Dilexit Nos
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Dilexit Nos
Over de menselijke en goddelijke liefde van het Hart van Jezus Christus
Paus Franciscus
24 oktober 2024
Pauselijke geschriften - Encyclieken
2024, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk / SRKK
Bewerking van de noten nog gaande (2025-04-26)
Redactie: mgr. dr. J.W.M. Liesen
Eindredactie: A. Kruse, MA
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Redactie: mgr. dr. J.W.M. Liesen
Eindredactie: A. Kruse, MA
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
18 april 2025
Drs. H.M.G. Kretzers
27 april 2025
9368
nl
Referenties naar dit document: 6
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Inhoud
1
"Hij heeft ons liefgehad", zegt de heilige Paulus, verwijzend naar Christus (Rom. 8, 37)[b:Rom. 8, 37] om ons te laten ontdekken dat van deze liefde niets "ons kan scheiden" (Rom. 8, 39)[b:Rom. 8, 39]. Paulus zegt dit met zekerheid, omdat Christus zelf zijn leerlingen had verzekerd: "Ik heb u liefgehad" (Joh. 15, 9.12)[b:Joh. 15, 9.12]. Hij heeft ons ook gezegd: "Ik heb u vrienden genoemd" (Joh. 15, 15)[b:Joh. 15, 15]. Zijn open hart gaat ons voor en wacht op ons, onvoorwaardelijk. Hij vraagt niets dan ons lief te kunnen hebben en om ons zijn liefde aan te bieden: Hij heeft ons het eerste liefgehad. (1 Joh. 4, 10)[[b:1 Joh. 4, 10]] Dankzij Jezus "hebben wij de liefde leren kennen die God voor ons heeft, en wij gelóven in haar" (1 Joh. 4, 16)[b:1 Joh. 4, 16].
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HET BELANG VAN HET HART (2-31)
2
Om de liefde van Jezus tot uitdrukking te brengen wordt vaak het symbool van het hart gebruikt. Sommigen vragen zich af of dit symbool nog steeds betekenisvol is. Maar omdat wij geneigd zijn oppervlakkig en snel te leven zonder uiteindelijk te weten waarom, en omdat wij geneigd zijn onverzadigbare consumenten en slaven van de raderwerken van een markt te worden, die geen belangstelling heeft voor de zin van ons bestaan, hebben wij er allen behoefte er het belang van het hart opnieuw te ontdekken. Een groot gedeelte van de...Een groot gedeelte van de overwegingen van dit eerste hoofdstuk zijn geïnspireerd door de niet uitgegeven geschriften van pater Diego Fares, S.J. Moge de Heer hem eeuwige rust schenken in zijn heilige heerlijkheid.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Wat bedoelen wij, wanneer wij zeggen "hart"? (3-8)
3
In het klassieke profane Grieks beduidt de term kardía het binnenste van mensen, dieren en planten. Bij Homerus geeft het niet alleen het lichamelijke middelpunt aan, maar ook de ziel en de geestelijke kern van het menselijk wezen. In de Ilias behoren denken en gevoelen tot het hart en zijn nauw met elkaar verbonden. Vgl. Homerus, Ilias, 21, 441.Vgl. Homerus, Ilias, 21, 441. Het hart verschijnt daar als middelpunt van het verlangen en de plaats waar iemands belangrijke beslissingen gestalte krijgen. Vgl. Homerus, Ilias, 10, 244.Vgl. Homerus, Ilias, 10, 244. Bij Plato krijgt het hart een functie die op de een of andere wijze ieders rationele aspecten en neigingen "synthetiseert", omdat de impulsen van zowel de hogere vermogens als de hartstochten worden doorgegeven via de aderen, die in het hart samenkomen. Vgl. Plato, Timaeus 65 c-d;...Vgl. Plato, Timaeus 65 c-d; 70. Zo heeft men vanaf de oudheid het belang beseft om de mens niet te beschouwen als een optelsom van verschillende vermogens, maar als een eenheid van ziel en lichaam met een middelpunt dat alles wat de persoon beleeft verenigt en het de basis van een zin en richting geeft.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De Bijbel zegt dat "het woord van God levend en krachtig is (...) en dat het de bedoelingen en gedachten van de mens ontleed" (Heb. 4, 12)[b:Heb. 4, 12]. Zo spreekt het tot ons over het hart als een kern die onder elke uiterlijke verschijningsvorm ligt, ook onder de oppervlakkige gedachten die ons verwarren. De Emmaüsgangers beleefden gedurende hun mysterieuze weg met de verrezen Christus een ogenblik van angst, verwarring, wanhoop, teleurstelling. En toch gebeurde er buiten en ondanks alles iets in de diepte: "Brandde ons hart niet in ons, terwijl Hij onderweg met ons sprak?" (Lc. 24, 32)[b:Lc. 24, 32].
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Tegelijkertijd is het hart de plaats van de oprechtheid, waar je niet kunt bedriegen of misleiden. Gewoonlijk geeft het onze ware bedoelingen aan, wat we denken, geloven en werkelijk willen, de "geheimen" die we aan niemand vertellen, kortom de eigen naakte waarheid. Het betreft datgene wat geen schijn of leugen, maar authentiek, werkelijk, geheel persoonlijk is. Daarom vroeg Delila aan Simson, die haar niet het geheim van zijn kracht vertelde: "Je zegt wel dat je van mij houdt, maar in je hart geef je niets om mij" (Re. 16, 15)[b:Re. 16, 15]. Alleen toen hij haar zijn verborgen geheim openbaarde, "zag zij dat hij haar zijn hart geopend had". (Re. 16, 18)[[b:Re. 16, 18]]
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Deze waarheid van iedere persoon is vaak verborgen onder een grote hoeveelheid "gebladerte" die haar bedekt, en dit maakt dat men het moeilijk vindt om met zekerheid zichzelf te kennen en nog meer om een andere persoon te kennen: "Niets is zo onbetrouwbaar als het hart, onverbeterlijk is het, wie kan het peilen?" (Jer. 17, 9)[b:Jer. 17, 9]. Zo begrijpen wij waarom het boek Spreuken ons vraagt: "Bewaar uw hart, meer dan alles wat gij moet behoeden, want daar ontspringt de bron van het leven. Weer leugenachtig gepraat van uw mond en verwijder alle valsheid van uw lippen" (Spr. 4, 23-24)[b:Spr. 4, 23-24]. Pure uiterlijkheid, misleiding en bedrog schaden en maken het hart verdorven. Ondanks de zovele pogingen om te laten zien of tot uitdrukking te brengen wat wij niet zijn, speelt alles zich af in het hart: daar telt niet wat we uiterlijk laten zien of verbergen, daar zijn wij onszelf. En dat is de basis van elk gedegen project voor ons leven, want we kunnen niets waardevols bouwen zonder het hart. Uiterlijkheden en leugens laten ons met lege handen staan.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Sta het mij toe, ter illustratie, te herinneren aan iets dat ik al bij een andere gelegenheid heb vermeld: "Toen wij kinderen waren, maakte oma voor ons voor carnaval koekjes, en het was een zeer fijn beslag dat zij maakte. Vervolgens deed zij dat in de olie en dat beslag zwol op en zwol op... En wanneer wij die koekjes aten, waren ze leeg. Die koekjes heetten in het dialect "leugens". En oma heeft ons dat uitgelegd: "Net zoals leugens lijken deze koekjes groot, maar ze hebben niets vanbinnen, er zit niets waars in, er zit niets wezenlijks in". Paus Franciscus, Homilie in...Paus Franciscus, Homilie in de ochtendmis in Domus Sanctae Marthae, 14 oktober 2016: L'Osservatore Romano, 15 oktober 2016, p. 8.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
In plaats van te zoeken naar oppervlakkige bevrediging en tegenover anderen een rol te spelen, is het het beste vragen te stellen die ertoe doen: wie ben ik werkelijk, wat zoek ik, welke zin wil ik dat mijn leven, mijn keuzes of handelingen hebben, waarom en voor welk doel ben ik op deze wereld, hoe zal ik mijn bestaan beoordelen, wanneer het ten einde loopt, welke betekenis zou ik willen dat alles had wat ik meemaak, wie wil ik zijn tegenover anderen, wie ben ik tegenover God. Deze vragen brengen mij naar mijn hart.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Terugkeren naar het hart (9)
9
In deze vloeibare wereld is het noodzakelijk opnieuw te spreken over het hart; het is nodig om naar die plek te kijken waar iedere concrete persoon, van welke klasse of levensomstandigheden ook, zijn synthese maakt; de plaats waar mensen de bron en de wortel van al hun andere krachten, overtuigingen, hartstochten, keuzes hebben. Maar wij bewegen ons in een maatschappij van continue consumeren, we leven van dag tot dag en worden beheerst door de ritmes en het lawaai van de technologie zonder veel geduld voor de processen die het innerlijk leven nodig heeft. In de maatschappij van vandaag "dreigt" de mens "het middelpunt kwijt te raken, het middelpunt van zichzelf". Heilig Hart van Jezus, 1[[25|1]] "De mensen van vandaag zijn inderdaad vaak bedwelmd, verdeeld, bijna verstoken van een innerlijk principe dat eenheid en harmonie schept in hun wezen en handelen. Helaas zijn er vrij wijdverbreide modellen van gedrag die onze rationeel-technologische dimensie verergeren, of, het tegenovergestelde, de dimensie van onze instincten". Id., Catechese, 9 juni 1994:...Id., Catechese, 9 juni 1994: L'Osservatore Romano, 9 juni 1994, p. 5.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Wat ontbreekt, is het hart. (10-16)
10
Het probleem van de vloeibare maatschappij is actueel, maar de ontwaarding van het innerlijk middelpunt van de mens - het hart - gaat verder terug. Wij vinden haar reeds in het Grieks en voorchristelijk rationalisme, in het post-christelijke idealisme en in het materialisme in zijn verschillende gedaanten. Het hart heeft weinig ruimte gekregen in de antropologie en blijkt een begrip dat vreemd is aan de filosofische traditie. Grote denkers geven de voorkeur aan andere begrippen zoals die van de rede, wil of vrijheid. De betekenis ervan is vaag en er wordt in het menselijk leven geen specifieke plaats aan toegekend. Misschien omdat het moeilijk was het te plaatsen tussen de "heldere en duidelijke ideeën" of vanwege de moeilijkheid die zelfkennis met zich meebrengt: want het lijkt dat de meest innerlijke werkelijkheid ook het verst van onze kennis afstaat. Waarschijnlijk omdat de ontmoeting met de ander niet noodzakelijk de weg is om zichzelf te vinden, aangezien ons denken steeds uitloopt op een ongezond individualisme. Velen voelen zich veiliger als ze hun systeem van denken construeren in de meer controleerbare omgeving van het verstand en de wil. Omdat men geen plaats voor het hart vond als iets wat onderscheiden is van de menselijke vermogens en passies, die steeds afzonderlijk van elkaar werden beschouwd, is er evenmin een idee van een persoonlijk middelpunt ontwikkeld waar de liefde de enige werkelijkheid is die uiteindelijk alles kan verenigen.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Als we het hart onderwaarderen, waarderen we ook niet wat het betekent om vanuit het hart te spreken, met het hart te handelen, het hart laten rijpen en genezen. Wanneer het specifieke van het hart niet wordt gewaardeerd, verliezen wij de antwoorden die het verstand alleen niet kan geven, verliezen wij de ontmoeting met de ander, verliezen wij de poëzie. En wij verliezen de geschiedenis en ons eigen verleden, omdat ons ware persoonlijke avontuur datgene is wat we opbouwen vanuit het hart. Aan het einde van ons leven is dit het enige wat telt.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Het is nodig om te zeggen dat wij een hart hebben, en dat ons hart bestaat samen met de andere harten die het helpen een "jij" te zijn. Omdat wij dit thema niet in de volle breedte kunnen ontwikkelen, zullen wij gebruik maken van een figuur uit een roman van Dostojevski, nl. Nikolai Stavogrin. Dostojevski, Boze geesten...Dostojevski, Boze geesten (1873). Romano Guardini ziet hem als de verpersoonlijking zelf van het kwaad, omdat zijn belangrijkste eigenschap is dat hij geen hart heeft: "Stavogrin heeft geen hart; omdat zijn geest koud en leeg is en zijn lichaam bedwelmd raakt door luiheid en "beestachtige" sensualiteit. Daarom kan hij niemand intiem ontmoeten en niemand ontmoet hem echt. Want alleen het hart schept intimiteit, de ware nabijheid tussen twee wezens. Alleen het hart kan ontvangen en een vaderland geven. Intimiteit is de activiteit en sfeer van het hart. Maar Stavogrin is afstandelijk. (...) Oneindig ver ook van zichzelf, omdat een mens alleen maar kan verinnerlijken met het hart, niet met de geest. Zich verinnerlijken met de geest ligt niet in de macht van de mens. Vandaar dat, als het hart niet leeft, de mens een vreemde blijft voor zichzelf". Romani Guardini, Il mondo...Romani Guardini, Il mondo religioso di Dostojevskii, Brescia 1980, 236.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Wij hebben het nodig dat alle handelingen worden geplaatst onder de "politieke heerschappij" van het hart, dat agressiviteit en obsessieve verlangens rust vinden in het grotere goed dat het hart hun biedt, en in de kracht van het hart om het kwaad te weerstaan. We hebben het nodig dat ook het verstand en de wil zich ten dienste stellen van het hart door veeleer de waarheden te voelen en te proeven dan ze te willen overheersen, zoals sommige wetenschappen vaak doen. We hebben het nodig dat de wil naar het hogere goed verlangt dat door het hart wordt herkend, terwijl ook de verbeeldingskracht en de gevoelens zich laten leiden door het kloppen van het hart.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
We zouden kunnen zeggen dat ik in laatste instantie mijn hart ben, omdat dat het is wat mij onderscheidt, mij gestalte geeft in mijn geestelijke identiteit en mij met anderen verbindt. De algoritmes in de digitale wereld laten zien dat onze gedachten en de beslissingen van onze wil veel meer "standaard" zijn dan wij zouden kunnen denken. Zij zijn gemakkelijk te voorspellen en te manipuleren. Dat is niet het geval met het hart.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Het woord "hart" is belangrijk voor de filosofie en de theologie, die ernaar streven tot een allesomvattende synthese te komen. Immers, de betekenis ervan kan niet uitputtend worden verklaard door de biologie, de psychologie, de antropologie of welke wetenschap dan ook. Het is een van die oorspronkelijke woorden "die de werkelijkheid aanduiden die heel de mens als lichamelijke en geestelijke persoon betreft". Karl Rahner, Alcune tesi per...Karl Rahner, Alcune tesi per una teologia della devozione al cuore di Gesù in Teologia del Cuore di Cristo, Rome 1995, 60. Zo is een bioloog niet meer een realist, wanneer hij spreekt over het hart, omdat hij slechts een gedeelte ervan ziet; het geheel is niet minder werkelijk, maar het is het nog meer. Evenmin zou een abstract taalgebruik dezelfde concrete en tegelijkertijd allesomvattende betekenis kunnen hebben. Als het "hart" ons naar het meest innerlijke middelpunt van onze persoon voert, stelt het ons in staat ons te herkennen in onze integriteit en niet alleen in een of ander afzonderlijk aspect.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Anderzijds helpt deze unieke kracht van het hart ons te begrijpen waarom we zeggen dat, wanneer we een werkelijkheid begrijpen met het hart, we deze beter en meer ten volle kunnen kennen. Dit brengt ons onvermijdelijk tot de liefde waartoe dat hart in staat is, omdat "de liefde de diepste kern van de werkelijkheid is". Karl Rahner, Alcune tesi per...Karl Rahner, Alcune tesi per una teologia della devozione al cuore di Gesù in Teologia del Cuore di Cristo, Rome 1995, 61. Voor Heidegger, zoals een denker en tijdgenoot hem interpreteert, begint de filosofie niet met een zuiver begrip of een zekerheid, maar met een emotionele schok: "Het denken moet emotioneel geschokt worden alvorens te werken met begrippen of terwijl het hiermee werkt. Zonder een diepe emotie kan het denken niet beginnen. Het eerste geestelijke beeld zou kippenvel zijn. Het eerste dat een mens doet denken en vragen is de diepe emotie. Filosofie vindt altijd plaats in een fundamentele gemoedstoestand (Stimmung)". Byung-Chul Han, Heideggers...Byung-Chul Han, Heideggers Herz. Zum Begriff der Stimmung bei Martin Heidegger, München 1996, 39. En hier verschijnt het hart, omdat het "de gemoedstoestanden herbergt, en werkt als "een bewaker van de gemoedstoestand". Het "hart" hoort op een niet metaforische wijze "de stille stem" van het zijn, terwijl het zich daardoor laat stemmen en bestemmen". Byung-Chul Han, Heideggers...Byung-Chul Han, Heideggers Herz. Zum Begriff der Stimmung bei Martin Heidegger, München 1996, 60; vgl. 176.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Het hart verenigt de fragmenten (17-23)
17
Tegelijkertijd maakt het hart iedere authentieke verbinding mogelijk, omdat een relatie die niet met het hart is opgebouwd, niet in staat is de fragmentatie van het individualisme te overwinnen. Zonder het hart kunnen twee monaden elkaar naderen, maar zich niet echt verbinden. "Harteloosheid" is een maatschappij die steeds meer beheerst wordt door narcisme en op zichzelf betrokken zijn. Uiteindelijk leidt dit tot een "verlies van het verlangen", omdat de ander achter de horizon verdwijnt en een mens zich opsluit in het eigen ik zonder vermogen tot gezonde relaties. Byung-Chul Han, Eros in...Byung-Chul Han, Eros in agonia, Milaan 2019. Het gevolg is dat wij onbekwaam worden om God te ontvangen. Zoals Heidegger zou zeggen, om het goddelijke te ontvangen moeten wij een "gastenverblijf" bouwen. Vgl. Martin Heidegger, La...Vgl. Martin Heidegger, La poesia di Hölderlin, Milaan 1988, 144.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Zo zien wij hoe in het hart van iedere persoon deze paradoxale verbinding tot stand komt tussen de waardering van zichzelf en het zich openstellen voor de ander, tussen de zeer persoonlijke ontmoeting met zichzelf en de zelfgave aan anderen. Een mens wordt alleen zichzelf, wanneer hij het vermogen verwerft anderen te erkennen, en alleen wie in staat is de eigen identiteit te erkennen en te aanvaarden, ontmoet anderen.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Het hart is ook in staat om één geheel te maken van de eigen persoonlijke geschiedenis, die in duizend stukjes uit elkaar gevallen lijkt te zijn, maar waar alles zin kan hebben. Dat is wat het evangelie tot uitdrukking brengt in de blik van Maria, die keek met haar hart. Zij wist een dialoog te voeren met de ervaringen die zij in haar hart bewaarde en overwoog; ze nam de tijd om ze in haar binnenste tegenwoordig te stellen en in perspectief te zien. In het evangelie vormen de beste uitdrukking van wat een hart denkt, de twee passages bij de heilige Lucas die ons zeggen dat Maria "al deze woorden in haar hart bewaarde (syneterei, συνετήρει) en ze overwoog (symballousa, συμβάλλουσα)" (Lc. 2, 19)[b:Lc. 2, 19]. Het werkwoord symballein (συμβαλλειν, waarvan "symbool" komt) betekent overwegen, twee dingen in de geest verenigen en zichzelf onderzoeken, nadenken, een dialoog met zichzelf voeren. In Luc. 2, 51 betekent dieterei (διετήρει) "met zorg bewaren" (Lc. 2, 51)[[b:Lc. 2, 51]] en wat zij bewaarde, was niet alleen "de scène" die zij zag, maar ook wat zij nog niet begreep en toch aanwezig en levend bleef, erop wachtend dat alles in het hart samengevoegd zou worden.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
In de tijd van de kunstmatige intelligentie mogen wij niet vergeten dat poëzie en liefde noodzakelijk zijn om onze menselijkheid te bewaren. Wat geen enkel algoritme ooit zal kunnen vatten, is bijvoorbeeld het ogenblik in de jeugd dat iemand zich met tederheid herinnert en dat ondanks het voorbijgaan van de jaren in iedere hoek van de planeet blijft gebeuren. Ik denk aan het gebruik van een vork om de randen van de deegbolletjes te sluiten die met onze moeders of omas thuis werden gemaakt. Dat was een ogenblik van culinair leerlingschap, halverwege tussen spel en volwassen leeftijd, waarbij we de verantwoordelijkheid voelden om te werken en de ander te helpen. Zoals dit detail van de vork zou ik duizenden kleine details kunnen aanhalen die de levensverhalen van allen vormen: een glimlach die we ontlokken door een grap te vertellen, een tekening overtrekken bij het tegenlicht van een venster, de eerste voetbalwedstrijd met een zelfgemaakte bal, wormpjes in een schoenendoos bewaren, bloemen drogen tussen de bladzijden van een boek, zorgen voor een vogeltje dat uit het nest is gevallen, een wens doen bij het uittrekken van de bloemblaadjes van een margriet. Al deze kleine details, het gewone-ongewone, hebben niets van doen met algoritmen. Want de vork, de grappen, het raam, de bal, de schoenendoos, het boek, het vogeltje, de bloem... steunen op de tederheid die bewaard wordt in de herinneringen van het hart.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Het meest intieme middelpunt van ieder mens is niet de kern van zijn ziel, maar de kern van zijn hele persoon in zijn unieke identiteit, die bestaat uit ziel en lichaam. Alles is verenigd in het hart, dat de zetel van de liefde kan zijn met al zijn geestelijke, psychische en ook fysieke componenten. Kort gezegd: als de liefde heerst in het hart, bereiken we uiteindelijk op een volledige en lichtende wijze de eigen identiteit, omdat ieder mens vóór alles geschapen is voor de liefde. In de diepste vezels van ons wezen zijn we gemaakt om te beminnen en bemind te worden.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Wanneer we zien hoe nieuwe oorlogen elkaar opvolgen met de medeplichtigheid, de verdraagzaamheid of de onverschilligheid van andere landen of met een kleingeestige machtsstrijd rond partijbelangen, zouden we kunnen denken dat de wereldmaatschappij haar hart aan het verliezen is. Je hoeft alleen maar te kijken en te luisteren naar de oude vrouwen - van beide strijdende partijen - die de gevangenen zijn van deze verwoestende conflicten. Het is hartverscheurend hen te zien rouwen om hun gedode kleinkinderen of hen een doodswens te horen uitspreken, omdat zij het huis hebben verloren waar zij altijd hebben geleefd. Zij, die zo vaak rolmodellen van kracht en weerstand zijn geweest, in de loop van een moeilijk en opofferend leven, ervaren in laatste fase van hun leven, geen verdiende vrede, maar vrees, angst en verontwaardiging. De schuld op anderen afwentelen lost dit schandalige drama niet op. Omas te zien huilen, zonder dat dit als onverdraaglijk wordt gevoeld, is een teken van een wereld zonder hart.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Steeds wanneer iemand nadenkt, zoekt, mediteert over het eigen wezen en de eigen identiteit of de belangrijkste kwesties analyseert; steeds wanneer iemand denkt aan de zin van het eigen leven en ook als hij God zoekt, steeds ook wanneer iemand de opwinding ervaart een glimp van de waarheid gezien te hebben, wordt duidelijk dat alles zijn hoogtepunt in de liefde vindt. Door lief te hebben voelt iemand dat hij weet waarom en met wat voor doel hij leeft. Dat alles vloeit samen in een staat van verbinding en harmonie. Daarom, geconfronteerd met ons eigen persoonlijke mysterie is misschien de meest beslissende vraag die ieder zich kan stellen: heb ik een hart?
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Het vuur (24-27)
24
Dit alles heeft gevolgen voor het geestelijk leven. De theologie van de Geestelijke Oefeningen van de heilige Ignatius Loyola heeft bijvoorbeeld als basis de affectus. De structuur van de Oefeningen veronderstelt een fundamenteel willen (met alle kracht van het hart) dat alle energie en middelen steekt in de taak het leven te reorganiseren. De regels en composities van plaats die Ignatius in gang zet, functioneren op basis van een "fundament" dat daarvan verschilt, namelijk het mysterie van het hart. Michel de Certeau laat zien hoe de "opwellingen" waarover de heilige Ignatius het heeft, de wil van God en de wil van het eigen hart zijn, die "binnenvallen" en verschillen van de ordelijke voortgang van meditatie. Iets onverwachts begint te spreken in ons hart, iets dat voortkomt uit het onkenbare, het doorbreekt wat bekend is en bevraagt het. Het is het begin van een nieuwe "ordening van het leven" uitgaande van het hart. Het betreft geen intellectuele concepten die we in praktijk zouden moeten brengen door ze in het leven te vertalen alsof affectiviteit en praktijk eenvoudigweg de - afhankelijke - gevolgen - zouden zijn van een zeker weten. Vgl. Michel de Certeau, Lo...Vgl. Michel de Certeau, Lo spazio del desiderio. Gli "Esercizi spirituali" di Loyola, in Il parlare angelico: figure per una poetica della lingua. Secoli XVI e XVII, Florence 1989, 95-110.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Daar waar de filosoof met zijn denken stopt, daar bemint, aanbidt een gelovig hart, vraagt het om vergiffenis en daar biedt het zich aan om te dienen op de plaats die de Heer het geeft om ervoor te kiezen Hem te volgen. Dan begrijpen we dat we een "jij" voor God zijn en dat we een "ik" kunnen zijn, omdat God een "jij" voor ons is. Het feit is dat alleen de Heer ons aanbiedt om ons altijd en voor altijd te behandelen als een "jij". Zijn vriendschap aanvaarden is een kwestie van het hart en vormt ons als personen in de volle zin van het woord.
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
De heilige Bonaventura zei dat we, goed beschouwd, "niet om licht, maar om vuur" moeten vragen. VII, 6[[1588]] En hij leerde dat "het geloof in het verstand gelegen is, en wel zo dat het affectie voortbrengt. Bijvoorbeeld: weten dat Christus voor ons is gestorven, blijft geen kennis, maar wordt noodzakelijkerwijs affectie, liefde". Proemium in I Sent., q. 3: Opera Omnia, Quaracchi 1882, vol. 1, 13.[[908]] Vanuit dit perspectief koos de heilige Henry Newman als eigen motto de zin "Cor ad cor loquitur, omdat, voorbij iedere dialectiek, de Heer ons redt door vanuit zijn Heilig Hart tot ons hart te spreken. Deze zelfde logica maakte dat voor hem, een groot denker, de plaats van de diepste ontmoeting met zichzelf en met de Heer niet de lectuur of de overweging was, maar de biddende dialoog, van hart tot hart, met de levende en tegenwoordige Christus. Daarom ontmoette Newman in de eucharistie het hart van de levende Jezus, die in staat is te bevrijden, betekenis te geven aan ieder ogenblik en in de mens de ware vrede te storten: "O allerheiligste en allerbeminnelijkste Hart van Jezus, Gij zijt verborgen in de heilige eucharistie en hier klopt gij altijd voor ons. (...) Ik aanbid u met heel mijn liefde en heel mijn verering, met mijn vurige genegenheid en mijn meest onderdanige en vastbesloten wil. O mijn God, wanneer Gij tot mij komt in de heilige communie en in mij verblijf neemt, laat mijn hart dan eenstemmig met het uwe slaan. Reinig het van alles wat trots en zinnelijk is, wat hardheid en wreedheid is, van iedere verdorvenheid, van iedere wanorde, van iedere lauwheid. Vervul het zodanig van U dat noch de dagelijkse gebeurtenissen, noch de omstandigheden van het leven erin kunnen slagen het te verontrusten en het in Uw liefde vrede kan vinden". London, 1912, Part III (XVI), par. 3, pp. 573-574.[[3918]]
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Ten overstaan van het Hart van de levende en tegenwoordige Jezus begrijpt onze geest, verlicht door de Geest, de woorden van Jezus. Zo zet onze wil zich in beweging om ze in praktijk te brengen. Maar dat zou een vorm van een zelfgenoegzaam moralisme kunnen blijven. De Heer voelen en proeven en Hem eren is een zaak van het hart. Alleen het hart is in staat de andere vermogens en hartstochten en heel onze persoon te brengen tot een houding van eerbied voor en liefdevolle gehoorzaamheid aan de Heer.
Referenties naar alinea 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De wereld kan veranderen, te beginnen met het hart (28-31)
28
Alleen door uit te gaan van het hart zullen onze gemeenschappen erin slagen de verschillen in denken en willen samen te brengen en te verzoenen, opdat de Geest ons leidt als een netwerk van broeders en zusters. Ook de verzoening en de vrede zijn een taak van het hart. Het Hart van Christus is "extase", dat wil zeggen is uitgaan uit zichzelf, is gave, is ontmoeting. In Hem krijgen wij het vermogen om op een gezonde en gelukkige wijze relaties aan te gaan en zo te bouwen aan het Rijk van liefde en gerechtigheid. Ons hart is, verenigd met dat van Christus, in staat tot dit maatschappelijk wonder.
