Inter sodalicia
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Inter sodalicia
Onder de broederschappen
Paus Benedictus XV
22 maart 1918
Pauselijke geschriften - Apostolische Brieven
AAS 10, 1918
1918
14 augustus 2025
937
nl
Taalopties voor dit document
Referenties naar dit document: 1
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Inhoud
AAN DE BROEDERSCHAP VAN ONZE LIEVE VROUW VAN DE GOEDE DOOD, OP SOMMIGE FEESTDAGEN, EN AAN ALLE CHRISTENGELOVIGEN DIE BEPAALDE VASTGESTELDE GEBEDEN RECITEREN OM EEN HEILIGE DOOD TE VERKRIJGEN, WORDEN VOLLE EN GEDEELTELIJKE AFLATEN VERLEEND.
Paus BENEDICTUS XV
Tot blijvende gedachtenis.
Paus BENEDICTUS XV
Tot blijvende gedachtenis.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOnder de broederschappen die zowel de verering van de Heilige Maagd Maria bevorderen als de geestelijke belangen van de christengelovigen, neemt de Broederschap onder de titel van Onze Lieve Vrouw van de Goede Dood, door de priesters van de Heilige Maria (van Tinchebray) nog niet zo heel lang geleden opgericht, ongetwijfeld een zeer eervolle plaats in, als men bedenkt met welk doel zij is gesticht en hoe ver zij tot op heden, met de grootste overvloed aan geestelijke vruchten, over de wereld is verspreid. Want wie in haar worden opgenomen, hebben zich volgens het doel en de regels van het gezelschap voorgenomen de Smartvolle Maagd te vereren en ervoor te zorgen dat zij door allen wordt vereerd, en zo de verdiensten van de gebeden en de smarten van diezelfde Maagd, staande bij het kruis van Jezus, aan God op te dragen en erop te vertrouwen dat zij door die verdiensten voor zichzelf en voor anderen de genade van de volharding in het christelijk geloof en in de christelijke zeden, of van een terugkeer tot een goed leven, en vooral van een heilige dood in de omhelzing van Christus — waarvan het eeuwige geluk afhangt — zullen verkrijgen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDat de Maagd van Smarten als patrones van een goede dood wordt gekozen en aangeroepen, komt niet alleen op wonderbare wijze overeen met de katholieke leer en het vrome gevoelen van de Kerk, maar berust ook op een hoop die terecht en gelukkig is geplaatst. Immers, de kerkleraren leren algemeen dat de heilige Maagd Maria, die bij het openbare leven van Jezus Christus als het ware afwezig leek, door goddelijk raadsbesluit aanwezig was toen Hij de dood onderging en aan het kruis werd genageld. Zij heeft immers zo met de lijdende en stervende Zoon geleden en is als het ware met Hem gestorven, dat zij haar moederlijke rechten op de Zoon voor het heil van de mensen heeft prijsgegeven en, voor zover het van haar afhing, de Zoon heeft geofferd om Gods gerechtigheid te verzoenen, zodat men met recht kan zeggen dat zij samen met Christus het menselijk geslacht heeft verlost. En indien daarom, juist om deze reden, alle genaden die wij uit de schat van de Verlossing ontvangen, als het ware uit de handen van de Maagd van Smarten zelf worden aangereikt, ziet iedereen in dat een heilig sterven door haarzelf te verwachten is, aangezien juist in dit bijzondere geschenk het werk van de Verlossing in ieder mens op doeltreffende en blijvende wijze wordt voltooid.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet is eveneens duidelijk dat de Maagd van Smarten, die door Jezus Christus tot Moeder van alle mensen is aangesteld, hen als het ware heeft ontvangen als bij testament aan haar nagelaten getuigenis van oneindige liefde, en dat zij het ambt van het behoeden van hun geestelijk leven met moederlijke goedheid vervult. Zij kan daarom niet anders dan haar aangenomen kinderen, die haar het dierbaarst zijn, met des te grotere zorg te hulp komen op dat ogenblik waarop het gaat om hun heil en heiligheid, die voor de eeuwigheid moeten worden bevestigd. Daarom smeekt de Kerk zelf in meerdere liturgische gebeden de heilige maagd Maria dat zij barmhartig bij de mensen zal staan die in het uur van de dood strijden; en onder de christengelovigen bestaat, door langdurige ervaring bevestigd, de zeer vaste overtuiging dat allen die deze Maagd als patrones hebben, voor eeuwig niet verloren zullen gaan. