Hartstocht voor de evangelisatie 27. - Het Evangelie is voor allen

Geliefde broeders en zusters!

Vorige keer hebben gezien dat de christelijke boodschap vreugde is. Vandaag staan we stil bij een tweede kenmerk: zij is er voor allen. De christelijke boodschap is vreugde voor allen. Wanneer we de Heer Jezus echt ontmoeten, dan doordringt de verbazing over deze ontmoeting heel ons leven en vraagt erom verder gedragen te worden, voorbij onszelf. Dat wenst Hij: dat zijn Evangelie er voor allen weze. Daarin bestaat immers een “humaniserende kracht”, een levensvervulling die gericht is op elke man en elke vrouw. Immers, Christus is voor allen geboren, gestorven en verrezen. Voor allen: niemand uitgesloten.

In Evangelii Gaudium[4984] staat te lezen: “Zij hebben allen het recht het Evangelie te ontvangen. Christenen hebben de plicht het Evangelie te verkondigen zonder iemand uit te sluiten. Daarbij moeten ze geen nieuwe verplichtingen opleggen, maar anderen laten delen in hun vreugde, hen een mooie horizon aanwijzen en uitnodigen op een heerlijke maaltijd. De Kerk groeit niet door proberen te bekeren, maar ‘door aantrekking’” Evangelii Gaudium, 14[[4984|14]] Broeders, zusters laten we beseffen dat wij ten dienste staan van de universele bestemming van het Evangelie, het is voor allen en laten we ons onderscheiden door het vermogen uit onszelf te treden – een boodschap moet om een echte boodschap te zijn, uit het eigen egoïsme treden - en ook het vermogen bezitten elke grens te overschrijden. Christenen bevinden zich meer op de kerktrappen dan in de sacristie en trekken “over de pleinen en door de straten van de stad” (Lc. 14, 21)[b:Lc. 14, 21]. Zij moeten openstaan en zich verbreiden, christenen moeten “extrovert” zijn. Dit kenmerk van hen komt van Jezus die van zijn aanwezigheid in de wereld een voortdurende reis heeft gemaakt met de bedoeling allen te bereiken, zelfs door van sommige van zijn ontmoetingen te leren.

In deze zin verhaalt het Evangelie de verbazingwekkende ontmoeting van Jezus met een vreemde vrouw, een Kananeese die Hem smeekt haar zieke dochter te genezen. (Mt. 15, 21-28)[[b:Mt. 15, 21-28]] Jezus weigert en zegt dat Hij gezonden werd “alleen voor de verloren schapen van het huis Israël” “en dat het niet goed is het brood dat voor de kinderen bestemd is, aan de honden te geven” (Mt. 15, 24.26)[b:Mt. 15, 24.26]. Maar de vrouw reageert, met de kenmerkende volharding van de eenvoudigen, dat ook “de honden de kruimels eten die van de tafel van hun meesters vallen” (Mt. 15, 27)[b:Mt. 15, 27].Jezus is getroffen en zegt: “Vrouw, ge hebt een groot geloof! Uw verlangen wordt ingewilligd!” (Mt. 15, 28)[b:Mt. 15, 28]. Deze ontmoeting met die vrouw heeft iets unieks. Niet alleen omdat iemand Jezus van gedachte doet veranderen, en dat gebeurt nog wel door een vrouw, vreemd en heidens; maar de Heer zelf wordt bevestigd in het feit dat zijn prediking niet beperkt moet blijven tot zijn volk, maar zich moet openen voor allen.

De Bijbel toont ons dat wanneer God iemand roept en met enkelen een verbond sluit de norm altijd deze is: Hij kiest iemand uit om anderen te bereiken, dat is Gods norm, van de roeping door God. Alle vrienden van de Heer hebben de schoonheid maar ook de verantwoordelijkheid ervaren en de zwaarte van het door Hem “gekozen” zijn. En allen hebben de ontmoediging ervaren van de eigen zwakheid of het verlies van de eigen zekerheden. Maar wellicht de grootste bekoring is de ontvangen roeping te beschouwen als een voorrecht. Asjeblieft neen. Roeping is nooit een voorrecht, nooit. Wij kunnen niet zeggen dat we bevoorrecht zijn ten aanzien van anderen, neen. Roeping gebeurt met het oog op een dienst. God kiest iemand om allen lief te hebben, om allen te bereiken.

Ook om de bekoring te voorkomen het christendom te vereenzelvigen met een cultuur, met een volk, met een systeem. Op die wijze verliest het zijn waarlijk katholieke natuur, om er te zijn voor allen. Universeel is niet een groepje uitverkorenen van beste makelij. Laten we dit niet vergeten: God kiest iemand uit om allen te beminnen. Dit is de horizon van de universaliteit. Het Evangelie is er niet slechts voor mij. Het is er voor allen, laten we dat niet vergeten. Dankjewel.