Over Sacramenten
x
Informatie over dit document
De Sacramentis
Over Sacramenten
Ambrosius van Milaan
395
Kerkelijke schrijvers - Boeken
1964, Over de geheimen - in de serie 'Levensbronnen', Desclée de Brouwer
Indeling tekst, cursivering, spellingswijze, aantekeningen: conform boekuitgave van de vertaling
De datum van schrijven van dit boek is slechts een benadering.
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
De datum van schrijven van dit boek is slechts een benadering.
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
1964
Dom F. Vromen, osb
1 februari 2023
2092
nl
Referenties naar dit document: 2
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- 1e CATECHESE
- Hoofdstuk I.
Ik ga nu spreken over de sacramenten, die gij ontvangen hebt en waarvan de uitleg niet eerder gegeven mocht worden. Want in de Christen komt het geloof op de eerste plaats. Daarom geeft men in Rome de naam gelovigen dan ook aan hen, die gedoopt zijn, en onze vader Abraham is door het geloof gerechtvaardigd, niet door de werken. (Rom. 4, 1-22) [b:Rom. 4, 1-22] Gij hebt het doopsel ontvangen, gij zijt gelovigen geworden. Want het staat mij niet vrij iets anders te veronderstellen; gij zoudt immers niet tot de genade geroepen zijn, als Christus u niet zijn genade waardig geoordeeld had. Fides et Ratio [10|1]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWelnu dan: wat hebben wij zaterdag verricht? De ”opening", nietwaar N.v.d.r.: De ritus van de.. N.v.d.r.: De ritus van de apertio aurium of opening der oren, waarbij de bisschop oren en neus van de catechumeen aanraakt met het woord van Christus: "Efeta!", is eigenlijk de laatste ritus van het catechumenaat, die overal in het Westen op de ochtend van Paaszaterdag plaats heeft en dus gescheiden van de eigenlijke doopritus. Sint-Ambrosius suggereert hier, dat hij 's avonds voltrokken wordt vlak voor de intrede van de catechumenen in het doophuis. Ook hier is hij toch duidelijk van de eigenlijke doopplechtigheid onderscheiden, doordat hij buiten het baptisterium plaats heeft. Veel later zal de naam apertio aurium overgaan op een andere ritus, namelijk de verklaring van de Evangeliën.: deze geheimvolle riten van de opening zijn gevierd, toen de bisschop u oren en neus heeft aangeraakt. Wat betekent dat! In het Evangelie raakte onze Heer Jesus Christus, toen een doofstomme bij Hem gebracht werd, diens oren en diens mond aan; de oren, omdat hij doof, de mond, omdat hij stom was; en zeide Effetha. (Mc. 7, 34) [b:Mc. 7, 34] Dat is een Hebreeuws woord, dat in onze taal betekent: "Ga open!" Daarom heeft dus de bisschop u de oren aangeraakt, opdat uw oren geopend zouden worden voor het woord en de toespraak van de bisschop.
Referenties naar deze alinea: 1
H. Ambrosius van Milaan ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMaar gij vraagt mij: "Waarom de neus?" In het Evangelie raakte Hij de mond aan, omdat het een stomme was, en zo kreeg deze, omdat hij over de hemelse geheimen niet spreken kon, van Christus de spraak. En daarenboven betrof het daar een man, terwijl hier vrouwen gedoopt worden en de reinheid van de dienaar niet even groot is als die van zijn Heer - want daar deze laatste de zonden kwijtscheldt, en aan de eerste zijn zonden vergeven worden, hoe kan men hen dan vergelijken: - daarom raakt de bisschop uit eerbied voor de handeling en voor zijn functie niet de mond maar de neus aan. Waarom de neus? Opdat gij de goede geur zoudt ontvangen van de eeuwige liefde, opdat gij zeggen kunt: "Wij zijn de goede geur van Christus voor God," (2 Kor. 2, 15) [b:2 Kor. 2, 15] zoals de heilige Apostel gezegd heeft, en de geur van het geloof en van de godsdienstigheid in zijn volheid in u zij.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk II.
Wij zijn bij de vont gekomen, gij zijt binnengegaan, gij zijt gezalfd. Denk na, wie gij gezien hebt; denk na, wat gij gezegd hebt, herinner het u met zorg. Een diaken is u tegemoetgetreden, een priester is u tegemoetgetreden. Gij zijt gezalfd als een athleet voor Christus, alsof gij in deze wereld moest gaan worstelen; gij hebt u verbonden om al worstelend te strijden. Wie worstelt, heeft iets wat hij verhoopt: waar strijd is, daar is cen zegekrans. Gij worstelt in de wereld, maar wordt gekroond door Christus en voor uw strijd in de wereld wordt gij gekroond. Want ofschoon het loon in de hemel is, bevindt zich hier op aarde toch wat dat loon verdient.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaToen men u vroeg: "Verzaakt gij aan de duivel en aan zijn werken? N.v.d.v.: Het bijzondere van.. N.v.d.v.: Het bijzondere van de verzakingsritus van de milanese liturgie is, dat hij niet drieledig is zoals de romeinse, maar tweeledig." wat hebt gij toen geantwoord: "Ik verzaak." "Verzaakt gij aan de wereld en haar lusten?" Wat hebt gij geantwoor"? "Ik verzaak." Wees uw woord indachtig en vergeet nooit wat uit uw verbintenis volgt. Als gij een mens een schuldbrief gegeven hebt, zijt gij een verplichting aangegaan om zo geld van hem te krijgen; dan zijt gij daaraan gebonden en als gij weerstand biedt, verplicht de schuldeiser u. Als gij protesteert gaat gij naar de rechter, en daar wordt gij door uw schuldbrief in het ongelijk gesteld.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDenk na, waar gij uw belofte gedaan hebt en aan wie gij haar gedaan hebt. Gij hebt de diaken gezien, maar hij is de dienaar van Christus. Gij hebt hem dienst zien doen vóór het altaar. Uw schuldbrief wordt dus niet op aarde bewaard maar in de hemel. Denk eens na, waar gij de hemelse geheimen ontvangt. Als hier het Lichaam van Christus is, dan zijn hier ook de engelen: "waar het lichaam is, daar zijn ook de adelaars" (Mt. 24, 28) [b:Mt. 24, 28], hebt gij in het Evangelie gelezen. Waar Christus' Lichaam is, daar zijn ook de adelaars, die gewoon zijn te vliegen om zo het aardse te ontvluchten, het hemelse te zoeken. Waarom zeg ik dit? Omdat ook alle mensen, die Christus aankondigen, engelen zijn en ingelijfd schijnen te worden in de rangen der engelen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHoe? Luister! De doper was Johannes, iemand die uit een man en een vrouw geboren was. En toch, hoor: ook hij is een engel: "Zie Ik zend mijn engel voor uw aanschijn uit en hij zal uw weg voor u bereiden." (Mt. 11, 10) [b:Mt. 11, 10] Luister ook naar het volgende. De profeet Malachias zegt: "De lippen van de priester bewaren de wijsheid en uit zijn mond wil men de wet vernemen; hij immers is een engel van de almachtige God." (Mal. 2, 7) [b:Mal. 2, 7] Dit zeggen wij om de heerlijkheid van het priesterschap te verkondigen, en niet om iets aan onze persoonlijke verdienste toe te schrijven.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGij hebt dus verzaakt aan de wereld, gij hebt verzaakt aan het werelds leven. Wees op uw hoede. Wie geld schuldig is, denkt steeds aan zijn schuldbrief. En gij, die aan Christus het geloof verschuldigd zijt, bewaar dat geloof, dat veel kostbaarder is dan geld. Want het geloofis een eeuwig vermogen, geld een tijdelijk. Wees ook gij daarom steeds indachtig wat gij beloofd hebt: dan zult gij meer op uw hoede zijn. Als gij uw belofte houdt, behoudt gij ook uw schuldbrief.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk III.
Daarna zijt gij naderbij gekomen, gij hebt de vont gezien, gij hebt ook de bisschop gezien bij de vont. Ook kan ik er niet aan twijfelen, dat in uw hart misschien diezelfde gedachte is opgekomen welke opkwam in de Syriër Naäman, die hoewel hij gereinigd werd, toch van tevoren had getwijfeld. Waarom? Ik zal het u zeggen. Luister! Gij zijt binnengegaan, gij hebt water gezien, gij hebt de bisschop gezien, gij hebt de diaken gezien. Wellicht heeft de een of ander gezegd: Is dat alles? Inderdaad, dat is alles, werkelijk alles, waar alle onschuld, alle godsdienstigheid, alle genade, alle heiliging is. Gij hebt gezien wat gij hebt kunnen zien met de ogen van uw lichaam en met een menselijke blik; niet gezien hebt gij wat bewerkt wordt, maar enkel wat men zien kan. Wat men niet ziet is veel groter dan wat men ziet, omdat wat men ziet, tijdelijk is, maar wat men niet ziet, eeuwig is. (2 Kor. 4, 18) [b:2 Kor. 4, 18]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk IV.
Laten wij dan beginnen met te zeggen - let op wat ik beloof en eis het op! -: Wij hebben bewondering voor de heilsgeheimen van de Joden, die aan onze vaderen geschonken zijn, en die voortreffelijk zijn vooreerst omwille van de ouderdom van die sacramenten en vervolgens omwille van hun heiligheid. Nu beloof ik dit waar te maken, dat de sacramenten van de christenen goddelijker zijn en ouder dan die van de Joden. Wat is er vergelijkbaar met de doortocht van het Joodse volk door de zee en hoe kunnen wij met dat al nog over een doopsel spreken? Toch zijn de Joden, die er doorheen getrokken zijn, allen gestorven in de woestijn. Hij daarentegen, die door deze vont heentrekt, dat wil zeggen: vanuit het aardse naar het hemelse - want dit is een doortocht en daarom een Pascha, hetgeen betekent ,zijn doortocht", een doortocht vanuit de zonde naar het leven, vanuit de schuld naar de genade, vanuit de bezoedeling naar de heiliging, - die door deze vont heentrekt, sterft niet maar verrijst.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk V.
Naärman nu was melaats. (2 Kon. 5, 1-14) [b:2 Kon. 5, 1-14] Een slavin zei tot zijn vrouw: "Als mijn meester gereinigd wil worden, laat hij dan naar het land van Israël gaan: daar zal hij degene vinden, die hem van zijn melaatsheid verlossen kan." Zij zei dit tot haar meesteres, deze vrouw zei het aan haar man, Naäman zei het aan de koning van Syrië, en deze zond hem, omdat hij zijn gunsteling was, naar de koning van Israël. De koning van Israël vernam, dat men iemand tot hem gezonden had om hem van zijn melaatsheid te laten genezen, en scheurde zijn kleed. Toen liet de prof eet Eliseus hem zeggen: "Waarom hebt gij uw kleed gescheurd, alsof er geen God is, die bij machte is om een melaatse te reinigen: Zend hem naar mij." Hij zond hem. Bij zijn aankomst sprak de profeet tot hem: "Ga, daal af in de Jordaan, dompel u er in onder en gij zult genezen zijn". Hij nu begon na te denken en bij zichzelf te zeggen: "Is dat alles? Van Syrië ben ik naar het land van Juda gekomen en nu zegt men mij: Ga naar de Jordaan, dompel u er in onder en gij zult genezen zijn! Alsof er geen betere rivieren in mijn eigen land zijn!" Zijn dienaren zeiden tot hem: "Heer, waarom doet gij niet wat de profeet gezegd heeft? Doe het liever en probeer het." Toen ging hij naar de Jordaan, dompelde zich erin onder en kwam er genezen uit.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWat betekent dit nu! Gij hebt water gezien, maar niet ieder water geneest; slechts dat water geneest, hetwelk de genade van Christus bevat. Er is verschil tussen het element en de heiliging, tussen de daad en de uitwerking. De daad gebeurt met water, de uitwerking komt van de Heilige Geest. Het water geneest niet, tenzij de Heilige Geest neergedaald is en dat water geheiligd heeft. Gij hebt immers gelezen, dat onze Heer Jesus Christus, toen Hij het voorbeeld van het doopsel gaf, tot Johannes kwam en Johannes tot Hem zeide: "Ik moet door U gedoopt worden en nu komt Gij tot mij." (Mt. 3, 14-15) [b:Mt. 3, 14-15] Christus antwoordde hem: Laat het nu toe, want zo betaamt liet ons alle gerechtigheid te vervullen." Zie, hoe alle gerechtigheid in het doopsel is neergelegd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWaarom is Christus afgedaald, tenzij om ons vlees te reinigen, het vlees, dat Hij uit onze natuur heeft aangenomen, Want voor Christus was geen afwassing van eigen zonden nodig, omdat Hij geen zonde gedaan heeft (1 Pt. 2, 22) [b:1 Pt. 2, 22], maar voor ons was zij nodig, die onderhevig blijven aan de zonde. Welnu als dit doopsel dan om onzentwille plaats heeft, dan wordt voor ons deze ritus ingesteld, aan ons geloof deze ritus voorgehouden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaChristus daalde af, Johannes stond erbij en doopte; en zie in de gedaante van een duif daalde de Heilige Geest neder. (Joh. 1, 32) [b:Joh. 1, 32] Niet een duif daalde neder maar de gedaante van een duif. Herinner u wat ik u gezegd heb: Christus heeft het vlees aangenomen, niet de gedaante van het vlees, maar de werkelijkheid van ons vlees, Christus heeft werkelijk het vlees aangenomen. De Heilige Geest echter is in de gedaante van een duif, niet in de werkelijkheid van een duif, maar in de gedaante van een duif uit de hemel neergedaald. Dit nu zag Johannes en hij geloofde.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaChristus daalde af, ook de Heilige Geest daalde af. Waarom daalde eerst Christus af en daarna de Heilige Geest, terwijl de gebruikelijke ritus van het doopsel inhoudt, dat eerst de vont gewijd wordt en eerst dan afdaalt die gedoopt moet worden? Want onmiddellijk als de bisschop binnentreedt, spreekt hij een bezwering uit over dit schepsel, het water, daarna bidt hij een aanroeping en een gebed, opdat de vont geheiligd worde en de eeuwige Drievuldigheid aanwezig zij. Christus daarentegen daalde eerst af, de Geest is gevolgd. Waarom? Opdat de Heer Jesus niet de indruk zou wekken alsof Hij zelf behoefte had aan een heiligend Sacrament, maar opdat Hijzelf zou heiligen en ook de Geest zou heiligen. Christus daalde dus af in het water en de Heilige Geest daalde neder als een duif. En ook God de Vader sprak vanuit de hemel. (Mt. 3, 16-17) [b:Mt. 3, 16-17] Hier hebt gij de tegenwoordigheid van de Drievuldigheid.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk VI.
