6e Zitting - Decreet over de rechtvaardiging
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Sessio VI - Decretum de iustificatione
6e Zitting - Decreet over de rechtvaardiging
Concilie van Trente
13 januari 1547
Concilies en synodes - Decreten
Stg. InterKerk, Wassenaar
Werkvertaling vanuit het Latijn
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
2005
Redactie
17 november 2023
668
nl
Referenties naar dit document: 2
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- DEEL 1 Leerstellig gedeelte
- Voorwoord
Omdat in deze tijd, niet zonder het verlies van veel zielen en grote schade voor de eenheid van de Kerk een dwaalleer over de rechtvaardiging is uitgezaaid, zo heeft, tot eer en glorie van de almachtige God en tot rust in de Kerk en het heil van de zielen, het hoogheilig, oecumenisch concilie van Trente op het oog. ...
Alle Christengelovigen de ware en gezonde leer over de rechtvaardiging uit te leggen, zoals de "zon der gerechtigheid", (Mal. 3, 20) [b:Mal. 3, 20] Jezus Christus, "de Grondlegger en Voltrekker van ons geloof" (Heb. 12,2) [b:Heb. 12,2] heeft onderwezen, door de apostelen is overgeleverd en door de katholieke Kerk, onder ingeving van de Heilige Geest beïnvloed, voortdurend is gehouden; ten strengste verbiedend, dat iemand in de toekomst iets anders te geloven, te prediken of te leren zou wagen, dan datgene wat door het huidige decreet wordt vastgesteld en verklaard.
Alle Christengelovigen de ware en gezonde leer over de rechtvaardiging uit te leggen, zoals de "zon der gerechtigheid", (Mal. 3, 20) [b:Mal. 3, 20] Jezus Christus, "de Grondlegger en Voltrekker van ons geloof" (Heb. 12,2) [b:Heb. 12,2] heeft onderwezen, door de apostelen is overgeleverd en door de katholieke Kerk, onder ingeving van de Heilige Geest beïnvloed, voortdurend is gehouden; ten strengste verbiedend, dat iemand in de toekomst iets anders te geloven, te prediken of te leren zou wagen, dan datgene wat door het huidige decreet wordt vastgesteld en verklaard.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 1 Over de zwakheid van de natuur en wet tot rechtvaardiging van de mensen.
1
31
35
Humanum Genus ->=geentekst=
31
35
Ten eerste verklaart de heilige Synode, dat tot het juiste en oprechte begrijpen van de rechtvaardiging behoort, dat éénieder erkent en bekent dat, nadat alle mensen door de zonde van Adam de onschuld verloren hebben. (Rom. 5, 12; 1 Kor. 15, 22) [[b:Rom. 5, 12; 1 Kor. 15, 22]] vgl: Indiculus [[[3318|2]]] "onrein geworden" (Jes. 54, 6) [b:Jes. 54, 6] en zoals de apostel zegt: "kinderen van de toorn" (Ef. 2, 3) [b:Ef. 2, 3], zoals het decreet over de erfzonde Sessio V - Decretum super peccato originali [[667]] uitlegt, zozeer tot slaven van de zonden waren (Rom. 6, 20) [[b:Rom. 6, 20]] en onder de macht van de duivel en de dood, dat niet alleen de heidenen door de kracht van de natuur Canon 1 [[al:31]] , maar dat ook de joden zelfs door de letter van de wet van Mozes, daarvan bevrijd konden worden, of konden opstaan, ofschoon in hen niet in het minst de vrije wil, door krachten zwakker gemaakt Canon 5 [[al:35]] en kromgebogen, was uitgeblust. Canones (2e Synode van Orange) [[3319|(9)]]
Referenties naar alinea 1: 2
Veritatis Splendor ->=geentekst=Humanum Genus ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 2 Het heilsplan en het geheim van de komst van Christus
2
31
31
Zo gebeurde het, dat de hemelse Vader, "de Vader van barmhartigheid en de God van alle vertroosting" (2 Kor. 1, 3) [b:2 Kor. 1, 3] Christus Jezus Canon 1 [[al: 31]], Zijn Zoon, voor de wet en ten tijde van de wet, aan vele heilige vaders aangekondigd en beloofd (Gen. 49, 10) [[b:Gen. 49, 10]] toen "de volheid van de tijd gekomen was" (Ef. 1, 10; Gal. 4, 4) [b:Ef. 1, 10; Gal. 4, 4] tot de mensen heeft gezonden, zodat de Joden, die "onder de wet waren, verlost zouden worden" (Gal. 4, 5) [b:Gal. 4, 5] en de "heidenen die niet waren afgesneden van de gerechtigheid, de gerechtigheid zouden kunnen grijpen" (Rom. 9, 30) [b:Rom. 9, 30] en dat allen de "aanname tot zonen zouden ontvangen" (Gal. 4, 5) [b:Gal. 4, 5]. Hem, "zette God als Verzoener in door het geloof in zijn Bloed" (Rom. 3, 25) [b:Rom. 3, 25] "voor onze zonden, niet alleen voor de onze, maar zelfs voor die van de gehele wereld." (1 Joh. 2, 2) [b:1 Joh. 2, 2]
Referenties naar alinea 2: 1
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 3 Wie wordt door Christus gerechtvaardigd
3
32
40
32
40
Ook al is Hij "voor allen gestorven" (2 Kor. 5, 15) [b:2 Kor. 5, 15] zo ontvangen niet allen zijn weldaden van zijn dood, maar zij namelijk die aandeel hebben aan de verdiensten van zijn lijden.
Want zoals waarlijke mensen, als zij niet geboren werden als afstammelingen uit het zaad van Adam, niet geboren zouden zijn als ongerechten, want door deze afstamming van hem (Adam) daar zij zijn eigen ongerechtigheid hebben opgelopen, zo zouden zij, tenzij zij niet in Christus herboren zouden zijn, nooit en te nimmer gerechtvaardig worden Canon 2 en 10 [[al:32.40]], want door deze wedergeboorte door de verdienste van Zijn lijden wordt aan hen de genade, welke gerecht maakt, verleent.
Voor deze weldaad spoort ons de Apostel aan, dank te brengen aan de Vader, "die ons waardig maakte om deel te hebben aan de heiligen in het Licht en ons ontrukt aan de macht van de duisternis en ons overbrengt naar het rijk van zijn geliefde Zoon, in wie wij verlossing en vergeving van zonden hebben." (Kol. 1, 12-14) [b:Kol. 1, 12-14]
Want zoals waarlijke mensen, als zij niet geboren werden als afstammelingen uit het zaad van Adam, niet geboren zouden zijn als ongerechten, want door deze afstamming van hem (Adam) daar zij zijn eigen ongerechtigheid hebben opgelopen, zo zouden zij, tenzij zij niet in Christus herboren zouden zijn, nooit en te nimmer gerechtvaardig worden Canon 2 en 10 [[al:32.40]], want door deze wedergeboorte door de verdienste van Zijn lijden wordt aan hen de genade, welke gerecht maakt, verleent.
Voor deze weldaad spoort ons de Apostel aan, dank te brengen aan de Vader, "die ons waardig maakte om deel te hebben aan de heiligen in het Licht en ons ontrukt aan de macht van de duisternis en ons overbrengt naar het rijk van zijn geliefde Zoon, in wie wij verlossing en vergeving van zonden hebben." (Kol. 1, 12-14) [b:Kol. 1, 12-14]
Referenties naar alinea 3: 1
Cum in Neerlandia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 4 Aangeduid wordt de beschrijving van de rechtvaardiging van de goddelozen en hun wijze van staan in de genade
4
Pastoralis actio ->=geentekst=
Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=
Met deze woorden wordt aangeduid de beschrijving van de rechtvaardiging van de goddelozen: dat zij een overbrenging is van de staat waarin de mens wordt geboren als zoon van de eerste Adam, naar de staat van genade en "aanname onder de zonen" (Rom. 8, 15) [b:Rom. 8, 15] Gods, door de tweede Adam, onze Verlosser Jezus Christus; voorzeker deze overbrenging, kan, bekend gemaakt door het Evangelie, niet zonder het bad van de wedergeboorte Red.: het Doopsel Red.: het Doopsel of het verlangen daarnaar Canon 5 [[al:35]], zoals geschreven staat: "Wie niet herboren is uit water en de Heilige Geest, kan niet binnengaan in het rijk Gods." (Joh. 3, 5) [b:Joh. 3, 5]
Referenties naar alinea 4: 3
Sessio VII - Decretum de Sacramentis ->=geentekst=Pastoralis actio ->=geentekst=
Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 5 Over de noodzakelijkheid van de voorbereiding tot rechtvaardiging van volwassenen, en vanwaar zij komt.
