Informatie over dit document
Moge Maria ons helpen getuigen te zijn van de verrezen Heer
Hoogfeest van Hemelvaart (Jaar B) - Sint Pietersplein
Pauselijke geschriften - Angelus/Regina Caeli
2021, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk / Nederlandse Bisschoppenconferentie
Vert. uit het Frans (zenit.org); alineaverdeling en -nummering: redactie
16 mei 2021
Maranatha-gemeenschap, kro-ncrv.nl/katholiek
Toon meerReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzicht
Extra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord
Reageer op dit document
Deel op social media
Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Dierbare broeders en zusters,
Vandaag wordt in Italië en in andere landen het hoogfeest van Hemelvaart gevierd. De bladzijde uit het Evangelie – het slot van het Marcusevangelie – presenteert ons de laatste ontmoeting van de verrezen Heer met Zijn leerlingen voordat Hij opstijgt tot aan de rechterzijde van de Vader. Afscheid is, zoals wij weten, gewoonlijk droevig, het geeft aan degenen die achterblijven een gevoel van verlorenheid, verlatenheid. Dat overkomt de leerlingen echter niet. Ondanks het loslaten van de Heer, geven zij geen blijk van ontroostbaarheid, integendeel, zij zijn vol vreugde en bereid om als missionaris de wereld in te gaan.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hoe komt het dat de leerlingen niet bedroefd zijn? Waarom moeten ook wij ons verheugen wanneer wij Jezus ten Hemel zien stijgen?
Hemelvaart voltooit Jezus’ zending onder ons. Inderdaad, als Jezus voor ons uit de Hemel is neergedaald, is het ook voor ons dat Hij ernaar opstijgt. Na neergedaald te zijn in onze mensheid en deze vrijgekocht te hebben, stijgt Hij nu ten Hemel en neemt ons lichaam met zich mee. Hij is de eerste mens die de Hemel binnengaat, want Jezus is mens, waarlijk mens, en God, waarlijk God: ons lichaam is in de Hemel en dat bereidt ons vreugde.
Aan de rechterzijde van de Vader zetelt nu, voor het eerst, een menselijk lichaam, het lichaam van Jezus, en in dit mysterie schouwt ieder van ons zijn eigen toekomstige bestemming. Er is in geen geval sprake van in de steek laten, Jezus blijft voor altijd bij Zijn leerlingen – bij ons. Hij blijft in het gebed, want Hij bidt als mens tot de Vader, en als God. Als mens en God toont Hij Hem Zijn wonden, de wonden waarmee Hij ons heeft vrijgekocht. Het gebed van Jezus is daar, met ons lichaam: Hij is één van de onzen, Hij is God en mens, en Hij bidt voor ons. En dat moet ons zekerheid geven, en zelfs vreugde, grote vreugde!
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Het tweede motief voor de vreugde is de belofte van Jezus. Hij heeft ons gezegd: “Ik zal de Heilige Geest tot u zenden”. Met de Heilige Geest wordt het gebod verwezenlijkt dat Hij ons vlak voor Zijn afscheid geeft: “Gaat uit over de hele wereld en verkondigt het evangelie”. Het zal de kracht van de Heilige Geest zijn die ons in de wereld brengt om het evangelie te verkondigen. Het is de Heilige Geest van die dag, die Jezus beloofd heeft, en die negen dagen later, zal komen op het Pinksterfeest.
Het is juist de Heilige Geest die het mogelijk maakt dat wij vandaag allemaal vol vreugde zijn! Jezus is naar de Hemel gegaan: de eerste mens bij de Vader. Hij is met Zijn wonden, de prijs voor ons heil, weggegaan en Hij bidt voor ons. En dan zendt Hij ons de Heilige Geest, Hij belooft de Heilige Geest om te evangeliseren. Daarom de vreugde van vandaag, daarom de vreugde van deze Hemelvaartdag.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Broeders en zusters, nu wij op dit feest van Hemelvaart naar de Hemel kijken waar Christus naar opgestegen is en waar Hij zetelt aan de rechterhand van de Vader, vragen wij aan Maria, Koningin van de Hemel, ons te helpen om in de wereld moedige getuigen te zijn van de verrezen Heer in de concrete situaties van het leven.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Ná het bidden van het Regina Caeli
Ik volg met grote bezorgdheid wat er in het Heilig Land gebeurt. Dezer dagen hebben gewelddadige gewapende conflicten tussen de Gazastrook en Israël de overhand gekregen, en deze dreigen te ontaarden in een spiraal van dood en verderf. Talloze mensen zijn gewond geraakt, en veel onschuldige mensen zijn gestorven. Onder hen zijn kinderen, en dit is verschrikkelijk en onaanvaardbaar. Hun dood is een teken dat men niet aan de toekomst wil bouwen, maar die wil vernietigen.
Bovendien is de toename van haat en geweld die verschillende steden in Israël treft, een ernstige wond voor de broederschap en het vreedzaam samenleven van burgers, die moeilijk te helen zal zijn als wij ons niet onmiddellijk openstellen voor de dialoog. Ik vraag me af: waar zullen haat en wraak toe leiden? Denken we echt dat we vrede kunnen stichten door de ander te vernietigen? In naam van God die alle mensen heeft geschapen, gelijk in rechten, plichten en waardigheid, en die hen heeft opgeroepen als broeders en zusters onder elkaar samen te leven roep ik op tot kalmte en, aan hen die daarvoor verantwoordelijk zijn, tot het staken van het wapengekletter en tot het bewandelen van de paden van vrede, ook met de hulp van de internationale gemeenschap.
Laten we onophoudelijk bidden dat Israëliërs en Palestijnen de weg van dialoog en vergeving mogen vinden, dat zij geduldige bouwers van vrede en gerechtigheid mogen zijn, die zich stap voor stap openstellen voor een gemeenschappelijke hoop, voor een samenleven van broeders.
{...}
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.be/toondocument/8300-moge-maria-ons-helpen-getuigen-te-zijn-van-de-verrezen-heer-nl