Dat er in de Rode Zee een voorafbeelding van dit doopsel geweest is, zegt de Apostel met de woorden: "want onze vaderen zijn allen gedoopt in de wolk en in de zee" (1 Kor. 10, 2) [b:1 Kor. 10, 2], en hij voegde er aan toe: Dit alles nu is hun overkomen als voorafbeelding." (1 Kor. 10, 11) [b:1 Kor. 10, 11] Hun als voorafbeelding, maar ons in werkelijkheid. Toen had Mozes zijn staf in de hand, het volk der Joden was geheel ingesloten. De Egyptenaar drong met zijn soldaten op aan de ene kant, en aan de andere kant werden de Hebreeën door de zee ingesloten; zij konden noch de zee oversteken, noch terugkeren in de richting van de vijand. Zij begonnen te morren. (Ex. 14, 9-11) [b:Ex. 14, 9-11]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaLaat u niet verleiden door het feit, dat zij verhoord werden. Hoewel de Heer hen verhoord heeft, zijn toch zij, die gemord hebben, niet vrij van schuld. Uw plicht is juist om, als gij in nood verkeert, te geloven dat gij gered zult worden, en niet te mopperen; om te roepen, te bidden, maar geen verwijt te laten horen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMozes hield zijn staf in de hand en leidde het volk der Hebreeën des nachts in de lichtkolom, overdag in de wolkkolom. (Ex. 13, 21) [b:Ex. 13, 21] Het licht, wat is dat anders dan de waarheid, want deze straalt een duidelijk en helder licht uit. De lichtkolom, wie is dat anders dan Christus de Heer, die de duisternis van het ongeloof verdreven heeft, het licht van de waarheid en de genade des Geestes in de harten van de mensen heeft ingestort I Maar de wolkkolom daarentegen is de Heilige Geest. Het volk was in de zee en de lichtkolom ging voor hen uit; achter hen volgde de wolkkolom als een overschaduwing van de Heilige Geest. Gij ziet dat ons in de Heilige Geest en in het water het oerbeeld van het doopsel getoond is.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOok in de zondvloed was toen reeds een voorafbeelding van het doopsel aanwezig (1 Pt. 3, 21) [b:1 Pt. 3, 21], en toch bestonden de Sacramenten van de Joden nog niet. Als dus de voorafbeelding van dit doopsel er eerder geweest is, ziet gij, dat de Sacramenten van de Christenen ouder zijn dan die van de Joden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMaar met het oog op de zwakheid van onze stem en rekening houdend met de tijd moge het voor vandaag voldoende zijn uit de heilige vont nog iets van haar geheimen geput te hebben. Morgen zal ik u, als de Heer mij voldoende stem of zelfs stem in overvloed geeft, hierin vollediger onderrichten. Uwe heiligheid moet echter een gewillig oor, een ontvankelijker geest hebben, opdat gij hetgeen wij verzamelen kunnen uit de tekst der Schrift en u zullen hebben meegedeeld, ook zult kunnen onthouden, opdat gij de genade moogt bezitten van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, de Drievuldigheid, aan wie de altijddurende heerschappij is van alle eeuwigheid en nu en altijd en in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 2e CATECHESE
- Hoofdstuk I.
Gisteren zijn wij begonnen u uit te leggen, dat ook in de zondvloed een voorafbeelding van het doopsel is voorafgegaan. Wat is de zondvloed anders dan een middel om de rechtvaardige te behouden voor de voortplanting der gerechtigheid en de zonde te doen sterven? Daarom heeft de Heer, toen Hij de misdrijven van de mensen zag toenemen, alleen de rechtvaardige met zijn nageslacht behouden doen blijven, maar aan het water bevolen tot zelfs boven de bergen uit te stijgen. En daarom is in die zondvloed alle bederf van het vlees te gronde gegaan, alleen het nageslacht en het oerbeeld van de rechtvaardige zijn blijven bestaan. (Gen. 7, 17-23) [b:Gen. 7, 17-23] Is de zondvloed niet hetzelfde wat het doopsel is, waardoor alle zonden worden weggevaagd, terwijl alleen de geest en de genade van de rechtvaardige er uit verrijzen?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEr zijn veel soorten doopsels, maar er is maar één doopsel, roept de Apostel uit. (Ef. 4, 5) [b:Ef. 4, 5] Waarom? Er zijn doopsels van de heidenen, maar dat zijn geen doopsels. Het zijn afwassingen, doopsels kunnen het niet zijn. Het lichaam wordt afgewassen, maar de schuld wordt niet weggewist; integendeel, door een dergelijke afwassing loopt men juist een schuld op. Er waren doopsels van de Joden, sommigen waren overbodig, anderen dienden tot voorafbeelding. En juist die voorafbeelding komt ons ten goede, want zij kondigt de waarheid aan.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk II.
Wat is er gisteren voorgelezen1 Een engel daalde op bepaalde tijden in de vijver neer en iedere keer als de engel was neergedaald, kwam het water in beweging en wie het eerst in het water afdaalde werd genezen, aan welke kwaal hij ook leed. (Joh. 5, 4) [b:Joh. 5, 4] Dit had de zin van een voorafbeelding van onze Heer Jesus Christus, die komen moest.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWaarom die engel? Omdat Hij de Engel van de Grote Raad is. (Jes. 9, 6 (Septuagintlezing)) [b:Jes. 9, 6] Op bepaalde tijden, omdat het voorbehouden was voor het laatste uur om de dag reeds bij het vallen van de avond vast te houden en de avond uit te stellen. Telkenmale als de engel dus was neergedaald, kwam het water in beweging. Gij zegt misschien: " Waarom komt het nu dan niet in beweging?' Luister waarom! De tekenen zijn voor de ongelovigen, het geloof voor de gelovigen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWie als eerste afdaalde werd genezen van iedere ziekte. Wat betekent "eerste", in tijd of in waardigheid: Vat het op in beide zinnen. Als het de tijd betreft, werd hij die het eerst af daalde het eerst genezen; dan gaat het meer over het volk der Joden dan over het volk der heidenen. Als het de waardigheid betreft, dan betekent "hij die het eerst afgedaald is", hij die de vreze Gods bezat, de ijver voor de gerechtigheid, en de genade van de liefde; juist deze werd bij voorkeur genezen. Maar toentertijde werd er slechts één gered, toentertijde, zeg ik, werd als voorafbeelding alleen hij, die het eerst af daalde genezen. Hoeveel groter is dan de genade van de Kerk, in wie allen gered worden, die afdalen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMaar zie nu het mysterie. Onze Heer Jesus Christus komt bij de vijver, er lagen veel zieken. En inderdaad lagen veel zieken daar, waar er slechts één genezen werd. Hij zei dan tot die lamme: "Daal af". Deze zeide: "Ik heb geen mens". (Joh. 5, 6-7) [b:Joh. 5, 6-7] Zie, waar gij gedoopt wordt, waar het doopsel anders vandaan komt dan van Christus' kruis, van Christus' dood. Daar is heel het mysterie: dat Hij voor u geleden heeft. In Hem wordt gij verlost, in Hem wordt gij gered. "Ik heb geen mens", zegt hij. Dat wil zeggen: door een mens is de dood en door een mens is de verrijzenis gekomen. (1 Kor. 15, 21) [b:1 Kor. 15, 21] Hij kon niet afdalen, hij kon niet gered worden, die niet geloofde, dat onze Heer Jesus Christus het vlees had aangenomen uit de Maagd. Deze man nu, die wachtte op de Middelaar tussen God en de mensen (1 Tim. 2, 5) [b:1 Tim. 2, 5], de mens Jesus, en die uitzag naar Hem, over wie gezegd is: "En de Heer zal een mens zenden om hen te redden" (Jes. 19, 20 (Septuagintlezing)) [b:Jes. 19, 20], deze nu zeide: "Ik heb geen mens". En daarom verdiende hij de genezing te verkrijgen, omdat hij geloofde in Hem, die op komst was. Nog beter en volmaakter zou het echter geweest zijn, als hij geloofd had, dat Hij reeds gekomen was, van Wie hij toen hoopte, dat Hij komen zou.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk III.
Bezie nu enkele punten in het bijzonder. Wij hebben gezegd, dat er vroeger een voorafbeelding is tot stand gekomen in de Jordaan, toen Naäman, die melaatse, gereinigd is. Die jonge slavin uit de krijgsgevangenen, wie is zij anders dan een beeld van de Kerk en een uitbeelding van haar gestalte? Want krijgsgevangen was het volk der heidenen, krijgsgevangen was het, en nu spreek ik niet van een gevangenschap door de overheersing van een vijandig volk, maar over die gevangenschap spreek ik, die erger is, als namelijk de duivel met de zijnen zijn wrede heerschappij uitoefent en de gevangen zondaars aan zich onderwerpt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDaar hebt gij dus één doopsel; een ander vindt gij in de zondvloed. Een derde voorbeeld hebt gij, als de vaderen in de Rode Zee gedoopt werden. Een vierde voorbeeld hebt gij in de vijver, als het water in beweging kwam. Nu vraag ik u, of gij geloven moet, dat gij met de tegenwoordigheid van de Drievuldigheid te doen hebt in dit doopsel, waarmee Christus doopt in de Kerk.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk IV.
De Heer Jesus zegt dan ook in het Evangelie tot zijn Apostelen: "Gaat, doopt de volkeren in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest". (Mt. 28, 19) [b:Mt. 28, 19] Dit is een woord van de Verlosser. Zeg mij, mens: Elias riep vuur af uit de hemel en het vuur daalde neer. (1 Kon. 18, 38) [b:1 Kon. 18, 38] Eliseus riep de naam des Heren aan, en uit het water kwam het ijzer van de bijl omhoog, dat omlaag gezonken was. Dit is weer een ander geval van een doopsel. Waarom? Omdat ieder mens vóór zijn doopsel zwaar is als ijzer en naar beneden zinkt: zodra hij gedoopt is, is hij niet meer als ijzer maar stijgt hij omhoog als een houtsoort, die nog lichter is dan die van vruchtbomen. Bijgevolg vindt gij hier ook nog een andere voorafbeelding. Het was een bijl waarmee men hout hakte. De steel schoot los uit de bijl, hetgeen inhield dat het ijzer zonk. De profetenzoon wist niet wat te doen, maar alleen dit kwam bij hem op, om zich tot de profeet Eliseus te wenden en hem om uitkomst N.v.d.v.: Letterlijk:.. N.v.d.v.: Letterlijk: geneesmiddel te vragen. Toen stak deze het hout in het water en het ijzer kwam naar boven. (2 Kon. 6, 5-6) [b:2 Kon. 6, 5-6] Gij ziet dus, dat door Christus' kruis de zwakheid van alle mensen wordt omhooggeheven.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEen ander geval - hoewel wij ons niet aan de feitelijke volgorde houden; want wie zou alles wat Christus gedaan heeft kunnen omvatten, zoals de Apostelen gezegd hebben. - Toen Mozes in de woestijn gekomen was en het volk dorst had en het volk bij de bron Mara gekomen was en wilde drinken, proefde het, zodra het water geput had, dat dit zilt was, en kon het dit verder niet drinken. Daarom nu wierp Mozes hout in de bron en het water, dat eerst zilt was, begon zoet te worden. (Ex. 15, 22-25) [b:Ex. 15, 22-25] Wat betekent dit anders dan dat ieder aan bederf onderhevig schepsel zilt water is voor allen? Zelfs als het een ogenblik zoet is, zelfs als het een ogenblik aangenaam is, het is zilt, omdat het de zonde niet kan wegnemen. Zodra gij ervan gedronken hebt, zult gij dorst hebben, zodra gij genoten hebt van de zoetheid van de drank, zult gij zijn ziltheid weer proeven. Het is dus zilt water, maar zodra het Christus' kruis, het hemels geheim, ontvangen heeft, begint het zoet en aangenaam te worden. En terecht zoet, omdat de schuld er door verwijderd wordt. Welnu als de doopsels ter voorafbeelding zulk een kracht bezaten, hoeveel machtiger is dan het doopsel in werkelijkheid.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk V.
Laten wij nu dan aandachtig zijn. De bisschop komt, hij spreekt een gebed uit bij de vont, hij roept de naam van de Vader aan, de tegenwoordigheid van de Zoon en de Heilige Geest, hij gebruikt hemelse woorden. Hemelse woorden, want zij zijn van Christus: dat wij namelijk dopen moeten in de naam van de Vader, en de Zoon en de Heilige Geest. (Mt. 28, 19) [b:Mt. 28, 19] Als dus op het woord van mensen, op de aanroeping van een heilige de Heilige Drievuldigheid aanwezig was, hoeveel te meer zal Zij dan daar zijn, waar een eeuwig woord werkzaam is. N.v.d.v.: Alle Vaders hebben.. N.v.d.v.: Alle Vaders hebben aan de wijding van het doopwater de grootste waarde gehecht. Voor velen van hen stond ze bijna gelijk met de wijding van brood en wijn door het Consecratiegebed. Het was iets als een quasi-forma, waardoor het water de kracht ontving om de mens herboren te doen worden, omdat dit gebed de kracht van de Geest afriep over het water. Wilt gij er zeker van zijn, dat de Heilige Geest neergedaald is? Gij hebt gehoord dat Hij als een duif is neergedaald. Waarom als cen duif: Opdat de ongelovigen tot het geloof geroepen zouden worden. Aanvankelijk moest er een teken zijn; daarna moest er volmaaktheid zijn.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaNog een ander geval! Na de dood van onze Heer Jesus Christus waren de Apostelen bij elkander en baden op de Pinksterdag, en plotseling ontstond er een groot gedruis, alsof de wind met groot geweld woei, en er verschenen verspreide tongen als van vuur (Hand. 2, 1-3) [b:Hand. 2, 1-3], Wat betekent dit anders dan de nederdaling van de Heilige Geest, die zich aan de ongelovigen zelfs lichamelijk wilde tonen, dat wil zeggen: lichamelijk door een teken, geestelijk door het sacrament. Een klaarblijkelijk getuigenis dus van Zijn komst; maar aan ons wordt nu het voorrecht van het geloof geschonken, omdat aanvankelijk tekenen tot stand kwamen voor de ongelovigen, terwijl wij, die in de volheid van de Kerk leven, de waarheid nu niet door een teken maar door het geloof moeten verwerven.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk VI.