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Het hart serieus nemen heeft maatschappelijke consequenties. Zoals het Tweede Vaticaans Concilie leert, "moeten wij allen de gezindheid van ons hart verbeteren, wij moeten onze blik richten op de gehele wereld en op de taken die wij, allen te samen, kunnen verrichten tot het welzijn van ons mensdom". Gaudium et Spes, 82[[575|82]] Want "de onevenwichtigheid waaraan de huidige wereld heeft te lijden hangt samen met de meer fundamentele onevenwichtigheid die wortelt in het diepst van het hart van de mens". Gaudium et Spes, 10[[575|10]] Bij de tragedies van de wereld nodigt het Concilie uit om terug te keren naar het hart en legt uit dat een mens door zijn innerlijkheid alle materiële dingen te boven gaat; hij ervaart zichzelf in deze innerlijke diepte, wanneer hij zich inkeert in zijn hart, waar God op hem wacht, die de harten doorgrondt (1 Sam. 16, 7; Jer. 17, 10)[[b:1 Sam. 16, 7; Jer. 17, 10]] en waar hij onder het oog van God over zijn eigen lot beslist". Gaudium et Spes, 14[[575|14]]
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Dit betekent niet te veel op onszelf vertrouwen. Laten wij terdege beseffen dat onze harten niet zelfgenoegzaam zijn, ze zijn broos en gewond. Ze hebben een ontologische waardigheid, maar tegelijkertijd moeten ze zoeken naar een waardiger leven. vgl: Dignitas Infinita, 8[[[9223|8]]] Het Tweede Vaticaans Concilie wijst er verder op dat "het gist van het evangelie in het hart van de mens een niet te beteugelen eis tot menswaardigheid heeft gewekt en nog steeds wekt". Gaudium et Spes, 26[[575|26]] Om deze waardigheid te beleven is het echter niet voldoende het evangelie te kennen of mechanisch te doen wat het ons gebiedt. Wij hebben de hulp van de goddelijke liefde nodig. Laten wij naar het Hart van Christus gaan, het middelpunt van zijn wezen, dat een brandende haard is van goddelijke en menselijke liefde en dat de grootste volheid is die het menselijk wezen kan bereiken. En daar, in dat Hart, leren wij uiteindelijk onszelf kennen en leren wij lief te hebben.
Referenties naar alinea 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Ten slotte komt het hier op neer: dit Heilig Hart is het één makend principe van de werkelijkheid, omdat "Christus het hart van de wereld is; zijn Pasen van dood en verrijzenis is het middelpunt van de geschiedenis, die dankzij Hem heilsgeschiedenis is". Paus Johannes Paulus II,...Paus Johannes Paulus II, Angelus, 28 juni 1998: L'Osservazione Romano, 30 juni-1 juli 1998, p. 7. Alle schepselen "gaan samen met ons en door ons verder naar het gemeenschappelijke doel dat God is, in een transcendente volheid waar de verrezen Christus alles omarmt en verlicht". Laudato Si', 83[[5000|83]] In de tegenwoordigheid van het Hart van Christus vraag ik de Heer nogmaals medelijden te hebben met deze gewonde aarde waar Hij als een van ons heeft willen wonen. Moge hij de schatten van zijn licht en zijn liefde uitstorten, opdat onze wereld, die overleeft tussen de oorlogen, de sociaaleconomische onevenwichtigheden, het consumentisme en het anti-menselijk gebruik van technologie, weer kan terugkrijgen wat het belangrijkste en het noodzakelijkste is: het hart.
Referenties naar alinea 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. GEBAREN EN WOORDEN VAN LIEFDE (32-47)
32
Het Hart van Christus, als symbool van de persoonlijke bron van zijn liefde voor ons, is de levende kern van de eerste verkondiging. Daar ligt de oorsprong van ons geloof, de bron die de christelijke overtuigingen levend houdt.
Referenties naar alinea 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Gebaren die het hart weerspiegelen (33-38)
33
De wijze waarop Christus ons liefheeft, is iets dat Hij ons niet al te veel heeft willen uitleggen. Hij heeft het in zijn gebaren laten zien. Wanneer wij Hem zien handelen, kunnen wij ontdekken hoe Hij ieder van ons behandelt, ook al kost het ons moeite om dit te bevatten. Laten wij dan daar kijken waar ons geloof het kan herkennen: in het evangelie.
Referenties naar alinea 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Het Evangelie zegt dat Jezus "kwam in het zijne" (Joh. 1, 12)[b:Joh. 1, 12]. Het zijne zijn wij, omdat Hij ons niet behandelt als iets vreemds. Hij beschouwt ons als iets eigens van Hem, dat Hij met zorg bewaakt en koestert. Hij behandelt ons als de zijnen. Niet in de zin dat wij zijn slaven zijn, Hijzelf ontkent dit: "Ik noem u geen dienaars meer" (Joh. 15, 15)[b:Joh. 15, 15]. Wat Hij voorstelt, is het elkaar wederzijds toebehoren, wat typisch is voor vrienden. Hij is gekomen, heeft alle afstanden overwonnen, en Hij is ons nabijgekomen zoals de meest eenvoudige en alledaagse dingen ons nabij zijn. Hij heeft immers een andere naam die luidt "Immanuël" en dat betekent "God met ons", God die deel uitmaakt van ons leven, die te midden van ons leeft. De Zoon van God is mens geworden en "heeft zich van zichzelf ontdaan en het bestaan van een slaaf aangenomen" (Fil. 2, 7)[b:Fil. 2, 7].
Referenties naar alinea 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Dat is duidelijk, wanneer wij Hem zien handelen. Hij is altijd op zoek naar mensen, dichtbij, voortdurend openstaand voor de ontmoeting. Wij kunnen het zien, wanneer Hij stopt om een gesprek te voeren met de Samaritaanse bij de put waar zij water ging halen. (Joh. 4, 5-7)[[b:Joh. 4, 5-7]] Wij zien het, wanneer Hij diep in de nacht Nicodemus ontmoet, die bang was zich samen met Jezus te laten zien. (Joh. 3, 1- 2)[[b:Joh. 3, 1- 2]] Wij zijn er verwonderd over, wanneer Hij zonder zich te schamen zijn voeten laat wassen door een prostituee (Lc. 7, 36-50)[[b:Lc. 7, 36-50]]; wanneer Hij oog in oog met de overspelige vrouw zegt: "Ik veroordeel u niet" (Joh. 8, 11)[[b:Joh. 8, 11]]; of wanneer Hij de onverschilligheid van zijn leerlingen terecht wijst en met genegenheid tegen de blinde langs de straat zegt: "Wat wilt ge dat Ik voor u doe?" (Mc. 10, 51)[b:Mc. 10, 51]. Christus laat zien dat God nabijheid, medelijden en tederheid is.
Referenties naar alinea 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Als Hij iemand genas, gaf Hij er de voorkeur aan om het van dichtbij te doen: "Jezus stak de hand uit en raakte hem aan (Mt. 8, 3)[b:Mt. 8, 3]; "Hij raakte haar hand aan" (Mt. 8, 15)[b:Mt. 8, 15]; "Hij raakte hun ogen aan" (Mt. 9, 29)[b:Mt. 9, 29]. En Hij bleef zelfs staan om de zieken te genezen met zijn eigen speeksel (Mc. 7, 33)[[b:Mc. 7, 33]], zoals een moeder, opdat zij niet zouden voelden dat Hij niets met hun leven te maken had. Want "de Heer kent die mooie wetenschap van de liefkozingen. In zijn tederheid heeft God ons niet lief met woorden, Hij komt naar ons toe en in zijn nabij zijn geeft Hij ons zijn liefde met alle mogelijke tederheid". (Homilie in de morgenmis in Domus Sanctae Marthae, 7 juni 2013: LOsservatore Romano, 8 juni 2013, p. 8.)
Referenties naar alinea 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Aangezien het voor ons moeilijk is te vertrouwen, omdat wij gewond zijn door zoveel onwaarachtigheid, agressie en teleurstellingen, fluistert Hij aan ons oor: "Heb goede moed, mijn zoon" (Mt. 9, 2)[b:Mt. 9, 2]. "Heb goede moed, dochter" (Mt. 9, 22)[b:Mt. 9, 22]. Het gaat erom de angst te overwinnen en ons te realiseren dat wij met Hem niets te verliezen hebben. "Jezus "stak" naar Petrus die niet vertrouwde "zijn hand uit en greep hem vast, terwijl Hij tot hem zei: (...) "waarom heb je getwijfeld?" (Mt. 14, 31)[b:Mt. 14, 31], Vrees niet. Laat Hem dicht bij je komen, laat Hem naast je zitten. Wij kunnen twijfelen aan veel personen, maar niet aan Hem. En aarzel niet vanwege je zonden. Herinner je dat veel zondaars "met Jezus kwamen aanliggen: (Mt. 9, 10)[b:Mt. 9, 10] en Hij aan niemand van hen aanstoot nam. De religieuze elite beklaagde zich en behandelde Hem als "een gulzigaard en wijndrinker, die vriend van tollenaars en zondaars" (Mt. 11, 19)[b:Mt. 11, 19]. Toen de farizeeërs kritiek hadden op het feit dat Hij personen nabij was die als minderwaardig of als zondaressen werden beschouwd, zei Jezus hun: "Ik wil liever barmhartigheid dan offers" (Mt. 9, 13)[b:Mt. 9, 13].
Referenties naar alinea 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Diezelfde Jezus verwacht nu dat jij Hem de mogelijkheid geeft om jouw bestaan te verlichten, je te doen opstaan, je te vervullen van zijn kracht. Alvorens te sterven verzekerde Hij zijn leerlingen: "Ik zal u niet verweesd achterlaten: Ik keer tot u terug. Nog een korte tijd en de wereld ziet mij niet meer; gij echter zult Mij zien" (Joh. 14, 18-19)[b:Joh. 14, 18-19]. Hij vindt altijd een manier om zich in jouw leven te laten zien, opdat jij Hem kunt ontmoeten.
Referenties naar alinea 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De blik van Jezus (39-42)
39
Het Evangelie vertelt dat een rijke man bij Hem kwam, vol idealen, maar zonder de kracht om zijn leven te veranderen. Toen "keek Jezus hem liefdevol aan" (Mc. 10, 21)[b:Mc. 10, 21]. Kun je je dat ogenblik voor stellen, die ontmoeting tussen de ogen van deze man en de blik van Jezus? Als Hij je roept, als Hij je uitnodigt voor een zending, kijkt Hij je eerst aan, peilt het binnenste van jouw wezen, Hij ziet alles wat er in jou is en kent het, Hij richt zijn blik op jou: "Eens toen Hij zich bij het meer van Galilea ophield, zag Hij twee broers (...). Iets verder zag Hij nog twee broers" (Mt. 4, 18.21)[b:Mt. 4, 18.21].
Referenties naar alinea 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Veel teksten van het Evangelie laten ons Jezus zien die al zijn aandacht schenkt aan personen, aan hun zorgen, aan hun lijden. Bijvoorbeeld: "Bij het zien van die menigte mensen werd Hij door medelijden bewogen, omdat ze afgetobd neerlagen" (Mt. 9, 36)[b:Mt. 9, 36]. Wanneer het ons lijkt dat allen ons negeren, dat niemand belang stelt in wat ons overkomt, dat wij voor niemand belangrijk zijn, dan heeft Hij aandacht voor ons. Dat is waar Hij Natanaël op wees, die eenzaam en in gedachten verzonken was: "Voordat Filippus u riep, zag Ik u onder de vijgenboom zitten" (Joh. 1, 48)[b:Joh. 1, 48].
Referenties naar alinea 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Juist omdat Hij aandacht voor ons heeft, kent Jezus iedere goede bedoeling die je hebt, iedere kleine goede daad die je stelt. Het evangelie vertelt dat "Hij een behoeftige weduwe zag die twee penningen erin de offerkist van de tempelde offerkist van de tempel wierp" (Lc. 21, 2)[b:Lc. 21, 2] en Hij maakte de apostelen hier onmiddellijk op opmerkzaam. Jezus heeft op zon manier aandacht dat Hij de goede dingen die Hij in ons erkent, bewondert. Toen de honderdman Hem in compleet vertrouwen een verzoek deed, "stond Jezus verwonderd, toen Hij dit hoorde" (Mt. 8, 10)[b:Mt. 8, 10]. Hoe mooi is het te weten dat, als de anderen onze goede bedoelingen of de positieve dingen die wij kunnen doen, negeren, deze Jezus niet ontgaan, integendeel, Hij bewondert ze.
Referenties naar alinea 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Als mens had Hij dit geleerd van Maria, zijn moeder. Zij die alles zorgvuldig beschouwde en het "bewaarde in haar hart" (Lc. 2, 19)[b:Lc. 2, 19], zij leerde Hem, samen met de heilige Jozef, van kleins af aan aandachtig te zijn.
Referenties naar alinea 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De woorden van Jezus (43-47)
43
Hoewel wij in de Schriften zijn altijd levend en actueel Woord hebben, spreekt Jezus soms in ons binnenste en roept Hij ons om ons naar de beste plaats te leiden. En de beste plaats is zijn Hart. Daar nodigt Hij ons uit om onze krachten en de vrede te herstellen: "Komt allen tot Mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt, en Ik zal u rust en verlichting schenken" (Mt. 11, 28)[b:Mt. 11, 28]. Daarom heeft Hij aan zijn leerlingen gevraagd: "Blijft in Mij" (Joh. 15, 4)[b:Joh. 15, 4].
Referenties naar alinea 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
De woorden die Jezus zei, lieten zien dat zijn heiligheid gevoelens niet uitsloot. Bij enkele gelegenheden lieten zij een liefde vol passie zien, een liefde die compassie met ons heeft, ontroerd raakt, bedroefd is en zelfs tot tranen wordt bewogen. Het is duidelijk dat de gewone zorgen en angsten van het volk, zoals vermoeidheid en honger, Hem niet onverschillig lieten: "Ik heb medelijden met deze mensen; (...) zij zijn zonder voedsel. (...) Zij zullen onderweg bezwijken; sommigen van hen zijn van ver gekomen" (Mc. 8, 2-3)[b:Mc. 8, 2-3].
Referenties naar alinea 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
Het Evangelie verbergt de gevoelens van Jezus voor Jeruzalem niet: "En toen Hij naderbij kwam, liet Hij zijn blik over de stad gaan en weende over haar" (Lc. 19, 41)[b:Lc. 19, 41] en bracht zijn diepste wens tot uitdrukking: "Mocht ook gij op deze dag inzien wat u tot vrede strekt!" (Lc. 19, 42)[b:Lc. 19, 42]. Ook al stellen de evangelisten Hem soms voor als machtig en glorierijk, zij laten niet na zijn gevoelens te laten zien bij de dood en het verdriet van vrienden. Alvorens te vertellen dat "Jezus begon te wenen" (Joh. 11, 35)[b:Joh. 11, 35] bij het graf van Lazarus, staat het evangelie erbij stil om te zeggen dat "Jezus veel hield van Marta, haar zuster en Lazarus" (Joh. 11, 5)[b:Joh. 11, 5] en dat, toen Hij Maria en degenen die bij haar waren, zag wenen, "Hem een huivering doorliep" (Joh. 11, 33)[b:Joh. 11, 33]. Het verhaal laat er geen twijfel over bestaan dat zijn tranen oprecht waren, die voortkwamen uit een innerlijke emotie. De evangelies hebben ten slotte Jezus' angst voor de eigen gewelddadige dood door de hand van hen die Hij zo liefhad, niet willen verbergen: "Hij begon zich ontsteld en beangst te voelen (Mc. 14, 33)[b:Mc. 14, 33], zodat Hij zelfs zegt: "Ik ben bedroefd tot stervens toe" (Mc. 14, 34)[b:Mc. 14, 34]. Deze innerlijke emotie komt in al haar kracht tot uitdrukking in de kreet van de Gekruisigde: "Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?" (Mc. 15, 34)[b:Mc. 15, 34].
Referenties naar alinea 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
Dit alles kan, oppervlakkig beschouwd, vrome sentimentaliteit lijken. Het is echter iets dat uiterst serieus en uiterst belangrijk is. Het vindt zijn grootste uitdrukking in Christus die aan een kruis is genageld. Het is het meest welsprekende woord van liefde. Het is geen lege huls, niet alleen maar puur gevoel, geen geestelijke vlucht. Het is liefde. Daarom zei de heilige Paulus, toen hij naar de juiste woorden zocht om zijn relatie met Christus uit te leggen: "Hij heeft mij liefgehad en zich voor mij overgeleverd" (Gal. 2, 20)[b:Gal. 2, 20]. Dit was zijn grootste overtuiging: te weten dat hij bemind werd. Door de zelfgave van Christus op het kruis werd Paulus overrompeld, maar dat had alleen maar zin, omdat er nog iets groters was dan die zelfgave: "Hij heeft mij liefgehad". Terwijl veel mensen op verschillende plaatsen en manieren het heil, het welzijn of de zekerheid zochten, heeft Paulus, geraakt door de Geest, verder weten te kijken en zich weten te verbazen over iets dat groter en fundamenteler is: "Hij heeft mij liefgehad".
Referenties naar alinea 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
Laten wij na Christus te hebben aanschouwd en gekeken te hebben naar wat zijn gebaren en zijn woorden van zijn Hart laten zien, nu in herinnering brengen hoe de Kerk nadenkt over het heilig mysterie van het Hart van de Heer.
Referenties naar alinea 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. DIT IS HET HART DAT ZOZEER HEEFT LIEFGEHAD (48-91)
48
De devotie tot het Hart van Christus is niet de cultus van een orgaan dat gescheiden is van de Persoon van Jezus. Wat wij aanschouwen en aanbidden, is de hele Jezus Christus, de mens geworden Zoon, voorgesteld in een beeld van Hem, waarbij de aandacht in het bijzonder wordt gevestigd op het hart. In dit geval wordt het hart van vlees genomen als beeld of bevoorrecht teken van het meest intieme middelpunt van de mens geworden Zoon en van zijn tegelijk goddelijke en menselijke liefde, omdat het meer dan ieder lid van zijn lichaam "de natuurlijke aanwijzing ofwel het symbool van zijn immense liefde is". I: AAS 48 (1956), 316.[[271|42]]
Referenties naar alinea 48: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De verering van Christus (49-51)
49
Het is essentieel om te benadrukken dat wij een relatie aangaan met de Persoon van Christus, in vriendschap en aanbidding, aangetrokken door de liefde die wordt voorgesteld in de afbeelding van zijn Hart. Wij vereren dat beeld waarmee zijn Hart wordt voorgesteld, maar de verering is alleen gericht op de levende Christus, in zijn godheid en in heel zijn menszijn om ons te laten omarmen door zijn menselijke en goddelijke liefde.
Referenties naar alinea 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
Welke afbeelding ook gebruikt wordt, het is zeker dat het levende Hart van Christus - nooit een afbeelding ervan - het voorwerp van aanbidding is, omdat het een deel is van zijn allerheiligst en verrezen lichaam, niet te scheiden van de Zoon van God, die het voor eeuwig heeft aangenomen. Het wordt vereerd als "Hart van de Persoon van het Woord, waarmee het onafscheidelijk verenigd is". DH 2663[[8008|(63)]] Wij vereren het niet omwille van het Hart zelf, maar in zoverre dat met dit Hart de mensgeworden Zoon zelf leeft, liefheeft en onze liefde ontvangt. Daarom wordt iedere daad van liefde of verering van zijn Hart in werkelijkheid "waarlijk en werkelijk betoond aan Christus zelf", ASS 31 (1898-99), 649[[1025]] daar die figuurlijke voorstelling spontaan naar Hem verwijst en "het symbool en de expressieve afbeelding van de oneindige liefde van Jezus Christus" is. "Inest in Sacro Corde symbolum atque expressa imago infinitae Iesu Christi caritatis".[[1025]]
Referenties naar alinea 50: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
51
Om deze reden zou niemand moeten denken dat deze devotie ons van Jezus Christus en zijn liefde kan scheiden of afbrengen. Op een spontane en directe wijze richt zij op Hem en alleen op Hem die ons roept tot een kostbare vriendschap die bestaat uit dialoog, affectie, vertrouwen, verering. Deze Christus met zijn doorboorde en brandende hart is dezelfde als degene die in Bethlehem uit liefde voor ons geboren is; het is diegene die door Galilea trok, genezend, liefdevol aanrakend, barmhartigheid betonend; het is diegene die ons tot het einde heeft liefgehad, toen Hij zijn armen op het kruis opende. En tenslotte is het diezelfde die verrezen is en glorierijk leeft te midden van ons.
Referenties naar alinea 51: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De verering van zijn afbeelding (52-58)
52
Ook al is de afbeelding van Christus met zijn hart op geen wijze voorwerp van aanbidding, het is ook geen afbeelding onder vele waaruit wij zouden kunnen kiezen. Het is niet iets dat aan een bureau is uitgevonden of getekend is door een kunstenaar, "het is niet een denkbeeldig symbool, het is een werkelijk symbool dat het middelpunt afbeeldt, de bron waaruit het heil voor de hele mensheid is opgeweld. paus Franciscus, Angelus, 9...paus Franciscus, Angelus, 9 juni 2013: L'Osservatore Romano, 10-11 juni 2013, p. 8.
Referenties naar alinea 52: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
53
Er is een universele menselijke ervaring die die afbeelding uniek maakt. Er bestaat immers geen twijfel over dat in de loop van de geschiedenis en in verschillende delen van de wereld het hart het symbool is geworden van de meest persoonlijke intimiteit en ook van de affecties, de emoties, en het vermogen om lief te hebben. Een hand die rust op het hart van een vriend, overstijgt iedere wetenschappelijke verklaring en drukt een bijzondere affectie uit; wanneer iemand verliefd wordt en in de nabijheid van de geliefde persoon is, versnelt de hartslag; wanneer iemand door een dierbare persoon in de steek gelaten of bedrogen wordt, voelt dat als een sterke beklemming van het hart. Om iets tot uitdrukking te brengen dat oprecht is, dat werkelijk vanuit het middelpunt van de persoon komt, zeggen we: "Ik zeg het je vanuit mijn hart". De poëtische taal kan de kracht van deze ervaringen niet negeren: ze weerspiegelt ze. Het is dus onvermijdelijk dat, heel de geschiedenis door, het hart een uniek symbolische waarde heeft gekregen, en niet een puur conventionele waarde heeft.
Referenties naar alinea 53: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
54
Het is dus te begrijpen dat de Kerk de afbeelding van het hart heeft gekozen om de menselijke en goddelijke liefde van Jezus Christus en de meest intieme kern van zijn Persoon af te beelden. Hoewel de tekening van een hart met vlammen van vuur een welsprekend symbool kan zijn dat ons herinnert aan de liefde van Jezus, is het toch passend dat dit hart deel uitmaakt van een afbeelding van Jezus Christus. Zo wordt zijn oproep tot een persoonlijke relatie van ontmoeting en dialoog nog betekenisvoller. Zo begrijpt men waarom de...Zo begrijpt men waarom de Kerk het verboden heeft op het altaar afbeeldingen te plaatsen van alleen het hart van Jezus of Maria (vgl. Antwoord van de Congregaties voor de Riten aan de eerw. Charles Lecoq, P.S.S., 5 april 1879: Decreta authentica Congregationis Sacrorum Rituum ex actis ejusdem collecta, vol. III, 107-108, nr. 3492) Buiten de liturgie kan men "voor de private devotie" vgl. Antwoord van de...vgl. Antwoord van de Congregaties voor de Riten aan de eerw. Charles Lecoq, P.S.S., 5 april 1879: Decreta authentica Congregationis Sacrorum Rituum ex actis ejusdem collecta, vol. III, 107-108, nr. 3492 de symboliek van het hart gebruiken als didactische uitdrukking, esthetische figuur of embleem die uitnodigt om te denken aan de liefde van Christus, maar men loopt het gevaar het hart, gescheiden van de persoon van Christus, te nemen als object van aanbidding of van spirituele dialoog. Op 31 maart 1887 heeft de Congregatie een gelijk antwoord gegeven (vgl. Antwoord van de...(vgl. Antwoord van de Congregaties voor de Riten aan de eerw. Charles Lecoq, P.S.S., 5 april 1879: Decreta authentica Congregationis Sacrorum Rituum ex actis ejusdem collecta, vol. III, 187, nr. 3673). Die vereerde afbeelding van Christus waar zijn liefdevolle hart duidelijk naar voren komt, heeft tegelijkertijd een blik die oproept tot de ontmoeting, de dialoog, het vertrouwen; zij heeft krachtige armen die in staat zijn ons te ondersteunen; zij heeft een mond die op een unieke en zeer persoonlijke wijze het woord tot ons richt.
Referenties naar alinea 54: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
55
Het hart heeft het voordeel niet als een afzonderlijk orgaan opgevat te worden, maar als een één-makend middelpunt en tegelijkertijd als de uitdrukking van de totaliteit van de persoon, iets dat niet gebeurt met andere organen van het menselijk lichaam. Omdat het hart het intieme middelpunt van heel de persoon is, en dus een deel is dat het geheel vertegenwoordigt, kunnen wij het gemakkelijk verkeerd verstaan, als wij het afzonderlijk van de figuur van de Heer zouden beschouwen. De afbeelding van het hart moet ons in een relatie brengen met Jezus Christus en tegelijkertijd, vanuit dat één-makend middelpunt, ons ertoe brengen Christus te aanschouwen in heel de schoonheid en de rijkdom van zijn mens-zijn en van zijn goddelijkheid.
Referenties naar alinea 55: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
56
Welke aantrekkingskracht de verschillende afbeeldingen van het Hart van Christus ook kunnen hebben, het is niet zo dat wij "aan de afbeeldingen iets moeten vragen", noch "ons vertrouwen moeten stellen in de afbeeldingen, zoals de heidenen dat deden in oude tijden". In tegendeel, "door middel van de afbeeldingen die wij kussen en waarvoor wij ons hoofd ontbloten en ons ter aarde werpen, vereren wij Christus". Sessio XXV - De invocatione, veneratione et reliquiis Sanctorum et sacris imaginibus, 3[[736|3]]
Referenties naar alinea 56: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
57
Bovendien kan het zo zijn dat enkele van deze afbeeldingen ons weinig aantrekkelijk lijken en ons niet erg bewegen tot de liefde en het gebed. Dit is secundair, omdat de afbeelding alleen maar een motiverende figuur is en, zoals een oosters spreekwoord zegt, men zich niet moet fixeren op de vinger die naar de maan wijst. Terwijl daarentegen de eucharistie een werkelijke aanwezigheid is die aanbeden moet worden, betreft het in dit geval alleen maar een afbeelding die, ook al is die gezegend, ons uitnodigt om verder te gaan, en ons erop richt ons hart te verheffen tot het hart van de levende Christus en het met Hem te verenigen. De afbeelding die we vereren, nodigt ons uit, verwijst ons, en beweegt ons, opdat wij tijd besteden aan de ontmoeting met Christus en aan de aanbidding van Christus, zoals het ons het beste lijkt om Hem ons voor te stellen. Op deze wijze plaatsen wij ons voor Hem door naar zijn afbeelding te kijken, en staande voor Hem "kan de liefde het mysterie ontvangen en beschouwen en het in stilte smaken". Slotdocument Vijfde Conferentie van het Latijns-Amerikaanse Episcopaat en de Caraïbische Eilanden, (259)[[4405|(259)]]
Referenties naar alinea 57: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
58
Dit gezegd zijnde, moeten wij niet vergeten dat de afbeelding van het hart ons spreekt over het menselijk vlees, over de aarde. Daarom spreekt het hart ons ook over God die in ons tijdelijk bestaan heeft willen binnentreden, geschiedenis heeft willen worden en onze menselijke weg heeft willen delen. Een meer abstracte of gestileerde devotie zal niet noodzakelijkerwijze trouwer zijn aan het evangelie, omdat we in dit tedere en toegankelijke teken zien hoe God zich heeft willen openbaren en nabij heeft willen komen.
Referenties naar alinea 58: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Tastbare liefde (59-63)
59
Liefde en hart gaan niet noodzakelijkerwijs samen, omdat in een menselijk hart haat, onverschilligheid, egoïsme kunnen heersen. Maar wij bereiken ons volledig mens-zijn niet, als wij niet buiten onszelf treden en wij worden niet volledig onszelf, als wij niet liefhebben. Het meest intieme deel van ons, dat geschapen is voor de liefde, verwerkelijkt Gods plan, alleen als het liefheeft. Op deze manier symboliseert het symbool van het hart tegelijkertijd de liefde.
