Sacerdotium Ministeriale

x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:

Informatie over dit document

Sacerdotium Ministeriale
Aan de Bisschoppen van de Katholieke Kerk over bepaalde vragen betreffende de bediening van de Eucharistie
Joseph Kardinaal Ratzinger
Congregatie voor de Geloofsleer
6 augustus 1983
Curie - Brieven
1983, Archief van de Kerken jrg 38 nr 11, pag 17-20
november 1983
Archief van de Kerken
25 februari 2024
1088
nl
Toon meer

Referenties naar dit document: 9

Open uitgebreid overzicht

Referenties naar dit document van thema's en berichten

Open uitgebreid overzicht

Extra opties voor dit document

Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social media
- HOOFDSTUK 1 Inleiding
1
I.1
Het Tweede Vaticaans Concilie[d:4] heeft uitdrukkelijk als geloofszekerheid vastgesteld, dat het ambtelijk of hiërarchische priesterschap niet alleen in rangorde, maar ook wezenlijk verschilt van het algemeen priesterschap van de gelovigen, en dat alleen de bisschoppen en de priesters de volmacht bezitten om het mysterie van de Eucharistie te voltrekken. Want ofschoon de gelovigen deelhebben aan één en hetzelfde priesterschap van Christus en zich verenigen in de eucharistische offergave, heeft alleen de priesterlijke bedienaar uit kracht van het Sacrament van het Priesterschap de volmacht om het eucharistische offer 'in de persoon van Christus' te voltrekken en in naam van heel het christenvolk op te dragen. 1[[617|10.17.26.28]] 2[[570|7]] 3[[646|15]] 4[[704|2.3]] 5[[[392|31]]]

Referenties naar alinea 1: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
I.2
In de laatste jaren zijn echter opvattingen verbreid en zelfs af en toe in praktijk gebracht, die de hierboven vermelde leer van de Kerk loochenen en die zo het innerlijk leven van de Kerk schade berokkenen. Deze opvattingen, die op allerlei wijzen en met onderscheiden argumentaties naar voren worden gebracht, beginnen zelfs weerklank te vinden bij de gewone gelovigen hetzij op grond van de bewering, dat ze wetenschappelijk gefundeerd zouden zijn, hetzij op basis van het voorwendsel, dat alléén zo aan de noodzakelijke pastorale zorg en het sacramentele leven voor de christengemeenschappen voldaan zou kunnen worden.

Referenties naar alinea 2: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
I.3
De Heilige Congregatie voor de Geloofsleer[d:106] wil derhalve in de geest van collegialiteit aan de bisschoppen met dit schrijven een hulp aanbieden en enige wezenlijke leerstellingen van de Kerk omtrent de bedienaar van de Eucharistie naar voren brengen, zoals die door de levende traditie overgeleverd zijn, en zoals die ook in vroegere documenten van het kerkelijk leerambt tot uitdrukking kwamen. Hoewel de Heilige Congregatie voor de Geloofsleer[d:106] de gehele beschouwing omtrent de leer over het priesterambt, zoals die door het Tweede Vaticaans Concilie[d:4] naar voren is gebracht, veronderstelt bekend te zijn, vindt zij het in de huidige omstandigheden dringend noodzakelijk om het bijzondere en het wezenlijke van het priesterambt nog duidelijker uiteen te zetten.

Referenties naar alinea 3: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media