Laten wij nu nagaan wat dat, wat men doopsel noemt, eigenlijk is. Gij zijt bij de vont gekomen, gij zijt er in afgedaald, gij hebt de hogepriester ontwaard, gij hebt de diakens en de priester in de vont gezien. Wat is het doopsel?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn de aanvang heeft de Heer, onze God, de mens zo gemaakt, dat hij, als hij de zonde niet gesmaakt had, de dood niet zou zijn gestorven. Hij heeft de zonde bedreven, hij is aan de dood onderworpen geworden, hij is verjaagd uit het paradijs. Maar omdat de Heer zijn weldaden wilde doen voortduren en alle hinderlagen van de slang wilde verdelgen en ook alles wat tot verderf geweest was wilde uitrukken, velde Hij eerst zijn vonnis over de mens: "Gij zijt aarde en tot aarde zult gij wederkeren" (Gen. 3, 19) [b:Gen. 3, 19], en onderwierp de mens aan de dood. Dit was een goddelijk vonnis, door geen mens kon het ongedaan gemaakt worden. Maar er werd een geneesmiddel geschonken in die zin, dat de mens zou sterven en verrijzen. Waarom? Opdat ook datgene wat eerst tot straf geweest was, tot een weldaad worden zou. Wat is dit anders dan de dood, Gij vraagt: hoe? Omdat de dood door zijn tussenkomst een einde maakt aan de zonde. Want als wij sterven, houden wij inderdaad op met zondigen. Er scheen dus voldaan te zijn aan het vonnis, omdat de mens, die gemaakt was om te leven, als hij tenminste niet zondigde, van toen af zou sterven. Maar opdat Gods altijddurende genade zou blijven voortbestaan, is de mens wel gestorven, maar heeft Christus de verrijzenis gevonden, om zo namelijk de hemelse weldaad te herstellen, die door de list van de slang verloren was gegaan. Beiden zijn dus een goed voor ons, omdat enerzijds de dood het einde is van de zonde en de verrijzenis anderzijds het herstel is van onze natuur.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOpdat evenwel de listen en hinderlagen van de duivel in deze wereld de overhand niet zouden krijgen, is er het doopsel. Hoor wat de Schrift, of liever de Zoon Gods zegt over dit doopsel: "De pharizeeën, die niet gedoopt wilden worden met het doopsel van Johannes, hebben Gods raadsbesluit veracht". (Lc. 7, 30) [b:Lc. 7, 30] Het doopsel is dus Gods raadsbesluit. Welk een genade is daar, waar Gods raadsbesluit is!
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaLuister dan! Want om ook in deze wereld de slavernij van de duivel te vernietigen, is er een middel gevonden om de mens nog in dit leven te laten sterven en nog in dit leven te laten verrijzen. Wat is "in dit leven"? Dat wil zeggen: levend door het leven van het lichaam, toen hij naar de vont kwam en in de vont werd ondergedompeld. Wat is water anders dan iets uit de aarde? Men voldoet dus aan het vonnis van de hemel zonder te verstijven in de dood. Het feit, dat gij u onderdompelt, is de voltrekking van het vonnis: "Gij zijt aarde en tot aarde zult gij wederkeren". Zodra het vonnis is uitgevoerd, is er plaats voor de weldaad en het geneesmiddel van de hemel. Het water komt dus uit de aarde, anderzijds liet onze mogelijkheid om te leven niet toe, dat wij onder aarde bedolven werden en uit de aarde verrezen. Daarenboven wast niet de aarde maar wast het water. Zodoende is de vont als het ware een graf.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk VII.
Men heeft u ondervraagd: "Gelooft gij in God, de almachtige Vader?" Gij hebt gezegd: "Ik geloof", en gij zijt ondergedompeld, dat wil zeggen: gij zijt begraven. Opnieuw heeft men u ondervraagd: "Gelooft gij in onze Heer Jesus Christus en in zijn kruis?" Gij hebt gezegd: "Ik geloof", en gij zijt ondergedompeld. Zodoende zijt gij ook met Christus samen begraven. (Rom. 6, 4) [b:Rom. 6, 4] Want wie samen met Christus begraven wordt, verrijst met Christus. Voor de derde maal heeft men u ondervraagd: "Gelooft gij ook in de Heilige Geest?" Gij hebt gezegd: "Ik geloof"; voor de derde maal zijt gij ondergedompeld, opdat de drievoudige geloofsbelijdenis uw veelvuldig vallen in uw vroeger leven zou vergeven". N.v.d.v.: Voor deze.. N.v.d.v.: Voor deze doop-forma vgl. Inleiding, P. 14.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOm u tenslotte nog een voorbeeld te geven: nadat de Heilige Apostel Petrus tijdens het lijden des Heren gevallen was tengevolge van de zwakheid van zijn menselijke natuur, wordt hij, die Christus eerst verloochend had, later, om deze val te niet te doen en weer goed te maken, tot driemaal toe door Christus ondervraagd, of hij Christus bemint. Dan zegt hij: "Gij weet, Heer, dat ik U bemin". (Joh. 21, 17) [b:Joh. 21, 17] Tot driemaal toe zeide hij het om driemaal vergeving te krijgen. Zo nu vergeeft de Vader de zonde, zo vergeeft ze de Zoon, zo ook de Heilige Geest. Verwonder u er intussen niet over, dat wij in één naam gedoopt worden, dat wil zeggen: in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, want Hij spreekt van slechts één naam, waar één substantie is, één Godheid, één Majesteit. Dit is de naam waarover gezegd is: "Door welke allen moeten gered worden". (Hand. 4, 12) [b:Hand. 4, 12] Door deze naam zijt gij allen gered, teruggegeven aan de genade van het leven. De Apostel nu roept uit, zoals gij zojuist in de voorlezing gehoord hebt, dat ieder, die gedoopt wordt, in de dood van Jesus gedoopt wordt. (Rom. 6, 3) [b:Rom. 6, 3] Wat is dat "in de dood"; Dat wil zeggen: evenals Christus gestorven is, zo moet ook gij de dood smaken, evenals Christus gestorven is aan de zonde en voor God leeft, zo moet ook gij door het sacrament van het doopsel gestorven zijn aan de vroegere verlokkingen van de zonden en verrezen zijn door de genade van Christus. Het is dus een dood, maar niet in de werkelijkheid van de lichamelijke dood, maar in een symbool. Wanneer gij immers wordt ondergedompeld, onderwerpt gij u aan het symbool van Christus' dood en begrafenis, ontvangt gij het sacrament van zijn kruis, want Christus heeft aan het kruis gehangen en Zijn lichaam was er met spijkers aan vastgehecht. Gij nu wordt medegekruisigd, gij zijt aan Christus vastgehecht, door de spijkers van onze Heer Jesus Christus zijt gij vastgehecht, opdat de duivel u niet van Hem weg zou kunnen sleuren. Mogen de spijkers van Christus u vasthouden, als de zwakheid van uw menselijke natuur u tracht weg te rukken.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGij zijt dus ondergedompeld, gij zijt naar de bisschop gegaan. Wat heeft hij tot u gezegd? "God, heeft hij gezegd, de almachtige Vader, die u herboren heeft doen worden uit water en Geest, en u uw zonden vergeven heeft, Hij zalft u ten eeuwigen leven." Zie, waartoe gij gezalfd zijt: ten eeuwigen leven, zegt hij. Wil dit aardse leven niet verkiezen boven het eeuwige leven. Als bijvoorbeeld de een of andere vijand voor u staat, als hij u uw geloof ontnemen wil, als hij met de dood dreigt om zo iemand te doen zondigen, zie toe wat gij kiest. Kies niet dat waartoe gij niet gezalfd zijt, maar kies dat waartoe gij gezalfd zijt, zodat gij aan het eeuwig leven de voorkeur geeft boven het tijdelijk leven.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 3e CATECHESE
- Hoofdstuk I.
Gisteren hebben wij gesproken over de doopvont, die zoiets als een graf schijnt te zijn, waarin wij, gelovend in de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, worden opgenomen en ondergedompeld, en er weer uit oprijzen, dat wil zeggen: ten leven gewekt worden. Daarna ontvangt gij het myron, dat wil zeggen: de zalving, op het hoofd. Waarom op het hoofd? Omdat het inzicht van de wijze in zijn hoofd zetelt, (Pred. 2, 14) [b:Pred. 2, 14] zegt Salomon. De wijsheid immers kan niet werken zonder de genade, maar zodra de wijsheid de genade ontvangen heeft, begint haar werking meteen volmaakt te zijn. Dit noemt men de wedergeboorte.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWat is de wedergeboorte? In de Handelingen der Apostelen leest gij, dat het vers, dat in de 2e psalm gezegd wordt: "Gij zijt mijn Zoon, Ik heb U heden voortgebracht", op de verrijzenis schijnt te slaan. Want de Heilige Apostel Petrus N.v.d.v.: Deze woorden worden.. N.v.d.v.: Deze woorden worden in Hand. 13 niet door Petrus maar door Paulus gesproken. heeft het in de Handelingen der Apostelen zó uitgelegd, dat op het moment waarop de Zoon opstond uit de dood, de stem van de Vader klonk: "Gij zijt mijn Zoon, Ik heb U heden voortgebracht." Daarom wordt Hij ook de eerstgeborene uit de doden (Kol. 1, 18) [b:Kol. 1, 18] genoemd. Wat is de verrijzenis dus anders dan het moment, waarop wij van de dood opstaan tot het leven: Zo is het dus ook in het doopsel: omdat het een beeld van de dood is, komt er, als gij u laat onderdompelen en weer oprijst, een beeld van de verrijzenis tot stand. Zoals dan ook volgens de uitleg van de Apostel (Rom. 6, 3-11) [b:Rom. 6, 3-11] die eerste verrijzenis een wedergeboorte was, zo is eveneens deze verrijzenis uit de vont een wedergeboorte.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMaar waarom zegt gij, dat gij u in water laat onderdompelen? Brengt dit u in de war? Is dit de reden waarom gij in twijfel verkeert? Toch lezen wij: "Dat de aarde uit zichzelf een vrucht voortbrenge, en de aarde bracht een kiemende vrucht voort". (Gen. 1, 11) [b:Gen. 1, 11] Eveneens hebt gij ook over het water gelezen: "Dat de wateren levende wezens voortbrengen, en er werden levende wezens geboren". (Gen. 1, 20) [b:Gen. 1, 20] Deze nu zijn in het begin van de schepping ontstaan, maar aan u is het voorbehouden, dat het water u herboren doet worden voor de genade, zoals het die andere wezens geboren deed worden voor het leven. Volg die vis na, die wel een geringere gunst verkregen heeft, maar die toch een wonder voor u zijn moet. Hij is in de zee en is boven op de golven, hij is in de zee en zwemt op de baren. Op zee raast de storm en huilt de orkaan, maar de vis zwemt, hij zinkt niet, want hij is gewoon om te zwemmen. Welnu ook voor u is deze wereld een zee. Zij heeft haar verschillende stromingen, hevige golven, woeste stormen. Wees ook gij een vis, opdat de vloed van de wereld u niet verdrinke. Terecht zegt intussen de Vader tot de Zoon: "Ik heb U heden voortgebracht" (Ps. 2, 7) [b:Ps. 2, 7], dat wil zeggen: toen gij het volk verlost hebt, toen gij het naar het hemelrijk geroepen hebt, toen gij mijn wil volbracht hebt, hebt gij bewezen, dat gij mijn Zoon zijt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGij zijt opgestegen uit de vont. Wat is er toen gevolgd, Gij hebt naar een lezing geluisterd. De bisschop heeft zijn klederen opgeschort want al hebben de priesters dit ook gedaan, de hogepriester is toch met dit dienstwerk begonnen - de hogepriester, zeg ik, heeft zijn klederen opgeschort en heeft u de voeten gewassen. Wat betekent deze geheim volle ritus? Gij hebt immers gehoord, hoe de Heer, toen Hij de andere leerlingen de voeten gewassen had, bij Petrus kwam en dat Petrus tot Hem zeide: "Gij wast mij de voeten?" (Mt. 3, 14) [b:Mt. 3, 14] Dat wil zeggen: Gij, de Heer, wast een dienaar de voeten; gij, de onbevlekte, wast mij de voeten; gij, de Schepper van de hemelen, wast mij de voeten. Dit vindt gij ook elders: "Hij kwam tot Johannes en Johannes zeide tot Hem: Ik moet door U gedoopt worden en Gij komt tot mij." (Mt. 3, 14) [b:Mt. 3, 14] Ik ben een zondaar en Gij komt tot die zondaar als om uw zonden af te leggen, die geen zonden bedreven hebt. Zie alle gerechtigheid, zie de nederigheid, zie de genade, zie de heiligheid. Als Ik u de voeten niet was, zegt Hij, zijt gij mijn deelgenoot niet.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet is ons niet onbekend, dat deze gewoonte niet bestaat in de kerk van Rome, wier voorbeeld en ritueel wij in alles volgen. Deze gewoonte echter om de voeten te wassen bezit zij niet. Let wel: misschien is zij er omwille van het grote aantal dopelingen van afgeweken. Er zijn er echter, die dit trachten te verontschuldigen en zeggen, dat men dit niet tijdens de mysterieviering" moet doen, niet bij de doop, niet bij de wedergeboorte, maar dat men de voeten moet wassen, zoals men dat voor een gast doet. Maar in het ene geval geldt het een daad van nederigheid, in het andere geval een daad van heiliging. Inderdaad, luister! het is een Sacrament en een heiliging: "Als Ik u de voeten niet was, zijt gij mijn deelgenoot niet." Dit zeg ik niet om mijn afkeuring over anderen uit te spreken, maar om het zinvolle van de riten, die ik zelf voltrek, aan te tonen. In alles verlang ik de kerk van Rome na te volgen, maar ook wij bezitten tenslotte een vol-menselijk oordeel. Waar men elders dan ook op betere gronden aan vasthoudt, dat behouden ook wij op betere gronden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWij volgen in dit geval de Apostel Petrus zelf, zijn vurige lief de hangen wij aan. Wat antwoordt de kerk van Rome hierop? Inderdaad de Apostel Petrus zelf, die bisschop was van de kerk van Rome, brengt ons tot deze uitspraak; Petrus zelf, als hij zegt: "Heer, niet enkel mijn voeten maar ook mijn handen en hoofd." Zie zijn geloof. Dat hij aanvankelijk weigerde, kwam voort uit zijn nederigheid; dat hij zich daarna aanbood, kwam voort uit zijn aanhankelijkheid en zijn geloof. De Heer antwoordde hem, omdat hij over handen en hoofd gesproken had: ,Die zich gewassen heeft, hoeft zich niet opnieuw te wassen, alleen zijn voeten hoeft hij te wassen." Waarom? Omdat door het doopsel iedere schuld wordt weggewist. De schuld verdwijnt dus, maar omdat de duivel Adam de voet gelicht heeft en zijn voeten toen besmet zijn door zijn gif, daarom wast gij uw voeten, opdat de heiliging meer bescherming zou geven aan dat deel van het lichaam, waarin de slang u belaagd heeft, zodat zij u in het vervolg de voet niet meer lichten kan. Gij wast dus uw voeten om het gif van de slang af te wassen. Ook aan de nederigheid komt het ten goede, dat wij ons niet schamen als mysterieviering te verrichten, wat wij ons als dienstbetoon niet verwaardigen te doen. Vgl. voor deze hele passus:.. Vgl. voor deze hele passus: voetnoot a p. 86.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk II.