Referenties naar alinea 59: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
60
De eeuwige Zoon van God, die ons geheel en al overstijgt, heeft ons ook met een menselijk hart willen liefhebben. Zijn menselijke gevoelens worden een sacrament van een oneindige en definitieve liefde. Zijn hart is dus niet een fysiek symbool alleen maar voor een geestelijke of van de materie gescheiden werkelijkheid. Als onze blik gericht is op het Hart van de Heer, beschouwen we een fysieke werkelijkheid, zijn menselijk vlees, en deze maakt het mogelijk dat Christus zoals wij menselijke emoties en gevoelens heeft, hoewel die ten volle veranderd worden door zijn goddelijke liefde. Onze devotie moet de oneindige liefde van de persoon van de Zoon van God bereiken, maar wij moeten eraan vasthouden dat zij niet te scheiden is van zijn menselijke liefde. De afbeelding van zijn hart van vlees helpt ons daarbij.
Referenties naar alinea 60: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
61
Omdat vandaag het hart in de beleving van de mensen nog wordt opgevat als het affectieve middelpunt van ieder mens, is het hart datgene wat het beste de goddelijke liefde van Christus kan aanduiden die voor eeuwig en onafscheidelijk is verenigd met zijn geheel menselijke liefde. Pius XII herinnerde er al aan dat het Woord van God, waar het "de liefde van het Hart van Jezus Christus beschrijft, niet alleen de goddelijke liefde omvat, maar ook de gevoelens van de menselijke affectie omvat. (...) Daarom klopte het Hart van Jezus Christus, dat hypostatisch verenigd is met de goddelijke Persoon van het Woord, ongetwijfeld van liefde en iedere tedere affectie ". I: AAS 48 (1956), 323-324.[[271|21]]
Referenties naar alinea 61: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
62
De Kerkvaders zetten zich af tegen enkelen die het waarlijk mens-zijn van Christus ontkennen of relativeren, en insisteren op de concrete en tastbare werkelijkheid van de menselijke gevoelens van de Heer. Zo onderstreept de heilige Basilius dat de menswording van de Heer niet een of ander product van de fantasie is, maar dat "de Heer menselijke gevoelens heeft bezeten". Ep. 261, 3: PG 32, 972[[1027]] De heilige Johannes Chrysostomus noemt een voorbeeld: "Als Hij onze natuur niet had gehad, zou Hij niet meerdere keren de droefheid hebben ervaren". In Io. homil. 63, 2: PG 59, 350[[1028]] De heilige Ambrosius bevestigt: "Omdat Hij de ziel heeft aangenomen, heeft Hij de passies van de ziel aangenomen". II, 7, 56: PL 16, 594 (ed. 1880).[[1029]] En de heilige Augustinus presenteert de menselijke gevoelens als een werkelijkheid die, wanneer zij eenmaal door Christus is aangenomen, open is voor het genadeleven: "De Heer Jezus nam al deze consequenties, eigen aan de menselijke zwakte, aan (zoals Hij de lichamelijke dood ervan aannam), niet uit een Hem opgelegde noodzaak, maar uit een wil van barmhartigheid. (...) Opdat daardoor, als het iemand zou overkomen bedroefd te worden en te lijden te midden van de menselijke verleidingen, hij daardoor niet moest denken in de steek gelaten te zijn door de genade van Christus". 87, 3: PL 37, 1111[[838]] Tenslotte is de heilige Damascenus van mening dat deze ware affectieve ervaring van Christus in zijn mens-zijn het bewijs ervan is dat Hij onze natuur in zijn geheel en niet gedeeltelijk heeft aangenomen om haar te verlossen en geheel te veranderen. Christus heeft dus alles wat deel uitmaakt van de menselijke natuur aangenomen, opdat alles geheiligd zou worden". vgl: 3, 6, 20: PG 94, 1006, 1081[[[855]]]
Referenties naar alinea 62: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
63
Het is de moeite waard hier de overweging te hernemen van een theoloog die erkent dat "onder invloed van het Griekse denken de theologie lange tijd het lichaam en de gevoelens heeft verbannen naar de wereld van het vóór-menselijke, van de inferieure mens of van de verleiding van de ware mens, maar wat de theologie in theorie niet heeft opgelost, heeft de spiritualiteit in de praktijk opgelost. Zij en de volksreligiositeit hebben de relatie met de lichamelijke, psychologische en historische aspecten van Jezus levend gehouden. De Kruisweg, de devotie tot zijn wonden, de spiritualiteit van het kostbaar bloed, de devotie tot het hart van Jezus, de eucharistische praktijken (...). Dat alles heeft de leemtes van de theologie opgevuld en heeft de verbeeldingskracht en het hart, de liefde en de tederheid voor Christus, de hoop en de herinnering, het verlangen en de nostalgie gevoed. De rede en de logica hebben andere wegen genomen". Olegario González de...Olegario González de Cardedal, La entraña del cristianismo, Salamanca 2010, 70-71.
Referenties naar alinea 63: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Een drievoudige liefde (64-69)
64
Wij blijven evenmin alleen maar stilstaan bij de menselijke gevoelens van Jezus, hoe mooi en ontroerend ook, omdat wij bij het beschouwen van het Hart van Christus erkennen hoe zich in zijn edele en gezonde gevoelens, in zijn tederheid, in het trillen van zijn menselijke affectie heel de waarheid van zijn goddelijke en oneindige liefde manifesteert. Benedictus XVI bracht het als volgt tot uitdrukking: "Vanuit de oneindige horizon van zijn liefde heeft God willen treden binnen de grenzen van de geschiedenis en de menselijke omstandigheden, heeft Hij een lichaam en een hart aangenomen, zodat wij het oneindige in het eindige, het onzichtbare en onuitsprekelijke Mysterie in het menselijke hart van Jezus, de Nazareeër, kunnen aanschouwen en ontmoeten". Over het Hoogfeest van het Allerheiligst Hart van Jezus, 1[[2989|1]]
Referenties naar alinea 64: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
65
In werkelijkheid bevat het beeld van het Hart van Jezus een schitterende drievoudige liefde. Vóór alles de oneindige goddelijke liefde die wij vinden in Christus. Maar wij denken ook aan de geestelijke dimensie van zijn mens-zijn waarbij het hart "het symbool is van de vurige liefde die, gestort in zijn ziel, de kostbare gave vormt van zijn menselijke wil". Ten slotte "is het een symbool van zijn zichtbare liefde". II: AAS 48 (1956), 327-328[[271|27]]
Referenties naar alinea 65: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
66
Deze drie liefdes zijn geen afzonderlijke vermogens die parallel of los van elkaar functioneren, maar samenwerken en zich uitdrukken in voortdurende stroom van leven: "In het licht van het geloof, waardoor wij geloven dat in de Persoon van Christus de menselijke en goddelijke natuur verenigd zijn, is onze geest in staat de zeer nauwe banden te begrijpen die er bestaan tussen de tedere liefde van het fysieke hart van Jezus en zijn dubbele geestelijke liefde, de menselijke en de goddelijke. AAS 48 (1956), 343-344[[271|28]]
Referenties naar alinea 66: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
67
Daarom voelen wij ons, wanneer wij het Hart van Christus binnentreden, geliefd door een menselijk hart, vol van affecties en gevoelens als die van ons. Zijn menselijke wil wil ons vrij liefhebben en deze geestelijke wil wordt ten volle verlicht door de genade en de liefde. Wanneer wij het binnenste van dat Hart bereiken, worden wij overspoeld door de onmetelijke heerlijkheid van zijn oneindige liefde als eeuwige Zoon, die wij niet meer kunnen scheiden van zijn menselijke liefde. Juist in zijn menselijke liefde en niet gescheiden daarvan vinden wij zijn goddelijke liefde: wij vinden "het oneindige in het eindige". Over het Hoogfeest van het Allerheiligst Hart van Jezus, 1[[2989|1]]
Referenties naar alinea 67: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
68
Het is de constante en definitieve leer van de Kerk dat onze aanbidding van zijn Persoon ongedeeld is en zowel zijn goddelijke natuur als zijn menselijke natuur omvat op een niet te scheiden manier. Van oudsher leert de Kerk dat wij "één en dezelfde Christus moeten aanbidden, de Zoon van God en van de mens, in twee onafscheidelijke en onverdeelde naturen". Inter Innumeras Sollicitudines, 5[[9465|5]] En dit "met één aanbidding (...), omdat het Woord vlees is geworden". Euc. conc. van Efese, Anathemas van Cyrillus van Alexandrïe, 8: DH 259.[[959]] Op geen enkele wijze wordt "Christus" in twee naturen aanbeden waardoor twee vormen van aanbidding ingevoerd worden", maar "het Woord van God dat met het eigen vlees mens geworden is, wordt met één aanbidding aanbeden". (2de euc. conc. van Constantinopel, zitting VIII (2 juni 553), can. 9: DH 431.[[902|+12]]
Referenties naar alinea 68: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
69
De heilige Johannes van het Kruis heeft tot uitdrukking willen brengen dat in de mystieke ervaring de onmetelijke liefde van de verrezen Christus niet gevoeld wordt als vreemd aan ons leven. De Oneindige buigt zich op de een of andere wijze neer, opdat wij door het geopende Hart van Christus een waarlijk wederzijdse ontmoeting van liefde kunnen beleven: "Het is immers mogelijk dat een laag vliegende vogel een koninklijke, hoogvliegende arend vangt, als deze naar beneden vliegt, omdat hij verlangt gevangen genomen te worden". Strofe 22, 4: Opere, Rome 1979, 919.[[3968]] En hij legt uit dat hij, wanneer de bruidegom ziet dat zijn bruid door zijn liefde gewond is en hij haar gekerm hoort, Hij gewond wordt door de liefde voor haar, omdat tussen de geliefden de wonde van de één de wonde van beiden is en zij hetzelfde ene gevoel hebben". Strofe 12, 8: Opere, Rome 1979, 8881.[[3968]] Deze mysticus begrijpt de figuur van de gewonde zijde van Christus als een oproep tot een volledige vereniging met de Heer. Christus is het gewonde hert, dat gewond is, wanneer wij ons nog niet hebben laten raken door zijn liefde, dat afdaalt naar de stroompjes water om zijn dorst te lessen en troost vindt iedere keer dat wij ons tot Hem richten": "Keer om, duif, daar het gewonde hert op de hoge heuvel verschijnt en frisse lucht schept bij de bries van jouw vlucht". Strofe 12, 1: Opere, Rome 1979, 878.[[3968]]
Referenties naar alinea 69: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Trinitaire aspecten (70-77)
70
De devotie tot het Hart van Jezus is uitgesproken christologisch; het is een directe beschouwing van Christus die uitnodigt tot een vereniging met Hem. Dat is juist, zolang wij voor ogen houden wat de Brief aan de Hebreeën vraagt: onze wedstrijd te lopen "terwijl wij naar Jezus zien" (Heb. 12, 2)[b:Heb. 12, 2]. Wij kunnen echter niet negeren dat Jezus zich tegelijkertijd presenteert als de weg om naar de Vader te gaan: "Ik ben de weg (...). Niemand komt tot de Vader tenzij door Mij" (Joh. 14, 6)[b:Joh. 14, 6]. Hij wil ons naar de Vader leiden. Daarom laat de prediking van de Kerk ons vanaf het begin niet blijven stilstaan bij Jezus Christus, maar leidt ons naar de Vader. Als de oorspronkelijke volheid moet Hij uiteindelijk verheerlijkt worden. (“Er is voor ons maar één God, de Vader, uit wie het al voortkomt en voor wie wij bestemd zijn” (1 Kor. 8, 6))[[b:1 kor. 8, 6]] (“Aan onze God en Vader zij de eer in de eeuwen der eeuwen!” (Fil. 4, 20))[[b:Fil. 4, 20]] (“Gezegend is God, de Vader van onze Heer Jezus Christus, de Vader vol ontferming en de God van alle vertroostring” (2 Kor. 1, 3))[[b:2 Kor. 1, 3]]
Referenties naar alinea 70: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
71
Als we bijvoorbeeld stilstaan bij de Brief aan de Efeziërs, kunnen we duidelijk zien hoe onze aanbidding gericht is op de Vader: "Ik buig mijn knieën voor de Vader" (Ef. 3, 14)[b:Ef. 3, 14]. Er is "één God en Vader van allen, die is boven allen en met allen en in allen" (Ef. 4, 6)[b:Ef. 4, 6]. "Zegt altijd voor alles dank aan God de Vader" (Ef. 5, 20)[b:Ef. 5, 20]. De Vader "Aan onze God en Vader zij de eer in de eeuwen der eeuwen! (Fil. 4, 20)[b:Fil. 4, 20]. "Gezegend is God, de Vader van onze Heer Jezus Christus, de Vader vol ontferming en de God van alle vertroostring" (2 Kor. 1, 3)[b:2 Kor. 1, 3]. is Hij voor wie wij bestemd zijn (1 Kor. 8, 6)[[b:1 Kor. 8, 6]]. Om deze reden zei de heilige Johannes Paulus II dat "heel het christelijk leven als een grote pelgrimstocht is naar het huis van de Vader". Tertio millennio adveniente, 49[[265|49]] Dat heeft de heilige Ignatius van Antiochië op weg naar de marteldood ervaren: "Een levend water murmelt in mij en zegt mij: Kom naar de Vader". PG 5, 694.[[923|+28]]
Referenties naar alinea 71: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
72
Hij is vooral de Vader van Jezus Christus: "Gezegend is God, de Vader van onze Heer Jezus Christus" (Ef. 1, 3)[b:Ef. 1, 3]. Hij is "de God van onze Heer Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid" (Ef. 1, 17)[b:Ef. 1, 17]. Toen de Zoon mens is geworden, waren alle verlangens en heel het streven van zijn hart gericht op de Vader. Als wij zien hoe Christus verwees naar de Vader, kunnen wij deze betrokkenheid van zijn menselijk hart begrijpen, dit volmaakt en voortdurend gericht zijn op de Vader. "De wereld moet weten dat Ik..."De wereld moet weten dat Ik de Vader liefheb" (Joh. 14, 31)[[b:Joh. 14, 31]]. ("Ik en de Vader, Wij zijn één" (Joh. 14, 10))[b:Joh. 14, 10] ("Ik ben in de Vader en de Vader is in Mij" (Joh. 14, 10))[b:Joh. 14, 10]. Zijn geschiedenis op deze aarde van ons was een onder-weg-zijn, waarbij Hij in zijn menselijk hart een onophoudelijke roep voelde om naar de Vader te gaan. ("Ik ga naar de Vader" (Pros ton Patéra: Joh. 16, 28))[b:Joh. 16, 28] ("Ik kom naar U" (Pros se: Joh. 17, 11).)[b:Joh. 17, 11]
Referenties naar alinea 72: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
73
Wij weten dat het Aramese woord waarmee Hij zich tot de Vader richtte, "Abba" was, dat "vader, pappa" betekent. In zijn tijd ergerden zich sommigen zich aan deze vertrouwelijkheid. (Joh. 5, 18)[[b:Joh. 5, 18]] Het is de uitdrukking die Jezus heeft gebruikt om met de Vader te communiceren in zijn doodsangst: "Abba, Vader, (...) voor U is alles mogelijk; laat deze beker Mij voorbijgaan. Maar toch: niet wat Ik, maar wat Gij wilt" (Mc. 14, 36)[b:Mc. 14, 36]. Hij heeft altijd erkend dat Hij door de Vader bemind werd: "Gij hebt Mij liefgehad vóór de grondvesting van de wereld" (Joh. 17, 24)[b:Joh. 17, 24]. En Jezus, in zijn menselijk hart, raakte in vervoering, toen Hij de Vader hoorde die tegen Hem zei: "Gij zijt mijn Zoon, mijn veelgeliefde; in U heb Ik welbehagen" (Mc. 1, 11)[b:Mc. 1, 11].
Referenties naar alinea 73: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
74
Het vierde Evangelie zegt dat de eeuwige Zoon van de Vader van eeuwigheid af "in de schoot van de Vader is (Joh. 1, 18)[b:Joh. 1, 18]. ("Eis ton kolpon tou Patrós".) De heilige Ireneüs bevestigt dat "de Zoon van God altijd bestaan heeft voor het aanschijn van de Vader". III, 18, 1: PG 7, 932.[[848]] En Origenes verklaart dat de Zoon volhardt "in de onophoudelijke aanschouwing van de diepten van de Vader". II, 2: PG 14, 110.[[1136]] Daarom bracht de Zoon, toen Hij mens geworden is, hele nachten door met het communiceren met de geliefde Vader boven op de berg. (Lc. 6, 12)[[b:Lc. 6, 12]] Hij zei: "Wist ge dan niet dat Ik in het huis van mijn Vader moest zijn?" (Lc. 2, 49)[b:Lc. 2, 49]. Laten wij kijken naar zijn uitdrukkingen van lofprijzing: "Op dat uur jubelde Hij het uit, vervuld van de Heilige Geest, en sprak: Ik prijs U Vader, Heer van hemel en aarde" (Lc. 10, 21)[b:Lc. 10, 21]. En zijn laatste woorden, vol vertrouwen, waren: "Vader, in uw handen beveel Ik mijn geest" (Lc. 23, 46)[b:Lc. 23, 46].
Referenties naar alinea 74: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
75
Laten wij nu de blik richten op de Heilige Geest, die het Hart van Jezus vervult en in Hem brandt. Want, zoals de heilige Johannes Paulus II heeft gezegd, het Hart van Jezus is "het meesterwerk van de Heilige Geest". Paus Johannes Paulus II,...Paus Johannes Paulus II, Angelus, 23 juni 2002: L'Osservatore Romano, 24-25 juni 2002, p. 1. Het is niet alleen iets uit het verleden, omdat ook nu "in het Hart van Christus de Heilige Geest levend en werkzaam is, aan wie Jezus het inspireren van zijn zending heeft toegeschreven (Lc. 4, 18; Jes. 61, 1)[[b:Lc. 4, 18; Jes. 61, 1]] en die Hij bij het Laatste Avondmaal beloofde te zenden. Het is de Heilige Geest die helpt de rijkdom te begrijpen van het teken van de doorboorde zijde van Christus waaruit de Kerk is voortgekomen. vgl: Sacrosanctum Concilium, 5[[[570|5]]] Boodschap bij gelegenheid van het eeuwfeest van de toewijding van het mensdom aan het Allerheiligst Hart van Jezus, 3[[2975|3]] Tenslotte "kan alleen de Heilige Geest voor ons deze volheid van de "innerlijke mens" openen, die zich bevindt in het Hart van Christus. Alleen Hij kan ervoor zorgen dat ook onze menselijke harten uit deze volheid stap voor stap kracht putten". Paus Johannes Paulus II,...Paus Johannes Paulus II, Angelus, 8 juni 1986, 4: L'Osservatore Romano, 9-10 juni 1986, p. 5.
Referenties naar alinea 75: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
76
Als wij trachten door te dringen in het mysterie van de werkzaamheid van de Geest, zien wij dat Hij in ons zucht en zegt "Abba". "En het feit dat Hij de Geest van zijn Zoon in ons hart heeft gezonden, die roept: Abba, Vader! bewijst dat ge zonen zijt." (Gal. 4, 6)[b:Gal. 4, 6]. Immers, de Geest zelf bevestigt het getuigenis van onze geest, dat wij kinderen zijn van God" (Rom. 8, 16)[b:Rom. 8, 16]. De werkzaamheid van de Heilige Geest in het menselijk hart van Christus bewerkt onophoudelijk dit aangetrokken worden tot de Vader. En wanneer Hij ons door de genade verenigt met de gevoelens van Christus, laat Hij ons delen in de relatie van de Zoon met de Vader, het is "een Geest van kindschap, die ons doet uitroepen: Abba, Vader!" (Rom. 8, 15)[b:Rom. 8, 15].
Referenties naar alinea 76: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
77
Onze relatie met het Hart van Christus verandert dan onder de impuls van de Geest, die ons richt op de Vader, bron van het leven en laatste oorsprong van de genade. Christus zelf wil niet dat wij alleen bij Hem blijven stilstaan. De liefde van Christus is "de openbaring van de barmhartigheid van de Vader". Het Heilig Hart, liefde voor alle seizoenen van het leven[[5530]] Zijn verlangen is dat wij, gedreven door de Geest, die uit zijn Hart opwelt, "met Hem en in Hem" naar de Vader gaan. De heerlijkheid is "door" Christus (Ef. 1, 5.7; Ef. 2, 18; Ef. 3, 12)[b:Ef. 1, 5.7; Ef. 2, 18; Ef. 3, 12], "met" Christus (Ef. 2, 5.6; Ef. 4, 15)[b:Ef. 2, 5.6; Ef. 4, 15] en "in" Christus (Ef 1,3.4.6.7.11.13.15; Ef. 2, 10.13.21.22; Ef. 3, 6.11.21)[b:Ef 1,3.4.6.7.11.13.15; Ef. 2, 10.13.21.22; Ef. 3, 6.11.21] gericht op de Vader. De heilige Johannes Paulus II leerde, dat "het hart van de Heiland ons uitnodigt om terug te keren naar de liefde van de Vader, die de bron van iedere authentieke liefde is". Boodschap bij gelegenheid van het eeuwfeest van de toewijding van het mensdom aan het Allerheiligst Hart van Jezus, 2[[2975|2]] Dit is het wat de Heilige Geest, tot ons komend vanuit het Hart van Christus, in onze harten tracht te voeden. Daarom richt de liturgie door de levend makende werkzaamheid van de Geest zich altijd vanuit het verrezen Hart van Christus tot de Vader.
Referenties naar alinea 77: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Recente uitdrukkingen van het leergezag (78-81)
78
Op verschillende wijzen is het Hart van Christus aanwezig geweest in de geschiedenis van de christelijke spiritualiteit. In de Bijbel en in de eerste eeuwen van de Kerk verscheen het in de figuur van de gewonde zijde van de Heer, als bron van de genade of als oproep tot een intieme ontmoeting van liefde. Zo is het voortdurend tot op de dag van vandaag weer teruggekomen in het getuigenis van veel heiligen. In de laatste eeuwen heeft deze spiritualiteit de vorm aangenomen van een echte devotie van het Hart van de Heer.
Referenties naar alinea 78: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
79
Sommigen van mijn voorgangers hebben verwezen naar het Hart van Christus en met heel verschillende uitdrukkingen ertoe uitgenodigd om zich met Hem te verenigen. Aan het einde van de 19e eeuw nodigde Leo XIII ons uit ons toe te wijden aan Hem; zijn voorstel voegde de uitnodiging tot een vereniging met Christus samen met de bewondering voor de schittering van zijn oneindige liefde. ("Quoniamque inest in Sacro Corde symbolum atque expressa imago inifinitae Iesu Christi caritatis, quae movet ipsa nos ad amandum mutuo, ideo consentaneum est dicare se Cordi eius augustissimo: quod tamen nihil est aliud quam dedere atque obligare se Iesu Christo (...). En alterum hodie oblatum oculis auspicatissimum divinissimumque signum: videlicet Cor Iesu sacratissimum, superimposita cruce, splendidissimo candore inter flammas elucens. In eo omnes collocandae spes: ex eo hominum petenda atque expectanda salus" ASS 31 (1898-99), 649; 651).[[1025]] Ongeveer dertig jaar later presenteerde Pius XI deze devotie als een samenvatting van de christelijke geloofservaring. ("Zijn er in dat zeer gelukkige teken en in de vorm die ervan afstraalt, misschien niet heel de kern van de godsdienst en vooral de norm van een volmaakter leven vervat, zoals die welke langs een gemakkelijkere weg de geesten leidt om Jezus Christus ten diepste te leren kennen en de harten ertoe brengt het vuriger lief te hebben en edelmoediger na te volgen" AAS 20 (1928), 167.[[643]] Bovendien heeft Pius XII gezegd dat de verering van het Heilig Hart op een uitstekende wijze als een sublieme synthese onze aanbidding van Jezus Christus tot uitdrukking brengt. ("Het is een alleruitstekendste daad van de deugd van de godsdienst, dat wil zeggen een daad van absolute en onvoorwaardelijke onderwerping en toewijding door ons aan de liefde van de goddelijke Verlosser, waarvan een uitermate expressieve aanwijzing en een symbool zijn doorboorde Hart is (...); wij kunnen daarin niet alleen het symbool bewonderen, maar ook om zo te zeggen de synthese van heel het mysterie van onze verlossing (...). Jezus Christus wees uitdrukkelijk en herhaaldelijk op zijn Hart als uitermate geschikt om de mensen aan te zetten tot de kennis van en de achting voor zijn liefde; en tegelijkertijd vestigde Hij het als teken en onderpand van barmhartigheid en genade voor de geestelijke noden van de Kerk in de moderne tijd" Voorwoord; III, IV: AAS 48 (1956), 311; 336; 340[[271]]
Referenties naar alinea 79: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
80
Korter geleden heeft de heilige Johannes Paulus II de ontwikkeling van deze devotie in de voorbije eeuwen voorgesteld als een antwoord op de vormen van een rigoristische en ontlichaamde spiritualiteit die de barmhartigheid van de Heer vergaten. En tegelijkertijd presenteerde hij haar als een tijdig appèl aan een wereld die zich tracht op te bouwen zonder God. "De devotie tot het Heilig Hart, zoals die zich in het Europa van twee eeuwen geleden, gestimuleerd door de mystieke ervaringen van de heilige Margareta Maria Alacoque, heeft ontwikkeld, is het antwoord geweest op het jansenistische rigorisme, dat uitliep op een miskenning van de oneindige barmhartigheid van God. (...) De mens van het derde millennium heeft behoefte aan het Hart van Christus om God te kennen en om zichzelf te kennen; hij heeft er behoefte aan om de beschaving van de liefde op te bouwen". Paus Johannes Paulus II,...Paus Johannes Paulus II, Catechese, 8 juni 1994, 2: L'Osservatore Romano, 9 juni 1994, p. 5.
Referenties naar alinea 80: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
81
Benedictus XVI nodigde ertoe uit het Hart van Christus als intieme en dagelijkse tegenwoordigheid in het leven van ieder te erkennen: "Iedere persoon heeft behoefte aan een "middelpunt" in het eigen leven, een bron van waarheid en goedheid waaruit we kunnen putten om de verschillende situaties en de moeite van het dagelijks leven het hoofd te bieden. Ieder van ons heeft er behoefte aan, wanneer hij of zij stil wordt, de eigen hartslag te voelen, maar ook, op een dieper niveau, de slag van een betrouwbare aanwezigheid die met de zintuigen van het geloof waarneembaar en toch veel echter is: de aanwezigheid van Christus, hart van de wereld". Over het Hoogfeest van het Allerheiligst Hart van Jezus, 2[[2989|2]]
Referenties naar alinea 81: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Verdieping en actualiteit (82-91)
82
De expressieve en symbolische afbeelding van het Hart van Christus is niet de enige bron die de Heilige Geest ons geeft om de liefde van Christus te ontmoeten. En het is ook waar dat zij altijd verrijkt, verlicht en vernieuwd moeten worden door middel van meditatie, de lezing van het evangelie en geestelijke rijping. Pius XII zei reeds dat de Kerk niet pretendeert "in het Hart van Jezus de "formele" afbeelding, dat wil zeggen het eigen en volmaakte teken van zijn goddelijke liefde, te zien en te vereren, omdat het niet mogelijk is dat de intieme essentie van zijn liefde adequaat wordt weergegeven door welk geschapen beeld dan ook". IV; AAS 48 (1956), 344[[271]]
Referenties naar alinea 82: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
83
De devotie tot het Hart van Jezus is wezenlijk voor ons christelijk leven, in zoverre het een uitdrukking is van onze gelovige en aanbiddende openheid voor het mysterie van de goddelijke en menselijke liefde van de Heer, zodat wij nogmaals kunnen zeggen dat het Heilig Hart een synthese van het evangelie is. vgl: AAS 48 (1956), 336.[[[271]]] We mogen niet vergeten dat de visioenen of mystieke verschijningen die door sommige heiligen worden verteld en die de devotie tot het Heilig Hart van Christus hartstochtelijk hebben voorgesteld, niets iets zijn dat de gelovigen verplicht zijn te geloven, alsof ze ze het Woord van God waren. ("De waarde van privé-openbaringen verschilt wezenlijk van de ene publieke openbaring: deze vereist van ons geloof (...). Een privé-openbaring (...) is een hulp die wordt aangeboden, maar waarvan het niet verplicht is gebruik te maken" AAS 102 (2010), 696)[[3488|14]]) Het zijn mooie impulsen die kunnen motiveren en heel veel goed kunnen doen, ook al moet niemand zich verplicht voelen om ze te volgen, als hij of zij niet voelt dat ze helpen op de geestelijke weg. Tenslotte, zoals Pius XII verklaarde, kunnen we nooit beweren dat deze devotie "zijn oorsprong te danken heeft aan private openbaringen". IV: AAS 48 1956), 340[[271]]
Referenties naar alinea 83: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
84
Het voorstel van de eucharistische communie op de eerste vrijdag van iedere maand, bijvoorbeeld, was een krachtige boodschap op een ogenblik dat veel mensen niet meer te communie gingen, omdat zij geen vertrouwen hadden in de goddelijke vergeving en barmhartigheid, en de communie beschouwden als een soort prijs voor de volmaakten. In die jansenistische context deed het bevorderen van deze praktijk heel goed, omdat het hielp te erkennen dat in de eucharistie de belangeloze en nabije liefde van het Hart van Jezus ons roept tot de vereniging met Hem. Wij kunnen zeggen dat het ook vandaag heel goed zou doen om een andere reden: omdat wij te midden van de maalstroom van de huidige wereld en onze obsessie voor vrije tijd, consumptie en vermaak, telefoontjes en social media vergeten ons leven te voeden met de kracht van de eucharistie.
