Auctorem fidei - Errores Synodi Pisoriensis

x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:

Informatie over dit document

Auctorem fidei - Errores Synodi Pisoriensis
Tegen de Gallicaanse en Jansenistische dwalingen van de Synode van Pistoia (1786)
Paus Pius VI
28 augustus 1794
Pauselijke geschriften - Constituties
2006, Stg. InterKerk, Wassenaar
(werkvertaling uit het Latijn); alineaverdeling en -titels: redactie
(nog niet volledig)
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
2006
14 mei 2025
808
nl
Toon meer

Referenties naar dit document: 6

Open uitgebreid overzicht

Referenties naar dit document van thema's en berichten

Open uitgebreid overzicht

Extra opties voor dit document

Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social media

Referenties naar alinea 19: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
- Over de bestaanswijze van mensen t.o.v de natuur
18
De leer van de synode die verkondigt:

“na de val van Adam heeft God aangekondigd de belofte van een toekomstige bevrijder en heeft Hij gewild dat het mensengeslacht getroost werd door de hoop op heil, dat Jezus Christus zal komen brengen (alllaturus erat)”.
Anderzijds: “God heeft gewild dat het mensengeslacht verschillende stadia door moest gaan, voordat de volheid van de tijd kwam; en wel op de eerste plaats dat de mens overgelaten aan zijn eigen lichtbronnen zou leren (disceret) om zijn blind verstand te wantrouwen en uit zijn eigen dwalingen zich te bewegen naar het verlangen naar de hulp van een hoger licht” 1Synode van Pistoia, Decreet over de genade, over de presdestinatie en over de bronnen van de moraal (uit de 3de zitting) § 10
Deze leer is - zoals zij geponeerd is - bedrieglijk en als zij verstaan wordt als verlangen naar hulp van een hoger licht met het oog op het beloofde Heil van Christus, waartoe de mens instaat geacht wordt door gebruik te maken van zijn eigen inzichten.

Referenties naar alinea 18: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Op gelijke wijze is (de leer) die daarop aansluit:

dat de mens onder de wet, wanneer hij onbekwaam zou zijn haar te onderhouden, tot wetsovertreder, immers niet door schuld van de wet, welke hoogheilig is, maar door schuld van de mens, welke onder de wet zonder de genade meer en meer tot wetsovertreder wordt:,
daarbij nog toegevoegd:

de wet heeft, hoewel het (de wet) het hart van de mens niet heeft genezen, toch bewerkt dat hij zijn eigen kwaad heeft herkent en door van zijn zwakte overtuigd, dat hij zou verlangen naar de genade van een middelaar. 2Decreet over de genade § 10
Inzoverre zij in het algemeen aanduidt:

de mens is een wetsovertreder geworden door ongehoorzaamheid aan de wet, welke hij onbekwaam zou zijn te onderhouden, alsof (quasi) Hij hem iets onmogelijks zou kunnen bevelen, Hij die rechtvaardig (justus) is, of dat Hij die goed (pius) is, de mens voor iets zou veroordelen voor dat, wat de mens niet kan vermijden.
is vals, schandaleus, Godloos en bij Bajus al veroordeeld. 3[[6072|(54)]]

Referenties naar alinea 19: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media