5
33-35
Dei Filius ->=geentekst=
Auctorem fidei - Errores Synodi Pisoriensis ->=geentekst=
Pastoralis actio ->=geentekst=
Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
33-35
Vervolgens verklaart het, dat het begin van deze rechtvaardiging bij volwassenen, genomen moet worden uit Gods voorkomende genade door Christus Jezus Canon 3 [[al:33]] dat wil zeggen: door zijn roep, zonder enige eigen verdienste, wij geroepen worden, omdat zij die door de zonde van God waren afgewend, door zijn opwekkende en helpende genade, waardig gemaakt worden, door vrije toestemming en medewerking, zich te bekeren tot eigen gerechtigheid. Canon 4 en 5 [[al:34-35]];
Als derhalve door God het hart van de mens door de verlichting van de Heilige Geest zonder welke de mens zelf niets doet, hoogstens kan hij haar afwijzen, is aangeraakt, kan hij toch niet zonder de genade Gods, zich bewegen naar de gerechtigheid, ten overstaan van Hem, door zijn eigen vrije wil. Canon 3 [[al:33]]
Vandaar als door heilige Schrift gezegd wordt "Keert om tot Mij en Ik zal Mij omkeren tot U" (Zach. 1, 3) [b:Zach. 1, 3] worden wij in onze vrijheid aangespoord, als wij antwoorden "Bekeer ons o Heer, tot U en wij zullen worden bekeerd" (Klg. 5, 21) [b:Klg. 5, 21], belijden wij dat Gods genade ons vooruit gaat.
Als derhalve door God het hart van de mens door de verlichting van de Heilige Geest zonder welke de mens zelf niets doet, hoogstens kan hij haar afwijzen, is aangeraakt, kan hij toch niet zonder de genade Gods, zich bewegen naar de gerechtigheid, ten overstaan van Hem, door zijn eigen vrije wil. Canon 3 [[al:33]]
Vandaar als door heilige Schrift gezegd wordt "Keert om tot Mij en Ik zal Mij omkeren tot U" (Zach. 1, 3) [b:Zach. 1, 3] worden wij in onze vrijheid aangespoord, als wij antwoorden "Bekeer ons o Heer, tot U en wij zullen worden bekeerd" (Klg. 5, 21) [b:Klg. 5, 21], belijden wij dat Gods genade ons vooruit gaat.
Referenties naar alinea 5: 5
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Dei Filius ->=geentekst=
Auctorem fidei - Errores Synodi Pisoriensis ->=geentekst=
Pastoralis actio ->=geentekst=
Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 6 De wijze van voorbereiding
6
37-39
42-44
Pastoralis actio ->=geentekst=
37-39
42-44
Zij worden echter voorbereid tot deze gerechtigheid Canon 7 en Canon 9 [[al:37.39]], wanneer zij door de goddelijke genade ondersteund en geholpen worden, en aannemende het geloof uit het horen (Rom. 10, 17) [[b:Rom. 10, 17]] en zij zich uit vrije wil naar God toe bewegen, gelovend, dat het waar is, wat door God geopenbaard en beloofd is Canon 12-14 [[al:42-44]] en op de eerste plaats, dat de goddeloze door de genade van God gerechtvaardigd wordt, "door de verlossing welke is in Christus Jezus" (Rom. 3, 24) [b:Rom. 3, 24] en verder als hij bekent zondaar te zijn, onder vrees van de goddelijke gerechtigheid, waardoor hij heilzaam wordt opgeschrikt Canon 8 [[al:38]] om zich te bezinnen op de barmhartigheid Gods, zich te moeten bekeren, zich aan de hoop op te richten, gelovend, dat God hem om Christus wil genadig wil zijn, en Hem als bron van alle gerechtigheid begint lief te hebben en vervolgens bewogen wordt om door een zekere mate van haat en afschuw, afstand te doen van de zonden, Canon 9 [[al:39]]; dit is door een zekere boetedoening, welke past voor men de doop ondergaat (Hand. 2, 38) [[b:Hand. 2, 38]]; vervolgens wanneer zij zich voornemen de doop te ontvangen, een nieuw leven te beginnen en de goddelijke geboden te onderhouden.
Referenties naar alinea 6: 2
Auctorem fidei - Errores Synodi Pisoriensis ->=geentekst=Pastoralis actio ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Auctorem fidei - Errores Synodi Pisoriensis ->=geentekst=
Over deze voorbereiding staat geschreven: "Wie zich God wil naderen, moet geloven dat Hij het is en dat Hij voor diegene die Hem zoeken, een Vergelder is." (Hebr. 11, 6) [b:Hebr. 11, 6] En "Hebt vertrouwen, mijn zoon, uw zonden worden u vergeven." (Mt. 9, 2; Mc. 2, 5) [b:Mt. 9, 2; Mc. 2, 5] En ook "De vrees voor God verdrijft de zonde." (Sir. 1, 27) [b:Sir. 1, 27] En "Doet boete en éénieder van jullie zal gedoopt worden in de naam van Christus, tot vergeving van jullie zonden en U zult ontvangen de gave van de Heilige Geest." (Hand. 2, 38) [b:Hand. 2, 38] En ook "Gaat derhalve heen en leert alle volkeren, doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, leert hen alles te onderhouden wat ik jullie opgedragen heb." (Mt. 28, 19) [b:Mt. 28, 19] Tenslotte: "Bereid uw harten voor de Heer." (1 Sam. 7, 3) [b:1 Sam. 7, 3]
Referenties naar alinea 7: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Auctorem fidei - Errores Synodi Pisoriensis ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 7 Wat is de rechtvaardiging van goddelozen en welke zijn de oorzaken?
8
Pastores Dabo Vobis ->=geentekst=
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Deze ordening of voorbereiding volgt uit de rechtvaardiging zelf, die niet alleen de vergeving van zonden is, Canon 11 [[al:41]] maar ook de heiliging en de vernieuwing van de innerlijke mens door de wilsact om de genade en de gaven aan te nemen, waardoor de mens, gerecht gemaakt uit de ongerechtigheid en van vijand tot vriend wordt, opdat hij zou worden: "erfgenaam volgens de hoop op eeuwig leven." (Tit. 3, 7) [b:Tit. 3, 7]
Referenties naar alinea 8: 5
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Pastores Dabo Vobis ->=geentekst=
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
39
40
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Pastores Dabo Vobis ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Een offer tot herstel ->=geentekst=
39
40
De oorzaken van deze rechtvaardiging zijn:
- De doeloorzaak, de eer van God en Christus, alsook het eeuwig leven.
- De werkoorzaak, werkelijke de barmhartige God, die om niet reinigt en heiligt (1 Kor. 6, 11) [[b:1 Kor. 6, 11]], die bezegelt en zalft (2 Kor. 1, 21v) [[b:2 Kor. 1, 21v]], door de belofte van de Heilige Geest, die het onderpand van onze erfenis is. (Ef. 1, 13) [b:Ef. 1, 13]
- De oorzaak van verdienste, is echter zijn veelgeliefde eniggeboren Zoon onze Heer Jezus Christus, die ons, terwijl "wij vijanden waren", (Rom. 5, 10) [b:Rom. 5, 10] "wegens zijn overgrote liefde, waarmee Hij ons heeft liefgehad" (Ef. 2, 4) [b:Ef. 2, 4] door zijn allerheiligste lijden op het hout van het kruis voor ons heeft verdiend Canones 10 en 11 [[al:40.41]] en voor ons aan God, de Vader genoegdoening heeft bewerkt.
- De instrumentele oorzaak, insgelijks is het sacrament van de doop, dat is het sacrament van geloof I 3, n. 42 (PL 16 (1866) 743A [[1366]] 98 an Bischof Bonifatius, Kap. 9f (CSEL 34/II,531 9 12 20 532 12 / PL 33,364) [[858]] Quanto te magis [[3323|(2)]] Debitum officii pontificalis [[3324|(1)]], zonder welke aan niemand ooit de rechtvaardiging ten deel valt.
- Tenslotte is de enige formele oorzaak de gerechtigheid van God, niet die waardoor Hij zelf gerecht is, maar die, waardoor Hij ons gerecht maakt vgl: XIV 12, n. 15 (W.J. Mountain - Fr. Glorie: CpChL 50A (1968) 442f / PL 42,1048). [[[905]]] Canones 10 en 11 [[al:40.41]], te weten namelijk, die, door Hem gegeven, (waardoor) wij in de Geest van ons gemoed vernieuwd worden (Ef. 4, 23) [b:Ef. 4, 23] en niet alleen worden wij gerekend tot, maar worden werkelijk gerechten genoemd en wij zijn het (1 Joh. 3, 1) [[b:1 Joh. 3, 1]], terwijl wij de gerechtigheid in ons ontvangen, ieder zijn eigen, volgens de maat welke de Heilige Geest de enkeling toedeelt , zoals Hij wil (1 Kor. 12, 11) [[b:1 Kor. 12, 11]] en volgens zijn eigen voorbereiding en medewerking.
