De Drie-eenheid Wij veroordelen en verwerpen het boek of de verhandeling welke de Abt Joachim heeft uitgegeven tegen magister Petrus Lombardus over de eenheid of het wezen van de Drievuldigheid. Hij noemt hem een ketter of een dwaas, omdat hij in zijn zegt:
“want de hoogste werkelijkheid is de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, Zij brengen niet voort (generans), noch worden zij voortgebracht (genitus) en noch gaan zij uit (procedens).”
Daarom beweert hij dat deze niet zozeer een Drievuldigheid als veel meer een viervuldigheid heeft gecreëerd in God, te weten de drie Personen en als vierde hun gemeenschappelijk wezen. Hij verklaart duidelijk dat er geen werkelijkheid is, die de Vader, de Zoon en de Heilige Geest zouden zijn, ook geen wezen, geen substantie en geen natuur. Daarentegen vervolgt hij dat Vader, Zoon en Heilige Geest één wezen,
één substantie en
één natuur zijn. Men moet bekennen dat een dusdanige eenheid geen ware (
veram) en eigenlijke (
propriam) eenheid is, maar als het ware een collectieve (
collectivam) die gestoeld is op gelijkenis (
similitudinariam), zoals vele mensen
één volk genoemd worden, en vele mensen
één Kerk, volgens het woord: “
De menigte gelovigen waren één van hart en één van ziel" en "
Wie God aanhangt is één van Geest" en evenzo: "
Die plant en begiet is één en dezelfde" en: "
Wij allen zijn één Lichaam in Christus" en eveneens in het boek der Koningen: "
Mijn volk en uw volk zijn één" .
Om echter zijn bewering te onderbouwen, beroept hij zich vooral op het woord dat Christus in het Evangelie zegt over de gelovigen: “
Ik wil Vader, dat zij één zijn in ons, zoals ook wij één zijn, opdat zij volkomen zijn in één” . De Christengelovigen zijn namelijk niet één, zoals hij zegt, dat wil zeggen: één werkelijkheid, die gemeenschappelijk is aan allen, maar zij zijn één op die manier, dat wil zeggen
één Kerk, wegens de eenheid in het katholieke geloof en tenslotte één koninkrijk, wegens de eenheid in een onverbrekelijke liefde, zoals men in de canonieke brief van Johannes kan lezen: “
Want drie zijn het die getuigenis geven in de hemel, de Vader en de Zoon en de Heilige Geest en deze drie zijn één” . Tegelijkertijd wordt toegevoegd: ”
En drie zijn het die getuigenis afleggen op aarde: de geest, het water, en het bloed, en deze drie zijn één” , zoals gevonden kan worden in enkele handschriften (
codicibus).