Dan volgt het geestelijk zegel N.v.d.v.: Of deze.. N.v.d.v.: Of deze kruistekening met een chrismatie gepaard gaat, is niet uit de tekst op te maken., waarover gij vandaag gehoord hebt in de lezing; want na de vont moet de vervolmaking nog tot stand komen, doordat tijdens de aanroeping van de bisschop de Heilige Geest wordt ingestort, de Geest van wijsheid en verstand, de Geest van raad en kracht, de Geest van kennis en godsvrucht, de Geest van heilige vrees (Jes. 11, 2-3) [b:Jes. 11, 2-3]: als het ware zeven krachten N.v.d.v.: De vertaling wordt.. N.v.d.v.: De vertaling wordt bemoeilijkt doordat virtus zowel kracht als deugd betekent en beide betekenissen vaak tegelijk door de auteur bedoeld zijn. van de Geest.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaAlle deugden komen tenslotte wel van de Geest, maar deze zijn in zekere zin de voornaamste, in zekere zin de belangrijkste. Want wat is zo belangrijk als de godsvrucht? wat zo belangrijk als de kennis van God: wat zo belangrijk als de kracht? wat zo belangrijk als de raad van God? wat zo belangrijk als de vreze Gods? Zoals de vrees voor de wereld een zwakheid is, zo is de vreze Gods een grote kracht.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDit zijn dan de zeven krachten, als gij getekend wordt. Want omdat de wijsheid van onze Heer, zoals de Heilige Apostel zegt, veelvormig is en Gods wijsheid veelvormig is (Ef. 3, 10) [b:Ef. 3, 10], zo is ook de Heilige Geest veelvormig, en bezit Hij een grote verscheidenheid van krachten. Daarom heet Hij "de God der krachten" (Ps. 80, 5) [b:Ps. 80, 5], hetgeen men kan toepassen zowel op de Vader als op de Zoon als op de Heilige Geest. Maar dat is een andere kwestie, daarover spreken wij op een ander tijdstip.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWat volgt hierna? Gij gaat tot het altaar naderen. Zodra gij genaderd zijt, gaat gij zien wat gij tevoren niet zaagt. Dit is het geheim, dat gij in het Evangelie gelezen hebt, verondersteld dat gij het inderdaad gelezen hebt - minstens hebt gij het gehoord. Een blinde kwam naar de Verlosser toe om zich te laten genezen, en Hij, die anderen alleen door zijn woord en door hen toe te spreken genas en hun door een bevel het licht der ogen teruggaf, wilde in deze blinde dit geheim voorafbeelden. Zo staat het in het Evangelieboek, dat als titel draagt "volgens Johannes", die werkelijk meer dan alle anderen grote geheimen gezien, aangewezen en uitgelegd heeft. Alle evangelisten zijn ongetwijfeld heilig, alle apostelen, behalve de verrader, zijn allen heilig. Toch heeft de Heilige Johannes, die het laatst zijn evangelie geschreven heeft als een door Christus bevoorrechte en uitgelezen vriend, als het ware met een krachtiger bazuin de eeuwige geheimen doen schallen. Alles wat hij gezegd heeft, is een geheim. Een ander heeft gezegd, dat een blinde genezen is: dat heeft Matthaeus gezegd, dat heeft Lucas gezegd, dat heeft Marcus gezegd, maar wat zegt alleen Johannes? "Hij nam slijk en streek het over zijn ogen en sprak tot hem: Ga naar Silo. En hij stond op, ging en waste zich en kwam ziende terug." (Joh. 9, 6-7) [b:Joh. 9, 6-7]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaBeschouw ook gij de ogen van uw hart. Wat lichamelijk is, zaagt gij met uw lichamelijke ogen, maar wat tot de geheimen behoort, kondt gij nog niet zien met de ogen van uw hart. Welnu, toen gij uw naam hebt opgegeven, heeft Hij slijk genomen en op uw ogen gestreken. Wat wil dat zeggen? Dat gij uw zonde moest erkennen, uw geweten moest onderzoeken, boete moest doen voor uw overtredingen, dat wil zeggen: dat gij het lot van het mensdom moest erkennen. Want hoewel hij, die tot het doopsel komt, geen zonde belijdt, toch doet hij een belijdenis van al zijn zonden door het feit zelf, dat hij vraagt om gedoopt te worden met de bedoeling zo gerechtvaardigd te worden, dat wil zeggen: uit de schuld naar de genade over te gaan.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDenkt niet, dat dit niet nodig is. Er zijn er - ik weet in elk geval dat er iemand geweest is, die het zei -, die, toen wij tot hem zeiden: "Op uw leeftijd rust een nog groter plicht op u om u te laten dopen", zelf antwoordde: "Waarom zou ik mij laten dopen: Ik heb geen zonde. Heb ik dan een zonde begaan?" Deze man had geen slijk, omdat Christus hem er niet mee bestreken had, dat wil zeggen: hem de ogen niet geopend had. Geen mens immers is zonder zonde.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMen erkent dus mens te zijn, als men zijn toevlucht neemt tot het doopsel van Christus. Ook u heeft Hij derhalve slijk opgelegd, te weten: bescheidenheid, voorzichtigheid en een open oog voor uw zwakheid, en Hij heeft tot u gezegd: Ga naar Siloë. Wat is Siloë? "Hetgeen betekent, zegt hij, gezondene." Dat wil zeggen: ga naar die bron, waar het kruis van Christus, de Heer, verkondigd wordt, ga naar die bron, waar Christus de dwalingen van allen vrijkoopt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGij zijt gegaan, gij hebt u gewassen, gij zijt naar het altaar gekomen, gij zijt gaan zien wat gij eerder nog niet gezien hadt; dat wil zeggen: door de bron des Heren en door de prediking van 's Heren lijden zijn toen uw ogen opengegaan; gij, die eerst blind van hart scheen te zijn, zijt het licht der geheimen gaan zien.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWelaan dan, beminde broeders, wij zijn nu gekomen tot bij het altaar, bij een veel rijker stof van onderricht, en daarom kunnen wij, omdat het al zo laat geworden is, met de volledige uitleg niet meer beginnen: want het is een te lange verhandeling. Laat wat gezegd is voor vandaag genoeg zijn. Morgen zullen wij ons, als het de Heer belieft, met de geheimen zelf gaan bezighouden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 4e CATECHESE
- Hoofdstuk I.
Onder het Oude Verbond waren de priesters gewoon dikwijls in de eerste tent binnen te gaan: in de tweede tent trad slechts eenmaal per jaar de hogepriester binnen. Dit is duidelijk hetgeen de Apostel Paulus aan de Hebreeën uitlegt, als hij hun het gehele verloop van het Oude Testament in herinnering roept. In die tweede tent nu bevond zich het manna, daar bevond zich ook de staf van Aaron, die verdord was en daarna toch weer was gaan bloeien, en het reukofferaltaar. (Hebr. 9, 2-7) [b:Hebr. 9, 2-7]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWat is de bedoeling hiervan? Dat gij begrijpen moogt, welke die tweede tent is, waarin de bisschop u heeft binnengeleid en waarin de hogepriester volgens de gewoonten, slechts éénmaal per jaar binnentreedt·: namelijk het doophuis, waar de staf van Aaron gebloeid heeft. Eerst was hij dor, daarna heeft hij weer gebloeid. (Num. 17, 8) [b:Num. 17, 8] Ook gij waart dor en zijt in de stroom van de vont weer opnieuw beginnen te bloeien. Gij waart dor door uw zonden, gij waart dor door uw dwalingen en fouten, maar gij zijt reeds beginnen vrucht te dragen, nu gij geplant zijt bij de waterstromen. (Ps. 1, 3) [b:Ps. 1, 3]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMaar misschien zult gij zeggen: Wat heeft dit nu met het volk te maken, als de priesterstaf dor was en weer is gaan bloeien: Het volk zelf, is dat niet een priesterlijk volk: Tot hen is gezegd: "Gij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk" (1 Pt. 2, 9) [b:1 Pt. 2, 9], zoals de Apostel Petrus zegt. Elkeen wordt gezalfd voor het priesterschap, wordt gezalfd voor het koningschap, maar het is een geestelijk koningschap en een geestelijk priesterschap.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn de tweede tent bevindt zich eveneens het reukofferaltaar. Het is een reukofferaltaar, dat altijd een goede geur verspreidt. Zo zijt ook gij van nu af de goede geur van Christus, er is geen spoor van zonde meer in u, geen reuk van ernstige dwaling.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk II.
Vervolgens moest gij tot het altaar naderen. Gij zijt op weg gegaan, de engelen hebben toegezien, zij hebben u zien naderen en die menselijke natuur, die vroeger bezoedeld was door de duistere onreinheid der zonden, hebben zij plotseling zien schitteren. Daarom hebben zij dan ook gezegd: "Wie is zij, die daar geheel wit opstijgt uit de woestijn?" (Hoogl. 8, 5) [b:Hoogl. 8, 5] Ook de engelen zijn dus vol bewondering. Wilt gij weten, waarom zij vol bewondering zijn? Luister naar de Apostel Petrus, die zegt, dat aan ons geschonken is, wat zelfs de engelen verlangen te zien." (1 Pt. 1, 12) [b:1 Pt. 1, 12] Hoor nogmaals! "Wat geen oog heeft gezien, staat er, en geen oor heeft gehoord, dat heeft God bereid voor hen die Hem liefhebben." (1 Kor. 2, 9) [b:1 Kor. 2, 9]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGeef u nu rekenschap, wat gij ontvangen hebt. De heilige profeet David heeft deze gave in een voorafbeelding gezien en hij heeft er naar verlangd. Wilt gij weten, hoe hij er naar verlangd heeft? Luister weer naar wat hij zegt: "Besprenkel mij met hysop en ik zal gereinigd worden; Gij zult mij wassen en ik zal witter worden dan sneeuw." (Ps. 51, 9) [b:Ps. 51, 9] Waarom? Omdat sneeuw wel wit is, maar spoedig door een of andere verontreiniging goor wordt en zijn schoonheid verliest; terwijl deze genade, die gij ontvangen hebt, als gij bewaart wat gij ontvangen hebt, altijddurend en onvergankelijk is.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGij waart dus vol verlangen op weg, aangezien gij immers een zo grote genade gezien hadt; gij waart vol verlangen op weg naar het altaar om daar het sacrament te ontvangen. Uw ziel zegt: "Ik zal naderen tot het altaar van mijn God, tot God, die mijn jeugd verblijd." (Ps. 43, 4) [b:Ps. 43, 4] De ouderdom van uw zonden hebt gij afgelegd, de jeugd van de genade hebt gij aangetrokken. Dit hebben de hemelse sacramenten in u bewerkt. Luister nog eens naar Davids woord: "Uw jeugd zal verjongd worden als die van de adelaar." (Ps. 103, 5) [b:Ps. 103, 5] Gij zijt begonnen een goede adelaar te zijn, die naar de hemel opwiekt en het aardse versmaadt. Goede adelaars omgeven het altaar, want "waar het lichaam is daar zijn ook de adelaars." (Mt. 24, 28) [b:Mt. 24, 28] Het altaar is het beeld van het lichaam, en Christus' lichaam ligt op het altaar. Gij zijt adelaars, verjongd door de afwassing van de zonde.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk III.
