Wijdelingen: Aanvaardt en bevordert de vriendschap van de Goede Herder met eucharistische liefde

Geëerde broeders in het bisschops- en in het priesterambt;
beminde wijdelingen;
beminde broeders en zusters:

Deze vierde zondag van Pasen, die traditioneel zondag van de 'Goede Herder' wordt genoemd, is van een bijzondere betekenis voor ons die zijn bijeengekomen in deze Vaticaanse basiliek. Het is een absoluut unieke dag, vooral voor u, beste diakens, die ik als bisschop en herder van Rome, met vreugde de priesterwijding zal toedienen. U wordt dus onderdeel van ons presbyterium. Tezamen met de kardinaal-vicaris, de hulpbisschoppen en de priesters van het bisdom, dank ik de Heer voor het geschenk van uw priesterschap dat onze gemeenschap verrijkt met 22 nieuwe herders.

De theologische dichtheid van de korte evangelie-passage die zojuist is verkondigd, helpt ons om de betekenis en waarde van deze plechtige viering beter te onderscheiden. Jezus spreekt over zichzelf als de goede Herder die eeuwig leven schenkt aan zijn schapen (Joh 10, 28)[[b:Joh 10, 28]]. Het beeld van de herder is diep geworteld in het Oude Testament en wordt veel gebruikt in de christelijke traditie. De profeten schrijven de titel van "Herder van Israël" toe aan de toekomstige afstammeling van David; hij heeft daarom zeker een messiaans belang (Ez 34, 23)[[b:Ez 34, 23]]. Jezus is de ware herder van Israël omdat hij de Mensenzoon is die de toestand van de mensheid wilde delen om hen nieuw leven te geven en hen tot de verlossing te leiden. Aan de term "herder" voegt de evangelist betekenisvol het bijvoeglijk naamwoord kalós toe, schoon, mooi, goed, dat hij alleen gebruikt met verwijzing naar Jezus en zijn zending. Ook in het relaas van de bruiloft van Kana wordt het bijvoeglijk naamwoord kalós tweemaal toegepast op de wijn die door Jezus wordt aangeboden, en het is gemakkelijk om er het symbool in te zien van de goede wijn van de messiaanse tijden (Joh 2, 10)[[b:Joh 2, 10]].

"Ik geef hun (aan mijn schapen) eeuwig leven; zij zullen in eeuwigheid niet verloren gaan" (Joh 10, 28)[b:Joh 10, 28]. Zo zegt Jezus dat, die kort tevoren had gezegd: "De goede herder geeft zijn leven voor de schapen" (Joh 10, 11)[[b:Joh 10, 11]]. Heilige Johannes gebruikt het werkwoord tithénai, aanbieden, dat hij herhaalt in de volgende verzen (15, 17 en 18)[b:joh 10, 15.17.18]; we vinden ditzelfde werkwoord in het relaas van het Laatste Avondmaal, toen Jezus zijn bovenkleren "aflegde" en ze vervolgens "opnieuw aantrok" (Joh 13, 4. 12)[[b:Joh 13, 4. 12]]. Het is duidelijk dat op deze manier wordt bevestigd dat de Verlosser met absolute vrijheid over zijn leven beschikt, zodat Hij het kan geven en het vervolgens vrij kan aannemen.

Christus is de ware goede Herder die zijn leven gaf voor de schapen -voor ons- door zichzelf aan het kruis te offeren. Hij kent zijn schapen en zijn schapen kennen hem, zoals de Vader hem kent en Hij de Vader kent (Joh 10, 14-15)[[b:Joh 10, 14-15]]. Het gaat niet slechts om een intellectuele kennis, maar om een diepe persoonlijke relatie; een kennis van het hart, typisch van wie bemint en van de beminde; van wie trouw is en van wie weet dat hij op zijn beurt kan vertrouwen; een kennis van liefde, op grond waarvan de Herder de zijnen uitnodigt om Hem te volgen, en die zich volledig manifesteert in het geschenk van het eeuwige leven dat Hij hen geeft (Joh 10, 27-28)[[b:Joh 10, 27-28]].

