In de Buitengewone Vorm van de Romeinse Ritus wordt het feest van ‘Christus, Koning’ gevierd op de laatste zondag van oktober. Dit feest is in de Gewone Vorm van de Romeinse Ritus als gevolg van de herziening van de liturgische kalender – voortvloeiend uit de vernieuwing van de liturgie door Tweede Vaticaans Concilie in gang gezet – verplaatst naar de laatste zondag van het kerkelijk jaar.
Bij deze verplaatsing is ook een ander accent gegeven aan de inhoud van dit hoogfeest, ook omdat de naam ‘Christus, Koning van het heelal’ werd. Omdat de feesten Openbaring des Heren, Pasen en Hemelvaart van de Heer reeds feesten zijn waarop wij de soevereine heerschappij van Christus vieren, heeft men bij de herziening in 1970 het kosmisch en eschatologisch karakter van het koningschap van Christus meer in het licht willen plaatsen.
Bij de instelling van het feest van het koningschap van Christus in 1925 wilde Paus Pius XI – zoals hijzelf schreef in zijn Encycliek ‘Quas Primas’ – vooral het soevereine gezag van Christus bevestigen tegenover het toenemende atheïsme en de secularisatie van de maatschappij. Dit koningschap van Christus, de Heer, strekt zich uit tot allen en niet alleen tot de mensen die Christus belijden.
In de Buitengewone Vorm wordt dit Hoogfeest op de laatste zondag van oktober gevierd, want dan “alvorens wij de glorie van alle heiligen (1 november) vieren, (wordt) de roem en heerlijkheid verkondigd van Hem die in al Zijn heiligen en uitverkorenen triomfeert,” zoals Paus Pius XI het aangeeft (Quas Primas, nrs 50-51)
Zie ook Thema over Christus Koning met verdere uitleg en overzicht van teksten.