Referenties naar alinea 84: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
85
Op dezelfde wijze moet niemand zich verplicht voelen op de donderdag een uur van aanbidding te houden. Maar hoe zouden we dat niet kunnen aanbevelen? Wanneer we dit samen met zoveel broeders en zusters met vurige ijver beleven en in de eucharistie heel de liefde van het Hart van Christus vinden, "aanbidden we, samen met de Kerk, het symbool en de uitdrukking van de goddelijke Liefde, die zover is gegaan dat zij ook met het Hart van het mensgeworden Woord het menselijk geslacht heeft liefgehad". AAS 48 (1956), 344.[[271]]
Referenties naar alinea 85: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
86
Dit was moeilijk te begrijpen voor veel jansenisten, die neerkeken op alles wat menselijk, affectief, lichamelijk was, en uiteindelijk vonden dat een dergelijke devotie ons verwijderde van de zuiverste aanbidding van de allerhoogste God. Pius XII omschreef als "valse mystiek" de elitaire houding van sommige groepen die God als zo hoog, zo afgezonderd, en zo op afstand zagen dat zij de tedere uitdrukkingen van de volksvroomheid beschouwden als gevaarlijk en als iets dat kerkelijke controle nodig had". AAS 48 (1956), 344.) 344.[[271]]
Referenties naar alinea 86: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
87
We kunnen stellen dat wij vandaag, meer dan bij het jansenisme, staan voor een sterk oprukken van de secularisatie, die streeft naar een wereld die vrij is van God. We zien dat in de maatschappij zich verschillende vormen van religiositeit ontwikkelen die niets hebben van een persoonlijke relatie met een God van liefde, en die nieuwe manifestaties zijn van een "ontlichaamde" spiritualiteit. Dat is zo. Ik moet echter ook constateren dat binnen de Kerk zelf het schadelijke jansenistische dualisme met nieuwe gezichten is herboren. Het heeft in de laatste decennia nieuwe kracht gekregen, maar is een manifestatie van het gnosticisme dat de spiritualiteit in de eerste eeuwen van het christelijk geloof reeds schaadde en dat niet wilde weten van de waarheid van het "heil van het vlees". Om deze reden richt ik mijn blik op het Hart van Christus en nodig ik ons allen uit om de devotie ervoor te hernieuwen. Ik hoop dat zij ook aantrekkelijk kan zijn voor de gevoeligheid van onze tijd en ons zo helpt om weerstand te bieden aan deze oude en nieuwe dualismen, waarvoor zij een adequaat antwoord biedt.
Referenties naar alinea 87: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
88
Ik zou hieraan willen toevoegen dat het Hart van Christus ons tegelijkertijd bevrijdt van een ander dualisme: dat van gemeenschappen en herders die zich alleen maar toeleggen op uiterlijke activiteiten, op structurele hervormingen zonder evangelie, op obsessieve organisaties, op wereldse projecten, op geseculariseerde overwegingen en op allerlei voorstellen die worden opgedrongen als iets noodzakelijks. Al dit loopt uit op een christendom dat de tederheid van het geloof verloren heeft, de vreugde van de toewijding aan de dienstbaarheid, het vuur van de zending van persoon tot persoon, de overweldigende schoonheid van Christus, de diepe dankbaarheid voor de vriendschap die Hij biedt, en voor de uiteindelijke zin die Hij ons persoonlijke leven geeft. Kortom, het is een andere vorm van bedrieglijk transcendentalisme, dat eveneens "ontlichaamd" is.
Referenties naar alinea 88: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
89
Wanneer wij ons hebben laten vangen door deze zo actuele ziekten, willen we zelfs niet meer genezen worden. Dit brengt mij ertoe aan heel de Kerk een nieuwe verdieping voor te stellen betreffende de liefde voor Christus, uitgebeeld in zijn heilig Hart. Daar kunnen wij heel het evangelie vinden, daar is de synthese van de waarheid die wij geloven, daar is alles wat wij aanbidden en zoeken in het geloof, daar is datgene waar wij het meest behoefte aan hebben.
Referenties naar alinea 89: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
90
90. In het beschouwen van het Hart van Christus is het mogelijk terug te keren tot de vleesgeworden synthese van het evangelie en datgene te beleven dat ik onlangs heb voorgesteld, toen ik aan de geliefde heilige Theresia van het Kind Jezus herinnerde: "De meest gepaste houding is derhalve het vertrouwen van het hart buiten onszelf te stellen: in de oneindige barmhartigheid van een God die zonder grenzen liefheeft en die alles in het kruis van Jezus heeft gegeven". C'est la confiance, (20)[[9031|(20)]] Zij beleefde dat intens, omdat zij in het Hart van Christus had ontdekt dat God liefde is. "Hij heeft mij zijn oneindige barmhartigheid geschonken en daardoor aanschouw en aanbid ik de andere goddelijke volmaaktheden". Ms a, 83 vo: Opere complete, Rome 1997, 209.[[3958]] Daarom zegt het meest populaire gebed dat als een pijl op het Hart van Christus gericht is, eenvoudig: "Ik vertrouw op U". S. Maria Faustina Kowalska,...S. Maria Faustina Kowalska, Diario. La Misericordia Divina nella mia anima (1o quaderno 22 februari 1931), Vaticaanstad 2021, 74. Andere woorden zijn niet nodig.
Referenties naar alinea 90: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
91
In de volgende hoofdstukken zullen wij twee fundamentele aspecten naar voren brengen die de devotie tot het Heilig Hart zou moeten verenigen om ons te blijven voeden en ons te doen naderen tot het evangelie: de persoonlijke, geestelijke ervaring en de gemeenschappelijke en missionaire inzet.
Referenties naar alinea 91: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IV. DE LIEFDE DIE TE DRINKEN GEEFT (92-163)
92
92. Keren wij terug tot de Heilige Schrift, tot de geïnspireerde teksten die de belangrijkste plaats zijn waar wij de Openbaring vinden. Hierin en in de levende Traditie van de Kerk is vervat wat de Heer zelf ons voor heel de geschiedenis heeft willen zeggen. Door het lezen van teksten van het Oude en Nieuwe Testament brengen we enkele uitwerkingen bij elkaar van het Woord in de lange geestelijke weg van het Volk van God.
Referenties naar alinea 92: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Dorst naar de liefde van God
93
93. De Bijbel laat zien dat aan het volk dat door de woestijn was getrokken en de bevrijding verwachtte, een overvloed aan levenschenkend water was aangekondigd: "En gij zult vol vreugde water putten uit de bronnen der redding" (Jes. 12, 3)[b:Jes. 12, 3]. De messiaanse aankondigingen namen geleidelijk de vorm aan van een bron van reinigend water: "Ik zal u met zuiver water besprenkelen en ge zult rein worden, (...) Ik zal u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in u uitstorten" (Ez. 36, 25-26)[b:Ez. 36, 25-26]. Dit is het water dat het volk de volheid van leven zal teruggeven, als een bron die opwelt uit de tempel en in het voorbijgaan leven en heil brengt: "En op de terugweg zag ik aan beide oevers overal bomen staan. (...) De rivier brengt leven overal waar hij stroomt, het wemelt er van dieren. De zee zit vol vis, want de rivier die erin uitmondt, maakt het water gezond. Overal waar hij stroomt is volop leven" (Ez. 47, 7.9)[b:Ez. 47, 7.9].
Referenties naar alinea 93: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
94
Het Hebreeuwse Loofhuttenfeest (Sukkot), dat de veertig jaar in de woestijn herdacht, had langzaam als centraal element het symbool van het water gekregen. Onderdeel hiervan was een rite waarbij iedere ochtend water geofferd werd, en op de laatste dag van het feest werd dat heel plechtig: men hield een grote processie naar de tempel en offerde het water aan God te midden van een groot lawaai. Vgl. Mišna Sukkâ IV, 5.9.Vgl. Mišna Sukkâ IV, 5.9.
Referenties naar alinea 94: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
95
95. De aankondiging van de komst van de messiaanse tijd werd gepresenteerd als een open bron voor het volk: "Maar over het huis van David en de bevolking van Jeruzalem zal Ik een geest van mededogen uitstorten, die hen tot bidden brengt. Dan zullen zij opzien naar hem, die zij doorstoken hebben. (...) Op die dag zal er voor het huis van David en voor de burgers van Jeruzalem een open bron zijn, die zonde en onreinheid weg wast" (Zach. 12, 10; Zach. 13, 1)[b:Zach. 12, 10; Zach. 13, 1].
Referenties naar alinea 95: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
96
96. Een doorboorde man, een open bron, het uitgieten van een geest van genade en gebed. De eerste christenen zagen deze belofte duidelijk verwezenlijkt in de open zijde van Christus, de bron waaruit het nieuwe leven stroomt. Wanneer wij door het evangelie van Johannes heengaan, zien wij hoe die profetie zich verwezenlijkt heeft in Christus. Laten wij kijken naar zijn open zijde, waaraan het water van de Geest is ontsprongen: "Een van de soldaten doorstak zijn zijde met een lans; terstond kwam er bloed en water uit" (Joh. 19, 34)[b:Joh. 19, 34]. Vervolgens voegt de evangelist eraan toe: "Zij zullen opzien naar Hem die zij hebben doorstoken" (Joh. 19, 37)[b:Joh. 19, 37]. Hij herneemt zo de aankondiging van de profeet die het volk een open bron in Jeruzalem beloofde, wanneer zij de blik op de doorboorde zouden richten. (Zach. 12, 10)[[b:Zach. 12, 10]] De open bron is de gewonde zijde van Jezus.
Referenties naar alinea 96: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
97
97. Wij merken op dat het evangelie zelf dit heilige ogenblik aankondigde, precies "op de laatste en grootste dag" van het Loofhuttenfeest (Joh. 7, 37)[b:Joh. 7, 37]. Toen riep Jezus tot het feestvierende volk in de grote processie: "Als iemand dorst heeft, hij kome tot Mij; wie in Mij gelooft, hij drinke! (...) Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien" (Joh. 7, 37-38)[b:Joh. 7, 37-38]. Opdat dat werkelijkheid werd, moest zijn "uur" komen, "omdat Jezus nog niet verheerlijkt was" (Joh. 7, 39)[b:Joh. 7, 39]. Alles is vervuld in de overvloeiende bron van het kruis.
Referenties naar alinea 97: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
98
98. In het Boek Apokalyps verschijnen zowel de Doorboorde: "Elk oog zal Hem aanschouwen, ook zij die Hem doorstoken hebben (Openb. 1, 7)[b:Openb. 1, 7], als de open bron: "Wie dorst heeft, kome. Wie wil, neme het water des levens, om niet" (Openb. 22, 17)[b:Openb. 22, 17].
Referenties naar alinea 98: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
99
99. De doorstoken zijde is waar de liefde te vinden is, een liefde die God aan zijn volk heeft verklaard met zoveel verschillende woorden die het waard zijn om hier vermeld te worden: "Zó kostbaar zijt gij in mijn ogen, zó waardevol: Ik heb u lief" (Jes. 43, 4)[b:Jes. 43, 4]. "Zal een vrouw haar zuigeling vergeten, een liefhebbende moeder het kind van haar schoot? En zelfs als die het zouden vergeten, Ik vergeet u nooit! Zie, in mijn handpalmen heb Ik u geschreven" (Jes. 49, 15-16)[b:Jes. 49, 15-16]. "Al wijken de bergen en wankelen de heuvels, mijn trouw wijkt niet van u, en mijn vredesverbond wankelt nooit" (Jes. 54, 10)[b:Jes. 54, 10]. "Mijn liefde voor u duurt eeuwig, Ik blijf u altijd trouw" (Jer. 31, 3)[b:Jer. 31, 3]. "De Heer, uw God, is binnen uw muren, een reddende held. Hij zal opgetogen zijn van blijdschap om u en zijn liefde opnieuw laten blijken" (Sef. 3, 17)[b:Sef. 3, 17].
Referenties naar alinea 99: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
100
100. De profeet Hosea zegt zelfs over het hart van God: "Met zachte leidsels heb Ik hen gemend, met teugels van liefde" (Hos. 11, 4)[b:Hos. 11, 4]. Toen deze liefde werd veracht, kon hij zeggen: "Mijn hart slaat om" (Hos. 11, 8)[b:Hos. 11, 8]. Toch zal de barmhartigheid overwinnen (Hos. 11, 9)[[b:Hos. 11, 9]], en zij zal haar grootste uitdrukking vinden in Christus, het definitieve woord van liefde.
Referenties naar alinea 100: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
101
101. In het doorboorde hart van Christus komen samen, in het vlees geschreven, alle uitdrukkingen van liefde uit de Schriften. Het gaat niet om een liefde die met enkel woorden verklaard wordt, maar zijn open zijde is een bron van leven voor allen die worden bemind, het is de bron die de dorst van zijn volk verzadigt. Zoals de heilige Johannes Paulus II leerde, "behoren de wezenlijke elementen van die devotie dus permanent tot de spiritualiteit van de Kerk in de loop van haar geschiedenis, omdat de Kerk vanaf het begin haar blik gericht heeft op het doorboorde hart van Christus op het kruis". Brief aan de eerwaarde pater Peter-Hans Kolvenbach, Algemeen overste van de Sociëteit van Jezus, Paray-le-Monial (Frankrijk), 5 oktober 1986: L'Osservatore Romano, 7 oktober 1986, p. IX.[[2971]]
Referenties naar alinea 101: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De echo van het Woord van God in de geschiedenis
102
Laten wij enkele doorwerkingen bekijken die dit Woord van God in de geschiedenis van het christelijk geloof heeft gehad. Verschillende Kerkvaders, vooral van Klein-Azië, hebben de wonde in de zijde van Jezus vermeld als de oorsprong van het water van de Geest: van het Woord, van zijn genade en de sacramenten die zij meedelen. De kracht van de martelaren leeft van de "hemelse bron van het levende water dat opwelt uit het binnenste van Christus", Akten van de martelaren van Lyon, in Eusebius van Caesarea, Hist. Eccles., V, 1, 22: PG 20, 418.[[1115]] of, zoals Rufinus vertaalt, van de "hemelse en eeuwige bronnen die voortkomen uit het binnenste van Christus". Rufinus, V, 1, 22: GCS[[7869]] Eusebius II, 1, p. 411, 13s.[[1115]] Wij gelovigen, die herboren zijn uit de Geest, komen uit die grot van de rots, "wij zijn uit de schoot van Christus gekomen". De heilige Justinus, Dial., 135: PG 6, 787.[[1006]] Zijn gewonde zijde, die wij interpreteren als zijn hart, is vol van de Heilige Geest en komt tot ons als stromen van levend water: "De bron van de Geest is geheel in Christus". Novatianus, De Trinitate, 29: PL 3, 944[[3810]] Vgl. de heilige Gregorius van...Vgl. de heilige Gregorius van Elvira, Tractatus Origenis de libris Ss. Scripturarum, 20, Parijs 1900, 210. De Geest die wij ontvangen, verwijdert ons niet van de verrezen Heer, maar vervult ons juist van Hem, omdat wij Christus zelf drinken, wanneer wij de Geest drinken: "Drink Christus, omdat Hij de rots is die water uitstort. Drink Christus, omdat Hij de bron van het leven is. Drink Christus, omdat Hij de stroom is waarvan de kracht de stad van God verblijdt. Drink Christus, omdat Hij de vrede is. Drink Christus, omdat uit zijn borst levend water opwelt". De heilige Ambrosius, Expl....De heilige Ambrosius, Expl. Ps. I, 33: PL 14, 983-984.
Referenties naar alinea 102: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
103
De heilige Augustinus heeft de weg gebaand tot de devotie voor het Heilig Hart als plaats voor onze persoonlijke ontmoeting met de Heer. Dat wil zeggen, voor Hem is de borst van Christus niet alleen de bron van de genade en de sacramenten, maar hij maakt het persoonlijk door het voor te stellen als symbool van de intieme vereniging met Christus, als plaats van een ontmoeting van liefde. Daar ligt de oorsprong van de kostbaarste wijsheid, die bestaat in het kennen van Hem. Immers, Augustinus schrijft dat Johannes, de beminde leerling, bij het Laatste Avondmaal zich vlijde tegen de borst van Jezus, en zo naderde tot de geheime plaats van de wijsheid. Vgl. Tract. in Joann. 61, 6: PL 35, 1801.[[859]] Wij hebben hier niet te maken met een eenvoudige intellectuele beschouwing van een theologische waarheid. De heilige Hiëronymus legde uit dat een persoon die in staat is tot beschouwing "niet slechts geniet van de schoonheid van een waterbeekje, maar drinkt van het levend water van de zijde van de Heer". Epist. Ad Rufinum 3, 4.3: PL 22, 334.[[858]]
Referenties naar alinea 103: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
104
De heilige Bernardus heeft de symboliek van de doorboorde zijde van de Heer hernomen en deze uitdrukkelijk verstaan als openbaring en gave van de liefde van zijn Hart. Door de wonde wordt zijn hart toegankelijk voor ons en kunnen wij het grote mysterie van de liefde en de barmhartigheid ons eigen maken: "Ik neem voor mij uit het binnenste van de Heer wat mij ontbreekt, omdat dit een overvloed aan barmhartigheid heeft en de spleten niet ontbreken waardoor het naar mij stroomt. Ze hebben zijn handen en voeten doorboord, ze hebben zijn zijde met een lans verscheurd en door deze scheuren kan ik mijn honing uit de steen en de olie uit de zeer harde rots opzuigen, dat wil zeggen proeven en zien hoe zoet de Heer is. (...) Het ijzer ging door zijn ziel en naderde zijn hart, opdat ik nooit meer medelijden kan hebben met mijn zwakheden. De toegang tot het geheim van het hart staat open door de wonden van het lichaam, het grote sacrament van het medelijden wordt zo zichtbaar, de tedere barmhartigheid van onze God wordt zo zichtbaar". Sermones in Cant. 61, 4: PL 183, 1072.[[1046]]
Referenties naar alinea 104: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
105
Dit thema verschijnt weer op bijzondere wijze bij Willem van Saint-Thierry, die ertoe uitnodigt binnen te treden in het Hart van Jezus, die ons aan zijn eigen borst voedt. Vgl. Expositio altera super Cantica Canticorum, c. 1: PL 1809, 487.[[4993]] Dit verrast niet, als wij bedenken dat voor deze auteur "de hoogste kunst de kunst van de liefde is. (...) De liefde wordt opgewekt door de Schepper van de natuur (...). De liefde is een kracht van de ziel, die haar leidt, als het ware door een natuurlijke aantrekkingskracht, naar de plaats en het doel dat haar eigen is". Willem van Saint-Thierry, De natura et dignitate amoris, 1: PL 184, 379.[[2490]] En de plaats die haar eigen is, waar de liefde ten volle heerst, is het Hart van Christus: "Heer, waarheen anders leidt Gij hen die Gij omarmt en vasthoudt in uw armen, dan naar uw Hart? Uw hart, Jezus, is het zoete manna van uw godheid (Hebr. 9, 4)[[b:Hebr. 9, 4]], dat Gij in U bewaart in het gouden vat van uw ziel, die iedere kennis te boven gaat. Zalig zij die daarheen worden geleid door uw omarming. Zalig zij die, ondergedompeld in deze diepte, door U verborgen zijn in het geheim van uw hart". Id., Meditativae Orationes 8,...Id., Meditativae Orationes 8, 6: PL 180, 230.
Referenties naar alinea 105: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
106
De heilige Bonaventura verbindt de beide geestelijke lijnen rond het Hart van Jezus: terwijl hij het presenteert als bron van genade en van de sacramenten, stelt hij voor dat deze aanschouwing een relatie van vriendschap, een persoonlijke ontmoeting van liefde wordt.
Referenties naar alinea 106: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
107
Enerzijds helpt Bonaventura ons de schoonheid te erkennen van de genade en de sacramenten, die voortkomen uit de levensbron die de gewonde zijde van de Heer is: "Opdat uit de zijde van de op het kruis slapende Christus, de Kerk werd gevormd en de Schrift werd vervuld, die zegt: "Ze zullen opzien naar Hem die ze doorboord hebben", trof een van de soldaten Hem met een lans en opende zijn zijde. En dat werd toegestaan door de goddelijke voorzienigheid, zodat de prijs van ons heil werd uitgestort, terwijl bloed en water uit de wonde opwelden. Door uit de verborgen bron van het hart te stromen moest aan de sacramenten van de Kerk de kracht gegeven worden om het leven van de genade te verlenen en om voor degenen die in Christus leven, als een kelk te zijn die gevuld is aan de levende bron, die stroomt tot in het eeuwige leven". De heilige Bonaventura,...De heilige Bonaventura, Lignum vitae. De mysterio passionis, 30: Opuscoli Spirituali, 3, Rome 1992, (Sancti Bonaventurae Opera, XIII), 245.
Referenties naar alinea 107: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
108
Bonaventura nodigt ons uit om nog een andere stap te zetten, opdat de toegang tot de genade niets iets magisch wordt of een soort emanatie van het Neoplatoonse type, maar een directe relatie met Christus door in zijn Hart te wonen, omdat wie drinkt, vriend van Christus wordt, een hart dat liefheeft: "Sta dus op, ziel, vriendin van Christus, en wees de duif die nestelt in de wand van een grot; wees de mus die een huis heeft gevonden en niet ophoudt het te bewaken; wees een tortel die de kuikentjes van haar kuise liefde in die allerheiligste opening verbergt". Ibi, 47.Ibi, 47.
Referenties naar alinea 108: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De verspreiding van de devotie tot het Hart van Jezus
109
Langzamerhand ging de gewonde zijde, waar de liefde van Christus zetelt, en waaruit het leven van de genade voortkomt, steeds meer de vorm van een hart aannemen, vooral in het monastieke leven. Wij weten dat in de loop van de geschiedenis de devotie tot het Hart van Jezus zich op verschillende wijzen heeft gemanifesteerd en dat aspecten die in de moderne tijd met verschillende spirituele ervaringen zijn verbonden, niet afgeleid en geplaatst kunnen worden naast de middeleeuwse vormen en nog minder naast de Bijbelse, waarin wij een glimp kunnen opvangen van de zaden van deze devotie. Toch veracht de Kerk vandaag niets van het goede dat de Heilige Geest ons heeft geschonken in de loop der eeuwen, want ze weet dat het altijd mogelijk zal zijn een duidelijkere en vollere betekenis te erkennen van sommige details van de devotie, of nieuwe aspecten ervan te begrijpen en te onthullen.
Referenties naar alinea 109: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
110
Verschillende heilige vrouwen hebben ervaringen verteld van hun ontmoeting met Christus, die wordt gekenmerkt door het rusten in het Hart van de Heer, bron van leven en innerlijke vrede. Dat is het geval, onder anderen, met de heilige Lutgard, de heilige Mechtild van Hackeborn, de heilige Angela van Foligno, Juliana van Norwich. De heilige Gertrudis van Helfta, een cisterciënzerin, heeft verteld over een ogenblik van gebed waarin zij haar hoofd heeft gelegd tegen het Hart van Christus en naar het kloppen ervan heeft geluisterd. In een dialoog met de heilige evangelist Johannes vroeg zij hem, waarom hij in zijn evangelie niet gesproken had over wat hij had ervaren, toen hij dezelfde ervaring had gehad. Gertrudis concludeert dat "de zoetheid van dit kloppen van zijn hart is voorbehouden aan de moderne tijden, opdat de wereld die in de liefde voor God oud en lauw is geworden, vernieuwd kan worden, wanneer zij het hoort". Gertrudis van Helfta, Legatus...Gertrudis van Helfta, Legatus divinae pietatis, IV, 4: Sch, 255, 66. Zouden wij misschien kunnen denken dat het een aankondiging is voor onze tijden, een oproep om te erkennen hoe deze wereld "oud" geworden is, en er behoefte aan heeft om de steeds nieuwe boodschap van de liefde van Christus gewaar te worden? De heilige Gertrudis en de heilige Mathilde worden beschouwd als "de meest intieme vertrouwelingen van het Heilig Hart". Leone Dehon, Directoire...Leone Dehon, Directoire spirituel des prêtres du Sacré Coeur de Jésus, Turnhout 1936, II, cap. VII, nr. 141.
Referenties naar alinea 110: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
111
De kartuizers vonden, vooral daartoe door Ludolf van Saksen aangemoedigd, in de devotie tot het Heilig Hart een weg om hun relatie met Jezus Christus te vervullen van affectie en nabijheid. Wie binnentreedt door de wonde van zijn Hart, ontbrandt van liefde. De heilige Catharina van Siena schreef dat het lijden dat de Heer te dragen had, niet iets is waarbij wij aanwezig kunnen zijn, maar dat het geopende Hart van Christus voor ons een mogelijkheid is voor een actuele en persoonlijke ontmoeting met zoveel liefde: "Dat wilde Ik u laten zien in de opening van mijn zijde, waar het geheim van mijn hart is: Ik wilde u tonen dat Ik u meer liefheb dan ik kan laten zien met het lijden dat ik eens onderging". De heilige Catharina van Siena, Dialogo della divina provvidenza, LXXV: Fiorilli M. - Caramella S. (ed.), Bari 1928, 144.[[918]]
Referenties naar alinea 111: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
112
De devotie tot het Hart van Christus heeft zich geleidelijk buiten het kloosterleven verbreid en heeft de spiritualiteit aangevuld van de heilige meesters, predikers en stichters van religieuze congregaties, die deze op de meest afgelegen plaatsen van de aarde hebben verspreid. Vgl. bijvoorbeeld Angelus...Vgl. bijvoorbeeld Angelus Walz, De veneratione divini cordis Iesu in Ordine Praedicatorum, Rome 1937.
Referenties naar alinea 112: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
113
Van bijzonder belang was het initiatief van de heilige Johannes Eudes, die "na met zijn missionarissen een heel vurige missie in Rennes te hebben gepreekt het verkreeg dat de bisschop voor dat bisdom de viering van het feest van het aanbiddelijke Hart van onze Heer Jezus Christus goedkeurde. Dat was de eerste keer dat voor dat feest in de Kerk officieel toestemming werd verleend. Vervolgens verleenden tussen 1670 en 1671 de bisschoppen van Coutances, Evreux, Bayeux en Rouen voor de respectievelijke bisdommen toestemming voor hetzelfde feest." Rafael García Herreros, Vida...Rafael García Herreros, Vida de San Juan Eudes, Bogotá 1943, 42.
Referenties naar alinea 113: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De heilige Franciscus van Sales
114
In de moderne tijd is de bijdrage van de heilige Franciscus van Sales het waard om op te merken. Hij beschouwde vaak het geopende Hart van Christus, dat uitnodigt daarbinnen met Hem te verblijven in een persoonlijke liefdesrelatie waardoor licht valt op de mysteries van het leven. Wij kunnen in het denken van deze heilige kerkleraar zien hoe ten opzichte van een rigoristische moraal of een religiositeit van pure plichtsvervulling het Hart van Jezus hem als een oproep was tot een vol vertrouwen in de mysterieuze werking van zijn genade. Hij verklaarde dit tegenover de barones van Chantal als volgt: "Het is voor mij heel duidelijk dat wij niet meer in onszelf zullen blijven (...) en wij voor altijd in de doorboorde zijde van de Verlosser zullen blijven; zonder Hem kunnen wij immers niets doen, en zelfs als wij dat zouden kunnen, dan zouden wij zonder Hem niets willen doen". Lettera alla S. Giovanna Francesca di Chantal, 24 april 1610: Opere complete di Francesco di Sales, vol. 8/2: Lettere 1605-1610, Rome 2021, 686.[[6466]]
Referenties naar alinea 114: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
115
115. Voor Franciscus van Sales had de devotie niets van doen met bijgeloof of oppervlakkige vroomheid, omdat zij de uitnodiging betekende tot een persoonlijke relatie waarin iedereen zich op unieke wijze door Christus geliefd weet in zijn of haar eenmalige werkelijkheid, op een directe en exclusieve wijze door Christus gedacht en beschouwd: "Dit alleraanbiddelijkste en allerbeminnelijkste hart van onze Meester, brandend van liefde die Hij voor ons belijdt, (is) een hart waarin wij al onze namen geschreven zien (...). Het is zeker een reden voor een heel grote troost dat wij met zoveel genegenheid bemind worden door Onze Heer, die ons altijd in zijn Hart draagt". Preek voor de 2de Zondag van...Preek voor de 2de Zondag van de Veertigdagentijd, 20 februari 1622. Met het beeld van onze naam die op het Hart van Christus staat geschreven, trachtte de heilige Franciscus van Sales uit te drukken hoezeer de liefde van Christus voor ieder van ons niet abstract of algemeen is, maar heel persoonlijk waardoor een gelovige zich gewaardeerd en erkend weet om wie hij of zij is: "Hoe mooi is deze hemel nu de Heiland er de zon van geworden is en zijn borst een bron is van liefde waaraan de zaligen naar wens in overvloed drinken. Ieder van ons kan het aanschouwen en ziet daarbinnen zijn liefde geschreven met letters van liefde, die alleen de liefde weet te lezen en die alleen de liefde erin heeft gegrift. O, mijn Dochter, zullen onze namen daar niet voorkomen? Ja, zij zullen er ongetwijfeld voorkomen, want zelfs als ons hart geen liefde heeft, heeft het wel het verlangen naar de liefde en het begin van de liefde. Lettera a S. Giovanna Francesca di Chantal nella Solennità dell'Ascensione del 1612, vol. II (1611-1618[6466], Rome 1867, 183, lett. nr. 781.]