Referenties naar alinea 9: 6
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Pastores Dabo Vobis ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Een offer tot herstel ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
41
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
41
Ofschoon, immers niemand rechtvaardig kan zijn, tenzij hem de verdiensten van het lijden van onze Heer Jezus Christus wordt medegedeeld, dit echter geschiedt bij de rechtvaardiging van de goddelozen, terwijl door de verdienste van zijn heilig lijden, de liefde van God door de heilige Geest wordt ingestort in de harten (Rom. 5, 5) [[b:Rom. 5, 5]] van diegene die worden gerechtvaardigd, en bij hen inwoont. Canon 11 [[al:41]] Vandaar ontvangt de mens in de rechtvaardiging zelf, tezamen met de vergeving van de zonden, dit alles, te weten: Geloof, Hoop en Liefde, tegelijk ingestort, door Jezus Christus, aan wie hij toebehoort.
Referenties naar alinea 10: 4
Pastores Dabo Vobis ->=geentekst=Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Want geloof, als de hoop en de liefde haar niet volgen, verenigt noch met Christus op volkomen wijze, noch wordt hij een levend lidmaat van Zijn Lichaam. Op grond hiervan wordt terecht gezegd: dat geloof zonder werken dood en nutteloos is (Jak. 2, 17) [[b:Jak. 2, 17]] Canon 19 [[al:49]] en dat bij "Christus Jezus noch de besnijding noch onbesneden iets waard is, maar het geloof, dat door de liefde werkt." (Gal. 5, 6; Gal. 6, 15) [b:Gal. 5, 6; Gal. 6, 15]
Dit geloof vragen de catechumenen voor het Sacrament van het Doopsel, volgens de overlevering van de apostelen, van de Kerk, wanneer zij het geloof, wat het eeuwig leven garandeert Rituale Romanum, Doopordening.. Rituale Romanum, Doopordening nr. 1, vragen, en wat het geloof zonder hoop en liefde niet kan garanderen.
Vandaar horen zij terstond het woord van Christus, Als u het eeuwig leven wilt binnengaan, onderhoud dan de geboden. Rituale Romanum, Doopordening.. Rituale Romanum, Doopordening nr. 2. (Mt. 19, 17) [b:Mt. 19, 17] Canones 18-20 [[al:48-50]]. Daarom wordt hen, die de werkelijke christelijke gerechtigheid hebben ontvangen, en terstond herboren zijn, bevolen, het feestkleed, door Christus Jezus aan hen gegeven, in plaats van het eerste feestkleed (Lc. 15, 22) [[b:Lc. 15, 22]], wat door de ongehoorzaamheid van Adam voor zichzelf en ons verloren is gegaan, lichtend, en zuiver te bewaren, zodat zij het (feestkleed) dragen voor de rechterstoel van onze Heer Jezus Christus en het eeuwig leven mogen hebben. Rituale Romanum, Doopordening.. Rituale Romanum, Doopordening nr. 24
Dit geloof vragen de catechumenen voor het Sacrament van het Doopsel, volgens de overlevering van de apostelen, van de Kerk, wanneer zij het geloof, wat het eeuwig leven garandeert Rituale Romanum, Doopordening.. Rituale Romanum, Doopordening nr. 1, vragen, en wat het geloof zonder hoop en liefde niet kan garanderen.
Vandaar horen zij terstond het woord van Christus, Als u het eeuwig leven wilt binnengaan, onderhoud dan de geboden. Rituale Romanum, Doopordening.. Rituale Romanum, Doopordening nr. 2. (Mt. 19, 17) [b:Mt. 19, 17] Canones 18-20 [[al:48-50]]. Daarom wordt hen, die de werkelijke christelijke gerechtigheid hebben ontvangen, en terstond herboren zijn, bevolen, het feestkleed, door Christus Jezus aan hen gegeven, in plaats van het eerste feestkleed (Lc. 15, 22) [[b:Lc. 15, 22]], wat door de ongehoorzaamheid van Adam voor zichzelf en ons verloren is gegaan, lichtend, en zuiver te bewaren, zodat zij het (feestkleed) dragen voor de rechterstoel van onze Heer Jezus Christus en het eeuwig leven mogen hebben. Rituale Romanum, Doopordening.. Rituale Romanum, Doopordening nr. 24
Referenties naar alinea 11: 4
Pastores Dabo Vobis ->=geentekst=Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 8 Hoe wordt begrepen, dat de goddelozen door het geloof en om niet worden gerechtvaardigd?
12
Het "Credo van het volk van God" ->=geentekst=
Aperite Portas Redemptionis ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Sta sterk in het geloof ->=geentekst=
Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
Als de apostel zegt: de mens wordt "door het geloof" gerechtvaardigd Canon 9 [[al:39]] en "om niet" (Rom. 3, 22.24) [b:Rom. 3, 22.24] zo moeten deze woorden worden begrepen, als de katholieke Kerk in onafgebroken betekenis vasthoudt en uitdrukt, te weten: dat derhalve gezegd wordt, door het geloof te worden gerechtvaardigd, omdat "het geloof het begin is van menselijk heil" Fulgentius von Ruspe, De fide.. Fulgentius von Ruspe, De fide liber ad Petrum , Prologus, n. 1 (J. Fraipont - C. Lambot: CpChL 91A (1968) 711 9f / PL 65,671 / PL 40,753 (Pseudo-Augustinus))., fundament en wortel van alle rechtvaardiging, "zonder welke het niet mogelijk is aan God te behagen" (Heb. 11, 6) [b:Heb. 11, 6] en om tot het kindschap te geraken. Dat wij echter om niet worden gerechtvaardigd, wordt echter gezegd, omdat niets van dat waaruit de genade voortkomt, hetzij geloof, hetzij de werken, de genade zelf van rechtvaardiging kan verdienen, "tenzij het immers genade is, niet meer op grond van de werken, anders" (zoals dezelfde apostel zegt) "is genade geen genade meer". (Rom. 11, 6) [b:Rom. 11, 6]
Referenties naar alinea 12: 8
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Het "Credo van het volk van God" ->=geentekst=
Aperite Portas Redemptionis ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Sta sterk in het geloof ->=geentekst=
Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 9 Tegen het vermetel vertrouwen van de ketters.
13
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Hoewel het noodzakelijk is om te geloven, dat de zonden noch vergeven worden, noch ooit vergeven zijn, tenzij om niet door de goddelijke barmhartigheid, wegens Christus, moet gezegd worden, dat aan niemand de zonden vergeven worden, of vergeven zijn nochtans door vertrouwvol en zekerheid van zijn zonden aan diegene die pochen en in haar alleen berusten, als bij de ketters en schismatici deze ijdele en van ieder vroomheid gespeend vertrouwen te vinden is, ja waarlijk in onze stormachtige tijd is het en het wordt krachtig gepredikt tegen de katholieke Kerk. Canon 12 [[al:42]]
Referenties naar alinea 13: 3
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
43
44
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
43
44
Men mag echter niet beweren, dat diegenen die werkelijk gerechtvaardigd zijn, volledig zonder enige twijfel bij zichzelf moeten vaststellen, dat zij rechtvaardigen zijn, en dat niemand vrijgesproken van de zonde of gerechtvaardigd wordt, tenzij hem, die zeker gelooft, dat hij vrijgesproken en gerechtvaardigd is, en dat door het geloof alleen de vrijspraak en de rechtvaardiging voltooid wordt Canon 14 [[al:44]], alsof wie dit niet gelooft, aan de beloften van God, en de effecten van de dood en de verrijzenis van Christus zou twijfelen. Want zoals geen enkele godsvruchtige aan de barmhartigheid Gods, aan de verdienste van Christus en aan de kracht en de effectiviteit van de sacramenten mag twijfelen: zo kan eenieder , wanneer hij zichzelf en zijn zwakheid en onvolmaaktheid beschouwt, vrezen en bang zijn voor zijn genade. Canon 13 [[al:43]], want geen enkele mens vermag met de zekerheid van het geloof, waaraan geen bedrog ten grondslag kan liggen, te weten, dat hij de genade van God heeft bereikt.