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de Broederschap van Onze Lieve Vrouw van de Goede Dood, waarvan wij spraken, reeds vijfhonderdduizend gelovigen, van beide geslachten en uit alle maatschappelijke standen, in haar rangen heeft opgenomen, aangezien zij zo geschikt en passend voor deze tijden wordt geacht. Want helaas moeten wij constateren dat heden ten dage te veel kinderen van de Kerk — om nog maar te zwijgen over hen die het geloof hebben afgelegd of de christelijke plichten geheel verwaarlozen — zo in beslag worden genomen door zaken en door vluchtige en ijdele genoegens van de wereld, dat zij zelfs geen enkele zorg opvatten bij de heilzame gedachte aan de dood, of er veeleer doelbewust naar streven hun verstand en geest daarvan af te wenden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDeze Broederschap, die men terecht een apostolaat van de goede dood kan noemen, heeft niet alleen de vurige goedkeuring gekregen van vele kardinalen van de Heilige Roomse Kerk en bisschoppen van de katholieke wereld, maar werd ook door onze zalig in de Heer ontslapen voorganger Pius X met bijzondere welwillendheid omhelsd en rijkelijk begiftigd met overvloedige genaden; en wijzelf achten haar geenszins minder dan deze paus haar heeft geacht, noch zijn wij minder bereid haar voorspoedige werkzaamheid royaal te ondersteunen. Van deze onze gezindheid hebben wij kort na onze verkiezing tot het pontificaat, door de beschikking van de barmhartige God, een duidelijk getuigenis gegeven in een brief aan onze geliefde zoon, de algemene overste van de Congregatie van de Priesteren van de Heilige Maria, en een tweede, even duidelijk, zullen wij spoedig uitgeven, in de vaste en zekere hoop dat deze priesters van de Heilige Maria, aan wie het apostolaat van de goede dood gelukkig is toevertrouwd, hun taak, als iets bijzonder en hun eigen, zo zullen vervullen dat zij, met hulp van bisschoppen, pastoors en zogenaamde zelatoren, de Broederschap over de gehele wereld verder zullen verspreiden en voor zeer velen van de gelovigen een kostbare dood in het oog van de Heer door de verheven Patrones zullen verkrijgen. Daar nu onze geliefde zoon Henri Rondet, algemeen procurator van dezelfde Congregatie, ons eerbiedig heeft verzocht om aan de aflaten die onze vorige voorganger aan de Broederschap van Onze Lieve Vrouw van de Goede Dood heeft verleend, nog enkele andere toe te voegen uit apostolische goedheid, hebben wij gemeend aan zo’n vroom verzoek te moeten voldoen, gedreven door onze godsvrucht tot de Maagd van Smarten en onze toewijding aan een zo vruchtbaar werk.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVertrouwend op de barmhartigheid van de almachtige God en op het gezag van de heilige apostelen Petrus en Paulus, en na raadpleging van onze geliefde zoon, kardinaal Grootpenitentiaris, verlenen wij — aan alle en iedere gelovige die lid zijn van de Broederschap van Onze Lieve Vrouw van de Goede Dood, zowel reeds ingeschrevenen als zij die in de toekomst zullen worden ingeschreven — die, na een geldige biecht en het ontvangen van de heilige communie, op de feestdagen van Onze Lieve Vrouw bij de stervenden (namelijk op 11 mei), van de Verschijning van de heilige aartsengel Michaël (8 mei) en van de Wijding van de heilige aartsengel Michaël (29 september), vanaf de middag van de voorafgaande dag tot middernacht van de feestdag, een kerk of een openbaar oratorium zullen hebben bezocht en daar vrome gebeden tot God zullen hebben verricht voor de eensgezindheid van de christelijke vorsten, de uitroeiing van ketterijen, de bekering van zondaars en de verheffing van de heilige Moeder Kerk — op de dag waarop zij het laatst voorgeschreven werk volbrengen — een volle aflaat, dat wil zeggen kwijtschelding en vergeving in de Heer van al hun zonden. En indien diezelfde leden niet in staat zijn te biechten en de hemelse gaven te ontvangen, schenken wij hun — in plaats van de volle aflaat — barmhartig in de Heer een aflaat van zeven jaar en zeven quadragenen, mits zij, zoals boven beschreven, op die dagen een kerk of openbaar oratorium bezoeken en daar bidden naar de intentie van de paus.