Referenties naar alinea 115: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
116
Franciscus van Sales beschouwde deze ervaring van Christus' liefde als iets fundamenteels voor een geestelijk leven zodat hij die overtuiging tot de grote geloofswaarheden rekende: "Ja, mijn dierbare Dochter, Hij denkt aan u, en niet alleen aan u, maar ook aan de kleinste haar op uw hoofd: het is een geloofswaarheid waaraan men absoluut niet mag twijfelen". Lettera a Maria Amata di Blonay, 18 februari 1618: ibi, 1056, lett. nr. 140.[6466] Daaruit volgt dat een gelovige het vermogen krijgt zich volledig over te geven aan het Hart van Christus, waar hij rust, troost en kracht vindt: "O God, die het vergemakkelijkt om zo in de armen en aan de borst (van de Heiland) te liggen. (...) Blijf zo, geliefde dochter, en laat als een andere kleine Johannes, terwijl de anderen verschillende spijzen aan de tafel van de Heer aten, uw hoofd, uw ziel, uw geest met het eenvoudigste vertrouwen rusten en steunen op de borst van de geliefde Heer". Lettera a S. Giovanna Francesca di Chantal, eind november 1609: ibi, 610, lett. nr.552.[6466] "Ik hoop dat u met uw geest bent in de grot van de tortel en in de doorboorde zijde van onze geliefde Heiland. (...) Hoe goed is deze Heer, geliefde dochter van mij! Hoe beminnelijk is zijn hart! Laten wij daar blijven, in die heilige verblijfplaats". Lettera a S. Giovanna Francesca di Chantal, tegen 25 februari 1610: ibi, 654, lett. nr. 573.[6466]
Referenties naar alinea 116: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
117
Trouw aan zijn leer over de heiliging in het gewone leven, stelt hij echter voor dat dit wordt beleefd te midden van de bezigheden, de taken en de plichten van het dagelijks leven: "U vraagt mij hoe bij al hun handelingen de zielen die in het gebed worden aangetrokken tot deze heilige eenvoud en deze volmaakte overgave aan God, zich moeten gedragen? Ik antwoord dat zij niet alleen in het gebed, maar ook in hun hele levenswijze standvastig moeten wandelen in een geest van eenvoud, waarbij zij heel hun ziel, hun handelen en hun welslagen overlaten en toevertrouwen aan de wil van God met een liefde van een volmaakt en absoluut vertrouwen, en zich volledig overgeven aan de genade en de zorg van de eeuwige liefde die de Goddelijke Voorzienigheid voor hen voelt". Entretien XIV, De la simplicité et prudence religieuse.[8781]
Referenties naar alinea 117: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
118
Om al deze redenen concludeerde Franciscus van Sales, toen het erom ging aan een symbool te denken dat zijn voorstel voor een geestelijk leven kon samenvatten: "Ik heb dus gedacht, mijn geliefde moeder, als u het daarmee eens bent, dat wij als ons wapen één hart moeten nemen dat door twee pijlen wordt doorboord en omgeven is door een doornenkroon". Lettera a S. Giovanna Francesca di Chantal, 10 juni 1611: de heilige Franciscus van Sales, Tutte le lettere, vol. II (1611-1618[6466], Rome 167, 56, lett. nr. 69.]
Referenties naar alinea 118: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Een nieuwe liefdesverklaring
119
Onder de heilzame invloed van deze spiritualiteit van Franciscus van Sales speelden zich de gebeurtenissen af van Paray-le-Monial aan het einde van de 16de eeuw. De heilige Margareta Maria Alacoque heeft over belangrijke verschijningen verteld die plaatsvonden tussen eind december 1673 en juni 1675. Fundamenteel hierbij is een liefdesverklaring die opvalt in de eerste grote verschijning. Jezus zegt: "Mijn goddelijk Hart is zo vol van een hartstochtelijke liefde voor de mensen en voor jou in het bijzonder dat het, omdat het de vlammen van zijn brandende Liefde niet meer in zichzelf kan bevatten, de behoefte voelt om ze door middel van jou te verspreiden en zich aan de mensen te tonen om hen te verrijken met de kostbare schatten die ik je zal onthullen". De heilige Maria Margareta...De heilige Maria Margareta Alacoque, Autobiografia, nr. 53, Rome 1983, 131.
Referenties naar alinea 119: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
120
De heilige Margareta Maria vat alles op een krachtige en vurige wijze samen: "Hij onthulde mij de wonderen van zijn Liefde en de onverklaarbare mysteries van zijn Heilig Hart, die Hij tot op dat ogenblik waarop Hij het voor mij voor de eerste keer opende, voor mij verborgen had gehouden. En Hij deed dat op een zo werkelijke en voelbare wijze dat Hij mij geen zweem van twijfel toestond". (Ibid.) Bij de volgende verschijningen wordt de schoonheid van deze boodschap herhaald: "Hij onthulde mij de onverklaarbare wonderen van zijn pure Liefde en tot wat voor een overdaad deze Hem had gebracht om de mensen lief te hebben". Ibi, 134.Ibi, 134.
Referenties naar alinea 120: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
121
Deze intense erkenning van de liefde van Jezus die de heilige Margareta Maria ons heeft overgeleverd, biedt ons kostbare stimulansen voor onze vereniging met Hem. Dat betekent niet dat wij ons verplicht voelen om alle details te accepteren of over te nemen van haar geestelijke ervaring, waar, zoals vaak gebeurt, de goddelijke werkzaamheid vermengd wordt met menselijke elementen die samenhangen met de verlangens, zorgen en innerlijke voorstellingen van het subject. vgl: (Vgl. Dicasterie voor de Geloofsleer, Normen aangaande de procedure het beoordelen van vermoedelijke bovennatuurlijke verschijnselen: I, A, 12.[[[9271|+54]]] Die ervaring moet altijd herlezen worden in het licht van het evangelie en heel de rijke spirituele overlevering van de Kerk, terwijl wij erkennen hoeveel goed het in zovele zusters en broeders heeft gedaan. Dat maakt het ons mogelijk gaven van de Heilige Geest te ontdekken binnen deze ervaring van geloof en liefde. Belangrijker dan de details is de kern van de boodschap die ons wordt doorgegeven en die samengevat kan worden in de woorden die de Heilige Margareta heeft gehoord: "Dat is het Hart dat de mensen zo heeft liefgehad en dat niets heeft gespaard en zover ging om zich uit te putten en verteerd te worden om voor hen te getuigen van zijn Liefde". De heilige Margareta Maria...De heilige Margareta Maria Alacoque, Autobiografia, n. 92, Rome 1983, 180.
Referenties naar alinea 121: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
122
Deze verschijning is dus een uitnodiging om te groeien in de ontmoeting met Christus dankzij een vertrouwen zonder voorbehoud, totdat het tot een volledige en definitieve vereniging komt: "Moge het goddelijk Hart van Jezus zo in de plaats van dat van ons komen dat Hij alleen in en voor ons leeft. Moge zijn wil (...) absoluut zonder weerstand van onze kant kunnen handelen, mogen ten slotte zijn genegenheid, verlangens, gedachten in de plaats van de onze zijn, maar vooral zijn liefde die door Hemzelf in ons en voor ons bemind zal worden. En zo zullen wij, omdat dat beminnelijke Hart van Jezus voor ons alles in alles is, met de heilige Paulus kunnen zeggen dat wij niet meer leven, maar Hij het is die in ons leeft". Ead., Lettera a Suor de la...Ead., Lettera a Suor de la Barge, 22 oktober 1689: Vita e opere di Santa Margherita Maria Alacoque, vol. II, Rome 1985, 301.
Referenties naar alinea 122: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
123
De heilige Margareta presenteert in feite in de eerste ontvangen boodschap deze ervaring op een persoonlijkere, concretere wijze vol vuur en tederheid: "Hij vroeg mij om mijn hart en ik smeekte Hem het te nemen. Hij nam het en plaatste het in zijn eigen aanbiddelijk Hart, waarin Hij het mij liet zien als een klein atoom dat werd verteerd in die brandende oven". Ead., Autobiografia, nr. 53,...Ead., Autobiografia, nr. 53, Op. cit., 132.
Referenties naar alinea 123: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
124
Op een ander punt merken wij op dat Hij die zich aan ons geeft, de verrezen Christus is, vol heerlijkheid, leven en licht. Ook als Hij op verschillende ogenblikken spreekt over het lijden dat Hij voor ons heeft verdragen, en de ondankbaarheid die Hij ontvangt, zijn het hier niet het bloed en de pijnlijke wonden die duidelijk naar voren komen, maar het licht en het vuur van de Levende. De wonden van het Lijden verdwijnen niet maar worden veranderd. Zo manifesteert zich hier het mysterie van Pasen in zijn totaliteit: "Op een keer (...) terwijl het Heilig Sacrament was uitgesteld (...), verscheen mijn zoete Meester aan mij geheel stralend van heerlijkheid met zijn vijf wonden die schitterden als vijf zonnen. Uit iedere kant van dat heilig mens-zijn kwamen vlammen, maar vooral uit zijn aanbiddelijke borst, die leek op een brandende oven. Na dit onthuld te hebben liet Hij mij zijn liefhebbend en allerbeminnelijkste Hart zien, de levende bron van die vlammen. Toen onthulde Hij mij de onverklaarbare wonderen van zijn pure liefde en tot welke overmaat dit Hem ertoe had gebracht om de mensen lief te hebben, van wie Hij vervolgens alleen maar ondankbaarheid en onverschilligheid in ruil kreeg". Ibi nr. 55, Op. cit. 134.Ibi nr. 55, Op. cit. 134.
Referenties naar alinea 124: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De heilige Claude de la Colombière
125
Toen de heilige Claude de la Colombière kennis maakte met de ervaringen van de heilige Margareta, werd hij er onmiddellijk een verdediger en verspreider van. Hij kreeg een bijzondere rol in het begrijpen en verspreiden van deze devotie tot het Heilig Hart, maar ook in de interpretatie ervan in het licht van het Evangelie.
Referenties naar alinea 125: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
126
Terwijl sommige uitdrukkingen van de heilige Margareta, als ze misverstaan worden, ertoe kunnen leiden dat we te zeer te vertrouwen op eigen offers en gaven, laat de heilige Claude zien dat de aanschouwing van het Hart van Christus, als deze authentiek is, geen zelfgenoegzaamheid of verwaandheid te weeg brengt bij menselijke ervaringen of menselijke krachtsinspanningen, maar een onbeschrijfelijke overgave aan Christus, die het leven vervult van vrede, zekerheid, vastberadenheid. Hij heeft heel goed dit absolute vertrouwen tot uitdrukking gebracht in een beroemd gebed: "Wat mij betreft, mijn God, ben ik er maar al te zeer van overtuigd dat U waakt over degenen die op U hopen, en dat het hun aan niets kan ontbreken, wanneer zij alles van U verwachten. Daarom ben ik vastbesloten om te leven voor een onbekommerde toekomst en al mijn onrust aan U over te laten (...). Ik zal nooit mijn hoop verliezen, ik zal haar bewaren tot het laatste ogenblik van mijn leven; en alle duivels van de hel zullen zich tevergeefs op dat punt inspannen om mij deze te ontnemen (...). Laat de een maar zijn geluk verwachten van rijkdom of zijn vernuft; laat een ander maar vertrouwen op de onschuld van zijn leven of de strengheid van zijn boetedoening of de overvloed van zijn aalmoezen of het vuur van zijn gebed (...). Wat mij betreft, Heer, is heel mijn vertrouwen gelegen in U alleen. En dit vertrouwen heeft nog nooit iemand bedrogen. Ik kan er dus zeker van zijn dat ik eeuwig gelukkig zal zijn, omdat Gij, mijn God, het zijt op wie ik hoop". De heilige Claude de la...De heilige Claude de la Colombière, Discorso sulla confidenza in Dio: Discorsi sacri su N.S. Gesù Cristo, su Maria Vergine Santissima, sui Santi, sui Novissimi, ecc., vol. III, Turijn 1913, 484-485.
Referenties naar alinea 126: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
127
In een notitie van januari 1677, na de zekerheid benoemd te hebben die hij voelde omtrent de eigen zending, schreef de heilige Claude: "Ik ben te weten gekomen dat God heeft gewild dat ik Hem diende door te trachten zijn verlangens te verwezenlijken betreffende de devotie die Hij een persoon heeft aangereikt aan wie Hij zich op een vertrouwelijke wijze meedeelt en ten gunste van wie Hij zich van mijn zwakheid heeft willen bedienen; ik heb deze (devotie) al aan verschillende personen ingegeven". Id., Ritiro a Londra, 1-8...Id., Ritiro a Londra, 1-8 februari 1677.
Referenties naar alinea 127: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
128
Het is belangrijk op te merken hoe de spiritualiteit van de la Colombière een gelukkige synthese is tussen de rijke en mooie spiritualiteit van de heilige Margareta en de zeer concrete beschouwing van de geestelijke oefeningen van Ignatius. Hij schreef aan het begin van de Derde Week van de maand van de Geestelijke Oefeningen: twee dingen hebben mij bijzonder ontroerd. Het eerste is de bereidheid waarmee Jezus zich heeft aangeboden aan hen die Hem zochten (gevangen te nemen). Zijn Hart is omgeven door een verschrikkelijke bitterheid; alle hartstochten hebben vrij spel binnen in Hem, de hele natuur wordt in de war gestuurd maar door al deze wanorde, al deze verleidingen heen richt zijn Hart zich rechtstreeks tot God; het aarzelt niet de rol op zich te nemen die haar wordt ingegeven door de deugd en wel de hoogste deugd. Het tweede ding is het gedrag van ditzelfde Hart ten opzichte van Judas, die Hem verraadt, van de apostelen die Hem laf in de steek laten, van de priesters en de anderen die verantwoordelijk zijn voor de vervolging waaraan Hij wordt onderworpen; dat alles is niet in staat geweest om in Hem het minste gevoel van haat of verontwaardiging op te wekken. Ik stel mij dat Hart dus voor zonder bitterheid, wrangheid, vol van ware tederheid jegens zijn vijanden". Id., Esercizi spirituali a...Id., Esercizi spirituali a Lione, oktober-november 1674.
Referenties naar alinea 128: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De heilige Charles de Foucauld en de heilige Theresia van het Kind Jezus
129
De heilige Charles de Foucauld en de heilige Theresia van het Kind Jezus hebben zonder dit te pretenderen enkele elementen van de devotie tot het Hart van Christus omgevormd en ons zo geholpen deze te begrijpen op een wijze die nog trouwer aan het evangelie is. Laten wij nu zien hoe deze devotie in hun leven tot uitdrukking is gekomen. In het volgende hoofdstuk zullen wij op hen terugkomen om de originaliteit van de missionaire dimensie te laten zien die beiden op verschillende wijze hebben ontwikkeld.
Referenties naar alinea 129: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Iesus Caritas
130
In Louye bezocht Charles de Foucauld het Allerheiligste Sacrament met zijn nicht Madame de Bondy en op een dag wees zij hem op een afbeelding van het Heilig Hart. Vgl. Charles de Foucauld,...Vgl. Charles de Foucauld, Lettre à Madame de Bondy, 27 april 1897: in Fonds Charles de Foucauld - Archives Diocésaines Viviers. Deze nicht speelde een fundamentele rol in de bekering van Charles, zoals hij zelf erkent: "Daar de goede God u tot het eerste instrument van zijn barmhartigheid ten opzichte van mij heeft gemaakt, daalt deze geheel op mij neer: als u mij niet had bekeerd, teruggevoerd naar Jezus, als u mij niet beetje bij beetje, als het ware woord voor woord had geleerd wat goed en vroom is, zou ik vandaag op dit punt zijn?". Id., Lettera a Madame de...Id., Lettera a Madame de Bondy, 28 april 1901: C. De Foucauld, Lettere a M.me de Bondy. Dalla Trappa a Tamanrasset, Rome 1968, 73. Vgl. Lettera a Madame de Bondy, 5 april 1909: "Via u heb ik de uitstellingen van het Allerheiligste Sacrament leren kennen, de zegeningen en het Heilig Hart": ibi, 154. Maar wat zij in hem opgewekt heeft, is juist het brandend bewustzijn van de liefde van Jezus. Daar was alles; dat was het meest belangrijke. En dit concentreerde zich in het bijzonder in de devotie tot het Hart van Christus, waar hij een onbegrensde barmhartigheid vond: "Laten wij hopen op de oneindige barmhartigheid van Hem van wie u mij het Heilig Hart hebt leren kennen". Lettera a Madame de Bondy, 7...Lettera a Madame de Bondy, 7 april 1890: C. De Foucauld, Op. cit., 29.
Referenties naar alinea 130: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
131
Zijn geestelijke leidsman, dom Henri Duvelin, zal hem helpen dit kostbare mysterie te verdiepen: "Dit gezegende Hart waarover u tegen ons zo vaak sprak". Lettera a Don Huvelin, 27...Lettera a Don Huvelin, 27 juni 1892: C. De Foucauld - Don Huvelin, Corrispondenza inedita, Torino-Leumann 1965, 30. Op 6 juni 1889 wijdde Charles zich toe aan het Heilig Hart, waarin hij een absolute liefde vond. Hij zegt tegen Christus: "U hebt mij zo overladen met weldaden dat het mij ondankbaar jegens uw hart zou lijken te zijn om niet te geloven dat het bereid is mij te overladen met ieder goed, hoe groot het ook is, en om niet te geloven dat zijn liefde evenals zijn edelmoedigheid mateloos zijn". S. Charles de Foucauld,...S. Charles de Foucauld, Meditazioni sull'Antico Testamento (1896-1897), XXX, 1-21: C. De Foucauld, Chi può resistere a Dio? Meditazioni sulla Sacra Scrittura (1896-1898), Rome 1983, 77-78. Hij zal de kluizenaar zijn "onder de naam van het Heilig Hart". Id., Lettera a Don Huvelin,...Id., Lettera a Don Huvelin, 16 mei 1900: C. De Foucauld - Don Huvelin, Corrispondenza inedita, Torino-Leumann 1965, 132-133.
Referenties naar alinea 131: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
132
Op 17 mei 1906, dezelfde dag waarop broeder Charles, alleen, de mis niet meer kan vieren, schrijft hij deze belofte: "Laat in mij het Hart van Jezus leven, opdat ik het niet meer ben die leeft, maar het Hart van Jezus dat leeft in mij, zoals Hij leefde in Nazareth". Id., Diario, 17 mei 1906:...Id., Diario, 17 mei 1906: Opere spirituali, Rome 1983, 346. Zijn vriendschap met Jezus, van hart tot hart, had niets van doen met een privé vroomheid. Het was de wortel van dat sobere leven op de wijze van Nazareth waarmee Charles Christus wilde navolgen en zich met Hem wilde vereenzelvigen. Die tedere devotie tot het Hart van Christus kreeg heel concrete gevolgen voor zijn levensstijl, en zijn Nazareth voedde zich met die persoonlijke relatie met het Hart van Christus.
Referenties naar alinea 132: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De heilige Theresia van het Kind Jezus
133
Zoals Charles de Foucauld ademde de heilige Theresia van het Kind Jezus de enorme devotie in die Franrijk overspoelde in de 19de eeuw. De priester Almire Pichon was de geestelijke leidsman van haar familie en werd beschouwd als een grote apostel van het Heilig Hart. Een van haar zussen nam de religieuze naam "Maria van het Heilig Hart" aan en het klooster waar de heilige intrad, was gewijd aan het Heilig Hart. Haar devotie vertoonde echter enkele eigen kenmerken die verder gaan dan de gebruikelijke vormen van die tijd.
Referenties naar alinea 133: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
134
Toen zij vijftien jaar was, vond zij een manier om haar relatie met Jezus samen te vatten: "Degene wiens hart eenstemmig klopte met het mijne". De heilige Theresia van het...De heilige Theresia van het Kind Jezus, Lettera 67 a sua zia Madame Guérin, 18 november 1888: Opere complete, Vaticaanstad 1997, 354. Twee jaar later, toen zij haar spraken over een Hart dat met doornen was gekroond, schreef zij in een brief: "Jij weet het: ik kijk niet naar het Heilig Hart zoals allen; ik denk dat het hart van mijn bruidegom alleen van mij is, zoals het mijne alleen hem toebehoort, en dan spreek ik tot hem in eenzaamheid over dit heerlijke van-hart-tot-hart, erop wachtend hem eens van aangezicht tot aangezicht te aanschouwen". Ead., Lettera 122 a Celina,...Ead., Lettera 122 a Celina, 14 oktober 1890: Opere complete, 421.
Referenties naar alinea 134: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
135
In een gedicht drukte zij de zin van haar devotie uit, die meer bestond uit vriendschap en vertrouwen dan uit de zekerheid in haar eigen opofferingen: "Een hart, warm van tederheid, zoek ik, dat voor mij een ondersteuning is zonder vergoeding, dat alles van mij, zwakheid inbegrepen, liefheeft en dag en nacht mij niet in de steek laat (...). Ik wil een God die met mijn natuur voor mij een broeder is en kan lijden (...). Ik weet goed: al onze gerechtigheden hebben geen enkele waarde in zijn ogen (...). Als mijn vagevuur kies ik gelukkig uw brandende Liefde, Hart van mijn God!". Ead., Poëzie 23, "Al Sacro...Ead., Poëzie 23, "Al Sacro Cuore di Gesù", juni en oktober 1895: Opere complete, 667-668.
Referenties naar alinea 135: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
136
Misschien is de belangrijkste tekst om de betekenis van haar devotie tot het Hart van Christus te begrijpen de brief die zij drie maanden voor haar dood schreef aan haar vriend Maurice Bellière: "Wanneer ik Magdalena zie naderen te midden van de talloze gasten, en met haar tranen de voeten van haar aanbeden Meester zie bevochtigen, die zij voor de eerste keer aanraakt, dan voel ik dat haar hart de afgronden van liefde en barmhartigheid van het Hart van Jezus heeft begrepen, en, wat voor een zondares zij ook was, dit Hart van liefde is niet alleen bereid haar te vergeven, maar ook haar de weldaden van zijn goddelijke intimiteit rijkelijk te schenken, haar te verheffen tot de hoogste toppen van de aanschouwing. Ach, kleine broeder van mij, sinds het mij gegeven is zo de liefde van het Hart van Jezus te begrijpen, beken ik u dat die uit mijn hart iedere vrees heeft verdreven. De herinnering aan mijn schulden vernedert mij, en brengt mij ertoe nooit te steunen op mijn kracht, die alleen maar zwakheid is; maar deze herinnering spreekt mij nog meer van barmhartigheid en liefde". Ead., Lettera 247, al...Ead., Lettera 247, al Reverendo Maurice Bellière, 21 juni 1897: Opere complete. 587.
Referenties naar alinea 136: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
137
De moralistische geesten die pretenderen de barmhartigheid en de genade van God te controleren, zouden zeggen dat zij dit kon zeggen, omdat zij heilig was, maar dat een zondaar dat niet zou kunnen zeggen. Op deze manier ontnemen zij aan de spiritualiteit van Theresia de nieuwe schoonheid ervan, die het hart van het evangelie weerspiegelt. Helaas zien we in sommige christelijke kringen veelvuldig deze poging om de Heilige Geest op te sluiten in een schema dat het mogelijk maakt alles onder eigen supervisie te hebben. Deze wijze kerklerares brengt hen echter tot zwijgen en weerspreekt rechtstreeks deze beperkende interpretatie met de volgende zeer duidelijke woorden: "Als ik alle mogelijke misdaden zou hebben bedreven, zou ik hetzelfde vertrouwen hebben; ik voel dat heel deze veelheid van beledigingen iets zou zijn als een druppel water, geworpen in een brandende vuurpot". Ead., Ultimi colloqui,...Ead., Ultimi colloqui, Quaderno giallo, 11 juli 1897: Opere complete, 1014-1015.
Referenties naar alinea 137: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
138
Aan haar zus Maria, die haar prees om haar edelmoedige liefde voor God, die ook bereid was tot het martelaarschap, antwoordt zij uitgebreid in een brief die tegenwoordig een van de mijlpalen is in de geschiedenis van de spiritualiteit. Deze bladzijde zou duizend keer gelezen moeten worden omwille van de diepgang, duidelijkheid en schoonheid ervan. Hierin helpt zij de zus "van het Heilig Hart" die devotie niet te concentreren op het aspect van het lijden, omdat sommigen het eerherstel voornamelijk verstonden als een soort opeenstapeling van offers of van goede werken. Zij vat alles echter samen in het vertrouwen als het beste offer dat het Hart van Christus welgevallig is: "Mijn verlangens naar het martelaarschap zijn niets; het zijn niet die verlangens die mij het onbegrensde vertrouwen geven dat ik in mijn hart voel. Om de waarheid te zeggen, het zijn de geestelijke rijkdommen die ons onrechtvaardig maken, wanneer we er zelfvoldaan in rusten en geloven dat ze iets groots zijn. (...) Wat Hem behaagt, is dat Hij ziet dat ik mijn kleinheid en mijn armoede liefheb, wat Hem behaagt, is de blinde hoop die ik heb op zijn barmhartigheid! Dat is mijn enige schat. (...) Als je vreugde wilt voelen, aangetrokken wilt worden door het lijden, dan zoek je de troost ervan. (...) Begrijp toch dat, om Jezus lief te hebben, om zijn slachtoffer van liefde te zijn, je des te geschikter bent voor de werking van deze liefde die verteert en verandert, naarmate je zwakker bent, zonder verlangens of deugden! (...) O, hoe zou ik willen je duidelijk te kunnen maken wat ik voel! Het is het vertrouwen en niets anders dan het vertrouwen dat ons naar de Liefde moet leiden!". Ead., Lettera 197, a Suor...Ead., Lettera 197, a Suor Maria del Sacro Cuore, 17 september 1896: Opere complete, 537-538. Dat betekent niet dat de kleine Theresia geen offers, verdriet, angst opdroeg als een wijze om zich aan te sluiten bij het lijden van Christus, maar wanneer zij tot het uiterste wilde gaan, zorgde zij ervoor aan deze offers geen belang te geven dat zij niet hebben.
Referenties naar alinea 138: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
139
In veel van haar teksten zien we haar strijd tegen vormen van spiritualiteit die te zeer geconcentreerd zijn op de menselijke inspanning, op de eigen verdienste, op het aanbieden van offers, op het verrichten van bepaalde dingen om "de hemel voor zich te verdienen". Voor haar "bestaat de verdienste niet in het doen of het geven van veel, maar veeleer in het ontvangen". Ead., Lettera 142, a Celina,...Ead., Lettera 142, a Celina, 6 juli 1893: Opere complete, 451. Laten wij nogmaals enkele van de belangrijkste teksten lezen waarin zij aandringt op deze weg, die een eenvoudige en snelle wijze is om de Heer te veroveren langs de weg van zijn hart.
Referenties naar alinea 139: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
140
Zo schrijft zij aan haar zus Leonie: "Ik verzeker je dat de goede God veel goedhartiger is dan je denkt: Hij stelt zich tevreden met een blik, een zucht van liefde. Wat mij betreft, vind ik het heel gemakkelijk de volmaaktheid in praktijk te brengen, omdat ik begrepen heb dat we Jezus maar bij zijn hart hoeven te nemen! Kijk naar een kind dat zijn moeder net verdriet heeft gedaan. (...) Als het naar haar toegaat met een glimlach en zegt "Omarm mij, ik zal niet meer doen", en zijn armpjes uitstrekt, zal zijn moeder het dan niet met tederheid aan haar hart kunnen drukken en zijn kinderlijke tekorten vergeten? Zij weet echter goed dat haar lieve kleintje bij de volgende gelegenheid het weer zal doen, maar dat is van geen belang: als het haar weer bij het hart neemt, zal het nooit gestraft worden". Ead., Lettera 191, a Leonia,...Ead., Lettera 191, a Leonia, 12 juli 1896: Opere complete, 528.