Referenties naar alinea 14: 3
Donum Veritatis ->=geentekst=Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 10 Het toenemen van de ontvangen rechtvaardiging
15
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
De derhalve gerechtvaardigden en "vrienden van God", dat wil zeggen: "huisgenoten", (Joh. 15, 15; Ef. 2, 19) [b:Joh. 15, 15; Ef. 2, 19] "gaan van deugd tot deugd". (Ps. 83, 8) [b:Ps. 83, 8] en "worden van dag tot dag vernieuwd", (zoals de apostel zegt) (2 Kor. 4, 16) [b:2 Kor. 4, 16] dit is door de ledenmaten van hun vlees te doden (Kol. 3, 5) [[b:Kol. 3, 5]] en hen aan te wenden als wapens van gerechtigheid tot heiliging (Rom. 6, 13.19) [[b:Rom. 6, 13.19]] door het onderhouden van de geboden Gods en de Kerk, in deze door de Christus ontvangen genade groeien zij, terwijl het geloof met de goede werken samenwerkt (Jak. 2, 22) [[b:Jak. 2, 22]] - en worden zij nog meer gerechtvaardigd Canones 24 en 32 [[al:54.62]] zoals geschreven staat: "Wie gerecht is, wordt verder gerechtvaardigd" (Openb. 22, 11) [b:Openb. 22, 11] en verder: "Wie schroomt niet tot aan de dood gerechtvaardigd te worden?" (Sir. 18, 22) [b:Sir. 18, 22] en vervolgens: "Gij ziet, dat de mens op grond van zijn werken wordt gerechtvaardigd en niet slechts uit geloof" (Jak. 2, 24) [b:Jak. 2, 24]
Deze werkelijke toename van rechtvaardigheid, vraagt de Kerk, als zij bidt: "Geef ons Heer, vermeerdering van geloof, hoop en liefde." Missale Romanum (1962),.. Missale Romanum (1962), Oratio (daggebed) van de 13 zondag na Pinksteren
Deze werkelijke toename van rechtvaardigheid, vraagt de Kerk, als zij bidt: "Geef ons Heer, vermeerdering van geloof, hoop en liefde." Missale Romanum (1962),.. Missale Romanum (1962), Oratio (daggebed) van de 13 zondag na Pinksteren
Referenties naar alinea 15: 2
Cum in Neerlandia ->=geentekst=Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 11 De naleving van de geboden en hun noodzakelijkheid en mogelijkheid.
16
48
50
52
Casti Connubii ->=geentekst=
Vegliare con sollecitudine ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
"De Kerk van de levende God - pijler en grondslag van de waarheid" (1 Tim. 3, 15) ->=geentekst=
Fernández gaat tegen de katholieke leer in, en met hem de paus, inzake dubia over Amoris Laetitia ->=geentekst=
48
50
52
Niemand echter, hoezeer hij ook gerechtvaardigd is, kan menen dat hij vrij is van het onderhouden van de geboden. Canon 20 [[al:50]]. Niemand mag, op lichtvaardige wijze en onder het verbod van het verdoemd zijn door de Vaders, gebruik maken van het verboden woord, dat de voorschriften van God door een gerechtvaardigde, onmogelijk te onderhouden zijn Canones 18 en 22 [[al:48.52]] Canones (2e Synode van Orange) [[3319|(28)]]. "Want God beveelt niets wat onmogelijk is, maar door te bevelen, vermaant hij, te doen wat mogelijk is en te vragen wat niet mogelijk is" 43, n. 50 (CSEL 60, 270 / PL 44, 271) [[1636]] en Hij helpt opdat het kan: "de geboden van Hem zijn niet zwaar" (1 Joh. 5, 3) [b:1 Joh. 5, 3] "het juk van Hem is zacht en zijn last is licht" (Mt. 11, 30) [b:Mt. 11, 30]. Zij die zonen van God zijn, immers, houden van Christus: zij echter die Hem liefhebben bewaren (zoals Hij zelf getuigd) zijn geboden (Joh. 14, 23) [[b:Joh. 14, 23]] wat zij tenminste door goddelijke hulp kunnen volbrengen.
Referenties naar alinea 16: 6
Veritatis Splendor ->=geentekst=Casti Connubii ->=geentekst=
Vegliare con sollecitudine ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
"De Kerk van de levende God - pijler en grondslag van de waarheid" (1 Tim. 3, 15) ->=geentekst=
Fernández gaat tegen de katholieke leer in, en met hem de paus, inzake dubia over Amoris Laetitia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
53
Dei Filius ->=geentekst=
Vegliare con sollecitudine ->=geentekst=
"De Kerk van de levende God - pijler en grondslag van de waarheid" (1 Tim. 3, 15) ->=geentekst=
53
Immers het past heiligen en gerechten, hoezeer ook in dit sterfelijk leven, tenminste in geringe en dagelijkse, welke vergeeflijke zonden worden genoemd Canon 23 [[al:53]], wanneer zij ook in zonden vervallen,dat zij daarom niet ophouden gerecht te zijn. Want aan gerechten komt deze deemoedige en waarlijke stem toe: "vergeef ons onze schuld." (Mt. 6, 12) [b:Mt. 6, 12] Erfzonde en genade [[1889|(8)]]
Daarom staat vast, dat de gerechten zich meer en meer verplicht moeten voelen om de rechtvaardige weg te bewandelen, op die wijze kunnen de "sober , godsvruchtige en rechtvaardig levenden" (Tit. 2, 12) [b:Tit. 2, 12], "daar zij reeds bevrijd zijn van de zonde, en nu dienstknechten van God geworden zijn", (Rom. 6, 22) [b:Rom. 6, 22] voortgang maken door Christus Jezus, door wie zij toegang hebben tot deze genade (Rom. 5, 2) [[b:Rom. 5, 2]] God, namelijk verlaat de door zijn genade één voor allemaal gerechtvaardigden niet, tenzij Hij door hen eerder verlaten wordt. 26, n. 29 (CSEL 60, 255 / PL 44, 261) [[1636]]
Daarom staat vast, dat de gerechten zich meer en meer verplicht moeten voelen om de rechtvaardige weg te bewandelen, op die wijze kunnen de "sober , godsvruchtige en rechtvaardig levenden" (Tit. 2, 12) [b:Tit. 2, 12], "daar zij reeds bevrijd zijn van de zonde, en nu dienstknechten van God geworden zijn", (Rom. 6, 22) [b:Rom. 6, 22] voortgang maken door Christus Jezus, door wie zij toegang hebben tot deze genade (Rom. 5, 2) [[b:Rom. 5, 2]] God, namelijk verlaat de door zijn genade één voor allemaal gerechtvaardigden niet, tenzij Hij door hen eerder verlaten wordt. 26, n. 29 (CSEL 60, 255 / PL 44, 261) [[1636]]
Referenties naar alinea 17: 4
Indulgentiarum Doctrina ->=geentekst=Dei Filius ->=geentekst=
Vegliare con sollecitudine ->=geentekst=
"De Kerk van de levende God - pijler en grondslag van de waarheid" (1 Tim. 3, 15) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
39
49-50
"De Kerk van de levende God - pijler en grondslag van de waarheid" (1 Tim. 3, 15) ->=geentekst=
39
49-50
Daarom moet niemand zich vleien in geloof alleen Canon 9 [[al:39]] Canones 19 en 20 [[al:49-50]], menend dat hij op grond van het geloof alleen als erfgenaam is ingesteld en het erfdeel heeft ontvangen, zelfs niet met Christus lijdt, om ook verheerlijkt te worden (Rom. 8, 17) [[b:Rom. 8, 17]]. Want ook Christus zelf (zoals de apostel zegt) "ofschoon hij Gods Zoon is, leert, uit hetgeen Hij lijdt, gehoorzaamheid, en tot voltooiing gebracht , is Hij voor allen die Hem gehoorzamen, de oorzaak geworden van eeuwig heil." (Heb. 5, 8 v) [b:Heb. 5, 8 v].
