: PL 54, 390[[913]], in Hem hun herstelde natuur liefhebben, hun herwonnen vrijheid eren, de dwaasheid van een verouderde wereld afwerpen en vol blijdschap de wijsheid van het geestelijk kindschap aanvaarden, die niet veroudert.
Referenties naar alinea 48: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Aansporing tot gebed. Apostolische zegen
49
Deze vurige verlangens moge de ene en Drie-ene God, wiens wezen goedheid en wiens wil macht is, goedgunstig aannemen op de voorspraak van de Moeder Gods en Maagd Maria, van de HH. Apostelen Petrus en Paulus, en van Euphemia, de zegevierende maagd en martelares van Chalcedon. Verenigt gij, eerbiedwaardige broeders, daarvoor uw gebeden met de onze en zorgt, dat wat wij u geschreven hebben, zoveel mogelijk aan allen bekend worde. Daarvoor betuigen wij u nu reeds onze dank en geven u en alle priesters en gelovigen, voor wier geestelijk heil gij zorg draagt, vol liefde de apostolische zegen. Moge deze u sterken om het lichte en zoete juk van Christus Koning blijmoediger op u te nemen en om in nederigheid steeds meer gelijkvormig te worden aan Hem, in wiens heerlijkheid gij eenmaal wenst te delen.
Gegeven te Rome, bij St. Pieter, de 9e september, op het feest van de geboorte van de Maagd Maria,
in het jaar 1951, het dertiende van ons pontificaat.
PAUS PIUS XII
Referenties naar alinea 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 1
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.be/toondocument/3183-sempiternus-rex-christus-nl