Beste wijdelingen, de zekerheid dat Christus ons niet in de steek laat en dat geen obstakel zijn universele heilsplan zal kunnen tegenhouden, is een reden voor voortdurende troost - zelfs in moeilijkheden - en van niet aflatende hoop. De goedheid van de Heer is altijd met u en is sterk. Het wijdingssacrament dat u gaat ontvangen, zal u laten delen in dezelfde zending van Christus; u zult geroepen zijn om het zaad van zijn Woord te zaaien -het zaad dat in zich het koninkrijk Gods draagt-, om goddelijke genade uit te delen en de gelovigen aan de tafel van zijn Lichaam en zijn Bloed te voeden.

Om waardige bedienaars te zijn, moet u uzelf onophoudelijk voeden met de Eucharistie, bron en hoogtepunt van het christelijke leven. Door tot het altaar te naderen, uw dagelijkse school van heiligheid, van gemeenschap met Jezus, van de weg om te delen in zijn gevoelens, om het kruisoffer opnieuw tegenwoordig te stellen, zult u in toenemende mate de rijkdom en tederheid ontdekken van de liefde van de goddelijke Meester die u heden roept tot een inniger vriendschap met hem. Als u hem volgzaam hoort, als u hem trouw volgt, zult u leren zijn liefde en hartstocht te vertalen naar het leven en de pastorale bediening tot heil van de zielen. Elk van u, beste wijdelingen, zal met de hulp van Jezus een goede herder worden, bereid om ook het leven voor hem te geven indien nodig.

Dit gebeurde aan het begin van het christendom met de eerste volgelingen terwijl, zoals we in de eerste lezing hebben gehoord, het Evangelie zich verspreidde te midden van vertroostingen en moeilijkheden. Het is de moeite waard om de laatste woorden te benadrukken van de passage van de Handelingen van de Apostelen die we hebben gehoord: "De leerlingen waren vervuld van vreugde en van de heilige Geest" (Hnd 13, 52)[b:Hnd 13, 52]. Ondanks het onbegrip en tegenstellingen, waarvan men ons heeft gesproken, verliest de apostel van Christus de vreugde niet, sterker nog, hij is getuige van de vreugde die voortkomt uit het zijn met de Heer, uit de liefde tot Hem en de broeders.

Op deze Wereldgebedsdag voor roepingen, die dit jaar het onderwerp heeft: De roeping ten dienste van de Kerk als communio[1836] , vragen we dat degenen die zijn uitverkoren voor zo een verheven zending vergezeld mogen zijn van de gemeenschap in gebed van alle gelovigen.
Laten we vragen dat in alle christelijke parochies en gemeenschappen de zorg voor de roepingen en voor de vorming van priesters vermeerdert: die begint in het gezin, vervolgt op het seminarie en betrekt al diegenen die betrokken zijn bij het heil van de zielen.

Beminde broeders en zusters die deelnemen aan deze feestelijke viering, en in de eerste plaats u, familieleden, familie en vrienden van deze 22 diakens die aanstonds tot priester zullen worden gewijd, laten we deze broeders in de Heer steunen met onze geestelijke solidariteit. Laten we bidden dat zij trouw zijn aan de zending waartoe de Heer hen vandaag roept, en dat zij bereid zijn hun "ja" elke dag te vernieuwen, hun "hier ben ik" (adsum), zonder bedenkingen. En op deze Gebedsdag voor roepingen bidden we tot de Heer van de oogst dat Hij talloze en heilige priesters blijft roepen, volledig toegewijd aan de dienst van het christenvolk.

Op dit zo plechtige en belangrijke moment in uw leven, richt ik me nogmaals tot u, beminde wijdelingen. Tot u herhaalt Jezus vandaag: "Ik noem u geen dienaars meer, maar vrienden" (Joh 15,15)[b:Joh 15,15]. Aanvaardt en bevordert deze vriendschap met "eucharistische liefde". Moge Maria u vergezellen, hemelse Moeder van de priesters. Zij die aan de voet van het kruis zich bij het offer van haar zoon voegde en, na de verrijzenis in de Bovenzaal, die met de Apostelen en met de andere leerlingen de gave van de Geest ontving, moge u helpen en ieder van ons, beminde broeders in het priesterschap, om ons inwendig te laten omvormen door Gods genade. Alleen zo is het mogelijk om getrouwe beeltenissen te zijn van de goede Herder; alleen zo kan met vreugde de zending worden vervuld om de kudde te kennen, te begeleiden en lief te hebben die Jezus heeft bijeengebracht tot de prijs van zijn bloed.
Amen.