Wegens dit vermaant de apostel de gerechtvaardigden met de woorden: "Weten jullie niet, dat die, welke op de renbaan lopen, allemaal lopen, maar één behaalt de prijs, loop zó, dat U die grijpt. Ik derhalve loop zó, niet in het ongewisse; ik strijd zó, niet slaand in het luchtledige, maar ik kastijd mijn lichaam en houd mij onder tucht, opdat ik niet, terwijl ik anders zou prediken, zelf verworpen zal worden." (1 Kor. 9, 24-27) [b:1 Kor. 9, 24-27]
Evenzeer de vorst van de apostelen, Petrus: "Spant U in, om door goede werken, uw roeping zeker te stellen; wanneer U dit doet, zult U nooit zondigen." (2 Pt. 1, 10) [b:2 Pt. 1, 10]
Wegens dit vermaant de apostel de gerechtvaardigden met de woorden: "Weten jullie niet, dat die, welke op de renbaan lopen, allemaal lopen, maar één behaalt de prijs, loop zó, dat U die grijpt. Ik derhalve loop zó, niet in het ongewisse; ik strijd zó, niet slaand in het luchtledige, maar ik kastijd mijn lichaam en houd mij onder tucht, opdat ik niet, terwijl ik anders zou prediken, zelf verworpen zal worden." (1 Kor. 9, 24-27) [b:1 Kor. 9, 24-27]
Evenzeer de vorst van de apostelen, Petrus: "Spant U in, om door goede werken, uw roeping zeker te stellen; wanneer U dit doet, zult U nooit zondigen." (2 Pt. 1, 10) [b:2 Pt. 1, 10]
Referenties naar alinea 18: 2
Vegliare con sollecitudine ->=geentekst="De Kerk van de levende God - pijler en grondslag van de waarheid" (1 Tim. 3, 15) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
56
61
"De Kerk van de levende God - pijler en grondslag van de waarheid" (1 Tim. 3, 15) ->=geentekst=
56
61
Vandaar staat vast, dat zij de rechtgelovige leer bestrijden, namelijk zij die zeggen, de gerechte zondigt tenminste dagelijks in ieder goed werk Canon 25 [[al:55]] Exsurge Domine [[690|31]] of, (wat nog erger is), verdienen de eeuwige straffen, en ook zij, die beweren, de gerechte zondigt in alle werken, als zij in hen (alle werken), door hun eigen zorgeloosheid gewekt en door zichzelf aangespoord om in het stadion te lopen, samen met het eerst doel, nl. dat God verheerlijkt moet worden, ook het eeuwige loon op het oog hebben. Canones 26 en 31 [[al:56.61]]. Want er staat geschreven: "Ik heb mijn hart geneigd om uw rechtvaardige dingen te doen vanwege de vergelding" (Ps. 119, 112) [b:Ps. 119, 112] en van Mozes zegt de apostel: dat hij uitzag naar de beloning. (Heb. 11, 26) [b:Heb. 11, 26]
Referenties naar alinea 19: 2
Vegliare con sollecitudine ->=geentekst="De Kerk van de levende God - pijler en grondslag van de waarheid" (1 Tim. 3, 15) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 12 Men moet zich tegen lichtzinnige vermoedens van de voorbestemming behoeden.
20
45
53
54
45
53
54
Ook mag niemand, zolang dit sterfelijk leven geleefd wordt, uit het mysterie van de verborgen goddelijk voorbestemming steeds vooral veronderstellen, dat hij met zekerheid tot het getal van de voorbestemden behoort. 15, n. 46 (PL 44,944) [[1635]] Canon 15 [[al:45]] Zo alsof het waar zou zijn, dat een gerechtvaardigde oftewel niet meer zou kunnen zondigen Canon 23 [[al:53]] oftewel, als hij gezondigd heeft, voor zich een zekere herbezinning zou moeten beloven. Want zonder een speciale openbaring kan niet geweten worden, wie God voor zich heeft uitgekozen. Canon 16 [[al:54]]
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 13 De gave van de volharding
21
46
"De Kerk van de levende God - pijler en grondslag van de waarheid" (1 Tim. 3, 15) ->=geentekst=
46
Op gelijke wijze wordt, door de gave van de volharding Canon 16 [[al:46]], waarvan geschreven staat, "Hij die heeft volgehouden tot het einde, zal gered zijn" (Mt. 10, 22; Mt. 24, 13) [b:Mt. 10, 22; Mt. 24, 13] (wat immer van geen ander verkregen kan worden, tenzij van Hem die machtig is, hem, die staat, te ondersteunen (Rom. 14, 4) [[b:Rom. 14, 4]] en hem die valt, weer op te richten) niemand, op zekere wijze iets door absolute zekerheid beloofd, ofschoon allen door de hulp van God, vaste hoop moeten verzamelen en bewaren. Zoals God immers, tenzij zij zelf zijn eigen genade verspeeld hebben, het goede werk begint, zo vervolmaakt Hij het (Fil. 1, 6) [[b:Fil. 1, 6]], Hij die zowel het willen als het volbrengen bewerkt. (Fil. 2, 13) [[b:Fil. 2, 13]] Canon 22 [[al:52]]
Niettemin, die denken te staan, zien toe dat zij niet vallen (1 Kor. 10, 12) [[b:1 Kor. 10, 12]] en met vrees en sidderen zullen zij hun heil bewerken (Fil. 2, 12) [[b:Fil. 2, 12]] in werken, waken, aalmoezen geven, in gebeden en offers, in vasten en kuisheid (2 Kor. 6, 5) [[b:2 Kor. 6, 5]]
Zij moeten immers duchten, wetende dat zij in de hoop op glorie (1 Pt. 1, 3) [[b:1 Pt. 1, 3]] nog niet in glorie herboren zijn, en dat zij geen overwinnaars kunnen zijn, zonder door strijd om het vlees, de wereld en de duivel te overwinnen, tenzij zij met Gods genade de apostel gehoorzamen, die zegt: "wij zijn geen schuldenaars naar het vlees, om naar het vlees te leven. Als wij nl naar het vlees geleefd zouden hebben, zullen wij sterven. Als wij echter door de Geest, de daden van het vlees gedood hebben, zullen wij leven." (Rom. 8, 12 v) [b:Rom. 8, 12 v]
Niettemin, die denken te staan, zien toe dat zij niet vallen (1 Kor. 10, 12) [[b:1 Kor. 10, 12]] en met vrees en sidderen zullen zij hun heil bewerken (Fil. 2, 12) [[b:Fil. 2, 12]] in werken, waken, aalmoezen geven, in gebeden en offers, in vasten en kuisheid (2 Kor. 6, 5) [[b:2 Kor. 6, 5]]
Zij moeten immers duchten, wetende dat zij in de hoop op glorie (1 Pt. 1, 3) [[b:1 Pt. 1, 3]] nog niet in glorie herboren zijn, en dat zij geen overwinnaars kunnen zijn, zonder door strijd om het vlees, de wereld en de duivel te overwinnen, tenzij zij met Gods genade de apostel gehoorzamen, die zegt: "wij zijn geen schuldenaars naar het vlees, om naar het vlees te leven. Als wij nl naar het vlees geleefd zouden hebben, zullen wij sterven. Als wij echter door de Geest, de daden van het vlees gedood hebben, zullen wij leven." (Rom. 8, 12 v) [b:Rom. 8, 12 v]
Referenties naar alinea 21: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst="De Kerk van de levende God - pijler en grondslag van de waarheid" (1 Tim. 3, 15) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 14 Over de gevallenen en hun oprichting
22
Sessio XIV - Doctrina de sacramento poenitentiae ->=geentekst=
Zij, die waarlijk door de zonde, de ontvangen genade der rechtvaardiging hebben verloren, kunnen wederom gerechtvaardigd worden Canon 29 [[al:59]] wanneer zij er voor zouden zorgen, aangespoord door God, door het sacrament van de biecht, en door de verdienste van Christus, om de verloren genade terug te winnen. Deze wijze van rechtvaardiging is namelijk de oprichting van de gevallenen, die de heilige Vaderen passend de "tweede reddingsplank na de schipbreuk van de verloren gegane genade" 4,2 [[2593]] vgl: 12,9: De duabus humanae salutis plancis" ("De twee planken van menselijk heil": CpChL 1 (1954) 326 10; 34035f / FlP 10,14 28 / PL 1,1343B 1360A) [[[2593]]] vgl: 84 aan Pammachius en Oceanus, Kap. 6 (CSEL 55,1285f / PL 22,748) [[[1052]]] vgl: 130 aan Demetriades, Kap. 9 (CSEL 56,1894f / PL 22,1115), van daar opgenomen in Gratianus, Decretum, p. II, cs. 33, q. 3, c. 72 (Frdb 1,1179) en in Petrus Lombardus, Sententiae, l. IV, dist. 14, c. 1-2 (Specilegium Bonaventur. 5 (Grottaferrata 1981) 315-318) [[[1052]]] vgl: (3,8-9) II (M. Adriaen: CpChL 73 (1963) 5121f / PL 24 (1865) 66C) [[[1810]]] vgl: 1 aan Sempronianus (c.q. Sympromannus), Kap. 5 (PL 13,1056A) [[[3325]]] vgl: 8, n. 38 (PL 16 (1866) 395B) [[[3326]]] genoemd hebben. Want voor hen die na het doopsel in zonden zijn vervallen, heeft Christus het Sacrament van de Biecht ingesteld, toen Hij zei: "Ontvangt de Heilige Geest, wier zonden gij vergeeft, hun zijn zij vergeven, en wie gij niet vergeeft hun zijn ze niet vergeven." (Joh. 20, 22) [b:Joh. 20, 22]
Referenties naar alinea 22: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Sessio XIV - Doctrina de sacramento poenitentiae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Daarom moet onderwezen worden, dat de boetedoening van de christenen, na in zonde te zijn gevallen, totaal anders is als bij de doop, en dat het bij haar niet alleen om het wegnemen van de zonde en de afschuw voor haar, of "een rouwmoedig en nederig hart" (Ps. 50, 19) [b:Ps. 50, 19] gaat, maar veel meer om de sacramentele belijdenis door hen, tenminste als wens het ter gegevener tijd te ontvangen, de vrijspraak door de priester alsook de genoegdoening door vasten, het geven van aalmoezen, gebeden en andere vrome oefeningen voor het geestelijk leven.