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVoorts verlenen wij, met hetzelfde gezag, aan alle en iedere gelovige — ook al zijn zij geen lid van de Broederschap — op elk van de zeven opeenvolgende vrijdagen die onmiddellijk voorafgaan aan elk van de twee feestdagen van de Maagd van Smarten, indien zij, na een geldige biecht en het ontvangen van de heilige communie, zevenmaal het Onze Vader, het Weesgegroet en het Eer aan de Vader bidden, een volle aflaat; telkens wanneer zij een noveengebed volbrengen waarin, om de genade van een heilige dood af te smeken, dagelijks het gebed Recordare, Virgo wordt gereciteerd, overeenkomstig het model dat aan deze Onze brief is gehecht en dat in het archief van de Kanselarij van Apostolische Breven wordt bewaard, mits zij hun zonden geldig hebben beleden en de heilige communie hebben ontvangen, eveneens een volle aflaat; en onder dezelfde laatste voorwaarde, eenmaal per maand, indien zij dagelijks het gezang Ave, Mater dolorosa bidden, dat eveneens bij deze Onze brief is gevoegd en in het genoemde archief wordt bewaard, ook — op de dag dat zij het laatst voorgeschreven werk volbrengen — een volle aflaat en volledige kwijtschelding van al hun zonden. Bovendien verlenen wij aan alle en iedere gelovige, ook al behoren zij niet tot de Broederschap, op elk van de hierboven genoemde vrijdagen, indien zij zevenmaal het Onze Vader, het Weesgegroet en het Eer aan de Vader bidden, een aflaat van zeven jaar en zeven quadragenen; voor iedere dag van de genoemde noveen, driehonderd dagen; en telkens wanneer zij het genoemde gezang bidden, eveneens driehonderd dagen, af te trekken van de opgelegde straffen, in de gewone vorm van de Kerk. Ten slotte willen wij dat het voor al deze leden van de Broederschap en andere christengelovigen geoorloofd is de volle en gedeeltelijke aflaten die wij hebben verleend, ook toe te passen tot kwijtschelding van de smetten en straffen van de overledenen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWij bepalen dat deze Onze brieven altijd vast, geldig en krachtig zullen zijn en blijven, dat zij hun volle en gehele uitwerking zullen hebben en verkrijgen, en dat zij degenen voor wie zij gelden of in de toekomst kunnen gelden, in alles en overal volledig ten goede zullen komen; dat zij derhalve in de hierboven vermelde zaken zo moeten worden vastgesteld en geoordeeld, en dat alles wat daartegen, door wie dan ook, met welk gezag ook, bewust of onbewust, mocht worden ondernomen, nietig en zonder kracht zal zijn. Deze brieven zullen voor altijd van kracht blijven. Ongeacht alle hiermee strijdige bepalingen.
Gegeven te Rome, bij Sint-Pieter, onder de Ring van de Visser, op 22 maart, op het feest van de Zeven Smarten van de heilige Maagd Maria, in het jaar 1918, het vierde van Ons pontificaat.
P. KARD. GASPARRI,
Staatssecretaris.
Gegeven te Rome, bij Sint-Pieter, onder de Ring van de Visser, op 22 maart, op het feest van de Zeven Smarten van de heilige Maagd Maria, in het jaar 1918, het vierde van Ons pontificaat.
P. KARD. GASPARRI,
Staatssecretaris.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I. Noveengebeden om op voorspraak van de Maagd van Smarten een heilige dood af te smeken.
Recordare, Virgo Mater Dei, dum steteris in conspectu Domini, ut loquaris pro nobis bona, et ut avertat indignationem suam a nobis.
1. Sancta Mater, istud agas,
Crucifixi fige plagas
Cordi meo valide.
2. Fac ut portem Christi mortem,
Passionis fac consortem
Et plagas recolere.
3. Flammis ne urar succensus,
Per te, Virgo, sim defensus
In die iudicii.
4. Christe, cum sit hinc exire,
Da per Matrem me venire
Ad palmam victoriae.
5. Quando corpus morietur,
Fac ut animae donetur
Paradisi gloria.
Amen.
V. Ora pro nobis, Virgo dolorosissima.
R. Quae iuxta Crucem Iesu constitisti.
Oremus.