Gij zijt bij het altaar gekomen, gij hebt uw aandacht gevestigd op de sacramenten, die op het altaar lagen en hebt u ongetwijfeld verbaasd over dit schepsel: want het was maar een gewoon en bekend schepsel.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMisschien heeft iemand gezegd: Aan de Joden heeft God zo'n grote gunst bewezen, Hij heeft hun manna uit de hemel doen regenen. (Ex. 16, 13-15) [b:Ex. 16, 13-15] Wat heeft Hij méér gegeven aan zijn gelovigen, wat heeft Hij méér geschonken aan hen, die Hij méér beloofd heeft?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaLuister goed wat ik zeg: de geheimen van de Christenen zijn ouder dan die van de Joden en de sacramenten van de Christenen zijn daarenboven goddelijker dan die van de Joden. Hoezo: Luister! De Joden, wanneer zijn die ontstaan: Vanaf Juda natuurlijk, de achterkleinzoon van Abraham; of, als gij het zo wilt verstaan, vanaf de Wet: dat wil zeggen, vanaf het moment, dat zij Gods wetboek mochten ontvangen. Met het oog op de achterkleinzoon van Abraham werden zij dus ten tijde van de heilige Mozes Joden genoemd. Toen liet God voor de morrende Joden manna uit de hemel regenen, maar voor u is de voorafbeelding van deze sacramenten hier daaraan voorafgegaan, toen Abraham leefde, toen hij driehonderdachttien dienaren verzamelde en uittrok, de vijanden achtervolgde, en zijn neef uit zijn gevangenschap bevrijdde. Toen kwam hij· als overwinnaar terug en de priester Melchisedech kwam hem tegemoet en offerde brood en wijn. (Gen. 14, 14-18) [b:Gen. 14, 14-18] Wie had brood en wijn? Niet Abraham had ze. Maar wie had ze dan? Melchisedech. Hij is dus de maker van de sacramenten. Wie is Melchisedech, wiens naam betekent koning van gerechtigheid, koning van vrede? (Hebr. 7, 2) [b:Hebr. 7, 2] Wie is die koning van gerechtigheid? Kan soms een mens koning van gerechtigheid zijn? Wie is dan koning van gerechtigheid, tenzij de gerechtigheid Gods? Wie is Gods vrede, Gods wijsheid; Hij, die zeggen kon: "Mijn vrede geef Ik u, mijn vrede laat Ik." (Joh. 14, 27) [b:Joh. 14, 27]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaBegrijp dan allereerst, dat de geheimen, die gij ontvangt ouder zijn dan de geheimen, die de Joden voorgeven te bezitten, en dat het Christenvolk eerder ontstaan is dan het Joodse volk; maar wij in onze voorbestemming, zij in hun naam.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMelchisedech offerde derhalve brood en wijn. Wie is Melchisedech: "Zonder vader, staat er geschreven, zonder moeder, zonder stamboom, terwijl zijn dagen geen begin hebben, en zijn leven geen einde, gelijkend op de Zoon van God." (Hebr. 7, 3) [b:Hebr. 7, 3] Dit staat in de brief aan de Hebreeën. "Zonder vader, zegt die, en zonder moeder." Zonder moeder is de Zoon Gods door hemelse teling geboren, omdat Hij alleen uit God de Vader geboren is. En anderzijds is Hij zonder vader geboren, toen Hij geboren werd uit een maagd. Want Hij is niet voortgebracht uit mannelijk zaad, maar geboren uit de Heilige Geest en de Maagd Maria, voortgekomen uit een maagdelijke schoot. Omdat hij in alles gelijk was aan de Zoon Gods, was Melchisedech ook priester, want priester is ook Christus, tot wie gezegd wordt: "Gij zijt priester voor immer op de wijze van Melchisedech." (Ps. 110, 4) [b:Ps. 110, 4]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk IV.
Wie anders is dus de maker van de sacramenten dan de Heer Jesus? Deze sacramenten zijn uit de hemel gekomen, want het plan ervoor komt geheel uit de hemel. Intussen is het een groot en goddelijk wonder, dat God voor het volk manna uit de hemel liet regenen, en het volk niet bezweek en te eten had.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGij zegt misschien: Het is mijn eigen alledaagse brood! Maar dit brood is brood vóór de sacramentele woorden (verba sacramentorum; zodra de consecratie heeft plaats gehad wordt het brood het vlees van Christus. Laten wij dit nu bewijzen. Hoe kan wat brood is het lichaam van Christus zijn? Door welke woorden vindt de consecratie plaats en van wie zijn die woorden? Van de Heer Jesus. Want al het andere wat daarvóór gezegd wordt, wordt door de bisschop gezegd: men brengt lof aan God, richt tot Hem een gebed, bidt voor het volk, voor de koningen en voor alle overigen; maar zodra het ogenblik gekomen is waarop het eerbiedwaardig sacrament tot stand gebracht moet worden, bedient de bisschop zich niet langer van zijn eigen woorden, maar bedient hij zich van de woorden van Christus. Dus Christus' woord brengt dit sacrament tot stand.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWelk is dat woord van Christus? Dat woord natuurlijk waardoor alles gemaakt is. De Heer heeft bevolen: de hemel is gemaakt; de Heer heeft bevolen: de aarde is gemaakt; de Heer heeft bevolen: de zeeën zijn gemaakt; de Heer heeft bevolen: de gehele schepping is voortgebracht. Gij ziet dus hoe werkdadig het woord van Christus is. Als dus het woord van de Heer Jesus zulk een kracht bevat, dat begint te zijn wat nog niet was, hoeveel te meer kan het dan bewerken, dat hetgeen reeds was, is en in iets anders veranderd wordt. Er was geen hemel, er was geen zee, er was geen aarde, maar luister wat David zegt: "Hij sprak, en zij werden gemaakt, Hij gaf het bevel en zij werden geschapen". (Ps. 33, 9; Ps. 148, 5) [b:Ps. 33, 9; Ps. 148, 5]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDus - om antwoord te geven - vóór de consecratie was het niet het lichaam van Christus, maar na de consecratie, zeg ik u, vanaf dat moment is het het lichaam van Christus. Hij heeft gesproken en het is gemaakt, Hij heeft bevolen en het is geschapen. Gijzelf bestondt, maar gij waart een oud schepsel; nadat gij geconsacreerd zijt, zijt gij begonnen een nieuw schepsel te zijn. Wilt gij weten, hoe gij een nieuw schepsel zijt? Ieder, zo staat er, die in Christus is, is een nieuw schepsel. (2 Kor. 5, 17) [b:2 Kor. 5, 17]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaLuister dan, hoe het woord van Christus ieder schepsel pleegt te veranderen en de wetten van de natuur verandert, wanneer Hij dat wil. Gij vraagt: hoe? Luister: laten wij als allereerste voorbeeld zijn eigen geboorte nemen. Bij de gewone gang van zaken wordt een mens slechts geboren uit een man en een vrouw en uit hun echtelijke gemeenschap. Maar omdat de Heer het gewild heeft, omdat Hij dit mysterie verkozen heeft, is Christus uit de Heilige Geest en een maagd geboren, Hij, de middelaar tussen God en de mensen, de mens Jesus Christus. (1 Tim. 2, 5) [b:1 Tim. 2, 5] Gij ziet dus, dat tegen de wetten en het verloop van de natuur in een mens geboren is uit een maagd.
Referenties naar deze alinea: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Mysterium Fidei ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaLuister naar een ander voorbeeld. Het volk der Joden werd door de Egyptenaren in het nauw gedreven: de zee sneed hun de pas af. Op Gods bevel raakte Mozes met zijn staf de wateren aan en de golven weken uiteen (Ex. 14, 21) [b:Ex. 14, 21], vanzelfsprekend niet krachtens hun natuurlijke gedragingen, maar krachtens de genade van een bevel uit de hemel. Nog een ander voorbeeld. Het volk leed dorst, het kwam bij een bron. De bron was zilt, de heilige Mozes wierp hout in de bron en de bron, die zilt was, werd zoet (Ex. 15, 23-25) [b:Ex. 15, 23-25], dat wil zeggen: zij veranderde een eigenschap van haar natuur en ontving de zoetheid van de genade. Luister ook nog naar een vierde voorbeeld. Het ijzer van een bijl was in het water gevallen: als ijzer zonk het volgens zijn natuurlijke eigenschap omlaag. Eliseus stak de steel in het water, onmiddellijk kwam het ijzer omhoog en dreef op het water (2 Kon. 6, 5-6) [b:2 Kon. 6, 5-6], vanzelfsprekend in strijd met zijn natuurlijke eigenschap, want het is een stof, die zwaarder is dan het element water.
Referenties naar deze alinea: 1
Mysterium Fidei ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaBegrijpt gij uit dit alles niet wat het hemels woord al niet bewerken kan? Als het gewerkt heeft in een aardse bron, als het hemels woord in andere dingen gewerkt heeft, zou het dan niet werken in de hemelse sacramenten. Gij weet nu dus, dat het brood het lichaam van Christus wordt en dat er wijn, dat er water in de kelk wordt gegoten, maar dat het bloed wordt door de hemelse consecratie (sermo caelestis).
Referenties naar deze alinea: 1
Mysterium Fidei ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMaar misschien zegt gij: ”Ik zie geen gedaante van bloed." Maar het is er het symbool van. N.v.d.v.: "Symbool".. N.v.d.v.: "Symbool" in de zin van sacramenteel teken. Want zoals gij een symbool van de dood hebt ondergaan, zo drinkt gij ook een symbool van het kostbaar bloed, opdat het bloed u niet met afschuw zou vervullen en de prijs der verlossing toch zijn uitwerking kan hebben. Gij weet nu dus, dat hetgeen gij ontvangt, het lichaam van Christus is.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk V.
Wilt gij zeker zijn dat men door hemelse woorden consacreert? Luister, welke die woorden zijn. De bisschop zegt: "Maak ons deze offergave rechtskrachtig, geestelijk, welgevallig, omdat zij het beeld is van het lichaam en bloed van onze Heer Jesus Christus. Die daags voor Hij ging lijden, brood in zijn heilige handen nam, opzag naar de hemel tot U, heilige Vader, almachtige, eeuwige God, het met dankzegging zegende, brak en het gebroken aan zijn apostelen en leerlingen gaf, zeggende: Neemt en eet allen hiervan, want dit is mijn lichaam, dat voor de velen gebroken zal worden."
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaLet op! "Insgelijks nam Hij ook, nadat het avondmaal gehouden was daags voordat Hij ging lijden, deze kelk, zag op naar de hemel tot U, heilige Vader, almachtige, eeuwige God, zegende hem met dankzegging en gaf hem aan zijn apostelen en leerlingen zeggende: Neemt en drinkt allen hiervan, want dit is mijn bloed." Zie, het zijn allemaal woorden van de Evangelist tot aan het woord "neemt" zowel waar het gaat over het lichaam als waar het gaat over het bloed. Van daaraf zijn het de woorden van Christus: "Neemt en drinkt allen hiervan, want dit is mijn bloed."
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEn let nu eens op elk der onderdelen. "Die daags voordat Hij ging lijden - luidt het - brood in zijn heilige handen nam." Voordat het geconsacreerd wordt is het brood; zodra echter de woorden van Christus erbij komen, is het het lichaam van Christus. Hoor Hem dan zeggen: "Neemt en eet allen hiervan, want dit is mijn lichaam". En vóór Christus' woorden is de kelk gevuld met wijn en water; zodra de woorden van Christus gewerkt hebben, worden zij het bloed, dat de gelovigen verlost heeft. Zie dus . op hoeveel manieren Christus' woord in staat is al het bestaande te veranderen. Verder heeft de Heer Jesus zelf ons de verzekering gegeven, dat wij zijn lichaam en bloed ontvangen. Mogen wij zijn betrouwbaarheid en getuigenis soms in twijfel trekken?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaKeer nu met mij terug naar wat ik eigenlijk bewijzen wilde. Het was zeker een groot en eerbiedwaardig feit, dat het manna voor de Joden uit de hemel regende. Maar denk na! Wat is groter, het manna uit de hemel of het lichaam van Christus? Vanzelfsprekend het lichaam van Christus, die de Schepper is van de hemel. Daarenboven: wie het manna gegeten heeft, is gestorven; wie dit lichaam gegeten zal hebben, zal de vergeving van zijn zonden verkrijgen en in eeuwigheid niet sterven. (Joh. 6, 49-59) [b:Joh. 6, 49-59]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGij zegt dus niet zonder reden: "Amen", omdat gij met uw geest reeds belijdt, dat gij het lichaam van Christus ontvangt. Als gij dus naar voren komt, zegt de priester tot u: "Het lichaam van Christus", en gij zegt: "Amen", dat wil zeggen: "het is waar". Wat uw tong belijdt, laat uw hart daaraan vasthouden. Weet echter wel dat dit het sacrament is, waarvan de voorafbeelding vroeger is voorafgegaan.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk VI.
Begrijp vervolgens hoe groot dit sacrament wel is. Zie wat Hij zegt: "Zo vaak gij dit doet, zult gij het telkens tot gedachtenis aan Mij doen, totdat Ik wederkeer." (1 Kor. 11, 26) [b:1 Kor. 11, 26]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEn de bisschop zegt: "Derhalve indachtig zowel zijn roemvol lijden, als zijn verrijzenis uit de doden en zijn hemelvaart, dragen wij U dit onbevlekt offer op, dit geestelijk offer, dit onbloedig offer, dit heilig brood en de kelk van het eeuwig leven, en wij vragen en smeken U, dat Gij deze offergave aanvaarden moogt op Uw altaar in den hoge door de handen van Uw heilige Engelen, zoals Gij hebt willen aanvaarden de gaven van Uw dienaar Abel, de rechtvaardige, en het offer van onze aartsvader Abraham, en dat wat de hogepriester Melchisedech U opdroeg."
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZo dikwijls nu als gij het ontvangt, wat zegt u dan de Apostel: Zo dikwijls als wij het ontvangen, verkondigen wij de dood des Heren. Als wij zijn dood verkondigen, dan ook de vergiffenis der zonden. Als zijn bloed, telkens wanneer het vergoten wordt, tot vergiffenis der zonden vergoten wordt, moet ik het ook steeds weer ontvangen, opdat het mij steeds weer mijn zonden vergeve. Omdat ik steeds weer zondig, moet ik steeds weer een geneesmiddel hebben.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIntussen hebben wij u ook vandaag weer zoveel uitgelegd, als wij maar konden, maar morgen en zaterdag zullen wij u, zoveel in ons vermogen ligt, spreken over het gebed des Heren en over de manier van bidden. De Heer, onze God, beware in u de genade, die Hij u geschonken heeft, en Hij gewaardige zich, uw ogen die Hij u geopend heeft, in nog hogere mate te verlichten door zijn eniggeboren Zoon, de Koning en Verlosser, de Heer onze God, door wie en met wie aan Hem de lof, de eer, de glorie, de majesteit en de macht is met de Heilige Geest van eeuwigheid en nu en altijd en in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 5e CATECHESE
- Hoofdstuk I.