Deze komen niet in de plaats van de eeuwige straffen, welke door het sacrament of het verlangen naar het sacrament tezamen met de schuld worden vergeven, maar in plaats van de tijdelijke straffen Canon 30 [[al:60]] welke, zo leert het de heilige Schrift, aan hen, niet altijd geheel, zoals in het doopsel geschiedt, vergeven wordt, hen namelijk die ondankbaar zijn ten opzichte van de genade Gods, welke zij ontvangen hebben, de heilige Geest bedroeven (Ef. 4, 30) [[b:Ef. 4, 30]], en er niet voor terugschrikken om ook de tempel van God geweld aan te doen. (1 Kor. 3, 17) [[b:1 Kor. 3, 17]]
Over deze boetedoening staat geschreven: "Wees indachtig, waaruit gij gevallen zijt , doet boete en verricht de eerste werken" (Hand. 2, 5) [b:Hand. 2, 5] En wederom, "dat wat volgens God droefheid is, bewerkt boetedoening tot een standvastig heil" (2 Kor. 7, 10) [b:2 Kor. 7, 10]. En vervolgens: "Doet boete" (Mt. 3, 2; Mt. 4, 17) [b:Mt. 3, 2; Mt. 4, 17] en "brengt waardige vruchten van boetedoening voort." (Mt. 3, 8; Lc. 3, 8) [b:Mt. 3, 8; Lc. 3, 8]
Deze komen niet in de plaats van de eeuwige straffen, welke door het sacrament of het verlangen naar het sacrament tezamen met de schuld worden vergeven, maar in plaats van de tijdelijke straffen Canon 30 [[al:60]] welke, zo leert het de heilige Schrift, aan hen, niet altijd geheel, zoals in het doopsel geschiedt, vergeven wordt, hen namelijk die ondankbaar zijn ten opzichte van de genade Gods, welke zij ontvangen hebben, de heilige Geest bedroeven (Ef. 4, 30) [[b:Ef. 4, 30]], en er niet voor terugschrikken om ook de tempel van God geweld aan te doen. (1 Kor. 3, 17) [[b:1 Kor. 3, 17]]
Over deze boetedoening staat geschreven: "Wees indachtig, waaruit gij gevallen zijt , doet boete en verricht de eerste werken" (Hand. 2, 5) [b:Hand. 2, 5] En wederom, "dat wat volgens God droefheid is, bewerkt boetedoening tot een standvastig heil" (2 Kor. 7, 10) [b:2 Kor. 7, 10]. En vervolgens: "Doet boete" (Mt. 3, 2; Mt. 4, 17) [b:Mt. 3, 2; Mt. 4, 17] en "brengt waardige vruchten van boetedoening voort." (Mt. 3, 8; Lc. 3, 8) [b:Mt. 3, 8; Lc. 3, 8]
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 15 Door iedere doodzonde verliest men de genade, niet het geloof.
24
57
58
Veritatis Splendor ->=geentekst=
Sessio VII - Decretum de Sacramentis ->=geentekst=
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
57
58
Ook moet tegen het sluwe vernuft van zekere mensen, die "door zoete woorden en spreuken de harten van argeloze mensen verleiden" (Rom. 16, 18) [b:Rom. 16, 18] gezegd worden, dat alleen niet door ongeloof, Canon 27 [[al:57]] waardoor ook het geloof zelf teloorgaat, maar dat ook door ieder willekeurige doodzonde, weliswaar niet het geloof Canon 28 [[al:58]], maar wel de ontvangen genade van de rechtvaardiging verloren gaat.
Daarmee wordt de leer van het goddelijk gebod verdedigd, dat het rijk Gods niet alleen ongelovigen uitsluit, maar ook gelovigen als hoerenlopers, echtbrekers, wellustigen, pedofielen, dieven, uitbuiters, dronkaards, lasteraars, en rovers. (1 Kor. 6, 9) [[b:1 Kor. 6, 9]]
Ook uitgesloten zijn alle anderen die doodzonden begaan: nl. diegenen die door de goddelijke genade geholpen konden worden om af te zien (van de doodzonden), en zij die van de genade van Christus gescheiden werden. Canon 27 [[al:57]]
Daarmee wordt de leer van het goddelijk gebod verdedigd, dat het rijk Gods niet alleen ongelovigen uitsluit, maar ook gelovigen als hoerenlopers, echtbrekers, wellustigen, pedofielen, dieven, uitbuiters, dronkaards, lasteraars, en rovers. (1 Kor. 6, 9) [[b:1 Kor. 6, 9]]
Ook uitgesloten zijn alle anderen die doodzonden begaan: nl. diegenen die door de goddelijke genade geholpen konden worden om af te zien (van de doodzonden), en zij die van de genade van Christus gescheiden werden. Canon 27 [[al:57]]
Referenties naar alinea 24: 4
Veritatis Splendor ->=geentekst=Veritatis Splendor ->=geentekst=
Sessio VII - Decretum de Sacramentis ->=geentekst=
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 16 De vrucht van de rechtvaardiging, dat wil zeggen, de verdiensten van goede werken en het wezen van deze verdiensten.
25
56
62
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
56
62
Op grond hiervan moet men de gerechtvaardigde mensen, of ze nu de ontvangen genade standvastig bewaren, of dat ze de verloren gegane genade weer terug ontvangen hebben, de woorden van de apostel voor ogen houden: "Wees overvloedig in het doen van goede werken, wetend, dat uw inspanningen niet tevergeefs zijn geweest in de Heer" (1 Kor. 15, 58) [b:1 Kor. 15, 58] "Want God is niet ongerecht, dat Hij onze werken en verlangens zou vergeten, welke wij in zijn naam hebben laten zien." (Heb. 6, 10) [b:Heb. 6, 10] en "Verliest niet uw vertrouwen, wat rijke opbrengsten voortbrengt. Want het wordt zo rijk beloond." (Heb. 10, 35) [b:Heb. 10, 35] En daarom moet diegene die tot "het einde toe" (Mt. 10, 22; Mt. 24, 13) [b:Mt. 10, 22; Mt. 24, 13] goede werken doet en op God hoopt, het eeuwig leven in het vooruit zicht gesteld worden. Zo ook de genade, die de kinderen van God door Christus Jezus op een barmhartige wijze is beloofd, als ook het loon, voorkomend uit Gods eigen beloften, wat in trouw verschuldigd is voor de goede werken en verdiensten. Canones 26 en 32 [[al:56.62]] Dit is namelijk de krans van gerechtigheid,waarvan de apostel zegt: "hij zij voor hem teruggelegd, daarmee deze dan na de strijd en de loop door de rechtvaardige rechter aan hem gegeven kan worden, niet alleen voor hemzelf, maar ook voor allen die met liefde uitzien naar zijn komst." (2 Tim. 4, 7) [b:2 Tim. 4, 7]
Referenties naar alinea 25: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
32
62
32
62
Want Christus zelf, laat, zowel in het hoofd als in de ledematen, (Ef. 4, 15) [[b:Ef. 4, 15]] voortdurend in de gerechten zelf de kracht instromen, zoals de wijnstok in de druiventros (Joh. 15, 5) [[b:Joh. 15, 5]]. Een kracht die de goede werken steeds vooruit gaat, hen begeleid, hen navolgt. Een kracht zonder welke de goede werken God op geen enkele wijze aangenaam en verdienstvol kunnen zijn. Canon 2 [[al:32]] Daarom moet men geloven, dat het de gerechtvaardigden aan niets ontbreekt. Ook dat volledig met de werken, welke in God zijn gedaan, aan de goddelijke wet, met betrekking tot de staat van dit leven genoegdoening is gedaan, en denken, het eeuwig leven te gegevener tijd (in zoverre zij in staat van genade gestorven zijn (Openb. 14, 13) [[b:Openb. 14, 13]]) te kunnen verwerven. Canon 32 [[al:62]] Want Christus, onze Verlosser zegt: "Als iemand van het water drinkt dat ik hem zal geven, hij zal geen dorst meer hebben in eeuwigheid, maar het wordt in hem tot een bron van water dat opborrelt tot eeuwig leven." (Joh. 4, 14) [b:Joh. 4, 14]
Referenties naar alinea 26: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
40-41
40-41
Zo is noch onze eigen gerechtigheid, alsof wij uit onszelf bekwaam zijn (2 Kor. 3, 5) [[b:2 Kor. 3, 5]], noch wordt de gerechtigheid van God geloochend of teruggewezen (Rom. 10, 3) [[b:Rom. 10, 3]], die gerechtigheid namelijk die de onze genoemd wordt, omdat door haar, als zij in ons woont, wij gerechtvaardigd worden. Canones 10 en 11 [[al:40-41]] Zij is dezelfde gerechtigheid als die van God, omdat zij door God, ons, door de verdienste van Christus, wordt ingestort.
