Divinum Illud Munus

x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:

Informatie over dit document

Divinum Illud Munus
Over de Heilige Geest
Paus Leo XIII
9 mei 1897
Pauselijke geschriften - Encyclieken
1957, Ecclesia Docens 0776, NV Gooi & Sticht, Hilversum
1957
Dr. M.H. Mulders C.ss.R.
Dr. Chr. Oomen C.ss.R.
26 mei 2025
622
nl
Toon meer

Referenties naar dit document: 2

Open uitgebreid overzicht

Referenties naar dit document van thema's en berichten

Open uitgebreid overzicht

Extra opties voor dit document

Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social media
- De inwoning van de Heilige Geest heeft een rijke genadenschat tot gevolg
41
Het begin van deze wedergeboorte en van deze vernieuwing ontvangt de mens door het doopsel. In dit sacrament daalt, na de uitdrijving van de onzuivere geest uit de ziel, voor het eerst de Heilige Geest neer en maakt Hij de ziel aan Zich gelijkvormig: “Wat uit de Geest is geboren, is geest." (Joh. 3, 6)[b:Joh. 3, 6]

Referenties naar alinea 41: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
En nog overvloediger schenkt Zich de Heilige Geest door het heilig vormsel om het christelijk leven standvastig en krachtig te maken. Door Hem ongetwijfeld zegepraalden de martelaren en behaalden de maagden de overwinning op de verlokkingen van het bederf.

Referenties naar alinea 42: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
De Heilige Geest, zo zeggen wij, schenkt Zichzelf: "De liefde Gods is uitgestort in onze harten door de Heilige Geest, die ons geschonken is." (Rom. 5, 5)[b:Rom. 5, 5] Want niet alleen deelt Hij ons de goddelijke gaven mede, maar Hij is er ook de bewerker van, en tevens is Hij zelf de grootste gave. Hij komt voort uit de wederkerige liefde van Vader en Zoon en wordt daarom terecht beschouwd en aangeduid als "de Gave van de hoogste God". 1[[663|611]]

Referenties naar alinea 43: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
Om de aard en de kracht van die gave duidelijker te doen uitkomen behoeven wij slechts er aan te denken, welke verklaringen de heilige leraren van de leer van de gewijde Boeken hebben gegeven, nl. dat God in alles tegenwoordig is en dat Hij daar tegenwoordig is "door Zijn macht, voor zover alles aan Zijn macht onderworpen is; door Zijn tegenwoordigheid, voor zover alles open en bloot ligt voor Zijn ogen; door Zijn wezen, voor zover Hij in alles is als de oorzaak van het zijn". 2[[t:ia q. 8 a. 3]]

Referenties naar alinea 44: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
Niet alleen echter is God in de mens zoals in de dingen, maar bovendien wordt Hij door hem gekend en bemind, want al van nature beminnen wij spontaan het goede, verlangen wij er naar en trachten wij het te bereiken. Daarenboven woont God op een zeer innige en bijzondere wijze door de genade in de rechtvaardige als in een tempel. Daaruit volgt ook die liefdeband, waardoor de ziel allernauwst met God verbonden is, meer dan een vriend met zijn meest welwillende en meest beminde vriend verbonden kan zijn, en Hem volledig en in zoetheid geniet.

Referenties naar alinea 45: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
Deze wonderbare verbondenheid nu, die "inwoning" 3[[b:Rom. 8, 11]] genoemd wordt, verschilt alleen in toestand of staat van die, waarmee God de zaligen in de hemel omsluit.