Referenties naar alinea 140: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
141
In een brief aan pater Adolphe Roulland zegt zij: "Mijn weg is één weg van vertrouwen en liefde; ik begrijp de zielen niet die angst hebben voor een zo tedere Vriend. Soms, wanneer ik bepaalde spirituele verhandelingen lees, waarin de volmaaktheid door duizend hindernissen heen wordt voorgesteld, omgeven door een veelheid aan illusies, raakt mijn eigen geest heel snel vermoeid; ik sluit het geleerde boek, waar mijn hoofd van breekt en mijn hart van verdort, en neem de Heilige Schrift. Dan wordt alles voor mij helder: één woord onthult mijn ziel oneindige horizonten; de volmaaktheid lijkt mij gemakkelijk; ik zie dat het voldoende is om het eigen niets te kennen en zich als een kind in de armen van de goede God te storten". Ead., Lettera 226, al P....Ead., Lettera 226, al P. Roulland, 9 mei 1897: Opere complete, 573.
Referenties naar alinea 141: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
142
En in een brief aan de weleerwaarde Heer Maurice Bellière merkt zij met betrekking tot een vader op: "Ik geloof niet dat het hart van die gelukkige vader weerstand kan bieden aan het kinderlijke vertrouwen van zijn zoon, van wie hij de oprechtheid en de liefde kent. Hij weet echter heel goed dat zijn zoon meer dan eens tot dezelfde fouten zal vervallen, maar hij is bereid hem steeds te vergeven, als zijn zoon hem altijd bij zijn hart zal nemen". Ead., Lettera 258 al...Ead., Lettera 258 al Reverendo Maurice Bellière, 18 juli 1897: Opere complete, 598.
Referenties naar alinea 142: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De weerklank in de Sociëteit van Jezus
143
Wij hebben gezien hoe de heilige Claude de la Colombière de geestelijke ervaring van de heilige Margareta verbond met de Geestelijke Oefeningen. Ik ben van mening dat de plaats van het Heilig hart in de geschiedenis van de Sociëteit van Jezus een korte vermelding verdient.
Referenties naar alinea 143: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
144
De spiritualiteit van de Sociëteit van Jezus heeft altijd een "innerlijke kennis van de Heer om Hem beter lief te hebben en te volgen" voorgesteld. Vgl. de heilige Ignatius van Loyola, Esercizi Spirituali, nr. 104, Rome 1984, 110.[[2749]] De heilige Ignatius nodigt ons in zijn Geestelijke Oefeningen uit om voor het evangelie te gaan staan dat ons zegt dat "de zijde (van Jezus) met een lans werd gewond en (dat) water en bloed naar buiten kwam". Ibi, nr. 297, cit., 211.[[2749]] Wanneer een retraitant de gewonde zijde van Christus beschouwt, stelt Ignatius voor het Hart van Christus binnen te gaan. Dat is een weg om het eigen hart te laten rijpen door iemand die een "meester in de gevoelens" is volgens de uitdrukking die werd gebruikt door de heilige Peter Faber in een van zijn brieven aan de heilige Ignatius. Vgl. Lettera a S. Ignazio, 23...Vgl. Lettera a S. Ignazio, 23 gennaio 1541. Ook pater Juan Alfonso de Polanco spreekt hierover in zijn biografie van de heilige Ignatius: "(kardinaal Contarini) erkende in pater Ignatius een meester in de gevoelens" gevonden te hebben. De vita P. Ignatii et...De vita P. Ignatii et Societatis Iesu initiis, c. 8, 96, Bilbao-Santander 2021, 147. De gesprekken die de heilige Ignatius voorstelt, zijn een wezenlijk deel van deze opvoeding van het hart, omdat wij met het hart een boodschap van het evangelie voelen en proeven en er met de Heer over converseren. De heilige Ignatius zegt dat wij onze dingen met de Heer kunnen communiceren en Hem hierover om raad kunnen vragen. Iedere retraitant kan zien dat er in de Oefeningen een dialoog van hart-tot-hart is.
Referenties naar alinea 144: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
145
De heilige Ignatius eindigt de beschouwingen aan de voeten van de Gekruisigde met de retraitant ertoe uit te nodigen om zich met grote genegenheid te wenden tot de gekruisigde Heer en Hem, "zoals de ene vriend tot de andere spreekt" of een slaaf tot zijn heer", te vragen wat hij voor Hem moet doen". De heilige Ignatius van Loyola, Esercizi Spirituali 54, Rome 1984, 80.[[2749]] De route van de Oefeningen vindt haar hoogtepunt in de "Aanschouwing om de liefde te bereiken", waaruit dan voortvloeit de dank en het aanbieden van "de herinnering, het verstand en de wil" aan het Hart, dat bron en oorsprong is van ieder goed". Vgl. ibi, 230ss.[[2749]] Die innerlijke kennis van de Heer wordt niet opgebouwd met onze eigen vermogens en onze krachtinspanningen, maar we vragen hierom als een gave.
Referenties naar alinea 145: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
146
Diezelfde ervaring ligt ten grondslag aan een lange keten van jezuïeten-priesters die expliciet verwijzen naar het Hart van Jezus, zoals de heilige Francesco Borgia, de heilige Peter Faber, de heilige Alonso Rodriguez, pater Álvarez de Paz, pater Vincenzo Carafa, pater Kasper Drużbicki en zoveel anderen. In 1883 verklaarden de jezuïeten dat "de Sociëteit van Jezus met een geest die overvloeit van vreugde en dankbaarheid, de zeer zoete last, die haar wordt toevertrouwd door de Heer Jezus Christus, aanneemt en ontvangt om de devotie tot het allergoddelijkste Hart in praktijk te brengen, te bevorderen en te verbreiden". XXIII Congregazione Generale...XXIII Congregazione Generale della Compagnia di Gesù, Decreto 46, 1: Institutum Societatis Iesu 2, Florence 1893, 511. In december 1871 wijdde pater Pieter Jan Beckx de Sociëteit toe aan het Goddelijk hart van Jezus en in 1972 deed pater Pedro Arupe, als getuigenis van het feit dat het een actueel element blijft in het leven van de Sociëteit, dat opnieuw met een overtuiging die in deze woorden tot uitdrukking komt: "Ik wil tegen de Sociëteit iets zeggen waarvan ik denk dat ik daarover niet moet zwijgen. Vanaf mijn noviciaat ben ik er altijd van overtuigd geweest dat wat wij "Devotie tot het Heilig Hart" noemen, een symbolische uitdrukking bevat van de diepste kern van de Ignatiaanse geest, en een bijzondere doeltreffendheid - ultra quam speraverint - voor zowel de eigen spiritualiteit als voor de apostolische vruchtbaarheid. Dezelfde overtuiging heb ik nog steeds. (...) In deze devotie vind ik een van de meest intieme bronnen van mijn innerlijk leven". "In Lui solo... la speranza",..."In Lui solo... la speranza", Milaan 1983, 180-181.
Referenties naar alinea 146: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
147
Toen de heilige Johannes Paulus II "alle leden van de Sociëteit" ertoe uitnodigde "om met meer ijver die devotie te bevorderen die meer dan ooit beantwoordt aan de verwachtingen van onze tijd", deed hij dit, omdat hij de intieme banden herkende tussen de devotie tot het Hart van Jezus en de Ignatiaanse spiritualiteit. Immers, "het verlangen om "de Heer intiem te kennen" en "een dialoog te onderhouden" met Hem van-hart-tot-hart, door de Geestelijke oefeningen, is kenmerkend voor de Ignatiaanse spirituele en apostolische dynamiek, een dynamiek die geheel ten dienste staat van de liefde van het Hart van God". Lettera al Preposito Generale della Compagnia di Gesù, Paray-le-Monial, 5 oktober 1986.[[2971|4]]
Referenties naar alinea 147: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Een lange stroom van innerlijk leven
148
De devotie tot het Hart van Christus komt terug in de geestelijke weg van veel heiligen, die onderling veel verschillen, en in ieder van hen krijgt deze devotie nieuwe aspecten. De heilige Vincentius de Paul, om een voorbeeld te geven, zei dat wat God wil, het hart is: "God vraagt vóór alles het hart, het hart: dat is de hoofdzaak. Hoe kan iemand die niets bezit, meer verdienste hebben dan wie grote bezittingen heeft waar hij vanaf ziet? Omdat iemand die niets heeft, met meer genegenheid naar Hem gaat; en dat is wat God op een heel bijzondere wijze wil". Conferenze ai Preti della...Conferenze ai Preti della Missione, 132 (13 augustus 1655), "La povertà": de heilige Vincentius de Paul, Opere, vol. 10, Rome 2008, 208. Dat brengt met zich mee dat iemand aanvaardt dat het eigen hart zich verenigt met dat van Christus: "Een zuster die alles doet om haar hart er klaar voor te maken om verenigd te zijn met dat van Onze Heer (...) welke zegeningen zal zij van God ontvangen!". Conferenze alle Figlie della...Conferenze alle Figlie della Carità, 89 (9 december 1657), "Mortificazione, corrispondenza, pasti, uscite" (Regole comuni, artt. 24-27): Op. cit., vol. 9, 807.
Referenties naar alinea 148: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
149
Soms zijn wij geneigd dit mysterie van liefde te beschouwen als een bewonderenswaardig feit in het verleden, als een mooie spiritualiteit uit andere tijden, en moeten wij, steeds weer opnieuw, ons eraan herinneren, zoals een heilige missionaris het zei, dat "dit goddelijk Hart dat zich liet doorboren door een vijandige lans om uit die heilige opening de sacramenten te doen stromen, waaruit de Kerk is ontstaan, niet opgehouden heeft lief te hebben". De heilige Daniele Comboni, Scritti 3324: Daniele Comboni, Gli scritti, Bologna 1991, 998.[[8991]] Andere meer recente heiligen, zoals de heilige Pio da Pietralcina, de heilige Theresa van Calcutta en vele anderen spreken met een diepgevoelde devotie over het Hart van Christus. Maar ik zou ook willen herinneren aan de ervaringen van de heilige Faustina Kowalska, die de devotie tot het Hart van Christus opnieuw voorstelt met een grote nadruk op het glorierijke leven van de Verrezene en de goddelijke barmhartigheid. De heilige Johannes Paulus II heeft, daartoe aangezet door deze ervaringen van deze heilige en puttend uit de geestelijke erfenis van de heilige bisschop Józef Sebastian Pelczar (1842-1924], Vgl. Homilie in de mis voor...Vgl. Homilie in de mis voor de heiligverklaring, 18 mei 2003: L’Osservatore Romano, 19-20 mei 2003, p. 6. zijn reflectie over de barmhartigheid verbonden met de devotie tot het Hart van Christus: "De Kerk lijkt op een bijzondere wijze de barmhartigheid van God te belijden en deze te vereren, wanneer zij zich wendt tot het Hart van Christus. Immers, juist het naderen tot Christus in het mysterie van zijn Hart maakt het mogelijk om te blijven stilstaan bij dit punt (...) van de openbaring van de barmhartige liefde van de Vader, die de diepste kern uitmaakt van de messiaanse zending van de Mensenzoon". Encycl. Dives in misericordia (30 november 1980), 13: AAS 72 (1980), 1219.[[755|13]] Dezelfde heilige Johannes Paulus II heeft, daarbij verwijzend naar het Heilig Hart, op een zeer persoonlijke wijze erkend: "Het heeft tot mij gesproken vanaf mijn jeugd". Catechese, 20 juni 1979:...Catechese, 20 juni 1979: L'Osservatore Romano, 22 juni 1979, p. 1.
Referenties naar alinea 149: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
150
De actualiteit van de devotie tot het Hart van Christus komt bijzonder naar voren in het evangeliserende en opvoedende werk van de talrijke vrouwelijke en mannelijke religieuze congregaties die vanaf hun oorsprong gekenmerkt worden door deze christologische geestelijke ervaring. Om ze allemaal bij name te noemen zou een oneindige opgave zijn. Laten wij alleen maar eens kijken naar twee willekeurig genomen voorbeelden: "De stichter de heilige Daniele Combonide heilige Daniele Comboni vond in het mysterie van het Hart van Jezus de kracht voor zijn missionaire inzet". Missionari Comboniani del...Missionari Comboniani del Cuore di Gesù, Regola di vita, Costituzioni e Direttorio Generale, Rome 1988, 3. "Gedreven door de liefde van het Hart van Jezus, trachten wij de mensen te doen groeien in hun menselijke waardigheid en als zonen en dochters van God, op grond van het evangelie in de daarin vervatte eisen van liefde, vergeving, gerechtigheid en solidariteit met de armen en de gemarginaliseerden". Religiose del Sacro Cuore di...Religiose del Sacro Cuore di Gesù (Società del Sacro Cuore), Costituzioni del 1982, 7. Op dezelfde wijze zijn de heiligdommen die verspreid over de wereld zijn gewijd aan het Hart van Christus, een aantrekkelijke bron van spiritualiteit en vuur. Tot al degenen die op een of andere manier deel uitmaken van deze plaatsen van geloof en liefde zend ik mijn apostolische zegen.
Referenties naar alinea 150: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De devotie van de troost
151
De wonde van de zijde waaruit het levende water opwelt, blijft open bij de Verrezene. Deze grote wonde die door de lans is veroorzaakt, en de wonden van de doornenkroon, die vaak verschijnen in de voorstellingen van het Heilig Hart, zijn niet te scheiden van deze devotie. Hierin aanschouwen wij immers de liefde van Jezus, die in staat is geweest zich tot het einde toe te geven. Het hart van de Verrezene bewaart deze tekenen van de totale zelfgave, die een intens lijden voor ons met zich mee heeft gebracht. Het is daarom op de een of andere wijze onvermijdelijk en natuurlijk dat de gelovige niet alleen op deze grote liefde een antwoord wil geven, maar ook op de pijn die Jezus heeft willen verdragen voor zo'n grote liefde.
Referenties naar alinea 151: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Met Hem op het kruis
152
Het is de moeite waard dit aspect van de spirituele ervaring, ontwikkeld rond het Hart van Christus, weer op te pakken: het innerlijk verlangen om dat Hart troost te geven. Ik zal nu niet de praktijk van het "eerherstel" behandelen, waarvan ik denk dat die beter te plaatsen is in de context van de maatschappelijke dimensie van deze devotie en die ik zal uitwerken in het volgende hoofdstuk. Nu zou ik mij alleen willen concentreren op het verlangen dat vaak in het hart van de verliefde gelovige opkomt, wanneer het het mysterie van het lijden van Christus aanschouwt. en Ons hart beleeft dat als een mysterie dat niet alleen herinnerd wordt, maar door genade tegenwoordig komt, of beter nog, op dat verlossende ogenblik brengt het ons hart ertoe mystiek tegenwoordig te zijn bij dat lijden. Als de Beminde het belangrijkst is, hoe zouden we Hem dan niet willen troosten?
Referenties naar alinea 152: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
153
Paus Pius XI trachtte aan deze ervaring een fundament te geven door ons uit te nodigen om te erkennen dat het mysterie van de verlossing door het lijden van Christus alle afstanden van tijd en ruimte overstijgt door de genade van God. Het betekent dat, als Hij op het kruis zich ook voor de toekomstige zonden, onze zonden, heeft gegeven, dat dan tegelijkertijd onze daden die nu voor zijn troost worden aangeboden ook de tijd overstijgen en zijn gewond Hart bereiken. "Als ten gevolge van onze toekomstige, maar voorziene, zonden de ziel van Jezus tot stervens toe bedroefd werd, is er niet aan te twijfelen dat zijn ziel ook van toen af enige troost heeft ervaren door het voorzien van ons eerherstel, toen aan Hem "een engel uit de hemel verscheen" (Lc. 22, 43)[b:Lc. 22, 43] om zijn hart te troosten dat gebukt ging onder droefheid en angst. En zo kunnen en moeten wij ook vandaag op een wonderbare, maar echte wijze dat Allerheiligste Hart troosten dat voortdurend wordt gewond door de zonden van ondankbare mensen". Encycl. Miserentissimus Redemptor (8 mei 1928): AAS 20 (1928), 174.[[643]]
Referenties naar alinea 153: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De redenen van het hart
154
Het kan lijken dat deze uitdrukking van devotie onvoldoende theologische ondersteuning heeft, maar het hart heeft in werkelijkheid zo zijn redenen. De sensus fidelium voelt aan dat er hier iets mysterieus is dat onze menselijke logica te boven gaat, en dat het lijden van Christus niet puur een feit uit het verleden is: wij kunnen hieraan deelhebben door het geloof. Nadenken over de zelfgave van Christus op het kruis is voor de vroomheid van de gelovigen iets dat groter is dan een eenvoudige herinnering. Die overtuiging is hecht gegrondvest in de theologie. "Alles wat Christus is en alles wat Hij voor de mensen gedaan en geleden heeft, maakt deel uit van de goddelijk eeuwigheid en overkoepelt dus alle tijden en wordt in alle tijden tegenwoordig gesteld".[[1|1085]] Hierbij komt nog het bewustzijn van onze eigen zonde, die Hij op zijn gewonde schouders heeft gedragen, en van onze eigen ontoereikendheid tegenover zo'n grote liefde, die ons altijd oneindig overtreft.
Referenties naar alinea 154: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
155
In ieder geval vragen wij ons af hoe het mogelijk is een relatie te krijgen met de levende, verrezen, volkomen gelukkige Christus en Hem tegelijkertijd te troosten in zijn lijden. We mogen beseffen dat het verrezen Hart zijn wonde bewaart als een constante herinnering en ook dat de werking van de genade een ervaring tot stand brengt die niet volledig vervat is in de chronologische tijd. Deze twee overtuigingen maken het voor ons voorstelbaar dat wij voor een mysterieus traject staan dat de beperkingen van de rede overstijgt en tegelijk tot uitdrukking brengt wat het Woord van God zelf ons ingeeft. "Maar" - zo schrijft Pius XI - hoe kunnen we zeggen dat Christus in zijn heerlijkheid in de hemel heerst, als Hij door deze handelingen van eerherstel getroost kan worden? Hierop willen we antwoorden met de woorden van Augustinus, die hier heel toepasselijk zijn - "Geef me een ziel die liefheeft en hij zal begrijpen wat ik zeg" In Ioannis evangelium, XXVI, 4[[859]]. Iedere ziel die ontvlamd is door de liefde voor God, en die haar beschouwing richt op het verleden, aanschouwt immers in meditatie Jezus en ziet Hem lijdend voor de mensen, gekweld te midden van de hevigste smarten, "voor ons mensen en ons heil" als het ware gebukt onder verdriet, angst en schande, en wat meer is, "om onze zonden gebroken" (Jes. 53, 5)[b:Jes. 53, 5] en bezig ons met zijn striemen weer gezond te maken. De vrome zielen overwegen deze dingen des te meer naar waarheid, naarmate de zonden en misdaden van de mensen, in welke tijd dan ook begaan, de oorzaak waren waarvoor de Zoon van God aan de dood werd overgegeven. Pius XI, encycl. Miserentissimus Redemptor (8 mei 1928): AAS 20 (1928), 174.[[643]]
Referenties naar alinea 155: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
156
Dit onderricht van Pius XI dienen we voor ogen te houden. Immers, wanneer de Schrift stelt dat de gelovigen die niet overeenkomstig hun geloof leven "op hun manier de Zoon van God gekruisigd hebben" (Heb. 6, 6)[b:Heb. 6, 6], of wanneer de heilige Paulus, die voor anderen lijden verdraagt, zegt "ik mag in mijn lichaam aanvullen wat nog ontbreekt aan de verdrukkingen van de Christus" (Kol. 1, 24)[b:Kol. 1, 24], of wanneer de Schrift zegt dat Christus in zijn lijden niet alleen voor zijn leerlingen van toen heeft gebeden, maar ook "voor hen die door hun woord in Mij geloven" (Joh. 17, 20)[b:Joh. 17, 20], dan zegt zij iedere keer iets dat onze beperkte denkkaders doorbreekt. Zij laat ons zien dat het niet mogelijk is een 'eerst' en een 'daarna' vast te stellen zonder een band daartussen, ook al is ons denken niet in staat om dit uit te leggen. Het evangelie moet in zijn verschillende aspecten niet alleen overdacht of genoemd worden, maar ook geleefd worden, zowel in de werken van liefde als in de innerlijke ervaring, en dit geldt vooral voor het mysterie van de dood en de verrijzenis van Christus. De scheidingen in tijd die onze geest gebruikt, lijken de waarheid niet te kunnen bevatten van deze gelovige ervaring die de basis is voor de vereniging met de lijdende Christus en tegelijkertijd voor de kracht, de troost en de vriendschap die wij genieten met de Verrezene Heer.
Referenties naar alinea 156: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
157
We zien de eenheid van het paasmysterie in deze twee onafscheidelijke aspecten die elkaar verhelderen. Dit unieke mysterie, dat zich door de genade in zijn twee dimensies tegenwoordig stelt, zorgt ervoor dat, terwijl wij proberen Christus tot zijn troost iets aan te bieden, ons eigen lijden wordt verlicht en veranderd door het paaslicht van zijn liefde. Wat gebeurt, is dat wij in ons concrete leven deelhebben aan dat mysterie, omdat Christus zelf tevoren aan ons leven deelheeft willen nemen, omdat Hij vooraf als hoofd heeft willen beleven hetgeen zijn kerkelijk lichaam zou beleven, zowel in de wonden als in de troost. Wanneer wij in Gods genade leven, wordt deze wederzijdse deelname een geestelijke ervaring. Uiteindelijk is het de Verrezene die door de werking van zijn genade het mogelijk maakt dat wij ons op mysterieuze wijze verenigen met zijn lijden. Dat weten de gelovige harten die de vreugde van de verrijzenis beleven, maar tegelijkertijd aan het lot van hun Heer wensen deel te hebben. Zij zijn bereid tot deze deelname met het lijden, de vermoeienissen, de teleurstellingen en de angsten die deel uitmaken van hun leven. Zij beleven dat mysterie niet in eenzaamheid, omdat deze wonden tegelijk ook een deelname zijn aan het lot van het mystieke lichaam van Christus, dat in het heilige volk van God onderweg is en dat in zich het lot draagt van Christus in iedere tijd en op iedere plaats van de geschiedenis. De devotie van de troost is niet onhistorisch of abstract, zij wordt vlees en bloed in de weg van de Kerk.
Referenties naar alinea 157: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Het berouw
158
Het niet te onderdrukken verlangen om Christus te troosten begint met het verdriet van het aanschouwen wat Hij voor ons heeft geleden. Dit verlangen wordt verder ook gevoed door een oprecht erkennen van onze verslavingen, onze gehechtheden, ons gebrek aan vreugde in het geloof, ons ijdel zoeken. En, nog meer dan door het erkennen van onze concrete zonden, wordt dit verlangen om Christus te troosten ook gevoed door de erkenning dat de overeenstemming van ons hart met zijn liefde en zijn plan ontbreekt. Het is een ervaring die ons zuivert, omdat de liefde de zuivering van tranen, die ons uiteindelijk nog meer doen dorsten naar God en ons minder geobsedeerd maken met onszelf, nodig heeft.
Referenties naar alinea 158: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
159
Wij zien dus dat hoe dieper het verlangen om de Heer te troosten wordt, des te meer het berouw van een gelovend hart zich verdiept, berouw dat "niet een schuldgevoel is, dat ons ter aarde werpt, niet een gewetenslast die verlamt, maar een weldadige prikkel die binnenin brandt en heelt, omdat het hart, wanneer het zijn eigen kwaad ziet en erkent zondig te zijn, zich opent, de werking ontvangt van de Heilige Geest, levend water dat zich roert en de tranen over het gezicht doet lopen (...). Het gaat er niet om verteerd te worden, zoals wij vaak geneigd zijn te doen. (...) Tranen van berouw betekenen integendeel serieus berouw over God met de zonde bedroefd te hebben; het betekent te erkennen dat wij altijd een negatief en nooit een positief saldo hebben (...). Zoals een druppel een steen uitholt, zo hollen tranen langzaam de verharde harten uit. Zo beleven wij het wonder van de droefenis, de goede droefenis die tot zachtmoedigheid leidt (...). Berouw is niet de vrucht van ons werk, maar het is een genade en als zodanig moet er in het gebed om worden gevraagd". Homilie in de chrismamis, 28...Homilie in de chrismamis, 28 maart 2024: L'Osservatore Romano, 28 maart 2024, p. 2. Het is vragen "om smart met de in de steek gelaten Christus, vragen om kwelling met de gekwelde Christus, vragen om tranen, om innerlijke pijn om de grote pijn die Christus om mij leed". Rome 1964, 160.[[2749]]
Referenties naar alinea 159: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
160
Ik vraag derhalve dat niemand lichtvaardig spreekt over de gelovige en vurige uitdrukkingen van het heilige gelovige volk van God, dat in zijn vroomheid Christus tracht te troosten. En ik nodig ieder uit om zich af te vragen of er niet meer rationaliteit, meer waarheid en meer wijsheid is in bepaalde manifestaties van deze liefde die de Heer tracht te troosten, dan in de koude, afstandelijke, berekende en minimale daden van liefde waartoe wij in staat zijn die pretenderen een meer beschouwend, gecultiveerd en rijp geloof te bezitten.
Referenties naar alinea 160: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Getroost om te troosten
161
Bij deze beschouwing van het Hart van Christus en zijn uiterste zelfgave worden wij getroost. Het verdriet dat wij in ons hart voelen, wijkt voor een totaal vertrouwen en, uiteindelijk, is wat blijft dankbaarheid, tederheid, vrede; wat blijft is zijn liefde die heerst in ons leven. Berouw "veroorzaakt geen angst, maar bevrijdt de ziel van de lasten, omdat het als balsem inwerkt op de wonde van de zonde en ons erop voorbereidt juist daar de streling van de Heer te ontvangen". Homilie in de chrismamis, 28...Homilie in de chrismamis, 28 maart 2024: L'Osservatore Romano, 28 maart 2024, p. 2. En ons lijden verenigt zich met dat van Christus op het kruis, omdat, wanneer wij zeggen dat de genade het ons mogelijk maakt alle afstanden te overwinnen, dat ook betekent dat Christus, toen Hij leed, zich verenigde met al het lijden van zijn leerlingen in de loop van de geschiedenis. Zo kunnen wij, als wij lijden, de innerlijke troost ervaren te weten dat Christus zelf met ons lijdt. In ons verlangen om Hem te troosten komen wij hieruit getroost tevoorschijn.
Referenties naar alinea 161: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
162
Ergens in deze beschouwing van het gelovige hart moeten we ook de dramatische oproep van de Heer laten weerklinken: "Troost, troost mijn volk" (Jes. 40, 1)[b:Jes. 40, 1]. En ons komen weer de woorden van de heilige Paulus voor de geest, die ons eraan herinnert dat God ons troost, "zodat wij in staat zijn anderen te troosten in al hun noden, dankzij de troost die wij van God ontvangen" (2 Kor. 1, 4)[b:2 Kor. 1, 4].
Referenties naar alinea 162: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
163
Dit nodigt ons nu uit om de gemeenschappelijke, maatschappelijke en missionaire dimensie van iedere authentieke devotie tot het Hart van Christus uit te diepen. Op het ogenblik dat het Hart van Christus ons leidt naar de Vader, zendt het ons immers ook naar onze broeders en zusters. In de vruchten van dienstbaarheid, broederschap en zending die het Hart van Christus voortbrengt door ons, gaat de wil van de Vader in vervulling. Zo sluit de cirkel zich: "Hierdoor wordt mijn Vader verheerlijkt, dat gij rijke vruchten draagt" (Joh. 15, 8)[b:Joh. 15, 8].
Referenties naar alinea 163: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- V. LIEFDE VOOR LIEFDE 164-216)
164
In de geestelijke ervaringen van de heilige Margareta Maria vinden wij samen met een vurige liefdesverklaring voor Jezus ook een innerlijke trilling die ertoe oproept het leven te geven. Weten dat we bemind worden en heel ons vertrouwen stellen in deze liefde betekent niet dat we al onze vermogens tot zelfgave opgeven, het houdt niet in dat wij afzien van het niet te onderdrukken verlangen om met onze kleine en beperkte vermogens een antwoord te geven.
Referenties naar alinea 164: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Een klacht en een verzoek
165
Vanaf de tweede grote verschijning aan de heilige Margareta drukt Jezus zijn verdriet uit dat zijn grote liefde voor de mensen "in ruil alleen maar ondankbaarheid en kilheid", "onverschilligheid en afwijzing" ontving". "Dat" zo zegt de Heer, "doet mij meer lijden dan alles wat ik in mijn lijden heb geleden". De heilige Margarita Maria...De heilige Margarita Maria Alacoque, Autobiografia, nr. 55, Rome 1983, 134.