Referenties naar alinea 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
62
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
62
Het volgende mag echter niet buiten beschouwing gelaten worden: dat als ook aan de goede werken in de heilige Schrift een zo grote betekenis wordt gegeven, dat Christus zelfs beloofd, dat wie één van deze geringsten van mij een slok fris water geeft, hem zijn loon niet zal ontgaan. (Mt. 10, 42; Mc. 9, 41) [[b:Mt. 10, 42; Mc. 9, 41]] en ook de apostel getuigt, dat "dat wat momenteel aanwezig is in onze kwellingen, ons een overtreffende volheid van eeuwige glorie bezorgd" (2 Kor. 4, 17) [b:2 Kor. 4, 17] Zo is het af te wijzen, dat de christenmens zijn vertrouwen op zich zelf zet, zichzelf roemt en verheerlijkt, en niet de Heer (1 Kor. 1, 31; 2 Kor. 10, 17) [[b:1 Kor. 1, 31; 2 Kor. 10, 17]] wiens goedheid tegenover de mensen zó groot is, dat Hij zou wensen, dat hun verdiensten Canon 32 [[al:62]] zouden zijn, wat Zijn eigen geschenken zijn. vgl: Indiculus [[[3318|11]]]
Referenties naar alinea 28: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
53
53
En omdat "wij in allen in veel dingen struikelen" (Jak. 3, 2) [b:Jak. 3, 2] Canon 23 [[al:53]] moet éénieder, aan de ene kant de barmhartigheid en goedheid en anderzijds de strengheid en het gericht, voor ogen hebben en niemand mag over zichzelf oordelen, zelfs als hij zich van geen schuld bewust is.
Want het gehele menselijk leven is niet door een menselijk oordeel te beproeven of te beoordelen, maar door God, die "de duisternis van de nacht zal verlichten en de plannen in het hart openbaar zal maken. Dan zal aan éénieder lof toekomen van God" (1 Kor. 4, 4) [b:1 Kor. 4, 4], "Hij" over wie geschreven staat: "zal aan éénieder vergelden volgens zijn werken." (Rom. 2, 6) [b:Rom. 2, 6]
Want het gehele menselijk leven is niet door een menselijk oordeel te beproeven of te beoordelen, maar door God, die "de duisternis van de nacht zal verlichten en de plannen in het hart openbaar zal maken. Dan zal aan éénieder lof toekomen van God" (1 Kor. 4, 4) [b:1 Kor. 4, 4], "Hij" over wie geschreven staat: "zal aan éénieder vergelden volgens zijn werken." (Rom. 2, 6) [b:Rom. 2, 6]
Referenties naar alinea 29: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
60
60
Het heilige Concilie besloot, na de uiteenzetting van de katholieke leer over de rechtvaardiging Canon 33 [[al:60]], die iedere gelovige vast aannemen moet, anders kan hij niet gerechtvaardigd worden, om de volgende canones toe te voegen, opdat allen mogen weten, wat niet alleen te houden en te volgen is, maar ook wat vermeden en ontvlucht moet worden.
Referenties naar alinea 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL 2 Canones
31
1
1
Canon 1
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
- dat de mens door zijn werken, die door de krachten van de menselijke natuur, of door de leer van de wet gedaan zijn, zonder de goddelijke genade van Christus, gerechtvaardigd kan worden vóór God,
Referenties naar alinea 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
4
4
Canon 2
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
- dat de goddelijke genade, door Christus Jezus, alléén daartoe wordt gegeven, opdat de mens gemakkelijker gerecht leven, en het eeuwig leven zou kunnen verdienen, zó alsof hij door de vrije wil, zonder genade, beiden, zij het moeizaam en moeilijk, zou kunnen,
Referenties naar alinea 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
5
5
Canon 3
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
- dat de mens zonder de voorkomende instorting van de Heilige Geest en door zijn hulp, kan geloven, hopen, liefhebben of boete doen, zoals het moet, dat hem de genade van de rechtvaardiging verleend werd,
Referenties naar alinea 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
5
5
Canon 4
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
- de door God bewogen en gewekte vrij wil van de mens kan niets meewerken door zijn instemming tot de opwekking en roep van God, waardoor zij zich kan toerusten, en voorbereiden tot het ontvangen van de genade van rechtvaardiging, noch in mening verschillen, als hij dat zou willen, maar hij zou doen, als iets levenloos, helemaal niets en hij verhoude zich rein passief,
Referenties naar alinea 34: 1
Pastoralis actio ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
1
5
1
5
Canon 5
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
- de vrije wil van de mensen is na de zonde van Adam verloren gegaan en uitgedoofd, of het gaat alleen maar om een betekenis, één zonder inhoud, tenslotte om één door de duivel , de Kerk binnengebrachte, uitvinding,
Referenties naar alinea 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Canon 6
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
- dat het niet in de macht van mensen ligt om zijn levenswegen slecht te maken, maar dat God het slechte bewerkt, zoals het goede, niet alleen zo, indien Hij het toelaat, maar ook in eigenlijke zin, door Zichzelf, zózeer dat het verraad van Judas niet minder zijn (Gods) eigen werk is als de roeping van Paulus,
Referenties naar alinea 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
6
6
Canon 7
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
- dat alle werken die voor de rechtvaardiging gebeurd zijn, onverschillig hoe zij gebeurd zijn, in waarheid zonden zijn, of dat zij de haat van God verdienen.
Of als iemand zegt: hoe sterker zich iemand inspant om zich op de genade voor te bereiden, des te zwaarder hij zondigt,
Referenties naar alinea 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
6
6
Canon 8
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
- dat de vrees voor de hel, waardoor wij onze toevlucht nemen tot de barmhartigheid van God, door te treuren over onze zonde, of dat wij ons van zonden onthouden, is zonde of maakt de zonde nog erger,
Referenties naar alinea 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
12
18
Pastoralis actio ->=geentekst=
Elke pagina van het Concilie spreekt over het geloof ->=geentekst=
12
18
Canon 9
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
- door het geloof alleen wordt de goddeloze gerechtvaardigd, zó, dat hij daaronder verstaat dat er niets anders nodig is om mee te werken om tot de genade van rechtvaardiging te komen en het helemaal niet nodig is dat hij door zijn eigen wilsbeweging zich voorbereid en toerust,
Referenties naar alinea 39: 3
Sessio VII - Decretum de Sacramentis ->=geentekst=Pastoralis actio ->=geentekst=
Elke pagina van het Concilie spreekt over het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
3
9
3
9
Canon 10
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
- dat de mensen zonder de gerechtigheid van Christus, die Hij voor onze verdiensten heeft verworven, gerechtvaardigd wordt, of dat zij door haar (gerechtigheid) op formele wijze gerecht zijn,
Referenties naar alinea 40: 1
Cum in Neerlandia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
8-11
25
Elke pagina van het Concilie spreekt over het geloof ->=geentekst=
8-11
25
Canon 11
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
de mensen worden gerechtvaardigd, ofwel alleen door de aanrekening van Christus' genade, ofwel alleen door de vergeving van de zonden, zonder de genade en liefde, welke in de harten van hen door de Heilige Geest wordt ingestort (Rom. 5, 5) [b:Rom. 5, 5] en in hen woont.
En zij die zeggen dat de genade, waardoor wij gerechtvaardigd worden, alleen maar een gunst van God is,hij zij verdoemd.
Referenties naar alinea 41: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Elke pagina van het Concilie spreekt over het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
6
13
6
13
Canon 12
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
het rechtvaardigende geloof, is niets anders dan het vertrouwen op de goddelijke barmhartigheid, die wegens Christus, de zonden vergeeft, of het is alleen dit vertrouwen, waardoor wij gerechtvaardigd worden,hij zij verdoemd.
Referenties naar alinea 42: 1
Elke pagina van het Concilie spreekt over het geloof ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
6
6
Canon 13
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
om de vergeving van de zonden te kunnen ontvangen, is het voor ieder mens noodzakelijk, vast en zonder enige twijfel, vanwege zijn eigen zwakheid en ontoereikendheid, te geloven, dat hem de zonden vergeven zijn,hij zij verdoemd. vgl: Exsurge Domine [[[690|10-14]]]
Referenties naar alinea 43: 1
Elke pagina van het Concilie spreekt over het geloof ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
6
6
Canon 14
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
de mens wordt alleen van zijn zonden vrijgesproken en gerechtvaardigd, als hij vast gelooft: hij is vrijgesproken en gerechtvaardigd, of niemand is werkelijk gerechtvaardigd, tenzij hij die gelooft gerechtvaardigd te zijn en dat alleen door dit geloof de vrijspraak en de rechtvaardiging voltooid wordt,hij zij verdoemd. vgl: Exsurge Domine [[[690|10-14]]]
Referenties naar alinea 44: 1
Elke pagina van het Concilie spreekt over het geloof ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
20
20
Canon 15
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
de herboren en gerechtvaardigde mens, is gehouden op grond van zijn geloof, te geloven, dat hij zeker behoort tot het getal van de uitverkorenen,hij zij verdoemd
Referenties naar alinea 45: 1
Elke pagina van het Concilie spreekt over het geloof ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
20
20
Canon 16
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
met absolute en onfeilbare zekerheid dat hij zeker is van die grote gave van de vastberadenheid, tot het einde toe (Mt. 10, 22; Mt. 24, 13) [[b:Mt. 10, 22; Mt. 24, 13]], zonder dat hij door een speciale openbaring onderricht heeft gehad,hij zij verdoemd.