Interveniat pro nobis, quaesumus, Domine Iesu Christe, nunc et in hora mortis nostrae, apud tuam clementiam, Beata Virgo Maria Mater tua, cuius sacratissimam animam in hora tuae Passionis doloris gladius pertransivit. Per te, Iesu Christe, Salvator mundi, qui cum Patre et Spiritu Sancto vivis et regnas in saecula saeculorum.
R. Amen.
3 Ave Maria.
Nostra Domina a bona morte, ora pro nobis.
Sancte Ioseph, ora pro nobis.
1. Sancta Mater, istud agas,
Crucifixi fige plagas
Cordi meo valide.
2. Fac ut portem Christi mortem,
Passionis fac consortem
Et plagas recolere.
3. Flammis ne urar succensus,
Per te, Virgo, sim defensus
In die iudicii.
4. Christe, cum sit hinc exire,
Da per Matrem me venire
Ad palmam victoriae.
5. Quando corpus morietur,
Fac ut animae donetur
Paradisi gloria.
Amen.
V. Ora pro nobis, Virgo dolorosissima.
R. Quae iuxta Crucem Iesu constitisti.
Oremus.
Interveniat pro nobis, quaesumus, Domine Iesu Christe, nunc et in hora mortis nostrae, apud tuam clementiam, Beata Virgo Maria Mater tua, cuius sacratissimam animam in hora tuae Passionis doloris gladius pertransivit. Per te, Iesu Christe, Salvator mundi, qui cum Patre et Spiritu Sancto vivis et regnas in saecula saeculorum.
R. Amen.
3 Ave Maria.
Nostra Domina a bona morte, ora pro nobis.
Sancte Ioseph, ora pro nobis.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. – Gebed ter ere van Onze Lieve Vrouw van de Goede Dood.
1. Ave, Mater dolorosa,
Martyrumque prima rosa,
Audi vocem supplicis:
Fac, ut mortis in agone,
Tua fidens protectione,
Iusti pace gaudeam.
2. Per dolorem, o Maria,
Tibi Senis prophetia,
Velut ense, conditum:
Fac, ut mortis, etc.
3. Per dolorem, quem tulisti,
In Aegyptum quum fugisti,
Ut salvares Puerum:
Fac, ut mortis, etc.
4. Per dolorem, quando moerens,
Inter notos Iesum quaerens,
Revocabas perditum:
Fac, ut mortis, etc.
5. Per dolorem, qui te pressit,
Dulcis Natus quum processit,
Fractus ligni pondere:
Fac, ut mortis in agone,
Tua fidens protectione,
Iusti pace gaudeam.
6. Per dolorem cordi infixum,
Dum spectabas Crucifixum,
Sacra simul victima:
Fac, ut mortis, etc.
7. Per dolorem, quando Christi
Corpus ulnis excepisti
E Cruce depositum:Fac, ut mortis, etc.
8. Per dolorem, dum condebas,
Pia Mater, et linquehas
In sepulcro Filium:
Fac, ut mortis, etc.
9. Christe, cum sit hinc exire,
Da per Matrem me venire
Ad palmam victoriae.
Amen.
Martyrumque prima rosa,
Audi vocem supplicis:
Fac, ut mortis in agone,
Tua fidens protectione,
Iusti pace gaudeam.
2. Per dolorem, o Maria,
Tibi Senis prophetia,
Velut ense, conditum:
Fac, ut mortis, etc.
3. Per dolorem, quem tulisti,
In Aegyptum quum fugisti,
Ut salvares Puerum:
Fac, ut mortis, etc.
4. Per dolorem, quando moerens,
Inter notos Iesum quaerens,
Revocabas perditum:
Fac, ut mortis, etc.
5. Per dolorem, qui te pressit,
Dulcis Natus quum processit,
Fractus ligni pondere:
Fac, ut mortis in agone,
Tua fidens protectione,
Iusti pace gaudeam.
6. Per dolorem cordi infixum,
Dum spectabas Crucifixum,
Sacra simul victima:
Fac, ut mortis, etc.
7. Per dolorem, quando Christi
Corpus ulnis excepisti
E Cruce depositum:Fac, ut mortis, etc.
8. Per dolorem, dum condebas,
Pia Mater, et linquehas
In sepulcro Filium:
Fac, ut mortis, etc.
9. Christe, cum sit hinc exire,
Da per Matrem me venire
Ad palmam victoriae.
Amen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 1
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.be/toondocument/937-inter-sodalicia-nl