Referenties naar alinea 165: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
166
Jezus spreekt over zijn dorst om bemind te worden en daarbij laat Hij zien dat zijn Hart niet onverschillig is ten opzichte van onze reactie op zijn verlangen: "Ik heb dorst, een heel vurige dorst om door de mensen in het Allerheiligste Sacrament te worden bemind, zo vurig dat die dorst mij verteert. En toch vind ik niemand die overeenkomstig mijn verlangen probeert mijn dorst te lessen door aan mijn liefde te beantwoorden". Ead., Lettera 133, 10:...Ead., Lettera 133, 10: Scritti autobiografici, Rome 1984, 182-183. Het verzoek van Jezus is de liefde. Wanneer het gelovige hart deze ontdekt, is het antwoord dat spontaan opkomt, niet een drukkend zoeken naar offers of het pure vervullen van een zware plicht, maar een kwestie van liefde: "Ik ontving van mijn God buitengewone genaden van zijn liefde; ik voelde mij gedreven door het verlangen deze te vergelden en Hem liefde voor liefde terug te geven". Ead., Autobiografia, n. 92,...Ead., Autobiografia, n. 92, Op. cit., 180. Zo leert Leo XIII, wanneer hij schrijft dat door het beeld van het Heilig Hart de liefde van Christus "ons ertoe brengt liefde met liefde te vergelden". Encycl. Annum sacrum (25 mei 1899): ASS 31 (1898-99), 649.[[1025]]
Referenties naar alinea 166: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Zijn liefde voortzetten naar de broeders en zusters
167
Wij moeten terugkeren naar het Woord van God om te erkennen dat het beste antwoord op de liefde van zijn Hart de liefde voor onze broeders en zusters is; er is geen groter gebaar dat wij Hem kunnen aanbieden om liefde met liefde te vergelden. Het Woord van God zegt het volkomen duidelijk: "Al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders hebt gij voor Mij gedaan" (Mt. 25, 40)[b:Mt. 25, 40]. "De hele Wet is vervat in dit éne woord: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf" (Gal. 5, 14)[b:Gal. 5, 14]. "Wij zijn overgegaan van de dood naar het leven; wij weten het, omdat wij onze broeders liefhebben" (1 Joh. 3, 14)[b:1 Joh. 3, 14]. "Als hij zijn broeder die hij ziet niet liefheeft, kan hij God niet liefhebben die hij nooit heeft gezien" (1 Joh. 4, 20)[b:1 Joh. 4, 20].
Referenties naar alinea 167: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
168
De liefde voor de broeders en de zusters wordt niet gemaakt, het is niet het resultaat van een natuurlijke krachtsinspanning van ons, maar vraagt om een verandering van ons egoïstisch hart. Dan ontstaat spontaan de heel bekende smeekbede: "Jezus, maak ons hart gelijk aan dat van U". Om dezelfde reden was de uitnodiging van de heilige Paulus niet: "Spant u in om goede werken te doen". Zijn uitnodiging was juist: "Die gezindheid moet onder u heersen welke ook Christus Jezus bezielde" (Fil. 2, 5)[b:Fil. 2, 5].
Referenties naar alinea 168: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
169
Het is goed eraan te herinneren dat in het Romeinse Rijk veel armen, vreemdelingen en zoveel andere gemarginaliseerde personen bij de christenen respect, genegenheid en zorg vonden. Dit verklaart de redenering van de afvallige keizer Julianus, die zich afvroeg waarom de christenen zo gerespecteerd en nagevolgd werden; hij was van mening dat een van de redenen juist hun inzet was om de armen en vreemdelingen bij te staan, die in het keizerrijk gewoonlijk genegeerd en veracht werden. Voor deze keizer was het onverdraaglijk dat zijn armen geen hulp van hem ontvingen, terwijl de gehate christenen "de honger stillen van hun eigen armen en ook die van ons". Julianus, Ep. XLIX ad...Julianus, Ep. XLIX ad Arsacium Pontificem Galatiae, Mainz 1828, 90-91. In een brief blijft hij vooral stilstaan bij de opdracht liefdadigheidsinstellingen op te richten om met de christenen te wedijveren en het respect van de maatschappij aan te trekken: "Open in alle steden talrijke verblijven, opdat de vreemdelingen van onze menselijkheid kunnen genieten. (...) Wen de Hellenen aan de werken van weldadigheid". Ibid.Ibid. Maar hij bereikte zijn doel niet, ongetwijfeld omdat er achter die werken niet de christelijke liefde was die het mogelijk maakte iedere persoon een unieke waardigheid toe te kennen.
Referenties naar alinea 169: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
170
170. Door zich te vereenzelvigen met de kleinsten van de maatschappij (vgl. Mat. 25, 31-46] "heeft Jezus de grote noviteit gebracht van de erkenning van de waardigheid van iedere persoon en ook en vooral van die personen die werden gekwalificeerd als onwaardig". Dit nieuwe beginsel in de menselijke geschiedenis, dat aangeeft dat elk individu "des te meer respect "waardig" is naarmate het zwakker, ellendiger en lijdende tot het punt waar het zijn menselijke "vorm" verliest, heeft de aanblik van de wereld veranderd door instellingen te doen ontstaan die de zorg voor personen in behoeftige omstandigheden op zich nemen: in de steek gelaten pasgeborenen, wezen, alleen gelaten ouderen, geesteszieken, ongeneeslijk zieken of zwaar misvormde personen, zij die op straat leven". Dicasterie voor de Geloofsleer, verkl. Dignitas infinita (2 april 2024), 19: L'Osservatore Romano, 8 april 2024.[[9223|19]]
Referenties naar alinea 170: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
171
De beschouwing van de wonde van het Hart van de Heer, die "onze zwakheden heeft weggenomen en onze ziekten heeft gedragen" (Mt. 8, 17)[b:Mt. 8, 17], helpt ons meer aandacht te schenken aan het lijden en de behoeften van de ander, sterkt ons om deel te nemen aan zijn werk van bevrijding als instrumenten voor de verspreiding van zijn liefde. Vgl. Benedictus XVI, Lettera al Preposito Generale della Compagnia di Gesù in occasione del 500 anniversario dell'Enciclica Haurietis Aquas (15 mei 2006): AAS 98 (2006), 461.[[1042]] Als wij de zelfgave die Christus voor allen heeft gedaan, beschouwen, wordt het onvermijdelijk dat wij ons afvragen waarom wij niet in staat zijn het leven voor de ander te geven: "Wat liefde is, hebben wij geleerd van Christus: Hij heeft zijn leven voor ons gegeven. Dus zijn ook wij verplicht ons leven te geven voor onze broeders" (1 Joh. 3, 16)[b:1 Joh. 3, 16].
Referenties naar alinea 171: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De uitwerking in de geschiedenis van de spiritualiteit
172
Deze verbinding tussen de devotie tot het Hart van Jezus en de verplichting jegens de broeders en zusters loopt door de geschiedenis van de christelijke spiritualiteit. Laten wij eens naar enkele voorbeelden kijken.
Referenties naar alinea 172: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Een bron voor de ander zijn
173
Vanaf Origenes hebben verschillende kerkvaders de tekst van Johannes - "Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien" (Joh. 7, 38)[b:Joh. 7, 38] - geïnterpreteerd als een verwijzing naar de gelovige zelf, hoewel het het gevolg is van het feit dat die gelovige zelf eerst van Christus heeft gedronken. Zo is de vereniging met Christus niet alleen erop gericht om de eigen dorst te lessen, maar ook om ons tot een bron van fris water voor de ander te maken. Origenes zei dat Christus zijn belofte verwezenlijkt door uit ons stromen van water te doen opwellen: "De ziel van de mens, die het beeld van God is, kan putten, bronnen en rivieren in zichzelf bevatten en voortbrengen". In Num. homil. 12, 1:PG 12, 657.[[1844]]
Referenties naar alinea 173: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
174
De heilige Ambrosius beval aan om van Christus te drinken, "opdat in u de bron van water die opborrelt ten eeuwige leven", overvloeit". Epist. 29, 24: PL 16, 1060.[[1395]] En Marius Victorinus beweerde dat de Heilige Geest zich zo in overvloed schenkt dat "wie Hem ontvangt, een schoot wordt die stromen van levend water uitstort". Adv. Arium 1, 8: PL 8, 1044.[[4653]] De heilige Augustinus zei dat deze stroom die opwelt uit de gelovige, de welwillendheid is. Tract. in Joannem 32, 4: PL 35, 1643.[[859]] De heilige Thomas van Aquino heeft dit idee herhaald door te stellen dat, wanneer iemand "zich haast om anderen de gaven van de genade die hij van God heeft ontvangen, mee te delen, uit zijn borst levend water opwelt". In Ev. S. Joannis, cap. VII, lectio 5.[[1337]]
Referenties naar alinea 174: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
175
Immers, als "het kruisoffer, aangeboden met een liefhebbend en gehoorzaam hart, een overvloedige en oneindige genoegdoening is voor de schulden van het menselijk geslacht", Lett. enc. Haurietis Aquas (15 maggio 1956), II: AAS 48 (1956), 321.[[271]] verlengt en schenkt de Kerk, die uit het Hart van Christus wordt geboren, in elke tijd en op elke plaats de uitwerkingen van dat éne lijden, dat de mensen richt op de directe vereniging met de Heer.
Referenties naar alinea 175: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
176
In de schoot van de Kerk kan de bemiddeling van Maria, voorspreekster en moeder, alleen begrepen worden "als deelname aan deze éne bron die het middelaarschap van Christus zelf is", de éne Heiland, De heilige Johannes Paulus II, encycl. Redemptoris Mater (25 maart 1987), 38: AAS 79 (1987), 411.[[713|38]] en "de Kerk belijdt zonder aarzelen deze ondergeschikte taak van Maria". Lumen Gentium, 62[[617|62]] De devotie tot het hart van Maria wil immers niets ontnemen aan de éne, aan het Hart van Christus verschuldigde aanbidding, maar deze stimuleren: "De moederlijke taak van Maria tegenover de mensen verduistert of vermindert op geen enkele wijze dát enig middelaarschap van Christus, maar toont aan, hoe krachtig het is". Lumen Gentium, 60[[617|60]] Dankzij de immense bron die opwelt uit de geopende zijde van Christus worden de Kerk, Maria en alle gelovigen op verschillende wijze kanalen van levend water. Zo ontplooit Christus zelf zijn heerlijkheid in onze kleinheid.
Referenties naar alinea 176: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Broederschap en mystiek
177
De heilige Bernardus gebruikte, terwijl hij uitnodigde tot de vereniging met het Hart van Christus, de rijkdom van deze devotie om een verandering van leven voor te stellen die gebaseerd is op de liefde. Hij was van mening dat verandering mogelijk was van onze gemoedstoestand, die slaaf is gemaakt van genoegens en die zich niet bevrijdt met de blinde gehoorzaamheid aan een gebod, maar wel in een antwoord op de tederheid van de liefde van Christus. Het kwaad komt men te boven met het goede, het kwaad wordt overwonnen met de groei van de liefde: "Heb dus de Heer uw God lief met heel de genegenheid van uw hart, heb Hem lief met heel de aandacht en de zorg van de rede, heb Hem vervolgens lief met al uw krachten; wees niet bang om uit liefde voor Hem te sterven (...). Moge de Heer Jezus zacht en mild zijn voor uw gevoel om stand te houden tegen de aangename, maar rampzalige verlokkingen van het lichamelijke leven; moge de zachtheid de zachtheid overwinnen, zoals de spijker de spijker verdrijft". Sermones super Cant., XX: PL 183, 869.[[1046]]
Referenties naar alinea 177: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
178
De heilige Franciscus van Sales liet zich vooral verlichten door het verzoek van Jezus: "Leert van Mij: Ik ben zachtmoedig en nederig van hart" (Mt. 11, 29)[b:Mt. 11, 29]. Zo stelen wij, zo zei hij, in de eenvoudigste en gewoonste dingen het hart van de Heer: "Hij zal over ons alleen tevreden zijn, als wij ervoor zorgen Hem te dienen in de belangrijke en gewichtige, evenals in de kleine en onbetekenende zaken; zowel met het ene als met het andere kunnen wij zijn liefde winnen (...). De kleine dagelijkse gebaren van verdraagzaamheid van, een hoofdpijn, een tandpijn, een lichte ongesteldheid, een eigenaardigheid van een echtgenoot of een echtgenote, een gebroken vaas, pesten, een grimas, het verlies van een handschoen, een ring, een zakdoek; die kleine inspanning om 's avonds vroeg naar bed te gaan en 's morgens vroeg op te staan om te bidden, om te communie te gaan; die kleine schaamte die men voelt, wanneer men in het openbaar een handeling van devotie verricht; om kort te gaan, alle kleine tegenslagen die met liefde worden aanvaard en omarmd, behagen de goddelijke Goedheid oneindig". Introduzione alla vita devota, p. III, c. XXXV: Opere complete di Francesco di Sales, vol. 3: Filotea. Introduzione alla vita devota, Rome 2009, 220-221.[[1537]] Maar uiteindelijk is de sleutel van ons antwoord op de liefde van het Hart van Christus de liefde voor de naaste: "een stabiele, constante, onveranderlijke liefde, die niet blijft stilstaan bij onbenulligheden of kwaliteiten of omstandigheden van de personen, die niet is onderworpen aan veranderingen of antipathieën. (...) Onze Heer heeft ons lief zonder onderbreking, verdraagt onze gebreken, evenals onze onvolmaaktheden; wij moeten derhalve hetzelfde doen ten overstaan van onze broeders en zusters, zonder ooit moe te worden hen te verdragen". Sermone per la XVII Domenica...Sermone per la XVII Domenica dopo Pentecoste.
Referenties naar alinea 178: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
179
De heilige Charles de Foucauld wilde Jezus navolgen, leven zoals Hij, handelen zoals Hij handelde, altijd doen wat Jezus in zijn plaats zou doen. Om dit doel ten volle te verwezenlijken moest hij zich conformeren aan de gevoelens van het Hart van Christus. Zo komen we nogmaals uit bij de uitdrukking "liefde voor liefde", wanneer hij zegt: "Verlangen naar lijden om Hem liefde voor liefde terug te geven; (...) om deel te nemen aan zijn taak door mij aan te bieden met Hem ondanks het niets dat ik ben, als offer, als slachtoffer voor de heiliging van de mensen". Gesù, la sua Passione,...Gesù, la sua Passione, Ritiro fatto a Nazaret, 5-15 novembre 1987: C. De Foucauld, La vita nascosta. Ritiri in Terra Santa (1897-1900), Rome 1974, 72. Het verlangen om de liefde van Jezus te dragen, zijn missionaire inzet onder de armsten en de meest vergetenen van de aarde, bracht hem ertoe om als devies Iesus Caritas aan te nemen met het symbool van het Hart van Christus met daarboven een kruis. Van 19 maart 1902 hebben al...Van 19 maart 1902 hebben al zijn brieven als opschrift de woorden Jezus Caritas gescheiden door een hart met daarboven een kruis. Dat is geen oppervlakkige beslissing geweest: "Met al mijn krachten tracht ik deze verdwaalde arme broeders en zusters te tonen, te bewijzen dat onze godsdienst een en al liefde, een en al broederschap is, dat het embleem ervan een Hart is". Lettera a Don Huvelin, 15...Lettera a Don Huvelin, 15 juli 1904: Opere spirituali, Rome 1983, 633. En zijn verlangen was zich met andere broeders te vestigen "in Marokko in de naam van het Hart van Jezus". Lettera a Dom Martin, 25...Lettera a Dom Martin, 25 januari 1903: C. De Foucauld, "Cette chère dernière place". Lettres à mes frères de la Trappe, Parijs 2012, 311. Zo zou hun evangelisatiewerk een uitstraling zijn: "De liefde moet uitstralen van onze broederschappen, zoals zij uitstraalt van het Hart van Jezus". Geciteerd in René Voillaume,...Geciteerd in René Voillaume, Les fraternités du Père de Foucauld, Parijs, 1946, 173. Dit verlangen heeft hem geleidelijk tot een universele broeder gemaakt, omdat hij door zich te laten vormen door het Hart van Christus, in zijn broederlijk hart heel de lijdende mensheid wilde herbergen: "Ons hart moet zoals dat van de Kerk, zoals dat van Jezus, alle mensen omarmen". Meditazioni dei santi Vangeli...Meditazioni dei santi Vangeli sui passi relativi a quindici virtù, Nazaret 1897-1898, Carità 77 (Mt. 20, 28): C. De Foucauld, Meditazioni sui passi dei vangeli relativi a Dio solo, fede, speranza, carità (1897-1898), Rome 1973, 325. "De liefde van het Hart van Jezus voor de mensen, deze liefde die Hij in zijn lijden toont, die moeten wij hebben voor alle mensen". Ibi, Carità 90 (Mt. 27, 30):...Ibi, Carità 90 (Mt. 27, 30): Op. cit., 338.
Referenties naar alinea 179: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
180
Dom Huvelin, geestelijk leidsman van de heilige Charles de Foucauld, zei dat "wanneer onze Heer in een hart leeft, Hij hem deze gevoelens geeft en dan buigt dit hart zich over de armen. Dat was de gesteldheid van het hart van Vincentius de Paul. (...) Wanneer onze Heer leeft in de ziel van een priester, doet deze hem neigen naar de armen". H. Huvelin, Quelques...H. Huvelin, Quelques directeurs d'âmes au XVII siècle, Parijs 1911, 97. Het is belangrijk op te merken hoe deze toewijding van de heilige Vincentius die dom Huvelin beschrijft, ook gevoed werd door de devotie tot het Hart van Christus. Vincentius spoorde ertoe aan om uit het hart van Onze Heer enkele woorden van troost voor de arme zieke" te putten". Vgl. Conferenze alle Figlie...Vgl. Conferenze alle Figlie della Carità, 85 (11 november 1657), "Servizio ai malati, cura della propria salute" (Regole comuni, artt. 12-16): de heilige Vincentius de Paul, Opere, vol. 9, Rome 2008, 757. Wil dit verwezenlijkt worden, dan is het noodzakelijk dat het eigen hart veranderd is door de liefde en de zachtmoedigheid van het Hart van Christus, en de heilige Vincentius herhaalde deze overtuiging vele malen in zijn preken en in zijn raadgevingen, en wel zo vaak dat hij deze een opvallend element deed worden van de Constituties van zijn congregatie: "Allen zullen ook de grootste moeite moeten doen om deze les te leren die ons door Jezus is geleerd: "Leert van Mij: Ik ben zachtmoedig en nederig van hart"; rekening ermee houdend dat, zoals Hijzelf zegt, men met zachtmoedigheid de aarde bezit, omdat met het beoefenen van deze deugd de harten van de mensen gewonnen worden om ze te bekeren tot God, terwijl zij die zich ten opzichte van de naaste op een harde en strenge wijze gedragen, dit niet kunnen bereiken". Costituzioni e Statuti della...Costituzioni e Statuti della Congregazione della Missione, Rome 1984, 110.
Referenties naar alinea 180: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Het eerherstel: bouwen op ruïnes
181
Dit alles maakt het ons mogelijk in het licht van het Woord van God te begrijpen welke betekenis wij moeten geven aan "eerherstel", aangeboden aan het Hart van Christus, wat de Heer werkelijk verwacht dat wij herstellen met de hulp van zijn genade. Er is in dezen veel gediscussieerd, maar de heilige Johannes Paulus II heeft een duidelijk antwoord geboden om ons, christenen van vandaag, meer in overeenstemming met het evangelie te richten op een geest van eerherstel.
Referenties naar alinea 181: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Maatschappelijke betekenis van het eerherstel voor het Hart van Christus
182
182. De heilige Johannes Paulus II heeft uitgelegd dat, wanneer wij ons samen aanbieden aan het Hart van Christus, "op de ruïnes, opgestapeld door haat en geweld, de beschaving van de zo gewenste liefde gebouwd kan worden, het rijk van het Hart van Christus". Dat houdt zeker in dat wij in staat zijn "de liefde van kinderen jegens God te verbinden met de liefde voor de naaste"; en inderdaad, "dat is het ware eerherstel waar door het Hart van de Heiland om wordt gevraagd". Lettera al Preposito Generale della Compagnia di Gesù (Paray-le-Monial, 5 oktober 1986): L'Osservatore[[2971]] Samen met Christus zijn wij geroepen om op de ruïnes die wij met onze zonde in deze wereld achterlaten, een nieuwe beschaving van de liefde te bouwen. Dat wil zeggen herstellen zoals het Hart van Christus van ons verwacht. Te midden van de door het kwaad achtergelaten ramp heeft het Hart van Christus behoefte willen hebben aan onze samenwerking om het goede en de schoonheid weer op te bouwen.
Referenties naar alinea 182: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
183
Het is zeker dat iedere zonde de Kerk en de maatschappij schaadt, en daarom "kan aan iedere zonde (...) het karakter van een maatschappelijke zonde worden toegeschreven", ook al geldt dit vooral voor sommige zonden die, "op grond van hun doel zelf, een directe aanval op de naaste vormen". De heilige Johannes Paulus II, postsyn. apost. exhort. Reconciliatio et Paenitentia (2 december 1984), 16: AAS 77 (1985), 215.[[759|16]] De heilige Johannes Paulus II heeft uitgelegd dat het herhalen van deze zonden tegen de ander uiteindelijk vaak een "structuur van zonde" versterkt, die van invloed is op de ontwikkeling van de volken. Vgl. Id., encycl. Sollicitudo rei socialis (30 december 1987), 36: AAS 80 (1988), 561-562.[[350|36]] Dat maakt vaak deel uit van een heersende mentaliteit die als normaal en rationeel beschouwt, wat in werkelijkheid alleen maar egoïsme en onverschilligheid is. Dat verschijnsel kan men definiëren als maatschappelijke vervreemding: "Die maatschappij is vervreemd die in haar vormen van sociale organisatie, van productie en van consumptie de realisering bemoeilijkt van de zelfgave en de vestiging van solidariteit onder de mensen". Id., encycl. Centesimus annus (1 mei 1991), 41: AAS 83 (1991), 844-845.[[3|41]] Het is niet alleen een morele norm die ons ertoe brengt om weerstand te bieden aan deze vervreemde maatschappelijke structuren, om ze bloot te leggen en om een maatschappelijke dynamiek te creëren die het goede weer herstelt en opbouwt. Maar het is de "bekering van het hart" zelf die "gebiedt" Catechismus van de Katholieke Kerk, 1888[[1|1888]] dergelijke structuren te herstellen. Het is ons antwoord aan het liefhebbende Hart van Jezus Christus, die ons leert lief te hebben.
Referenties naar alinea 183: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
184
Juist omdat het evangelisch eerherstel deze sterke maatschappelijke betekenis bezit, vereisen onze daden van liefde, dienstbaarheid, verzoening, - willen zij ook daadwerkelijk een eerherstel zijn -, dat Christus ertoe aanzet, ertoe motiveert, ze mogelijk maakt. De heilige Johannes Paulus II zei ook nog dat de mensheid van vandaag behoefte heeft aan het Hart van Christus om een beschaving van liefde op te bouwen. Vgl. Catechese, 8 juni 1994,...Vgl. Catechese, 8 juni 1994, 2: L'Osservatore Romano, 9 juni 1994, p. 5. Het christelijk eerherstel mag niet alleen maar begrepen worden als een geheel van uiterlijke werken, hoe onontbeerlijk en soms bewonderenswaardig ze ook zijn. Die werken vereisen een spiritualiteit, een ziel, een zin die kracht, elan en onvermoeibare creativiteit verlenen. Die werken hebben behoefte aan het leven, het vuur en het licht die komen van het Hart van Christus.
Referenties naar alinea 184: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De gewonde harten herstellen
185
Een puur uiterlijk eerherstel is overigens niet voldoende, noch voor de wereld, noch voor het Hart van Christus. Als ieder denkt aan zijn eigen zonden en de gevolgen ervan voor de ander, zal hij ontdekken dat het herstellen van de schade die deze wereld is aangedaan, ook het verlangen inhoudt de gewonde harten te herstellen, waar de diepste schade is berokkend, en de wonde het pijnlijkste is.
Referenties naar alinea 185: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
186
Een geest van eerherstel "nodigt ons ertoe uit te hopen dat iedere wonde genezen kan worden, ook al is die diep. Een volledig eerherstel lijkt soms onmogelijk, wanneer men goederen of dierbare personen definitief verliest of wanneer bepaalde omstandigheden onomkeerbaar zijn geworden. Maar de bedoeling om te herstellen en dit concreet te maken is essentieel voor het proces van verzoening en de terugkeer van de vrede in het hart". Toespraak tot het...Toespraak tot het internationale colloquium "Réparer l'irréparable", bij de 350ste verjaardag van de verschijningen van Jezus in Paray-le-Monial, 4 mei 2024: L'Osservatore Romano, 4 mei 2024, p. 12.
Referenties naar alinea 186: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De schoonheid van het vragen om vergeving
187
De goede bedoeling is niet voldoende; onontbeerlijk is een innerlijke dynamiek van verlangen die zichtbare gevolgen oproept. In wezen "veronderstelt het eerherstel om christelijk te zijn, om werkelijk het hart van de gekwetste persoon te raken en niet een eenvoudige daad van compenserende gerechtigheid te zijn, twee veeleisende houdingen: erkennen dat men schuldig is en vragen om vergeving. (...) Uit dit oprecht erkennen van het bij een broeder of zuster aangerichte kwaad en het diepe en oprechte gevoel dat de liefde is gewond, wordt het verlangen om te herstellen geboren". Ibid.Ibid.
Referenties naar alinea 187: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
188
Men moet niet denken dat het erkennen van de eigen zonde tegenover de ander iets is dat vernedert of schadelijk is voor onze menselijke waardigheid. Integendeel, het is een ophouden met liegen tegen zichzelf, het is de eigen geschiedenis erkennen zoals ze is, getekend door de zonde, vooral wanneer wij onze broeders en zusters kwaad hebben gedaan: "Zichzelf beschuldigen maakt deel uit van de christelijke wijsheid. (...) Dit behaagt de Heer, omdat de Heer een vermorzeld hart ontvangt". Homilie in de morgenmis in...Homilie in de morgenmis in Domus Sanctae Marthae, 6 maart 2018: L'Osservatore Romano, 5-6 maart 2018, p. 8.
Referenties naar alinea 188: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
189
189. De gewoonte om de broeders en zusters om vergeving te vragen maakt deel uit van deze geest van eerherstel, en dit is te midden van onze broosheid een vorm van grote adel. Vragen om vergeving is een manier om de relaties te genezen, omdat "zij opnieuw de dialoog opent en de wil laat zien de band in broederlijke liefde te herstellen. (...). Het raakt het hart van de broeder of de zuster, troost hem of haar en wekt in hem of haar het openstaan voor de vergeving waarom wordt gevraagd". Zo "kan de liefde altijd opnieuw ontstaan door de wonde draaglijk te maken, ook al kan het onherstelbare niet volledig hersteld worden". Toespraak tot het...Toespraak tot het internationale colloquium "Réparer l'irréparable", bij de 350ste verjaardag van de verschijningen van Jezus in Paray-le-Monial, 4 mei 2024: L'Osservatore Romano, 4 mei 2024, p. 12.
Referenties naar alinea 189: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
190
190. Een hart dat tot berouw in staat is, kan groeien in broederschap en solidariteit, omdat "degene die niet huilt, van binnen achteruitgaat, veroudert, terwijl degene die komt tot een eenvoudiger en innerlijk gebed, dat bestaat uit aanbidding en bewogenheid ten overstaan van God, rijpt. Hij bindt zich steeds meer aan zichzelf en meer aan Christus en wordt arm van geest. Zo voelt hij zich dichter bij de armen, degenen die God in het bijzonder liefheeft". (Homilie in de chrismamis, 28 maart 2024: L'Osservatore Roman, 28 maart 2024, p. 2.) Er ontstaat daardoor een authentieke geest van eerherstel, omdat "wie berouw heeft in zijn hart, zich meer broeder of zuster van alle zondaars van de wereld voelt, zich meer broeder of zuster voelt zonder schijn van superioriteit of strengheid in het oordelen, maar altijd met het verlangen om lief te hebben en te herstellen". (Ibid.) Deze solidariteit, voortgebracht door berouw, maakt tegelijkertijd verzoening mogelijk. Iemand die in staat is tot berouw, "huilt om de zonden van zijn broeders en zusters in plaats van boos te worden om en aanstoot te nemen aan het kwaad dat zij hem hebben aangedaan. Hij neemt er geen aanstoot aan. Er vindt een soort omkanteling plaats waarbij de natuurlijke neiging om ten opzichte van zichzelf toegeeflijk en ten opzichte van anderen onverbiddelijk te zijn, geheel verandert en wij door Gods genade vastberaden en barmhartig worden ten opzichte van de anderen". (Ibid.)
Referenties naar alinea 190: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Het eerherstel: een uitbreiding voor het Hart van Christus
191
191. Er is nog een andere, complementaire wijze om eerherstel te verstaan in een nog directer verband met het Hart van Christus, zonder van dit eerherstel de concrete inzet voor onze broeders en zusters, over wie wij het gehad hebben, uit te sluiten.