Referenties naar alinea 46: 1
Elke pagina van het Concilie spreekt over het geloof ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
Canon 17
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
de genade van de rechtvaardiging valt alleen ten deel aan de tot leven voorbestemden, alle anderen echter die geroepen zijn, maar de genade niet ontvangen, omdat zij door de goddelijke macht voorbestemd zijn tot het kwade,hij zij verdoemd.
Referenties naar alinea 47: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
16
Veritatis Splendor ->=geentekst=
Fernández gaat tegen de katholieke leer in, en met hem de paus, inzake dubia over Amoris Laetitia ->=geentekst=
16
Canon 18
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
de geboden van God zijn zelf voor mensen die gerechtvaardigd zijn en onder de genade staan, onmogelijk om te volbrengen,hij zij verdoemd.
Referenties naar alinea 48: 3
Veritatis Splendor ->=geentekst=Veritatis Splendor ->=geentekst=
Fernández gaat tegen de katholieke leer in, en met hem de paus, inzake dubia over Amoris Laetitia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
49
16
Veritatis Splendor ->=geentekst=
Veritatis Splendor ->=geentekst=
16
Canon 19
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
In het Evangelie is niets voorgeschreven, behalve het geloof, en de rest is zonder onderscheid, of het nu voorgeschreven is of verboden, maar vrij, of wie zegt: de tien geboden hebben geen betekenis voor christenen,hij zij verdoemd.
Referenties naar alinea 49: 3
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Veritatis Splendor ->=geentekst=
Veritatis Splendor ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
16
Veritatis Splendor ->=geentekst=
16
Canon 20
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
dat een nog zo gerechtvaardigde en perfecte mens niet gehouden is, om de geboden van God en de Kerk te onderhouden, maar alléén door te geloven, alsof werkelijk het Evangelie de blote en absolute belofte van het eeuwig leven zou zijn, zonder de voorwaarde om de geboden te onderhouden,hij zij verdoemd.
Referenties naar alinea 50: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Veritatis Splendor ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
51
Quas Primas ->=geentekst=
Canon 21
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
Christus Jezus is door God aan de mensen geschonken als Verlosser, die zij moeten vertrouwen, niet echter als Wetgever die zij zouden moeten gehoorzamen,hij zij verdoemd.
Referenties naar alinea 51: 2
Veritatis Splendor ->=geentekst=Quas Primas ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
52
21
21
Canon 22
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
dat gerechtvaardigde, of zonder speciale hulp van God, of hij zou het met haar (speciale hulp) niet kunnen, in de ontvangen gerechtigheid zou kunnen volharden,hij zij verdoemd.
Referenties naar alinea 52: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
53
17
29
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
17
29
Canon 23
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
dat de éénmaal gerechtvaardigde, niet meer kan zondigen Red.: Gedoeld wordt op de.. Red.: Gedoeld wordt op de dwalingen van Jovinians ten aanzien van begijnen, en ook niet de genade verliezen, en dat daarom hij die valt en zondigt, nooit werkelijk gerechtvaardigd geweest is, of zelfs omgekeerd, hij zou in het gehele leven alle zonden, ook de dagelijkse zonden kunnen vermijden, als niet door een speciaal voorrecht van God, zoals de Kerk houdt met betrekking tot de zalige Maagd,hij zij verdoemd.
Referenties naar alinea 53: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
54
15
15
Canon 24
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
dat de ontvangen gerechtigheid niet behouden wordt en zelfs niet vermeerderd voor God door goede werken, maar dat deze werken alleen maar vruchten en tekenen zijn van de verworven rechtvaardiging, niet ook de oorzaak van haar vermeerdering,hij zij verdoemd.
Referenties naar alinea 54: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
55
19
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
19
Canon 25
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
de rechtvaardige begaat in ieder goed werk tenminste een dagelijkse zonde (of wat nog onverdragelijker is) , een doodzonde, en verdient daarom de eeuwige straffen en hij wordt alleen maar daarom niet veroordeeld, omdat God die goede werken niet tot veroordeling aanrekent,hij zij verdoemd. vgl: Exsurge Domine [[[690|31]]]
Referenties naar alinea 55: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
56
18
18
Canon 26
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
de rechtvaardigen moeten, voor hun goede werken, die in God gedaan zijn (Joh. 3, 21) [[b:Joh. 3, 21]] geen eeuwige vergelding, van God, door zijn barmhartigheid en verdienste van Jezus Christus, verwachten en hopen, als zij, door goed te doen, en het onderhouden van de goddelijke geboden, tot aan het einde hebben volhard, (Mt. 10, 22; Mt. 24, 13) [[b:Mt. 10, 22; Mt. 24, 13]]hij zij verdoemd.
Referenties naar alinea 56: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
57
24
24
Canon 27
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
er is geen doodzonde, behalve het ongeloof. Of de ontvangen genade wordt verloren, door geen andere, nog zo zware en grote zonde, uitgezonderd het ongeloof,hij zij verdoemd.
Referenties naar alinea 57: 1
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
58
24
24
Canon 28
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
als de genade door de zonde verloren is gegaan, is ook altijd het geloof verloren gegaan. Of het geloof dat gebleven is, is geen echt geloof, ofschoon het niet levend zou zijn (Jak. 2, 26) [[b:Jak. 2, 26]], of wie het geloof heeft zonder liefde, die is geen christen,hij zij verdoemd.
Referenties naar alinea 58: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
59
22
22
Canon 29
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
hij die naar het Doopsel is gevallen, kan niet door Gods genade zich weer oprichten. Of hij kan alleen door het geloof, de verloren gegane genade terug verkrijgen, zonder het sacrament van de Biecht, zoals de heilige katholieke en universele Kerk, onderwezen door Christus de Heer en zijn apostelen, op dit punt, verkondigd, houdt en leert,hij zij verdoemd.
Referenties naar alinea 59: 1
Sessio XIV - Doctrina de sacramento poenitentiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
60
23
Indulgentiarum Doctrina ->=geentekst=
Sessio XXV - Decretum de purgatorio ->=geentekst=
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
23
Canon 30
Als iemand zegt,
Als iemand zegt,
dat na het ontvangen van de genade der rechtvaardigheid aan iedere zondaar die boete doet de schuld zo vergeven wordt en dat de schuld van de eeuwige straf zo wordt uitgewist, dat er geen enkele schuld van tijdelijke straf overblijft,
- ofwel te voldoen in deze wereld
- ofwel in de toekomstige in het vagevuur
alvorens de toegang tot het rijk der hemelen kan staan:hij zij verdoemd.
Referenties naar alinea 60: 4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Indulgentiarum Doctrina ->=geentekst=
Sessio XXV - Decretum de purgatorio ->=geentekst=
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
61
19
19
Canon 31
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
de rechtvaardige zondigt, terwijl hij met het oog op het eeuwig loon goed handelt,hij zij verdoemd.
Referenties naar alinea 61: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
62
28
26-30
28
26-30
Canon 32
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
de goede werken van de gerechtvaardigde mens zijn op die manier gaven van God, dat zij niet uit de goede diensten van die gerechtvaardigde zelf zijn, of die gerechtvaardigde verkrijgt, met de goede werken, welke door hem door Gods genade en de verdienste van Christus (van Wie hij een levend lidmaat is) werden gedaan, niet werkelijk een vermeerdering van genade, het eeuwig leven, en (in zoverre hij in staat van genade gestorven is) het verwerven van eeuwig leven, alsook de vermeerdering van eeuwige glorie,hij zij verdoemd.
Referenties naar alinea 62: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
63
Canon 33
Als iemand zegt:
Als iemand zegt:
dat, door deze katholieke leer over de rechtvaardiging, uitgedrukt door de heilige Synode in de voorliggende decreten, op één of andere wijze afbreuk wordt gedaan aan de eer aan God, of aan de verdiensten van onze Heer Jezus Christus en dat niet veel meer de waarheid van ons geloof en tenslotte de eer van God en Christus wordt verklaard,hij zij verdoemd.
Referenties naar alinea 63: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 2
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.be/toondocument/668-sessio-vi-decretum-de-iustificatione-nl