Referenties naar alinea 46: 2

Mystici Corporis Christi ->=geentekst=
De Encycliek "Mystici Corporis" ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
Ofschoon die verbondenheid in volle werkelijkheid tot stand komt door de tegenwoordigheid van de gehele Drie-eenheid: “Wij zullen tot hem komen, en ons verblijf bij hem nemen" (Joh. 14, 23)[b:Joh. 14, 23], wordt zij toch heel in het bijzonder in verband gebracht met de Heilige Geest. Want zelfs in de zondaar zijn er sporen van Gods macht en wijsheid, maar aan de liefde, die als het ware het eigen kenmerk is van de Geest, heeft niemand anders deel tenzij de rechtvaardige. En dat hangt hiermee samen, dat de Geest de Heilige wordt genoemd, juist ook omdat Hij zelf, de eerste en hoogste Liefde, de zielen krachtig naar de heiligheid stuwt, die ten slotte bestaat in de liefde tot God. Daarom noemt de Apostel, wanneer hij zegt, dat de rechtvaardigen tempels van God zijn, hen niet uitdrukkelijk tempels van de Vader of van de Zoon, maar van de Heilige Geest: “Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont en die gij van God hebt ontvangen?" (1 Kor. 6, 19)[b:1 Kor. 6, 19]

Referenties naar alinea 47: 1

De Encycliek "Mystici Corporis" ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
De inwoning van de Heilige Geest in de vrome zielen wordt op velerlei wijzen gevolgd door een overvloed van hemelse gaven. Want de Aquiner leert: "Daar de Heilige Geest voortkomt als de Liefde, komt Hij voort als de eerste Gave; daarom zegt Augustinus, dat door de Gave, die de Heilige Geest is, de ledematen van Christus deelachtig worden aan vele bijzondere gaven. 4[[905]]" 5[[t:ia q. 38 a. 2]]

Referenties naar alinea 48: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
49
Tot deze gaven behoren de verborgen aansporingen en uitnodigingen, die op ingeving en aandrijving van de Heilige Geest veelvuldig in geest en hart worden opgewekt. Zonder die inwerkingen immers slaat men de goede weg niet in, bestaat er geen vooruitgang en ook geen bekroning met de eeuwige zaligheid. Omdat die inspraken en impulsen op zeer verborgen wijze in de ziel plaats hebben, gebruiken de Heilige Schriften zeer juist hier soms het beeld van het suizen van een opstekende wind en vergelijkt de Engelachtige Leraar ze treffend met het kloppen van het hart, omdat heel de werking van het hart diep in de mens verborgen blijft: “Het hart heeft een verborgen werking, en daarom wordt de Heilige Geest met het hart vergeleken, omdat Hij de Kerk onzichtbaar bezielt en samenbindt." 6[[t:iiia q. 8 a. 1 ad 3]]

Referenties naar alinea 49: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
Daarenboven heeft de rechtvaardige, die het leven van de goddelijke genade bezit en met de daaraan aangepaste deugden als werkvermogens handelt, beslist dat zevental van gaven nodig, die bij eigennaam de gaven van de Heilige Geest worden genoemd. Dank zij die gaven wordt de ziel meer ontvankelijk en toegankelijk om Zijn inspraken en impulsen met grotere vaardigheid en bereidwilligheid op te volgen. Daarom werken deze gaven zó krachtig, dat zij de mens opvoeren tot de hoogste heiligheid, en zijn zij zó verheven, dat zij in de hemel, zij het dan ook op volmaaktere wijze, blijven bestaan. Ook wordt de mens door die gaven opgewekt en gestuwd om de zaligsprekingen van het Evangelie te verwerkelijken en te beleven, die gelijk de bloemen, welke in de lente ontluiken, de voortekenen en de boden zijn van de altijddurende zaligheid.

Referenties naar alinea 50: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
51
Ten slotte zijn er nog de gezegende vruchten, die de Apostel opnoemt (Gal. 5, 22)[b:Gal. 5, 22] en die de Heilige Geest met al hun zoetheid en vreugde zelfs tijdens dit vergankelijke leven in de rechtvaardigen voortbrengt en uitwerkt. Zulke vruchten moeten wel komen van de Geest, “die in de Drie-eenheid de Zoetheid is van Vader en Zoon en die met grote mildheid en vruchtbaarheid alle schepsel overstroomt". 7[[905]]

Referenties naar alinea 51: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media