Humani Generis

x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:

Informatie over dit document

Humani Generis
Over sommige valse meningen die de grondslagen van de Katholieke leer dreigen te ondermijnen
Paus Pius XII
12 augustus 1950
Pauselijke geschriften - Encyclieken
1958, Ecclesia Docens 0182 - Uitg. Gooi en Sticht , Hilversum
vert. vanuit het Latijn
Alineanummering en tussentitels: Ecclesia Docens

Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
1958
26 juni 2022
470
nl
Toon meer

Referenties naar dit document: 17

Open uitgebreid overzicht

Referenties naar dit document van thema's en berichten

Open uitgebreid overzicht

Extra opties voor dit document

Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social media

Referenties naar alinea 24: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
- HOOFDSTUK 3 Dwalingen op het gebied van de H. Schrift
22
1. Inbreuk op het goddelijk karakter van de H. Schrift.
Om nu terug te komen op de bovengenoemde nieuwe opvattingen: sommigen leren of insinueren ook dingen, die afbreuk doen aan het goddelijk gezag van de Heilige Schrift. Want er zijn er, die de zin van de definitie van het Vaticaans concilie omtrent God als auteur van de Heilige Schrift durven verdraaien. Zij verkondigen opnieuw de reeds meermalen veroordeelde mening, dat de Heilige Schrift vrij is van dwaling alleen daar, waar zij spreekt over God en over punten van zedelijke en godsdienstige aard. Zij spreken zelfs ten onrechte over de menselijke zin van de heilige boeken, waaronder hun goddelijke zin, die volgens hen de enig onfeilbare is, schuil zou gaan.

Bij het verklaren van de Heilige Schrift willen zij volstrekt geen rekening houden met de "analogie van het geloof" en met de "overlevering" van de Kerk. Men zou dus de leer van de Heilige Vaders en van het gewijde leergezag eigenlijk moeten toetsen aan de heilige Schrift, zoals die op zuiver menselijke wijze door de exegeten wordt verklaard, en niet de Heilige Schrift zelf moeten interpreteren volgens de opvatting van de Kerk, die door Christus de Heer is aangesteld om heel de schat van de geopenbaarde waarheid te bewaren en te verklaren.

Referenties naar alinea 22: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
2. De zogenaamde symbolische of geestelijke exegese.
Bovendien zou de letterlijke zin van de heilige Schrift en de uitleg ervan, die door zoveel grote exegeten onder het toezicht van de Kerk is gegeven, volgens hun valse princiepen plaats moeten maken voor een nieuwe exegese, die zij als symbolische en geestelijke exegese betitelen. Hierdoor zouden de heilige Boeken van het Oude Testament, die op het ogenblik als een verzegelde bron in de Kerk verborgen liggen, eindelijk voor allen begrijpelijk worden. Langs deze weg zullen, zo beweren zij, alle moeilijkheden verdwijnen, want deze bestaan alleen voor hen, die zich vastklampen aan de letterlijke zin van de Heilige Schrift.

Referenties naar alinea 23: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
3. Verwijzing naar de pauselijke Bijbelencyclieken.
Het is voor iedereen duidelijk, hoe zeer dit alles in strijd is met de beginselen en normen van Schriftverklaring, die door onze voorgangers Leo XIII z.g. in de encycliek Providentissimus Deus[615], Benedictus XV z.g. in de encycliek Spiritus Paraclitus[616], en ook door onszelf in de encycliek Divino afflante Spiritu[614] zijn vastgelegd.

Referenties naar alinea 24: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media