Gisteren hebben wij ons onderricht uitgestrekt tot aan de sacramenten van het heilig altaar, en wij zijn tot de bevinding gekomen, dat de voorafbeelding van die sacramenten reeds ten tijde van Abraham is voorafgegaan, toen de heilige Melchisedech, die noch begin noch einde van zijn dagen kende (Hebr. 7, 3) [b:Hebr. 7, 3], zijn offer opdroeg. Hoor, mens, wat de Apostel Paulus tot de Hebreeën zegt. Waar zijn zij, die beweren, dat de Zoon Gods tijdgebonden is? Van Melchisedech is gezegd, dat hij noch begin noch einde van zijn dagen kent. Als Melchisedech geen begin van zijn dagen heeft, kon Christus het dan hebben? Want de voorafbeelding is niet groter dan de werkelijkheid. Gij ziet dus dat Hij de eerste is en de laatste (Openb. 1, 17) [b:Openb. 1, 17]; de eerste, omdat Hij de Schepper van alles is; de laatste, niet omdat Hij een einde zou kennen maar omdat Hij het heelal tot volheid brengt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWij hebben al gezegd, dat op het altaar de kelk en het brood geplaatst worden. Wat doet men in de kelk? Wijn. En wat nog meer: Water. Maar gij zegt mij: "Hoe nu: Melchisedech heeft wijn en brood geofferd. Wat beduidt dan die vermenging met waten" Luister, wat daarvan de reden is.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOp de allereerste plaats: de voorafbeelding, die ten tijde van Mozes is voorafgegaan, wat behelst die? Dat God, toen het volk der Joden dorst leed en morde, omdat het geen water kon vinden, aan Mozes opdracht gaf om de rots met zijn staf aan te raken. Hij raakte de rots aan en de rots liet een machtige stroom naar buiten vloeien (Ex. 17, 11-6) [b:Ex. 17, 11-6], zoals de Apostel zegt: "Zij nu dronken uit de rots, die hen volgde, de rots nu was Christus." (1 Kor. 10, 4) [b:1 Kor. 10, 4] Het was geen onbewegelijke rots, want zij bleef het volk volgen. Drink ook gij, opdat Christus u volge. Let op de geheimvolle zin. Mozes, dat wil zeggen een profeet, met zijn staf, dat wil zeggen met het woord Gods; de bisschop raakt met het woord Gods de rots aan en het water vloeit en het volk drinkt. De bisschop nu raakt de kelk aan, het water welt op in de kelk, het springt op ten eeuwigen leven (Joh. 4, 14) [b:Joh. 4, 14], en het volk Gods, dat Gods genade verkregen heeft, drinkt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDit weet gij dus. Luister nu naar het volgende. Ten tijde van's Heren lijden, toen de grote sabbat ging aanbreken, zond men, omdat onze Heer Jesus Christus of de rovers nog leefden, mannen die hen moesten doodslaan. Bij hun aankomst troffen zij onze Heer Jesus Christus reeds gestorven aan. Toen raakte een van de soldaten met een lans zijn zijde aan en uit zijn zijde vloeide water en bloed. (Joh. 19, 31-34) [b:Joh. 19, 31-34] Waarom water? Waarom bloed; Water ter reiniging, bloed ter verlossing. Waarom uit de zijde1 Omdat de genade uit dezelfde bron moest voortkomen, waaruit eerst de schuld was voortgekomen. De schuld kwam door de vrouw, de genade door onze Heer Jesus Christus.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk II.
Gij zijt naar het altaar gekomen, de Heer Jesus roept u, of uw ziel, of de Kerk, en zegt: "Laat hij mij kussen met kussen van zijn mond." (Hoogl. 1, 1) [b:Hoogl. 1, 1] Wilt gij het op Christus toepassen ? Niets is verrukkelijker. Wilt gij het toepassen op uw ziel! Niets is heerlijker.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaLaat hij mij kussen. Hij ziet, dat gij zuiver zijt van iedere zonde, want uw fouten zijn afgewassen. Daarom oordeelt Hij u de hemelse sacramenten waardig en daarom nodigt Hij u uit tot het hemels gastmaal: "Laat hij mij kussen met kussen van zijn mond."
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMaar met het oog op wat volgt is het veeleer uw ziel of de mensheid of de Kerk, die ziet, dat zij van alle zonden gereinigd is, en waardig om tot Christus' altaar te mogen naderen - want wat is Christus' altaar anders dan het beeld van Christus' lichaam - zij ziet de wonderlijke Sacramenten en zegt: Laat Hij mij kussen met kussen van zijn mond, dat wil zeggen: moge Christus mij een kus geven.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWaarom? "Omdat uw borsten beter zijn dan wijn", (Hoogl. 1, 1) [b:Hoogl. 1, 1] dat wil zeggen: uw gedachten zijn beter, uw sacramenten zijn beter dan wijn; dan die wijn, die wel heerlijk is, die wel verblijdend is, die wel behaaglijk is, maar waarin slechts een wereldse blijdschap is, terwijl in U daarentegen ook nog een geestelijke vreugde is. Dus toen reeds beeldde Salomon de bruiloft uit hetzij van Christus en de Kerk, hetzij van de geest en het vlees, hetzij van de geest en de ziel.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEn hij heeft er aan toegevoegd: "Als een uitgegoten zalfolie is uw naam, daarom hebben de jonge meisjes u liefgehad." (Hoogl. 1, 2) [b:Hoogl. 1, 2] Wie zijn die jonge meisjes anders dan die zielen, die de ouderdom van dit lichaam hebben afgelegd, omdat zij verjongd zijn door de Heilige Geest?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media"Trek ons aan, opdat wij mogen aanlopen achter de geur van uw reukwerken". (Hoogl. 1, 3) [b:Hoogl. 1, 3] Zie wat hij zegt: gij kunt Christus niet volgens, als Hijzelf u niet aantrekt. Opdat gij dit dan ook goed zoudt weten, zegt Hij: "Als Ik opgeheven zal zijn, zal Ik alles tot Mij trekken." (Joh. 12, 32) [b:Joh. 12, 32]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media"De koning heeft mij binnengeleid in zijn slaapvertrek." (Hoogl. 1, 4) [b:Hoogl. 1, 4] Het Grieks heeft: "in zijn voorraadkamer" of ,in zijn provisiekamer", waar men goede dranken, waar men goede specerijen, zoete honing, allerhande vruchten en velerlei gerechten bewaart, om uw maaltijd door veelvuldige gerechten aangenaam te maken.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk III.
Gij zijt dus genaderd tot het altaar, gij hebt het lichaam van Christus ontvangen. Luister nog eens, welke sacramenten uw deel geworden zijn. Luister wat de heilige David zegt. N.v.d.v.: Psalm 22 heeft.. N.v.d.v.: Psalm 22 heeft altijd een grote rol gespeeld in de initiatieriten. Sommige kerken kennen zelfs een Traditio psalmi, zoals zij een Traditio Symboli en een Traditio orationis kennen. In deze psalm vonden de Vaders een ideale Oud-Testamentische tekst om de initiatiesacramenten te belichten: het mysterie van het levend water, het mysterie van de zalving en het mysterie van de tafel des Heren. Ook hij zag door de Geest reeds tevoren deze geheimen en verheugde er zich over en zeide, dat hem niets ontbrak. Waarom? Omdat hij, die Christus' lichaam ontvangen heeft, in eeuwigheid geen honger meer zal hebben.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHoe vaak hebt gij de tweeëntwintigste psalm N.v.d.r.: Vulgaat-telling. N.v.d.r.: Vulgaat-telling. gehoord zonder hem te begrijpen! Zie, hoezeer hij toepasselijk is op de hemelse sacramenten. "De Heer is mijn Herder, aan niets zal het mij ontbreken; op zijn weide heeft Hij mij een plaats gegeven. Naar verkwikkend water heeft Hij mij geleid, mijn ziel heeft Hij gesterkt. Over rechte paden heeft Hij mij gevoerd, omwille van Zijn naam. Want zelfs als ik voort moet trekken midden in de schaduwen van de dood, zal ik geen onheil vrezen, omdat Gij bij mij zijt. Uw staf en Uw stok zijn mijn toeverlaat geweest." (Ps. 23, 1-5) [b:Ps. 23, 1-5] De staf is zijn vorstelijke macht, de stok zijn lijden; met andere woorden: Christus' eeuwige Godheid, maar ook zijn lichamelijk lijden: de ene heeft geschapen, de andere heeft verlost. "Gij hebt voor mij een dis bereid, voor het oog van hen, die mij benauwen. Met olie hebt Gij mijn hoofd gezalfd en uw beker, die mij dronken maakt, hoe heerlijk is hij!"
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGij zijt dus tot het altaar genaderd, gij hebt Christus' genade ontvangen, gij hebt de hemelse sacramenten verkregen. De Kerk verblijdt zich over de verlossing van velen en verheugt zich met een geestelijke uitbundigheid dat haar witgeklede familie bij haar staat. Gij vindt dit in het Hooglied. In haar vreugde roept zij Christus, nu zij een maaltijd bereid heeft, die wel een hemels feestmaal waardig is. Daarom zegt zij: "Dat mijn broeder nu afdale in zijn tuin en de vruchten plukke van zijn vruchtbomen." (Hoogl. 5, 1) [b:Hoogl. 5, 1] Welke zijn die vruchtbomen? Dor hout waart gij geworden in Adam, maar nu maakt gij als vruchtbomen door de genade van Christus weer jonge scheuten.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGaarne heeft de Heer Jesus het aangenomen en Hij heeft zijn Kerk met hemelse welwillendheid geantwoord: "Ik ben afgedaald in mijn tuin, heb er de myrrhe met mijn reukwerken geoogst, mijn brood heb ik gegeten met mijn honing, mijn wijn gedronken met mijn melk. Eet, mijn broeders, zegt Hij, en wordt dronken!" (Hoogl. 5, 1) [b:Hoogl. 5, 1]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIk heb de myrrhe geoogst met mijn reukwerken. Wat is die oogst: Tracht de wingerd te leren kennen en gij zult weten wat de oogst is. "Gij hebt, staat er, een wingerd uit Egypte overgeplant", (Ps. 80, 9) [b:Ps. 80, 9] dat wil zeggen: het volk Gods. Gij zijt de wingerd, gij zijt de oogst, als een wingerd geplant, als een oogst hebt gij vruchten opgeleverd. Ik heb de myrrhe geoogst met mijn reukwerken, dat wil zeggen: vanwege de geur, die gij ontvangen hebt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIk heb mijn brood gegeten met mijn honing. Gij ziet dat er geen bitterheid is in dit brood, maar dat het een en al zoetheid is.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIk heb mijn wijn gedronken met mijn melk. Gij ziet dat de vreugde van dien aard is, dat zij door geen zondensmet verontreinigd wordt. Want zo dikwijls als gij drinkt, ontvangt gij de vergeving van uw zonden en wordt gij dronken door de Geest. Vandaar dat ook de Apostel zegt: "Bedrinkt u niet met wijn, maar laat u vervullen door de Geest" (Ef. 5, 18) [b:Ef. 5, 18] Want wie dronken wordt van wijn wankelt en struikelt, wie dronken wordt van de Geest is in Christus geworteld. En daarom is dit een uitmuntende dronkenschap, die de nuchterheid van de geest bewerkt. Dit is het wat wij in het kort van de sacramenten gezien hebben.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk IV.
Nu blijft ons alleen nog het gebed over, nietwaar?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEn denk niet, dat het van weinig belang is om te weten hoe gij bidden moet. De heilige Apostelen zeiden tot de Heer Jesus: "Heer, leer ons bidden, zoals Johannes het zijn leerlingen geleerd heeft." Toen sprak de Heer dit gebed: "Onze Vader, die in de hemelen zijt, Uw Naam worde geheiligd, Uw rijk kome, Uw wil geschiede zoals in de hemel, zo ook op aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren, en laat niet toe dat wij in bekoring gebracht worden, maar verlos ons van het kwaad." (Lc. 11, 1-4; Mt. 6, 9-13) [b:Lc. 11, 1-4; Mt. 6, 9-13] Gij ziet hoe kort het gebed is en hoe vol van alle voortreffelijkheden. Hoe heerlijk is dat eerste woord!
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMens, gij durf de uw gelaat niet omhoog wenden naar de hemel, gij hieldt uw ogen naar de aarde gericht, en plotseling hebt gij de genade van Christus ontvangen: al uw zonden zijn u vergeven. Van een slechte dienaar zijt gij een goede zoon geworden. Verlaat u daarom niet op uw eigen werken, maar op de genade van Christus. "Door genade zijt gij gered (Ef. 2, 5) [b:Ef. 2, 5], zegt de Apostel. Dit is dan ook geen overmoed maar geloof, verkondigen wat gij ontvangen hebt is geen hoogmoed maar godsvrucht. Hef dan uw ogen op naar de Vader, die u door het doopbad heeft voortgebracht, naar de Vader, die u door Zijn Zoon heeft vrij gekocht, en zeg: Onze Vader!" Een goede aanmatiging, maar zij is aan maat gebonden. Gij noemt Hem Vader als een zoon, maar gij moogt niets voor u in de strikte zin opeisen. Alleen van Christus is Hij de Vader in de strikte zin, voor ons allen is Hij vader in algemene zin, omdat Hij Hém alleen heeft voortgebracht, en ons geschapen. Zeg dus ook gij uit genade: "Onze Vader", opdat gij zijn zoon moogt zijn. Beveel uzelf aan door het aanzien en de gunst, die de Kerk geniet.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaONZE VADER, DIE IN DE HEMELEN ZIJT. Wat betekent "in de hemelen"? Luister wat de Schrift zegt: "Verheven boven alle hemelen is de Heer." (Ps. 113, 4) [b:Ps. 113, 4] En overal vindt gij, dat de Heer boven de hemelen der hemelen is, alsof de engelen niet eveneens in de hemelen zijn, alsof de heerschappijen niet eveneens in de hemelen zijn. Maar in de hemelen waarvan gezegd is: "De hemelen verhalen de heerlijkheid Gods." (Ps. 18, 2) [b:Ps. 18, 2] De hemel is daar, waar de schuld heeft opgehouden; de hemel is daar, waar geen misdaden voorkomen; de hemel is daar, waar geen wonde van de dood aanwezig is.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaONZE VADER, DIE IN DE HEMELEN ZIJT, UW NAAM WORDE GEHEILIGD. Wat wil zeggen ,"worde geheiligd"? Alsof wij wensen, dat Hij geheiligd worde, die zegt: "Weest heilig, omdat Ik heilig ben?" (Lev. 19, 2) [b:Lev. 19, 2] Alsof door onze woorden zijn heiligheid in iets vermeerderd zou worden, Neen, maar dat Hij in ons geheiligd worde, zodat zijn heiligende werking ons bereiken moge.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaONZE VADER, DIE IN DE HEMELEN ZIJT, UW NAAM WORDE GEHEILIGD, UW RIJK KOME. Alsof Gods rijk niet eeuwig was! Jesus zelf zegt: "Hierin N.v.d.v.: Ego in hoc natus.. N.v.d.v.: Ego in hoc natus sum: Sint-Ambrosius verstaat dit hoc als ablativus van het aanwijzend voornaamwoord, dat regnum vervangt. "In dit rijk ben ik geboren." ben Ik geboren" (Joh. 18, 37) [b:Joh. 18, 37], en gij zegt tot de Vader: "Uw rijk kome", alsof het nog niet gekomen was! Maar het rijk Gods is gekomen op het moment, dat gij de genade verkregen hebt. Want zelf zegt Hij: "Het rijk Gods is binnen in u." (Lc. 17, 21) [b:Lc. 17, 21]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaUW RIJK KOME, UW WIL GESCHIEDE ZOALS IN DE HEMEL ZO OOK OP AARDE; GEEF ONS HEDEN ONS DAGELIJKS BROOD. Door Christus' bloed is alles tot vrede gebracht in de hemel zowel als op aarde. (Kol. 1, 20) [b:Kol. 1, 20] De hemel is geheiligd, de duivel is eruit geworpen. Hij verblijft daar, waar ook de mens verblijft, die hij bedrogen heeft. " Uw wil geschiede", dat wil zeggen: dat er vrede zij op aarde zoals in de hemel.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGEEF ONS HEDEN ONS DAGELIJKS BROOD; Ik denk aan wat ik u gezegd heb, toen ik over de sacramenten sprak. Ik heb u gezegd, dat hetgeen geofferd wordt, vóór de woorden van Christus brood genoemd wordt; zodra Christus' woorden zijn uitgesproken, heet het niet meer "brood" maar wordt het "lichaam" genoemd. Waarom zegt men dan in het gebed des Heren, dat daarop volgt: "ons brood"? Men zegt wel "brood", maar "epiousion' zegt men, dat wil zeggen: "op het geestelijk wezen betrekking hebbend". Dit is geen brood, dat in het lichaam binnengaat, maar dat brood van het eeuwig leven, dat het diepste wezen van onze ziel versterkt. Daarom heet het in het Grieks "epiousios". De Latijnen hebben dit brood “dagelijks" genoemd, omdat de Grieken de dag van morgen "tên epiousan hêmeran" noemen. Dus wat de Latijnen zeggen en wat de Grieken zeggen: beide betekenissen blijken geschikt te zijn. De Grieken hebben beiden in één woord weergegeven, de Latijnen hebben gezegd "dagelijks".
