Genade, geloof en gerechtigheid

In de gebedsdienst, onder het thema "In fide vivo" (Gal. 2, 20)[[b:Gal. 2, 20]] was de lezing uit de brief aan de Romeinen (Rom. 1, 1-6.8-9.11-12.14-15)[b:Rom. 1, 1-6.8-9.11-12.14-15].

De Bijbelpassage die we zojuist hebben gehoord is het begin van een prachtige brief van Paulus aan de christenen van Rome, waarvan de boodschap draait om drie grote thema's: genade, geloof en gerechtigheid. Laten we, nu we het begin van dit nieuwe pontificaat toevertrouwen aan de voorspraak van de apostel van de heidenen, samen nadenken over zijn boodschap.

Paulus zegt allereerst dat hij de genade van de roeping van God had. (Rom. 1, 5)[[b:Rom. 1, 5]] Dat wil zeggen, hij erkent dat zijn ontmoeting met Christus en zijn ambt verbonden zijn met de liefde waarmee God hem voorging en hem riep tot een nieuw bestaan terwijl hij nog ver van het Evangelie was en de Kerk vervolgde. Augustinus - ook een bekeerling - spreekt over dezelfde ervaring en zegt: "Wat kunnen wij kiezen, als wij niet eerst zelf uitverkoren zijn? Sterker nog, als we niet eerst zelf geliefd zijn geweest, kunnen we ook niet liefhebben." 34,2[[880]] Aan de basis van elke roeping ligt God: Zijn barmhartigheid, Zijn goedheid, edelmoedig als die van een moeder (Jes. 66, 12-14)[[b:Jes. 66, 12-14]], die op natuurlijke wijze, door haar eigen lichaam, haar kind voedt wanneer het nog niet in staat is zichzelf te voeden. vgl: Psalm 130,9[[[838]]]

Paulus spreekt echter in dezelfde passage ook over “de gehoorzaamheid van het geloof” (Rom. 1, 5)[b:Rom. 1, 5], en zelfs hier deelt hij wat hij heeft ervaren. Door aan hem te verschijnen op de weg naar Damascus (Hand. 9, 1-30)[[b:Hand. 9, 1-30]], ontnam de Heer hem in feite niet zijn vrijheid, maar liet hem de mogelijkheid van een keuze, van een gehoorzaamheid die de vrucht was van inspanning, van innerlijke en uiterlijke strijd, die hij aanvaardde onder ogen te zien. Verlossing komt niet als bij toverslag, maar door een mysterie van genade en geloof, van Gods voorbedachte liefde en van het vertrouwen en de vrije navolging daarvan door de mens. (2 Tim. 1, 12)[[b:2 Tim. 1, 12]]

Als we dan de Heer danken voor de roeping waarmee hij Sauls leven veranderde, vragen we hem te weten hoe we op dezelfde manier op zijn uitnodigingen moeten reageren, zodat wij getuigen worden van de liefde “die in onze harten is uitgestort door de heilige Geest die ons gegeven is” (Rom. 5, 5)[b:Rom. 5, 5]. Laten we hem vragen te weten hoe we zijn naastenliefde kunnen cultiveren en verspreiden, waardoor we dicht bij elkaar komen. vgl. Franciscus, homilie voor...vgl. Franciscus, homilie voor de tweede vespers op het feest van de bekering van Paulus, 25 januari 2024, in dezelfde competitie van affecten die, vanuit de ontmoeting met Christus, de oude vervolger ertoe dreef zich “alle dingen voor alle mensen” te maken (1 Kor. 9, 19-23)[[b:1 Kor. 9, 19-23]] zelfs tot het martelaarschap. Zo wordt voor ons, net als voor hem, in de zwakheid van het vlees de kracht geopenbaard van het geloof in God Die rechtvaardigt. (Rom. 5, 1-5)[[b:Rom. 5, 1-5]]

Deze basiliek is al eeuwenlang toevertrouwd aan de zorg van een benedictijnse gemeenschap. Hoe kunnen we dan niet denken aan de liefde als bron en motor van de verkondiging van het Evangelie, aan de dringende oproepen van Sint Benedictus, in zijn Regel[934], tot broederlijke naastenliefde in het klooster en gastvrijheid jegens allen? Cap. LIII; LXIII[[934|+719+863]]

Maar ik zou willen besluiten met de woorden die meer dan duizend jaar later een andere Benedictus, paus Benedictus XVI, tot jongeren richtte: “Beste vrienden”, zei hij, "God houdt van ons. Dit is de grote waarheid van ons leven en het geeft betekenis aan al het andere (...). Aan de oorsprong van ons bestaan ligt een project van Gods liefde“, en het geloof leidt ons ertoe ”ons hart te openen voor dit mysterie van liefde en te leven als personen die zich door God bemind weten". Ontdek je ware roeping, 3[[4234|3]]

Hier ligt de wortel, eenvoudig en uniek, van elke zending, ook de mijne, als opvolger van Petrus en erfgenaam van de apostolische ijver van Paulus. Moge de Heer mij de genade geven om trouw te antwoorden op Zijn oproep.