Referenties naar alinea 191: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
192
192. In een andere context heb ik gesteld dat "Hij (God) op enigerlei wijze zichzelf heeft willen beperken" en dat "veel dingen die wij als kwaad, gevaren of bronnen van lijden beschouwen, in werkelijkheid deel uitmaken van de geboorteweeën die ons ertoe aanzetten samen te werken met de Schepper". Laudato Si', 80[[5000|80]] Onze samenwerking kan het de macht en de liefde van God mogelijk maken zich in ons leven en de wereld te verspreiden, terwijl afwijzing en onverschilligheid dit kunnen verhinderen. Sommige Bijbelse uitdrukkingen drukken dit metaforisch uit, zoals wanneer de Heer eist: "Israël, als gij u bekeert (...), moogt ge bij Mij terugkomen" (Jer. 4, 1)[b:Jer. 4, 1]. Of wanneer Hij ten overstaan van de afwijzing van zijn volk zegt: "Mijn hart slaat om, heel mijn binnenste wordt week" (Hos. 11, 8)[b:Hos. 11, 8].
Referenties naar alinea 192: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
193
193. Het is niet mogelijk te spreken van een nieuw lijden van de verheerlijkte Christus, "het paasmysterie van Christus (...) en alles wat Christus is, alles wat Hij voor de mensen gedaan en geleden heeft, maakt deel uit van de goddelijke eeuwigheid en overkoepelt dus alle tijden en wordt in alle tijden tegenwoordig gesteld". Catechismus van de Katholieke Kerk, 1085[[1|1085]] Wij kunnen daarentegen wel zeggen dat Hijzelf het heeft aanvaard om de expansieve heerlijkheid van zijn verrijzenis te beperken, de verspreiding van zijn immense en vurige liefde te beteugelen, om ruimte te laten voor onze vrije samenwerking met zijn Hart. Dat is zo reëel dat onze afwijzing zijn Hart tegenhoudt in die impuls van zelfgave, terwijl ons vertrouwen en het aanbieden van onszelf een ruimte opent, een kanaal biedt dat vrij is van belemmeringen, voor de uitstorting van zijn liefde. Ons afwijzen of onze onverschilligheid beperken de uitwerkingen van zijn macht en de vruchtbaarheid van zijn liefde in ons. Als zijn liefde in mij geen vertrouwen en opening vindt, wordt zij - omdat Hijzelf dat zo gewild heeft - beroofd van haar verdere uitwerking in mijn leven, dat uniek en onherhaalbaar is, en van verdere uitwerking in de wereld waarin Hij mij roept zijn liefde tegenwoordig te stellen. Dat vloeit niet voort uit een broosheid van Hem, maar uit zijn oneindige vrijheid, uit zijn paradoxale macht en de volmaaktheid van zijn liefde voor ieder van ons. Wanneer de almacht van God zich toont in de zwakheid van onze vrijheid, "kan alleen het geloof haar onderscheiden". Catechismus van de Katholieke Kerk, 268[[1|268]]
Referenties naar alinea 193: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
194
194. De heilige Maria Margareta vertelt immers dat in een van de verschijningen van Christus Hij haar sprak van zijn Hart dat hartstochtelijk verliefd is voor ons, dat "omdat het de vlammen van zijn vurige liefde in zich niet meer kan bedwingen, de behoefte voelt om ze te verspreiden". (Autobiografia, nr. 53, Rome 1983, 131.) Daar de Heer, die alles kan, in zijn goddelijke vrijheid ons nodig heeft willen hebben, wordt eerherstel verstaan als het verwijderen van de hindernissen die wij opwerpen tegen de uitbreiding van de liefde van Christus in de wereld met ons gebrek aan vertrouwen, dankbaarheid en toewijding.
Referenties naar alinea 194: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Het offer aan de liefde
195
195. Om beter na te denken over dit mysterie komt ons opnieuw de lichtende spiritualiteit van de heilige Theresia van het Kind Jezus te hulp. Zij wist dat sommige personen met de goede wil om zich voor de ander te geven een extreme vorm van eerherstel hadden ontwikkeld die erin bestond zich aan te bieden als een soort "bliksemafleider", opdat de goddelijke gerechtigheid werd verwezenlijkt: "Ik dacht aan de zielen die zich aanbieden als slachtoffers van de gerechtigheid van God met het doel de straffen die aan de schuldigen zijn voorbehouden, af te wenden en naar zich toe te trekken". (De heilige Theresia van het Kind Jezus, MS A, 84 ro: Opere complete, Rome 1997, 209-210.) Maar hoe bewonderenswaardig dat aanbod ook kon lijken, zij was er niet al te overtuigd van: "Ik voelde mij er in het geheel niet toe aangezet om dat te doen". (Ibi, Op. cit., 210.) Dit benadrukken van de goddelijke gerechtigheid leidde er uiteindelijk toe te denken dat het offer van Christus niet volledig of gedeeltelijk doeltreffend was of dat zijn barmhartigheid niet voldoende intens was.
Referenties naar alinea 195: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
196
196. Met haar spirituele intuïtie heeft de heilige Theresia ontdekt dat er een andere manier is om zichzelf aan te bieden, waarbij het niet noodzakelijk is de goddelijke gerechtigheid te verzadigen, maar het de oneindige liefde van de Heer mogelijk te maken zich zonder hindernissen te verspreiden: "O mijn God! Moet uw verachte liefde in uw Hart blijven? Het lijkt mij dat als Gij zielen zoudt vinden die zich als slachtoffers van een brandoffer aan uw liefde aanbieden, Gij ze snel zoudt verteren; het lijkt mij dat Gij gelukkig zou zijn de stromen van oneindige tederheden die in U zijn, in het geheel niet te bedwingen". (Ibid.)
Referenties naar alinea 196: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
197
197. Er valt niets toe te voegen aan het ene verlossende offer van Christus, maar het is waar dat ons vrije afwijzen het voor het Hart van Christus onmogelijk maakt om in deze wereld zijn "golven van oneindige tederheid" uit te breiden. En dat is de reden waarom de Heer zelf die mogelijkheid van onze vrijheid wilde respecteren. Wat het hart van de heilige Theresia van het Kind Jezus verontrustte was niet de goddelijke gerechtigheid, maar meer het feit dat de liefde van Christus geweigerd zou worden, omdat voor haar de gerechtigheid alleen begrepen wordt in het licht van de liefde. Wij hebben gezien dat zij alle goddelijke volmaaktheden door de barmhartigheid aanbad en ze zo beschouwde: omgevormd, stralend van liefde. "Zelfs de Gerechtigheid lijkt mij (en misschien ook meer dan iedere andere) bekleed met liefde". (Ead., MS A, 83vo: Op. cit., 209; vgl. Lettera 226 a padre Adolfo Roulland, 9 mei 1897: Op. cit., 572.)
Referenties naar alinea 197: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
198
198. Dit is de oorsprong van haar offerdaad, niet aan de goddelijke gerechtigheid, maar aan de barmhartige Liefde: "Als een slachtoffer dat volledig verbrand wordt, bied ik mij aan aan uw barmhartige Liefde en smeek U mij ononderbroken te verteren door in mijn ziel de golven van oneindige tederheid die in U opgesloten liggen, te laten overstromen, zodat ik een martelaar van uw liefde word, mijn God!". (Ead., Offerta di me stessa come Vittima d'Olocausto all'Amore Misericordioso del Buon Dio, 2ro-2vo: Op. cit., 943.) Het is belangrijk op te merken dat het er niet alleen om gaat het Hart van Christus het mogelijk te maken om de schoonheid van zijn liefde in ons hart te verspreiden door een algeheel vertrouwen, maar ook dat door het eigen leven heen dit Hart de ander bereikt en de wereld verandert: "In het Hart van de Kerk, mijn Moeder, zal ik de Liefde zijn! (...) Zo zal mijn droom verwezenlijk worden". (Ead., Ms B, 3vo: Op. cit., 223.) De twee aspecten zijn onafscheidelijk met elkaar verbonden.
Referenties naar alinea 198: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
199
199. De Heer heeft haar offer aanvaard. Zijzelf liet immers enige tijd erna een intense liefde zien voor de ander en bevestigde dat deze voortkwam uit het Hart van Christus dat zich door haar uitbreidde. Zo zei zij tegen haar zus Leonie: "Ik houd van je op een wijze die duizendmaal tederder is dan hoeveel gewone zussen elkaar liefhebben, omdat ik je kan liefhebben met het Hart van onze hemelse Bruidegom". (Ead. Lettera 186, a Lionia, 11 april 1896: Op. cit., 521.) En enige tijd later zei zij tegen Maurice Bellière: "Hoe zou ik u de tederheid van het Hart van Jezus willen doen begrijpen, wat het van u verwacht!". (Ead., Lettera 258, al Rverendo Maurice Bellière, 18 juli 1987, 2ro: Op. cit., 598.)
Referenties naar alinea 199: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Volledigheid en harmonie
200
200. Zusters en broeders, ik stel voor dat wij deze vorm van eerherstel ontwikkelen, die uiteindelijk erin bestaat het Hart van Christus een nieuwe mogelijkheid aan te bieden om in deze wereld de vlammen van zijn vurige tederheid te verspreiden. Weliswaar houdt dat eerherstel het verlangen in om op enigerlei wijze te compenseren voor de krenkingen, die door verzuim of belediging zijn toegebracht aan de niet geschapen Liefde,217 maar de meest geëigende wijze om dit te doen is dat onze liefde de Heer een mogelijkheid biedt zich uit te breiden in ruil voor de keren dat Hij is afgewezen of genegeerd. Dat gebeurt, als men verder gaat dan een eenvoudige "troost" voor Christus, waarover wij het in het voorafgaande hoofdstuk hebben gehad, en als het wordt vertaald in daden van broederlijke liefde waarmee wij de wonden van de Kerk en de wereld verzorgen. Zo bieden wij aan de herstellende kracht van het Hart van Christus nieuwe uitdrukkingswijzen.
Referenties naar alinea 200: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
201
201. De opofferingen en het lijden, vereist door deze daden van liefde voor de naaste, verenigen ons met het lijden van Christus en door met Christus te lijden in "die mystieke kruisiging waarover de Apostel spreekt, zullen wij des te overvloedigere vruchten van verzoening en boetedoening oogsten voor ons en de anderen". (Ibid.) Alleen Christus redt met zijn offer op het kruis voor ons, alleen Hij verlost, want "God is één, één is ook de middelaar tussen God en de mensen, de mens Christus Jezus, die zichzelf gegeven heeft als losprijs voor allen" (1 Tim. 2, 5-6)[b:1 Tim. 2, 5-6]. Het eerherstel dat wij aanbieden, is een vrij aanvaarde deelname aan zijn verlossende liefde en aan zijn ene offer. Zo vullen wij in (ons) lichaam aan "wat nog ontbreekt aan de verdrukkingen van de Christus, ten bate van zijn lichaam, dat is de kerk" (Kol. 1, 24)[b:Kol. 1, 24] en het is Christus zelf die door ons de uitwerkingen uitbreidt van zijn gehele gave uit liefde.
Referenties naar alinea 201: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
202
202. Het lijden heeft vaak ook te maken met ons gewonde ego, maar het is nu juist de nederigheid van het Hart van Christus dat ons de weg van de verootmoediging laat zien. God heeft tot ons willen komen, door zich te verootmoedigen, zich klein te maken. Reeds het Oude Testament leert dit door middel van verschillende metaforen die een God laten zien die binnentreedt in de kleinigheden van de geschiedenis en zich laat afwijzen door zijn volk. Zijn liefde vermengt zich met het dagelijks leven van het beminde volk en bedelt om een antwoord, alsof Hij om verlof vroeg om zijn heerlijkheid te tonen. Anderzijds "heeft de Heer Jezus zich misschien één keer met zijn woorden op zijn eigen hart beroepen. En Hij heeft op dit ene kenmerk de aandacht gevestigd: "zachtmoedigheid" en "nederigheid". Alsof wilde Hij zeggen dat Hij alleen met deze weg de mens wil veroveren". (De heilige Johannes Paus II, Catechese, 20 juni 1979: L'Osservatore Romano, 22 juni 1979, p. 1.) Toen Christus zei: "Leert van Mij: Ik ben zachtmoedig en nederig van hart" (Mt. 11, 29)[b:Mt. 11, 29], heeft Hij laten zien dat "Hij om zich uit te drukken, onze kleinheid, onze verootmoediging nodig heeft". (Homilie in de morgenmis in Domus Sanctae Martha, 27 juni 2014: L'Osservatore Romano, 28 juni 2014, p. 8.)
Referenties naar alinea 202: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
203
203. In wat wij hebben gezegd, is het belangrijk verschillende onafscheidelijke aspecten op te merken, omdat deze handelingen van liefde jegens de naaste met alle ontzeggingen, opofferingen, al het lijden en al de moeite die zij met zich meebrengen, die functie alleen vervullen, wanneer zij gevoed worden door de liefde van Christus zelf. Hij maakt het ons mogelijk lief te hebben zoals Hij heeft liefgehad, en zo heeft Hijzelf lief en dient Hij door ons. Als het enerzijds lijkt dat men zich kleinmaakt, zich verootmoedigt, omdat Hij zijn liefde door middel van onze gebaren heeft willen tonen, wordt anderzijds zijn Hart in de eenvoudigste werken van barmhartigheid verheerlijkt en toont het al zijn grootheid. Ons menselijk hart dat wijkt voor de liefde van Christus door een totaal vertrouwen en het Hem mogelijk maakt zich in ons eigen leven met zijn vuur te verspreiden, is in staat de ander als Christus lief te hebben door zich klein te maken en allen nabij te zijn. Zo verzadigt Christus de eigen dorst en verspreidt in en door ons op glorierijke wijze de vlammen van zijn brandende tederheid. Wij zien de mooie harmonie die in dit alles is.
Referenties naar alinea 203: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
204
204. Om deze devotie in al haar rijkdom te begrijpen is het ten slotte noodzakelijk eraan toe te voegen - en hierbij hernemen wij hetgeen is gezegd over de trinitaire dimensie ervan - dat het eerherstel van Christus als mens aan de Vader wordt aangeboden door middel van de werking van de Heilige Geest in ons. Daarom is ons eerherstel voor het Hart van Christus uiteindelijk gericht tot de Vader, die er behagen in vindt ons allen verenigd te zien met Christus, wanneer wij ons door Hem, met Hem en in Hem aanbieden.
Referenties naar alinea 204: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Heel de wereld verliefd laten worden
205
205. Het christelijk voorstel is aantrekkelijk, wanneer het in zijn geheel beleefd en getoond kan worden: niet als een eenvoudige vlucht in religieuze gevoelens of in luisterrijke riten. Wat voor een eredienst zou het zijn voor Christus, als wij ons tevreden zouden stellen met een individuele relatie zonder interesse om de ander te helpen minder te lijden en beter te leven? Zal het misschien het Hart dat ons zo heeft liefgehad, behagen, als wij blijven bij een innerlijke religieuze ervaring zonder gevolgen voor onze broeders en zusters en de maatschappij? Laten wij eerlijk zijn en het Woord van God in zijn geheel lezen. Maar om deze zelfde reden zeggen wij ook dat het niet gaat om maatschappelijke vooruitgang zonder religieuze betekenis, want dat zou uiteindelijk betekenen dat we voor de mens minder willen dan God hem wil geven. Daarom moeten wij dit hoofdstuk afsluiten met te herinneren aan de missionaire dimensie van onze liefde voor het Hart van Christus.
Referenties naar alinea 205: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
206
206. De heilige Johannes Paulus II heeft niet alleen gesproken over de maatschappelijke dimensie van de devotie voor het Hart van Christus, maar ook verwezen naar het "eerherstel dat een apostolisch samen werken is aan het heil van de wereld". (Boodschap bij de honderdste verjaardag van de toewijding van het menselijk geslacht aan het goddelijk Hart van Jezus, Warschau, 11 juni 1999, Hoogfeest van het Heilig Hart van Jezus: L'Osservatore Romano, 12 juni 1999, p. 5.) De toewijding aan het Hart van Christus "moet dus geplaatst worden naast de missionaire activiteit van de Kerk zelf, omdat zij beantwoordt aan het verlangen van het Hart van Jezus om in de wereld, door middel van de ledematen van zijn Lichaam, zijn totale toewijding aan het Rijk te verbreiden". (Ibid.) Doorheen (het getuigenis van) de christenen dus "zal de liefde worden uitgestort in de harten van de mensen, om het lichaam van Christus op te bouwen, dat de Kerk is, en ook om een maatschappij op te bouwen van gerechtigheid, vrede en broederschap". (Lettera all'Arcivescovo di Lione in occasione del pellegrinaggio a Paray-le-Monial, per il centenario della consacrazione del genere umano al Cuore divino di Gesù, 4 juni 1999: L'Osservatore Romano, 12 juni 1999, p.4.)
Referenties naar alinea 206: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
207
207. De uitbreiding van de vlammen van liefde van het Hart van Christus gebeurt ook in het missionaire werk van de Kerk, die de liefde van God, zichtbaar in Christus, verkondigt. Sint Vincentius de Paul leerde dit op een heel mooie wijze, toen hij zijn leerlingen uitnodigde aan de Heer "dit hart" te vragen, "dit hart dat ons overal heen doet gaan, dit hart van de Zoon van God, hart van onze Heer (...) dat ons bereid maakt te gaan, zoals Hij zou gaan (...) en ook ons zendt zoals hen (de apostelen) om het vuur overal heen te brengen". (Conferenze ai Preti della Missione, 135 (22 augustus 1655), "Ripetizione dell'Orazione": de heilige Vincentius de Paul, Opere, vol. 10, Rome 2008, 237-238.)
Referenties naar alinea 207: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
208
208. Toen de heilige Paulus VI zich richtte tot de congregaties die de devotie voor het Heilig Hart verspreiden, herinnerde hij eraan dat "de pastorale inzet en de missionaire ijver zeer levendig zullen branden, als priesters en gelovigen om de heerlijkheid van God te verbreiden zullen kijken naar het voorbeeld van de eeuwige liefde die Christus ons heeft getoond, en hun krachtsinspanningen erop zullen richten alle mensen deelgenoot te maken aan de ondoorgrondelijke rijkdommen van Christus". (Lett. Diserti interpretes (25 mei 1965), 4: Enchiridion della Vita Consacrata, Bologna-Milaan 2001, nr. 3809.) In het licht van het Heilig Hart wordt de zending een kwestie van liefde en is het grootste gevaar in deze zending dat er veel dingen gezegd en gedaan worden, maar men er niet in slaagt de gelukkige ontmoeting te bewerkstelligen met de liefde van Christus, die omarmt en redt.
Referenties naar alinea 208: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
209
209. De zending, verstaan in het perspectief van het uitstralen van de liefde van het Hart van Christus, vraagt om missionarissen die verliefd zijn en zich nog door Christus laten veroveren en die niet anders kunnen doen dan deze liefde, die hun leven heeft veranderd, door te geven. Daarom doet het hun verdriet tijd te verliezen met het discussiëren over secundaire kwesties of met het opleggen van waarheden en regels, omdat hun belangrijkste zorg is te communiceren wat zij beleven en vooral dat de anderen de goedheid en de schoonheid van de Beminde door hun armzalige krachtsinspanningen gewaar kunnen worden. Gebeurt dat niet bij iedere verliefde? Het is de moeite waard de woorden als voorbeeld te nemen waarmee Dante Alighieri, verliefd als hij was, deze logica tot uitdrukking trachtte te brengen: "Ik zeg dat, wanneer ik denk aan haar waarde, zo zoete Liefde mij zich laat voelen dat, als ik dan niet de moed zou verliezen, ik door te spreken de mensen verliefd zou doen worden". (Vita nova, XIX, 5-6.)
Referenties naar alinea 209: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
210
210. Zo te spreken over Christus met getuigenis of in woord dat anderen geen grote inspanning hoeven te doen om Hem lief te hebben, dat is het grootste verlangen van een missionaris van de ziel. Er is geen proselitisme in deze dynamiek van liefde: de woorden van de verliefde storen niet, dringen niet op, dwingen niet, zij brengen de ander alleen maar ertoe zich af te vragen hoe een dergelijke liefde mogelijk is. Met het grootste respect voor de vrijheid en de waardigheid van de ander hoopt de verliefde eenvoudigweg dat het hem geoorloofd is te vertellen van deze vriendschap die zijn of haar leven vult.
Referenties naar alinea 210: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
211
211. Christus vraagt van je, met alle behoedzaamheid en respect, om je niet te schamen om jouw vriendschap met Hem te erkennen. Hij vraagt van je de moed te hebben om de ander te vertellen dat het een zegen voor jou is Hem ontmoet te hebben: "Ieder die Mij bij de mensen belijdt, hem zal ook Ik als de mijne erkennen bij mijn Vader die in de hemel is" (Mt. 10, 32)[b:Mt. 10, 32]. Maar voor een verliefd hart is het geen verplichting, het is een noodzaak die moeilijk te bedwingen is: "Wee mij, als ik het evangelie niet verkondig! (1 Kor. 9, 16)[b:1 Kor. 9, 16]. "Maar dan laait er een vuur op in mijn hart, het brandt in mijn gebeente. Ik doe alle moeite om het in bedwang te houden, maar het lukt mij niet" (Jer. 20, 9)[b:Jer. 20, 9].
Referenties naar alinea 211: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- In gemeenschap van dienst
212
212. Men moet niet denken dat deze zending om Christus mee te delen, alleen maar iets tussen mij en Hem zou zijn. Missie wordt beleefd in gemeenschap met de eigen gemeenschap en met de Kerk. Als wij ons verwijderen van de gemeenschap, zullen wij ons ook verwijderen van Jezus. Als wij de gemeenschap vergeten en ons er niet om bekommeren, zal onze vriendschap met Jezus verkoelen. We mogen dit geheim nooit vergeten. De liefde voor de broeders en de zusters van de eigen - religieuze, parochiële, diocesane - gemeenschap is als een brandstof die onze vriendschap met Jezus voedt. De daden van liefde jegens de broeders en zusters van de gemeenschap kunnen de beste manier zijn of soms de enig mogelijke manier, om aan anderen de liefde van Jezus Christus tot uitdrukking te brengen. De Heer zelf heeft het gezegd: "Hieruit zullen allen kunnen opmaken dat gij mijn leerlingen zijt: als gij de liefde onder elkaar bewaart" (Joh. 13, 35)[b:Joh. 13, 35].
Referenties naar alinea 212: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
213
213. Het gaat dus om een liefde die een dienst in de gemeenschap wordt. Ik word niet moe eraan te herinneren dat Jezus het heel duidelijk heeft gezegd: "Al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders hebt gij voor Mij gedaan" (Mt. 25, 40)[b:Mt. 25, 40]. Hij stelt je voor Hem ook daar te vinden, in iedere broeder en zuster, vooral in de armsten, veracht en in de steek gelaten door de maatschappij. Wat een mooie ontmoeting!
Referenties naar alinea 213: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
214
214. Als wij besluiten iemand te helpen, dan betekent het daarom niet dat wij Jezus vergeten. Integendeel, wij vinden Hem op een andere wijze. En wanneer wij trachten iemand op te beuren en te genezen, staat Jezus daar naast ons. Immers, het is goed eraan te herinneren dat, toen Hij zijn leerlingen uitzond, "de Heer met hen was" (Mc. 16, 20)[b:Mc. 16, 20]. Hij is daar, werkt, strijdt en doet goed met ons. Op een mysterieuze wijze is het zijn liefde die zich manifesteert door onze dienst, is Hij het zelf die tot de wereld spreekt in een taal die soms geen woorden kan hebben.
Referenties naar alinea 214: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
215
215. Jezus zendt je om het goede te verspreiden en Hij zet je van binnenuit ertoe aan. Daarom roept Hij je met een roeping tot dienstbaarheid: je zult goed doen als arts, als moeder, als leraar, als priester. Waar je ook bent, je zult kunnen voelen dat Hij je roept en zendt om deze zending op aarde te beleven. Hijzelf zegt ons: "Ik zend u" (Lc. 10, 3)[b:Lc. 10, 3]. Dit maakt deel uit van de vriendschap met Hem. Daarom is het noodzakelijk, wil deze vriendschap rijpen, dat je je laat zenden door Hem om in deze wereld met vertrouwen, edelmoedigheid, in vrijheid, zonder angst een zending te vervullen. Als je je opsluit in je gerieflijkheid, zal je dit geen zekerheid geven; vrees, verdriet, angst zullen altijd verschijnen. Wie zijn eigen zending niet vervult op deze aarde, kan niet gelukkig zijn, wordt gefrustreerd. Derhalve is het beter dat je je laat zenden, je laat leiden door Hem waarheen Hij wil. Vergeet niet dat Hij je begeleidt. Hij werpt je niet in de afgrond en laat je niet over aan jezelf. Hij stuwt je voort en begeleidt je. Hij heeft het beloofd en doet het: "Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld" (Mt. 28, 20)[b:Mt. 28, 20].
Referenties naar alinea 215: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
216
216. Je moet op de een of andere wijze missionaris zijn, zoals de apostelen van Jezus en de eerste leerlingen het waren, die de liefde van God gingen verkondigen, die gingen vertellen dat Christus leeft en dat het de moeite waard is Hem te leren kennen. De heilige Theresia van het Kind Jezus beleefde het als een onontbeerlijk element van haar offer aan de barmhartige Beminde: "Ik wilde mijn Geliefde te drinken geven en ikzelf voelde mij verscheurd door de dorst van de zielen". (Ms A, 45vo: Opere complete, Rome 1997, 146.) Dat is ook jouw zending. Ieder vervult die op zijn eigen wijze en je zult zien hoe je missionaris kunt zijn. Jezus verdient het. Als je de moed ertoe zult hebben, zal Hij je verlichten. Hij zal je begeleiden en sterken en je zult een kostbare ervaring beleven die je veel goed zal doen. Het is niet belangrijk of je resultaten zult zien, laat dat over aan de Heer, die in het geheim van de harten werkt, maar houd niet op de vreugde te zoeken die erin bestaat de liefde van Christus aan anderen mee te delen.
Referenties naar alinea 216: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- SLOT (217-220)
217
217. Dit document helpt ons om te ontdekken dat wat in de sociale encyclieken Laudato Si'[5000] en Fratelli tutti[7800] staat, niet vreemd is aan onze ontmoeting met de liefde van Jezus Christus, omdat wij, wanneer wij ons laven aan deze liefde, wij in staat zijn broederlijke banden aan te knopen, de waardigheid van ieder menselijk wezen te erkennen en samen de zorg op ons te nemen voor ons gemeenschappelijk huis.
Referenties naar alinea 217: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
218
218. Wanneer we alles kunnen kopen en betalen, lijkt het dat onze waardigheid afhangt van zaken die we verwerven met de macht van het geld. Wij worden constant aangemoedigd om te verzamelen, te consumeren en ons te vermaken, gevangen als wij zijn in een vernederend systeem dat het ons niet mogelijk maakt verder te kijken dan onze onmiddellijke en bekrompen behoeften. De liefde van Christus staat buiten dit perverse raderwerk en Hij alleen kan ons bevrijden van deze koorts waarin geen ruimte meer is voor een belangeloze liefde. Hij is in staat een hart aan deze aarde te geven en daar de liefde weer uit te vinden waar wij denken dat het vermogen om lief te hebben voor altijd is gestorven.
Referenties naar alinea 218: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
219
219. Ook de Kerk heeft behoefte aan die liefde opdat de liefde van Christus niet vervangen wordt door vergankelijke structuren, door obsessies van andere tijden, door aanbidding van eigen mentaliteit, en allerlei vormen van fanatisme die uiteindelijk de plaats innemen van de belangeloze liefde van God, die bevrijdt, bezielt, het hart verheugt en de gemeenschappen voedt. Uit de wonde van de zijde van Christus blijft de stroom opwellen die nooit uitgeput raakt, die niet voorbijgaat, die zich steeds opnieuw aanbiedt aan wie wil liefhebben. Alleen zijn liefde zal een nieuwe mensheid mogelijk maken.
Referenties naar alinea 219: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
220
220. Ik bid de Heer Jezus dat uit zijn heilig Hart voor ons allen stromen van levend water vloeien om de wonden te genezen die wij elkaar toebrengen, om ons vermogen om lief te hebben en te dienen te versterken, om ons te inspireren samen op weg te gaan naar een rechtvaardige, solidaire en broederlijke wereld. En dit tot dat wij, gelukkig verenigd, het gastmaal van het hemels rijk zullen vieren. Daar zal de verrezen Christus al onze verschillen met elkaar in overeenstemming brengen met het licht dat onophoudelijk uit zijn geopende Hart opwelt. Het zij voor eeuwig gezegend!
Referenties naar alinea 220: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
221
Gegeven te Rome, bij Sint-Pieter, 24 oktober 2024, het twaalfde jaar van mijn pontificaat.
Franciscus
Franciscus
Referenties naar alinea 221: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 6
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.be/toondocument/9368-dilexit-nos-nl