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaAls dit een dagelijks brood is, waarom zoudt gij het dan pas over een jaar weer ontvangen zoals de Grieken in het oosten gewoon zijn te doen: Ontvang dagelijks wat u dagelijks ten goede moet komen. Leef zó, dat gij verdient het dagelijks te ontvangen. Hij, die niet verdient om het dagelijks te ontvangen, verdient ook niet om het over een jaar te ontvangen. Zo droeg de heilige Job dagelijks voor zijn kinderen een offer op uit vrees, dat zij misschien enige zonde begaan hadden in hun hart of in hun woord. (Job. 1, 5) [b:Job. 1, 5] Gij nu hoort, dat telkens als dit offer wordt opgedragen, de dood des Heren, de verrijzenis des Heren, de verheffing des Heren betekend wordt en de vergeving der zonden, en toch ontvangt gij dit brood des levens niet iedere dag? Wie een wonde heeft zoekt een geneesmiddel. De wonde is, dat wij aan de zonde zijn onderworpen, het geneesmiddel is het hemels en eerbiedwaardig sacrament.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGEEF ONS HEDEN ONS DAGELIJKS BROOD. Als gij het iedere dag ontvangt, is iedere dag voor u "heden". Als Christus "heden" voor u is, verrijst Hij dagelijks voor u. Hoe zo? "Gij zijt mijn Zoon. Ik heb U heden voortgebracht." (Ps. 2, 7) [b:Ps. 2, 7] Heden is dus: als Christus verrijst. "Hij is dezelfde gisteren en heden" (Hebr. 13, 8) [b:Hebr. 13, 8] zegt de Apostel Paulus. Maar elders zegt hij : "De nacht is voorbijgegaan, de dag is aangebroken." (Rom. 13, 12) [b:Rom. 13, 12] De nacht van gisteren is voorbijgegaan, de dag van heden is aangebroken.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDan volgt er: EN VERGEEF ONS ONZE SCHULDEN, ZOALS OOK WIJ VERGEVEN AAN ONZE SCHULDENAREN. Die schuld, wat is dat anders dan de zonde? Als gij dan ook geen geld hadt opgenomen van een vreemde geldschieter, zoudt gij niet in nood verkeren; en om die reden wordt gij voor de zonde verantwoordelijk gesteld. Gij hebt geld bezeten, waarmee gij rijk geboren zijt. Gij waart rijk, gemaakt als gij waart naar Gods beeld en gelijkenis. (Gen. 1, 26-27) [b:Gen. 1, 26-27] Gij hebt verloren wat gij hadt, dat wil zeggen de nederigheid; toen gij het recht om verwaand te zijn voor u wilde opeisen, hebt gij uw geld verloren, zijt gij naakt geworden zoals Adam, hebt gij van de duivel geld aangenomen en u onnodig bij hem in de schuld gestoken. En zodoende zijt gij, die vrij waart in Christus, de schuldenaar van de duivel geworden. Uw vijand had·uw schuldbrief in handen, maar de Heer heeft deze aan het kruis geslagen en met zijn bloed uitgewist (Kol. 2, 14) [b:Kol. 2, 14], Hij heeft uw schuld weggenomen, u de vrijheid teruggegeven.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaTerecht zegt men dus: En vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren. Let op wat gij zegt: zoals ik vergeef, vergeef ook Gij mij zo. Als gij vergeven hebt, komt gij vanzelfsprekend tot de overeenkomst, dat ook aan u vergeven wordt. Als gij niet vergeeft, hoe wilt gij dan met Hem tot een overeenkomst komen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEN LAAT NIET TOE DAT WIJ IN BEKORING GEBRACHT WORDEN MAAR VERLOS ONS VAN HET KWAAD. Zie wat Hij zegt: "En laat niet toe, dat wij in een bekoring gebracht worden, welke wij niet verdragen kunnen." Hij zegt niet: "Breng ons niet in bekoring", maar als een athleet wil Hij een zodanige bekoring, dat de menselijke natuur haar verdragen kan en dat elkeen bevrijd wordt van het kwaad, dat wil zeggen: van de vijand, van de zonde.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Heer echter, die uw zonden heeft weggenomen en uw misdrijven vergeven, is bij machte u te beschermen en te behoeden tegen de hinderlagen van uw tegenstander, de duivel, zodat de vijand, die meestal een vergrijp weet voort te brengen, u niet overrompelen kan. Maar wie zich op God verlaat, vreest de duivel niet. "Als God immers voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn?" (Rom. 8, 31) [b:Rom. 8, 31] Aan Hem dan is de lof en de eer van eeuwigheid en nu en altijd en in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 6e CATECHESE
- Hoofdstuk I.
Zoals onze Heer Jesus Christus de waarachtige Zoon Gods is, niet door genade, zoals de mensen, maar als Zoon Gods uit de wezenheid van de Vader geboren, zo is het ook volgens zijn eigen woorden zijn waarachtig vlees, dat wij ontvangen, en is zijn waarachtig bloed onze drank. N.v.d.v.: Deze passus is in.. N.v.d.v.: Deze passus is in alle handschriften corrupt. Voor de vertaling heb ik de verbeteringen benut die Dom Botte heeft voorgesteld. (Joh. 6, 56) [b:Joh. 6, 56]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMaar misschien zegt gij wat indertijd ook Christus' leerlingen zeiden, toen zij Hem hoorden zeggen: "Als iemand Mijn vlees niet eet en Mijn bloed niet drinkt, zal hij niet in Mij blijven, noch het eeuwig leven hebben" (Joh. 6, 54) [b:Joh. 6, 54] - misschien zegt gij: "Hoe is dat nu zijn waarachtig vlees? Ik zie wel een beeld van zijn bloed maar ik zie niet de werkelijkheid."
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVooreerst heb ik u over het woord van Christus, dat werkt, gezegd, dat het de vastgestelde natuurwetten kan veranderen en wijzigen. Vervolgens: toen Christus' leerlingen zijn woorden niet konden verdragen, trokken zij zich terug, omdat zij hoorden, dat Hij hun zijn vlees te eten en zijn bloed te drinken zou geven (Joh. 6, 61-62) [b:Joh. 6, 61-62], en alleen Petrus zeide: "Gij hebt woorden van eeuwig leven (Joh. 6, 69) [b:Joh. 6, 69], en ik, waar zou ik anders heen moeten gaan:" Opdat dan ook niet een nog groter aantal heen zou gaan N.v.d.v.: Letterlijk: opdat.. N.v.d.v.: Letterlijk: opdat dan ook niet een nog groter aantal datzelfde zou zeggen. Dit kan niet slaan op de zojuist geciteerde woorden van Petrus, maar moet slaan op het gemor van hen, die zich terugtrokken. met een beroep op hun afkeer van bloed, maar de genade van de verlossing behouden zou blijven, daarom ontvangt gij de geheimen wel onder symbolische tekenen, maar verkrijgt gij de genade en de werking van wat zij in werkelijkheid zijn. "Ik ben, zegt Hij, het levend brood dat uit de hemel is neergedaald." (Joh. 6, 41) [b:Joh. 6, 41] Maar zijn vlees is niet uit de hemel neergedaald, dat wil zeggen: Hij heeft het vlees op aarde aangenomen uit de Maagd. Hoe is dan het brood uit de hemel neergedaald, en is het een levend brood? Omdat onze Heer Jesus Christus zowel deel heeft aan de Godheid als aan het lichaam, en ook gij, die zijn vlees ontvangt, door dit voedsel eveneens deel krijgt aan zijn goddelijke natuur.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk II.
Gij hebt dus ontvangen van de heilige geheimen, gij weet nu alles ten volle: dat gij gedoopt zijt in de naam van de Drievuldigheid. In alles wat wij gedaan hebben, is het geheim van de Drievuldigheid tot gelding gekomen. Overal was de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, één werking, één heiliging, hoewel er toch wel bepaalde - om zo te zeggen - eigen trekken te zien waren. Hoe dan: Het was God N.v.d.v.: Geheel in de lijn.. N.v.d.v.: Geheel in de lijn van het nieuw-testamentisch termengebruik betekent God hier: God de Vader, en de Heer betekent de Zoon., die u gezalfd heeft, en de Heer heeft u gemerktekend, en Hij heeft de Heilige Geest in uw hart gestort. (2 Kor. 1, 21-22) [b:2 Kor. 1, 21-22] Gij hebt de Heilige Geest dus in uw hart ontvangen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaLet ook nog op iets anders: zoals de Heilige Geest in uw hart is, zo ook is Christus in uw hart. Hoe dan 1 Gij vindt dat in het Hooglied, waar Christus zegt tot de Kerk: "Leg Mij als een zegel op uw hart, als een zegel op uw armen." (Hoogl. 8, 6) [b:Hoogl. 8, 6]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGod heeft u dus gezalfd, Christus heeft u gemerktekend. Hoe? Omdat gij getekend zijt met het kruisteken, met zijn lijden. Gij hebt de merktekening ontvangen om op Hem te gelijken, om naar het beeld van Hem te verrijzen, om naar het voorbeeld van Hem te leven, die voor de zonden gekruisigd is en leeft voor God. Ook uw oude mens is bij de onderdompeling in de vont voor de zonde gekruisigd maar voor God verrezen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVerder hebt gij elders nog dit bijzondere: dat God u geroepen heeft, maar in het doopsel zijt gij in het bijzonder met Christus medegekruisigd, en vervolgens is er nog iets bijzonders, als gij het merkteken van de Geest ontvangt. Gij ziet dat er een onderscheid tussen de Personen is, maar dat het volledig mysterie van de Drievuldigheid één geheel vormt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWat heeft de Apostel u daarenboven gezegd, zoals eergisteren gelezen is: "Er is verscheidenheid van genadegaven, maar het is dezelfde Geest, er is verscheidenheid van bedieningen, maar het is dezelfde Heer, er is verscheidenheid van werkingen, maar het is dezelfde God, die alles in allen bewerkt." (1 Kor. 12, 4-6) [b:1 Kor. 12, 4-6] Alles, zegt hij, bewerkt God. Maar ook over de Geest Gods is voorgelezen: "een en dezelfde Geest, die aan ieder zijn gaven uitdeelt, zoals Hij wil." (1 Kor. 12, 11) [b:1 Kor. 12, 11] Hoor, hoe de Schrift zegt, dat de Geest uitdeelt volgens zijn wil, niet uit gehoorzaamheid. De Geest heeft u dus zijn genade uitgedeeld, zoals Hij wil, niet zoals het Hem bevolen is. En vooral: (verneem), dat de Geest Gods de Geest van Christus is. Onthoudt dit goed: Hij is de Heilige Geest, Hij is de Geest Gods, Hij is de Geest van Christus, Hij is de Geest Paracleet. De Arianen denken, dat zij de Heilige Geest te kort doen, als zij hem de Geest Paracleet noemen. Wat betekent Paracleet anders dan Vertrooster? Alsof men zelfs over de Vader niet gelezen heeft, dat Hij de God der vertroosting is. (2 Kor. 1, 3) [b:2 Kor. 1, 3] Gij ziet dus, dat zij de Heilige Geest te kort menen te doen door datgene, waardoor juist de macht van de eeuwige Vader met kinderlijke genegenheid verkondigd wordt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk III.
Luister nu hoe wij moeten bidden. Het gebed heeft veel voortreffelijke eigenschappen. Waar gij bidden moet, is niet van weinig betekenis, en het is geen vraag van weinig gewicht. De Apostel zegt: "Ik wil dus, dat de mannen op iedere plaats bidden, zuivere handen omhoog heffend, vrij van toorn en twist." (1 Tim. 2, 8) [b:1 Tim. 2, 8] En de Heer zegt in het Evangelie: "Gij echter, als gij bidt, ga dan binnen in uw binnenkamer, sluit de deur en bid tot uw Vader." (Mt. 6, 6) [b:Mt. 6, 6] Lijkt het u geen tegenspraak, dat de Apostel zegt: "Bid op iedere plaats" en dat de Heer zegt: "Ga in uw binnenkamer en bid" Maar het is geen tegenspraak. Laten wij dit nu eerst afmaken, om daarna te zien hoe gij het gebed moet beginnen en hoe gij het moet indelen, wat gij moet ter sprake brengen, waarop gij u moet beroepen, hoe gij het gebed moet afsluiten en tenslotte waarvoor gij moet bidden. Van dat alles moeten wij kennis nemen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVooreerst: waar moet gij bidden? Paulus schijnt iets anders te zeggen dan de Heer. Kon Paulus dan iets leren dat strijdig was met Christus' geboden? Neen, vanzelfsprekend! Waarom niet? Omdat hij geen tegenstander maar een tolk van Christus is: "Weest mijn navolgers, zegt hij, zoals ik die van Christus ben". (1 Kor. 4, 16) [b:1 Kor. 4, 16] Hoe zit dat dan: Gij kunt overal bidden en altijd in uw binnenkamer bidden. Gij hebt overal uw binnenkamer. Ook als gij temidden van de heidenen, temidden van de Joden zijt, toch hebt gij overal uw verborgen vertrek. Uw binnenkamer is uw geest. Hoewel gij u temidden van het volk bevindt, toch blijft gij in de inwendige mens uw verborgen en afgesloten binnenkamer bezitten.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGij nu, als gij bidt, ga dan binnen in uw binnenkamer. Zeer juist zegt Hij: "ga binnen", opdat gij niet zoudt bidden zoals de Joden, tot wie gezegd is: "Dit volk eert mij met de lippen, maar hun hart is verre van mij'. (Jes. 29, 13) [b:Jes. 29, 13] Laat uw gebed dan ook niet enkel van uw lippen komen. Leg er u geheel met uw geest op toe, ga binnen in het verborgene van uw hart, treed er geheel in binnen. Moge Hij, aan wie gij wilt behagen, geen tekort aan toeleg in u aantreffen. Laat Hem zien, dat gij bidt vanuit uw hart, opdat Hij zich gewaardige, omdat gij vanuit uw hart bidt, u te verhoren. Gij echter, als gij bidt, ga dan binnen in uw binnenkamer.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDit vindt gij ook elders: "Trek weg, mijn volk, en ga binnen in uw afzondering, verberg u een korte tijd, totdat de toorn des Heren voorbij zal gaan." (Jes. 26, 20) [b:Jes. 26, 20] Dit heeft de Heer gesproken door de profeet. Maar in het Evangelie zegt Hij: "Gij echter, als gij bidt, ga dan binnen in uw binnenkamer, sluit de deur en bid tot uw Vader." Wat betekent "sluit de deur"? Wat hebben wij voor een deun Luister wat voor deur gij hebt, die gij sluiten moet, als gij bidt. Mochten de vrouwen nu toch goed luisteren ! Gij hebt het reeds gehoord, de heilige David heeft het u geleerd, toen hij zeide: "Plaats, Heer, een wacht aan mijn mond en een gesloten deur aan mijn lippen." (Ps. 141, 3) [b:Ps. 141, 3] Er is daarenboven een deur waarover de Apostel Paulus spreekt, waar hij zegt: "Opdat mij de deur van het woord geopend worde om over het mysterie van Christus te spreken" (Kol. 4, 3) [b:Kol. 4, 3], dat wil zeggen: als gij bidt, roep dan niet met luider stem, laat uw gebed niet naar alle kanten horen en galm het niet uit temidden van de menigte. Bid in de verborgenheid van uw hart met de zekerheid, dat Hij u in het verborgene kan horen, die alles ziet en' alles hoort, en bid uw Vader in het verborgene. Want Hij, die in het verborgene ziet, hoort u bidden. (Mt. 6, 6) [b:Mt. 6, 6]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk IV.
Laten wij ons nu eens afvragen, waartoe dit dient, waarom wij veeleer in het verborgene moeten bidden dan met luid geroep. Luister, laten wij een voorbeeld kiezen uit het gewone menselijke leven. Als gij iemand iets vraagt, die een goed gehoor heeft, vindt gij het niet nodig om te schreeuwen, gij vraagt het zachtjes met matig stemgeluid. Als gij iets aan een dove vraagt, begint gij dan niet luidkeels te spreken om u aan hem verstaanbaar te maken. (Ps. 7, 10) [b:Ps. 7, 10] Die dus luid roept, meent dat God alleen maar een luid roepende kan horen, maar terwijl hij zo tot Hem bidt, miskent hij zijn macht. Wie daarentegen in stilte bidt, stelt een daad van geloof en belijdt, dat God de doorvorser van harten en nieren is'en dat Hij uw gebed eerder hoort dan het door uw mond wordt uitgesproken.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaLaten wij ons nu nog eens nader bezinnen op: "Ik wil dat de mannen op iedere plaats bidden." (1 Tim. 2, 8) [b:1 Tim. 2, 8] Waarom heeft hij gezegd ,de mannen" Het gebed is vanzelfsprekend gemeen aan vrouwen en mannen. Ik vind dan ook geen ander antwoord dan dat de Apostel misschien juist met dit oogmerk over ,de mannen" spreekt, om te voorkomen, dat de vrouwen van zijn woorden een onjuist gebruik zouden maken door "op iedere plaats" verkeerd te begrijpen, en overal zouden gaan roepen, hetgeen wij in de kerk niet kunnen dulden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIk wil dus, dat de mannen, dat wil zeggen: zij, die in staat zijn dit voorschrift te onderhouden, op iedere plaats bidden, zuivere handen omhoog heffend. Wat is dat: "Zuivere handen omhoog heffend" Gij hoeft bij uw gebed het kruis van de Heer toch niet aan de heidenen te tonen? Dit is zeker een teken, dat uw moed en niet uw schaamte moet opwekken. Maar er bestaat een manier van bidden, waarbij gij geen uiterlijke (gebeds-)houding vertoont, maar uw daden omhoog heft. Als gij doen wilt, wat gij doen moet, heft gij door uw onschuld zuivere handen omhoog. Gij heft ze niet dagelijks omhoog: eens hebt gij ze omhoog geheven, het is niet nodig, dat gij ze nogmaals omhoog heft.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media"Ik wil dus, dat de mannen op iedere plaats bidden, zuivere handen omhoog heffend, vrij van toorn en twist." Niets is méér waar. "De toorn, staat er, doet zelfs wijzen te gronde gaan." (Spr. 15, 1) [b:Spr. 15, 1] Hoewel een christen dan ook ten allen tijde zoveel mogelijk zijn toorn moet matigen, moet hij het zeker doen, als hij gaat bidden. Om te voorkomen, dat verontwaardiging uw geest in beroering brengt of woedende toorn uw gebed verhindert, moet gij veeleer gaan bidden, als uw gemoed in vrede is. Waarom maakt gij u kwaad, Heeft een knecht iets misdaan? Gij gaat zelf bidden dat uw misdrijven u vergeven mogen worden, en gij windt u op over een ander. Dit is dus de zin van "vrij van toorn".
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk V.
Laten wij nu zien naar wat op de twist betrekking heeft. N.v.d.v.: Het is niet erg.. N.v.d.v.: Het is niet erg duidelijk wat het volgende met twist te maken heeft. Meestal gaat men bidden alsof men handel ging drijven: de gierigaard denkt aan geld, een ander aan winst, een ander aan eer, weer een ander aan wat hij begeert, en ieder meent dat God hem verhoren kan. En daarom: als gij bidt, past het u de goddelijke dingen vóór te laten gaan vóór de menselijke.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media"Eveneens wil ik dat de vrouwen bidden, niet getooid met sieraden en parels" (1 Tim. 2, 9) [b:1 Tim. 2, 9], zegt de Apostel Paulus. Maar ook de Apostel Petrus zegt: "De bevalligheid van de vrouw is van veel waarde om te bewerken, dat de gevoelens van haar man veranderen door het goede gedrag van zijn vrouw en de ongelovige zich gewonnen geeft aan de genade van Christus." (1 Pt. 3, 1) [b:1 Pt. 3, 1] Dit is de waarde van de ernst en de kuisheid van de vrouw en van haar goed gedrag, dat zij haar man roept tot het geloof en de godsdienstigheid, iets wat vaak bewerkt wordt door het woord van een verstandig man. "De vrouw, zegt hij, moet dus haar tooi niet zoeken in de opmaak van haar haar, in een kunstig kapsel, maar in het gebed vanuit een zuiver hart, waarin zich de verborgen mens van het hart bevindt, die altijd kostbaar is in Gods oog." (1 Pt. 3, 3-4) [b:1 Pt. 3, 3-4] Gij hebt dus iets om rijk mee te zijn. Uw rijkdom in Christus zijn eerzaamheid en kuisheid, uw tooi geloof, godsvrucht en barmhartigheid. Dit zijn de schatten van gerechtigheid, zoals de profeet ze ons in herinnering heeft geroepen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaLuister nu, waarmee gij moet beginnen. Zeg mij eens: als gij een mens iets vragen wilt en gij begint zo: "Geef mij dit, dit is het wat ik u vraag", lijkt uw vraag dan niet erg brutaal, Daarom moet gij ook uw gebed beginnen met God te loven, zodat gij uw bede richt tot de almachtige God, voor wie alles mogelijk is en die genegen is het gevraagde te verlenen. Daarna volgt de smeekbede, zoals de Apostel het geleerd heeft, toen hij zeide: "Vóór alles spoor ik u aan gebeden, smekingen, verzoeken en dankzeggingen te doen." (1 Tim. 2, 1) [b:1 Tim. 2, 1] Het eerste gedeelte van het gebed moet dus bestaan in het loven van God, het tweede gedeelte in een smeking, het derde in een verzoek, het vierde in een dankzegging. Gij moet niet, als gij voedsel wilt hebben, als een uitgehongerde onmiddellijk over voedsel beginnen te spreken, maar eerst beginnen met God te loven.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVandaar dat ook die ervaren pleiters er deze handelwijze op na houden om de rechter voor zich in te nemen: zij beginnen met hem te loven, om hem tot een welwillende behartiger van hun zaak te maken. Daarna begint men langzaamaan de rechter te vragen om geduldig te luisteren; op de derde plaats legt men hem zijn verzoek voor, formuleert men wat men vragen wil. Op de vierde plaats (dankt men hem bij voorbaat). N.v.d.v.: aangevulde lacune. N.v.d.v.: aangevulde lacune. Zoals men dus begonnen is met Gods lof, zo moet ieder van ons ook met Gods lof en met dankzegging eindigen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZo vindt gij het in het gebed des Heren. (Mt. 6, 9) [b:Mt. 6, 9] Onze Vader, die in de hemelen zijt. Het is de lof van God, als men Hem Vader noemt, in Hem de heerlijkheid van de vaderlijke genegenheid verkondigt. Het is de lof van God, dat Hij in de hemelen woont, niet op aarde.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOnze Vader, die in de hemelen zijt, Uw naam worde geheiligd, dat wil zeggen: Hij heilige zijn dienaren. Zijn naam immers wordt in ons geheiligd, als de mensen Christenen genoemd worden. "Uw naam worde geheiligd" is dus een wens.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaUw Rijk kome. Het verzoek, dat in allen Christus' Rijk moge zijn. Als God in ons heerst, is er geen plaats meer voor de vijand. De schuld heerst er niet, de zonde heerst er niet, maar er heerst deugd, er heerst kuisheid, er heerst godsvrucht. Vervolgens: Uw wil geschiede zoals in de hemel zo ook op aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood. Deze bede is de belangrijkste van alle beden. En vergeef ons onze schulden, zoals ook wij de schulden vergeven aan onze schuldenaren. Ontvang daarom dagelijks, om dagelijks voor uw schuld kwijtschelding te vragen. En laat niet toe, dat wij in bekoring gebracht worden, maar verlos ons van het kwaad. Wat volgt daarop? Hoor wat de bisschop zegt: Door onze Heer Jesus Christus, in wie aan U is, met wie aan U is de eer, de lof, de glorie, de heerlijkheid, de macht samen met de Heilige Geest van eeuwigheid en nu en altijd en in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEen ander voorbeeld. Hoewel er slechts een enkel boek met psalmen van David is, dat alle bovengenoemde eigenschappen van het gebed bezit, vindt men toch ook zeer vaak in één psalm al die onderdelen van het gebed, zoals wij dat in de ge psalm aantreffen. Hij begint inderdaad aldus: "Heer, onze Heer, hoe wonderbaar is uw naam over de gehele aarde." Dat is het eerste gedeelte van het gebed. Daarna volgt de smeking N.v.d.v.: Het is niet.. N.v.d.v.: Het is niet duidelijk in hoeverre men dit een obsecratio noemen kan.: "Ik zal de hemelen zien, de werken uwer handen", dat wil zeggen: ik zal de hemelen zien, "de maan en de sterren die Gij bevestigd hebt." Met opzet zegt hij niet: "Ik zal de hemel zien", maar : Ik zal de hemelen zien waar de genade begint te gloren met hemelse schittering. Deze hemelen zouden volgens de overtuiging van de profeet gegeven worden aan hen, die de hemelse genade van de Heer verdiend hebben. De maan en de sterren, die Gij bevestigd hebt: de maan is de Kerk, de sterren zijn de kinderen der Kerk, die schitteren door het licht van de hemelse genade. Zie vervolgens zijn bede: "Wat is de mens, dat Gij hem gedachtig zijt, of de mensenzoon, dat Gij hem bezoekt? Slechts een weinig hebt Gij hem beneden de engelen geplaatst, met roem en eer hebt Gij hem gekroond en hem gesteld over het werk uwer handen." En vervolgens de dankzegging: "Alles hebt Gij onder zijn voeten gelegd, alle schapen en runderen en daarenboven de dieren van het veld" (Ps. 8, 1-8) [b:Ps. 8, 1-8] En zo voort.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWij hebben u onderricht, voor zover wij het zelf begrijpen, in hetgeen wij misschien zelf niet geleerd hebben: naar ons vermogen hebben wij het uitgelegd. Moge uwe heiligheid, door de onderrichtingen van uw bisschop onderwezen, er zich op toe te leggen om vast te houden wat gij ontvangen hebt, opdat uw gebed aangenaam zij aan God, en uw offer als een zuivere offerande moge zijn. En moge Hij steeds zijn merkteken in u herkennen, opdat ook gij zult kunnen geraken tot de genade en tot het loon der deugden door onze Heer Jesus Christus, wien de eer en de roem is, de lof en de bestendigheid van eeuwigheid en nu en altijd en in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 2
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.be/toondocument/2092-de-sacramentis-nl